Direct naar artikelinhoud
Theodor Holman.
Theodor Holman

‘Is het raar dat ik weleens denk dat ik best met een jonge soldaat zou willen ruilen?’

De oude man liep met zijn hond langs de puinhopen en was blij dat niemand zijn gedachten kon lezen.

‘Ik heb in mijn leven veel geluk gehad en toch, nu het einde nadert word ik ongelukkig.’

Hij keek naar de ruïne in zijn stad.

‘Nooit gedacht dat ik zorgeloos het mooiste woord in onze taal zou vinden. Zorgeloos is synoniem voor geluk. Maar wat heb ik eraan dat mijn herinneringen gevuld zijn met zorgeloosheid?’

Hij riep de hond bij zich en zag een jongeman op krukken aan de overkant van de straat. Voordat hij ging oversteken, nam hij de hond vast en passeerde de jongen.

‘Kan die knaap ooit nog zorgeloos zijn? Vreemd. Ik kan niet meer zorgeloos zijn omdat hij nooit meer zorgeloos kan zijn. Met zijn been is een deel van ons beider geluk weggeschoten. En ofschoon ik hem niet ken en hij mij ook niet en ik geen wapen in mijn hand heb gehad, voel ik me daar schuldig over. Zo schuldig dat ik hem nauwelijks durf aan te kijken.’

Toen hij aan de overkant van de straat was, draaide hij zich om en volgde de jongen op zijn krukken. Die was daar handig in. Het aanpassingsvermogen van de mens was groots. Misschien was geluk wel genoegen nemen met een reeks aanpassingen waartoe we worden gedwongen.

Toen hij verder liep, zag hij een jonge vrouw, gekleed in uniform, in een rolstoel zitten. Die rolstoel werd geduwd door een jonge man, ook in uniform.

‘Wat hebben zij voor toekomst. Verdomme. Toekomst! Denken ze nu wel aan de toekomst? Wie kan er nu aan de toekomst denken? Verbied af en toe het denken aan de toekomst!’

In het parkje liet hij zijn hond weer los.

‘Heb ik met deze oorlog geluk? Ik hoef niet in dienst, ik hoef niemand te doden, ik heb mijn leven al min of meer gehad. Ik heb een vrouw gehad van wie ik veel heb gehouden en we wilden geen kinderen dus ik hoef niet bevreesd te zijn dat zij voor mijn land gaan sterven. En toch… Is het raar dat ik weleens denk dat ik best met een jonge soldaat zou willen ruilen? Dat ik zeg: hier, neem mijn leven maar, dan neem ik het jouwe?’

Terwijl hij naar huis liep, dacht hij aan zijn vrouw van wie hij veel had gehouden.

‘Wat heb ik een geluk gehad… Wat een rotgedachte.’

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees alle columns van Theodor Holman terug.

Reageren? t.holman@parool.nl.