Direct naar artikelinhoud
InterviewRick Brink

‘Mijn vader zei: ja jongen, als je Frans Bauer heet dan kijkt iedereen óók naar je’

Kersverse minister van Gehandicaptenzaken Rick Brink begint zijn lobby vrijdag al bij de echte ministerraad. Een van zijn doelen is ‘dat er over een jaar meer inclusieve speeltuinen zijn, waar zowel gehandicapte als niet-gehandicapte kinderen kunnen spelen’.

De 33-jarige Rick Brink uit Hardenberg krijgt maandag bij zijn verkiezing tot minister van Gehandicaptenzaken in het Kurhaus een koffertje overhandigd.Beeld ANP

‘Als kind zei ik wel eens tegen mijn vader: pap, iedereen kijkt naar mij. Maar mijn vader zei dan: ja jongen, als je Frans Bauer heet dan kijkt iedereen óók naar je. Zo’n gezin hadden wij.’

Rick Brink (33) is nog maar net in functie, maar hij doet nu al interviews vanuit de auto met chauffeur – een vriend – onderweg van talkshow naar talkshow: maandag werd hij verkozen tot de nieuwe ‘minister van Gehandicaptenzaken’, een initiatief van omroep KRO-NCRV, die hem een jaar lang aanstelt om te lobbyen voor een betere positie van gehandicapten. Hij zegde er zijn baan als projectmanager voor op. Wel blijft hij CDA-raadslid in Hardenberg, een functie waarin hij vorig jaar werd genomineerd als beste raadslid van Nederland.

Wat is uw handicap eigenlijk?

‘Ik heb osteogenesis imperfecta, een bindweefselziekte. Dat betekent dat ik broze botten heb, die snel breken. En ik heb een afwijkend lichaam. Ik ben klein: 1.04 meter. Toen ik jong was, brak ik heel vaak wat. Mijn arm bijvoorbeeld – gewoon, toen ik me ’s nachts omdraaide in mijn bed. Maar ik wil niet dat mensen extreem voorzichtig met me zijn.’

U studeerde bedrijfskunde aan het hbo. Maakt u wel eens mee dat u niet voor vol wordt aangezien?

‘Nee. En als ik dat vermoed, dan trek ik mijn mond wel open. Dan weten ze vrij snel: oh, die is wel in orde. Soms willen mensen iets tegen me zeggen, maar dan beginnen ze te praten tegen degene die mijn rolstoel duwt. Het vreemdste dat ik meemaakte op dat gebied, was dat ik op mijn zeventiende een plakje worst kreeg bij de slager.’

Wat deed u?

‘Ik heb het opgegeten. Dat was niet leuk.’

Wat zijn uw plannen?

‘Ik denk dat we moeten beginnen bij het fundament: de kinderen. Ik ga bewerkstelligen dat er over een jaar meer inclusieve speeltuinen zijn, waar zowel gehandicapte als niet-gehandicapte kinderen kunnen spelen. Het is heel erg als je als kind niet mee kunt doen. Daar begint het. En ik wil ook dat andere kinderen zo met hen in contact komen en ervaren dat een handicap niet eng is.’

Had u daar zelf ook last van als kind?

‘In de speeltuin kon ik weinig. Nou ja, bootje varen. Dus soms stond ik wel bedroefd aan de kant. Maar mijn ouders zeiden altijd: Rick, kijk naar wat je wel kan. Dat heeft mij heel erg geholpen. Toen ik als tiener een baantje wilde in de supermarkt, was dat lastig. Ik kon nog geen pak melk optillen. Mijn moeder zei: Rick, schrijf gewoon naar alle bedrijven in de buurt of ze je kunnen gebruiken. Dat vergt wel wat dapperheid. Uiteindelijk lukte het me, en kon ik bij de taxicentrale werken. Ik nam de ritten aan.

‘Dat is ook een van mijn punten: zorgen dat gehandicapten gemakkelijker aan het werk komen. Nu krijg je als gehandicapte een standaardpakket: zoveel uur een jobcoach, zoveel uur een tolk. Maar dat werkt niet. Dat moet je met maatwerk doen.’

Kreeg u zelf ‘normaal’ betaald?

‘Ja. Ik deed normaal mijn werk. Mijn collega zei een keer: zolang Rick zich niet als een gehandicapte gedraagt, dan zien we hem ook niet als een gehandicapte.’

Presentator Marc de Hond, zelf ook in een rolstoel, had kritiek op uw benoeming. Hij zei: super dat jullie een wie-is-de-beste-gehandicapteshow maken met Lucille Werner, maar als je echt iets wil bereiken voor de beeldvorming, investeer er dan in om meer mensen met een beperking in reguliere programma’s op te nemen. Hij noemde als voorbeeld Engeland.

‘Marc en ik zitten meer op één lijn dan hij denkt. Dit ministerschap moet het vliegwiel zijn voor dit soort ontwikkelingen. Zodat er straks bij Studio Sport ook soms mensen met een handicap aan tafel zitten om te praten over Ajax. Daar zijn we nog niet, nee. Maar in Engeland hebben ze ook een weg moeten bewandelen.’

Vrijdag zit u bij minister Hugo de Jonge en schuift u aan bij de ministerraad, wat gaat u daar zeggen?

‘Ik ga uitleggen wat ik ga doen. En zorgen dat de lijnen kort zijn.’

Loopt Nederland achter in vergelijking met Europa?

‘Het is lastig om een goede vergelijking te maken. Maar de Scandinavische landen lopen het meest voor. Ze hebben goed openbaar vervoer, een goede indeling van straten.’

Had u zelf een voorbeeld als kind?

‘Bart de Graaff. Een waanzinnige man. Als puber vond ik het fantastisch hoe hij gewoon stenen door ruiten gooide, mensen ’s nachts wakker maakte en het, vooral in zijn begintijd, nooit over zijn handicap had.’