Direct naar artikelinhoud

Als de premier 'Pleur op' zegt en politici de haat normaliseren, dan blijft de drek op Facebook stromen

Sheila Sitalsing

In mijn hoekje op Facebook (ja, daar zit ik gewoon nog op, het is er heerlijk rustig tegenwoordig) is het een baken van rust, vrede, liefde, hartjes, babyfoto's en kattenplaatjes. Aan dit zelfgecreëerde Disneyland ligt een actief beleid ten grondslag van blokkeren, afschermen, op negeren zetten, ontvrienden en vriendverzoeken weigeren, want er bereiken mij langs andere kanalen al genoeg ongefilterde woede, onbeschoftheid, verwensingen, aanbiedingen om 'een ticket terug' te betalen, verhandelingen over de ongeschiktheid van vrouwtjes voor activiteiten in de publieke ruimte, koortsige verkrachtingsfantasieën waar geregeld asielzoekers mee gemoeid zijn, ongevraagde opinies van zes kantjes vol spelfouten over Zwarte Piet, en andere uitingen van de joods-christelijke cultuur.

Dat het in de krochten van Facebook, op veilige afstand van mijn filters en blokkades, kolkt van de haat, zoals afgelopen zaterdag werd beschreven in deze krant, wekte dan ook geen verbazing. Dat die haat buitensporig vaak uit Nederland afkomstig is evenmin.

Dagelijks krijgt het team dat Nederlandstalige berichten op Facebook moet modereren 8.000 meldingen van onder meer discriminerende, haatdragende en racistische berichten, zo schreven verslaggevers Huib Modderkolk, Tom Kreling en Maartje Duin afgelopen zaterdag in deze krant. En dat zijn alleen nog maar de berichten die door andere Facebookgebruikers zijn aangemeld, of die door de algoritmes eruit zijn gehaald. Vooral rond Sinterklaas is het bal. Het Nederlandstalige team bestaat uit twee handenvol mensen; in het verleden is het dusdanig onderbemand geweest, dat Griekse collega's bijsprongen om te helpen bij het verwijderen van filmpjes en foto's die niet voor publicatie geschikt zijn.

Nu hadden ze in Griekenland alle reden tot redeloos schelden en tieren tegen hun vervloekte lot, maar klaarblijkelijk doen de Grieken dat niet op Facebook, of verwoorden ze hun grieven op beschaafdere wijze, of houden ze gewoon hun mond. Daardoor hadden de Griekse moderatoren een stuk minder te doen dan hun overwerkte Nederlandse collega's en konden ze zich buigen over walgelijke Nederlandse huisvlijt.

In het verhaal komt Facebook er niet best vanaf. Het betaalt zijn medewerkers weinig voor geestelijk zwaar werk, het doet niet overdreven veel aan psychische bijstand of nazorg, en het gaat tamelijk laks om met zijn verantwoordelijkheid als zogenaamd neutrale verspreider van haat, pesterijen, kinderporno en geweldsfantasieën. Zo gaf het bedrijf jarenlang aan de moderatoren de opdracht om berichten aan Sylvana Simons - 'Kankerzwarte', 'Ga terug naar je apenland', 'Sterf, hoer' - te laten passeren. Want ophef is goud, zolang er geen consequenties voor Facebook zelf aan zijn verbonden.

Allemaal laakbaar.

Maar wat het meest bleef hangen was het beeld van al die Nederlanders die massaal hun drek de wijde wereld in sturen. In Nederland is de vrijheid van meningsuiting altijd al op bijzondere wijze ingevuld. Net zoals de grapjes overigens: een zwarte vriend is jarenlang op 6 december 'O, he wat gek, ging jij niet weg vandaag?' gevraagd, met hahaha erachter, want het was gewoon een gebbetje. Als de premier 'Pleur op' zegt, als politici de haat normaliseren, als 'moet kunnen' de nationale lijfspreuk is, dan blijft de drek stromen. Daar helpen geen honderd Facebookmoderatoren tegen.