Direct naar artikelinhoud
InterviewDNB- president Klaas Knot

DNB-president Klaas Knot: ‘Waarom niet de lonen verder verhogen?’

Klaas Knot, de president van De Nederlandsche Bank.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

De verlaging van de rekenrente, die pensioenkortingen per 2021 dichterbij brengt, is volgens DNB-president Klaas Knot niet meer dan logisch. Maar Nederlandse bedrijven zouden best wat meer mogen uitgeven aan de lonen in plaats van al die winsten op te potten.

President Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB) heeft het druk. Slechts één avond en een dag kon hij deze week het jaarlijkse forum van de Europese Centrale Bank (ECB) in Portugal bijwonen. Toen moest hij terug naar kantoor. De reden is triest. Collega-bestuurder Job Swank (onder meer verantwoordelijk voor financiële stabiliteit) heeft onlangs een hersenbloeding gehad. Else Bos (pensioentoezicht) ondergaat chemotherapie. Daarmee zijn twee van de vijf directeuren uit de running. Knot neemt een deel van hun takenpakket over.

U was net lang genoeg in Portugal om ECB-president Mario Draghi te horen dreigen met een nóg lagere rente. Waarom doet hij dat?

‘Er zijn risico’s aan de horizon. Denk aan een handelsoorlog. Ook al staat de economie er op dit moment niet onaardig voor, die onzekerheden liggen als een beklemmende deken over de eurozone. Bovendien komt de zeer lage inflatie al een jaar of vijf niet van zijn plaats. Om deze reden hebben we als centrale bankiers eerder dit jaar de pauzeknop ingedrukt: voorlopig gaat de ECB de rente niet verhogen. Nu komen daar de woorden van Draghi bij. De ECB denkt actief na over noodplannen, voor het geval dat de economische groei niet opnieuw aantrekt.’

Die lage rente werpt een schaduw over het nieuwe pensioenakkoord. Het verkleint de kans dat de pensioenen meestijgen met de inflatie. Bent u desondanks tevreden met de pensioenhervorming die er nu ligt?

‘Op zich wel.’ Lacht: ‘Misschien zelfs verheugd, ja. Zeker met het afschaffen van de doorsneepremie, waardoor we de spanningen tussen generaties kunnen verminderen. Ik ben ook blij dat de rekenrente in het akkoord van de Sociaal-Economische Raad overeind is gebleven.’

Uitgerekend vorige week kwam het bindende advies om die rekenrente, waarmee pensioenfondsen hun toekomstige verplichtingen moeten berekenen, nog verder te verlagen. Daardoor dalen vanaf 2021 de dekkingsgraden van de pensioenfondsen met gemiddeld 2,5 procent.

‘Die lagere rekenrente komt voor mij niet als een verrassing. Kijk naar wat er de afgelopen vijf jaar op de financiële markten is gebeurd. Dan ben ik juist verrast over het feit dat anderen wél verbaasd zijn.’

De conferentie die u bezocht in Portugal stond in het teken van twintig jaar euro. Hoe zou Nederland er voorstaan als we aan de gulden hadden vastgehouden?

‘Minder goed. Absoluut. De interne markt, waarvoor de euro heel belangrijk is, heeft Nederland veel welvaart gebracht. En de gulden zou waarschijnlijk sterker zijn dan de euro nu. Dat is slecht voor de concurrentiepositie van ons bedrijfsleven.’

En de financiële crisis dan?

‘Zelfs toen is de euro belangrijk geweest voor de financiële stabiliteit. Hadden we in 2008, 2009 de gulden gehad, dan was Nederland niet enkel getroffen door een bankencrisis. Dan was daarbovenop ook nog een wisselkoerscrisis gekomen. De waarde van de gulden was heen en weer geschoten. Dat is heel slecht voor onze op handel gerichte economie. Laten we niet doen alsof vóór de euro alles rozengeur en maneschijn was. In de jaren 80 en 90 hadden we voortdurend wisselkoerscrises.’

Om een nieuwe crisis te voorkomen willen andere landen en de ECB snel de muntunie afmaken. Dat betekent onder meer een stevig Europees schokfonds om crisislanden te helpen, plus een bankenunie. Alleen: Nederland staat op de rem.

‘In theorie zijn we het allemaal eens over deze maatregelen. Maar als je risico’s deelt met elkaar moet er wel sprake zijn van een min of meer zuivere onderlinge verzekering. Nu zien we dat sommige eurolanden zich weinig gelegen laten aan het stabiliteits- en groeipact. Moeten wij als Nederland dan wel extra verplichtingen aangaan? Het risico van financieel eenrichtingsverkeer is simpelweg nog te groot. Ik begrijp daarom het kritische standpunt van het kabinet.’

U wilt geen transferunie waarbij welvaart stroomt van Noord- naar Zuid-Europa. Tegelijkertijd heeft u haast. Is de euro klaar voor een volgende recessie?

‘Dat spanningsveld is er zeker. Ook ik wil de muntunie zo snel mogelijk afmaken. Maar je wenst ook waarborgen, zodat het geen verkapt transfermechanisme wordt.’

Dan, luchtig: ‘Met wat goede wil komen we hier wel uit hoor. Europese integratie gaat met vallen en opstaan.’

In Nederland wordt gemopperd over Griekenland en Italië die te veel schulden zouden maken. Hier in Portugal hoor ik ook een ander verhaal: Nederland en Duitsland moeten wat doen aan hun gigantische overschot op de betalingsbalans. Meer geld uitgeven dus.

‘Dat is inderdaad een onevenwichtigheid waar wel wat meer aandacht voor mag komen in Nederland. Ons overschot is tenslotte een ander zijn tekort. Als Griekenland niet aan zijn verplichtingen kan voldoen, staan we op onze achterste benen. Maar ergens zijn dat twee kanten van dezelfde medaille.’

Hoe kan Nederland dan een steentje bijdragen aan een stabiele eurozone?

‘Ons spaaroverschot zit vooral bij de bedrijven. Zij zien blijkbaar te weinig mogelijkheden om te investeren en potten de winst op. Tja, dan kom ik toch weer bij die ene vraag uit: waarom niet de lonen verder verhogen?

Is lage rente de schuld van de euro?

Ook zonder de euro en de ECB zouden Nederlandse pensioenfondsen kampen met extreem lage rentes. Het belangrijkste tarief van de Zweedse Riksbank, de depositorente, bedraagt -1,0 procent. In Zwitserland is dat -0,75 procent. Dat is nog veel lager dan de -0,4 procent van de ECB. Weg met de lage rente, leve de gulden? Niet echt dus.

Meer lezen over de euro en de lage rente?

President Mario Draghi van de Europese Centrale Bank zette deze week een domper op het pensioenakkoord: de rente kan dus nóg lager.

Niet alle economen zijn enthousiast over de euro. Red Europa, reken af met de eenheidsmunt, betoogt de Amerikaanse Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz in dit interview.