Mijn pake deelt zijn handen en zijn oren, omdat hij zijn leven lang heeft geleerd Jezus te volgen
Het is niet te missen als je langs de weg van Haulerwijk naar Eén-West in het uiterste oosten van Friesland rijdt. Een groot blauw-geel bord laat je weten dat men bananendozen voor de ‘Friese Rijders’ bij een oud fabrieksgebouw kan afleveren. Als je dat eerste bord volgt, word je door andere blauw-gele borden verder over het fabrieksterrein geleid. Uiteindelijk kom je bij een ietwat sjofele zijingang. Daar staat een laatste bord. Op dat bord is een klein wit papiertje geplakt: ‘Niemand aanwezig? Bel dhr. Hut.’
De ‘Friese Rijders’ brengen vrachtwagens vol hulpgoederen naar Oekraïne. Talloze kerken, verenigingen en particulieren in de noordelijke provincies helpen bij het inzamelen en vullen van bananendozen. Het is een krachtsinspanning die getuigt van de waarde van de noordelijke kop-d’r-veur-mentaliteit, en die zeer te prijzen is.
Waar ik het nu echter over wil hebben, is de man van het kleine witte briefje. Hij woont in een oude beheerderswoning die ingeklemd staat tussen de fabrieken van Haulerwijk. Als je aanbelt bij die woning, kom je niet weg zonder aandacht, wat te eten en een goed gesprek.