Overlast van toeristen in campers in Amsterdam-Noord: ‘Je ziet ze gewoon in de struiken plassen’

In het laatste stukje van de Meeuwenlaan aan de zijde van ’t IJ, met uitzicht al op de Nicolaasbasiliek, staan twee campers in de parkeervakken. Bij de camper uit het VK zijn de vitrages aan de voorruit nog naar beneden. Het luikje om te luchten op het dak staat open. Hier liggen er op zondag om twaalf uur nog een paar hun roes van Koningsdag uit te slapen.

De Duitse camper ernaast is alweer verlaten. In het vak daarnaast staat een Franse Opel Astra. Twee jongens doen nog een tukkie, beide portiers open, de benen gestrekt naar buiten.

Het zijn slechts twee van de ruim twintig campers die deze zondag op en langs de Meeuwenlaan geparkeerd staan. De meesten hebben een Nederlands kenteken, dus die zouden ook het eigendom kunnen zijn van bewoners, al heeft die ene met surfboard op het dak de schijn tegen. Maar zeker zo’n tien campers hebben een buitenlands kenteken. De bezitters zijn op pad. Een enorme camper met een Belgisch nummerbord rijdt net weg. Aan de brakke hoofden van het jonge stel te zien hebben ook zij een geslaagde Koningsdag beleefd.

Een Frans stel van middelbare leeftijd komt aanrijden en parkeert hun camper. Ze zijn een week in Nederland. Middelburg en Gouda hebben ze al gezien en Koningsdag hebben ze gevierd in Den Haag. Hoe blijven ze in Amsterdam? “Alleen vandaag, en vanavond gaan we naar een camping,” zegt de man er nadrukkelijk bij. “We parkeren alleen overdag, want we mogen hier niet overnachten.”

Park4Night

Vlak bij de Dirk van den Broek gaat de zijdeur van een camper open. Victor (24) uit Zweden doet schone sokken aan. Hij, zijn vriendin Isabelle (24) en hondje Mynta trekken zes maanden door Europa. Ze blijven zes dagen in Nederland. Giethoorn en Utrecht hebben ze al gezien, de afgelopen nacht hebben ze in de Meeuwenlaan gestaan.

Victor: “Soms staan we op een camping, als we willen douchen, maar we proberen zo vaak mogelijk op vrije plekken te staan. We hebben een app, Park4Night, met de beste plekken om te overnachten. Dat is ontzettend handig. Zo hebben we ook deze plek gevonden. Het is een prima plek, vlak bij the ferry. Komende nacht zoeken we een plekje tussen hier en Haarlem.”

Een stuk verderop, parallel aan de Meeuwenlaan bij de Zamenhofstraat, parkeert net een schitterende, zwarte Volkswagencamper uit 1972. Nee, hij is niet van een Duitse toerist met smaak. “Dit is de nieuwe camper van mijn schoonmoeder,” zegt bewoner Patrick. “Die komt ze showen.”

Ook hij ziet in zijn hof regelmatig campers die illegaal overnachten. Patrick: “In de zomer staan er in dit kleine stukje soms wel drie of vier. Ik heb er niet zoveel last van. Vooral nu niet, als er genoeg parkeerplekken zijn. Daar gaat het de meeste bewoners om: dat ze wel nog gewoon kunnen parkeren.”

Klerezooi

Een bewoonster van het IJplein, een wooncomplex langs de Meeuwenlaan, heeft wel veel overlast van de campers. “Italianen, Spanjaarden, je kunt ze zo uittellen,” zegt de vrouw die al veertig jaar in deze buurt woont. “Mijn naam hoeft niet in de krant, maar dit is de mening van veel bewoners.”

Op zich, zegt ze, heeft ze geen moeite met de campers. “Maar wel met de klerezooi die ze achterlaten. Restanten van McDonald’s, maaltijdboxen, lachgaspatronen. Ik ruim het allemaal op. Samen met enkele bewoners houden we dit stukje schoon. Dan gooi ik een hele plastic zak vol in de open container. Blijkbaar hebben ze zoveel Redbull en spullen binnen dat ze die zelf niet meer kunnen vinden.”

En dat terwijl aan het eind van de Meeuwenlaan camping Vliegenbos ligt. “Maar ja, daar moeten ze betalen. Dit is niet mijn openbare ruimte, die is van iedereen. Maar ik leef ook niet op een vuilnisbelt.”

Van het stadsdeel verwacht ze niet veel. “Nu gaan ze borden plaatsen. Geweldig! Maar we hebben al een APV waarin staat dat het verboden is om op de openbare weg te kamperen.”

Hippieachtigen

De meeste overlast is in de Gedempte Insteekhaven, een parallelweg van de Meeuwenlaan, tegen de Dirk aan. “Vooral in de zomer,” zegt een jonge bewoonster met een hoofddoek. “Je ziet ze gewoon in de struiken plassen of dicht bij een auto. Het is asociaal gedrag. Het zijn van die hippieachtigen die hier komen voor lang leve de lol.”

“Het zijn nooit gezinnen,” zegt haar broer. “Het zijn vaak Duitsers. Die kennen de weg hier beter dan wij, de oorspronkelijke bewoners. Twintigers en dertigers die lekker naar Amsterdam komen omdat het bekend staat voor drugs en alcohol en noem maar op.”

De zus: “Als buren klagen, komt de politie soms en deelt boetes uit. Afgelopen zomer stond het hier rijen vol, helemaal tot aan de Dirk van den Broek. Je kunt de hasjwalm ruiken tot in je tuin.”

Overigens staat ook een grote bus op de stoep voor haar huis. “Dat is geen camper, hoor,” zegt de broer. “Ze gaat verhuizen.”

Borden

Een woordvoerder van stadsdeel Noord erkent het probleem. “Het is niet de bedoeling dat er in de campers wordt geslapen, maar we zien ze graag terug op officiële kampeerplekken. Om dat duidelijk te maken, gaan we borden plaatsen met de regels. Ook de wijkagent en handhaving zijn op de hoogte, er worden dan ook regelmatig foutkampeerders weggestuurd.”

Over de auteur: Hans van der Beek werkt al ruim 25 jaar voor Het Parool. In het verleden had hij populaire rubrieken als Hans Halveert en Schuim, nu schrijft hij vooral Amsterdamse achtergrondverhalen en reportages.