Direct naar artikelinhoud
nieuwsvillamoord

Arnhemse villamoord mogelijk grootste gerechtelijke dwaling ooit

De Arnhemse villamoord, een roofmoord uit 1998, is mogelijk de grootste gerechtelijke dwaling uit de Nederlandse rechtsgeschiedenis: negen mannen zouden ten onrechte zijn veroordeeld. Tot die conclusie komt de Acas, de Adviescommissie Afgesloten Strafzaken die de Hoge Raad adviseert. De veroordeelden hebben hun straffen, die varieerden van vijf tot twaalf jaar, inmiddels uitgezeten. Eén van hen pleegde na de veroordeling zelfmoord in zijn cel.

en
Justitie, advocaten en verdachten van de Villamoord worden in 1999 rondgeleid langs de plaats van het delict aan de Apeldoornseweg.

Uit een dinsdag gepubliceerd advies blijkt dat de veroordelingen van het gerechtshof uit 2000 ‘naar de huidige wetenschappelijke inzichten over valse verklaringen niet meer houdbaar’ zijn. Het belangrijkste bewijs in de zaak, waarbij de eigenares van de villa werd doodgeschoten, zijn twee bekentenissen. De Acas gaat ervan uit dat deze vals zijn, en onder grote druk van de politie afgelegd.

De twee bekennende verdachten, Ömer A. en Sefket P., spreken slecht Nederlands en werden tijdens de verhoren gemanipuleerd. Ze verklaarden belastend over zichzelf en andere verdachten. Volgens de Acas werden er verhoortechnieken toegepast die de kans op onjuiste veroordelingen vergroten. Ook komen de processen-verbaal, opgemaakt door de politie, niet altijd overeen met wat A. en P. verklaarden. De rechercheurs hebben A. en P. bovendien ‘gevoed’ met daderwetenschap, aldus de Acas. De adviescommissie kon dit reconstrueren omdat van een groot deel van de verhoren video-opnamen zijn gemaakt.

De druk werd almaar opgevoerd, totdat Ömer zei wat de politie wilde horen

Lees hier de reconstructie van het onderzoek naar de Arnhemse villamoord.

In 1998 werd de 63-jarige Geke van ’t Leven-De Goede vermoord in haar woning aan de Apeldoornseweg in Arnhem. Een tweede vrouw, een vriendin van het slachtoffer, overleefde de roofmoord. Volgens deze vriendin was er sprake van één inbreker. Een half jaar later werden, na uitgebreid politieonderzoek, negen verdachten aangehouden. Het waren bekende criminelen uit de Nijmeegse en Arnhemse onderwereld. Zij werden allemaal veroordeeld.

‘Er klopte zoveel niet in deze zaak’, zegt Mariëlla Sneep. Zij is de zus van Dave Kuils, die na de veroordeling zelfmoord pleegde in de cel omdat hij vond dat hem groot onrecht werd aangedaan. ‘Dat één moord door één dader leidde tot een veroordeling van zo veel mensen gaf ons heel sterk het gevoel dat er iets anders achter zat’, aldus Sneep. ‘Het waren criminelen, en ik had vanaf het begin het gevoel dat justitie deze moord aangreep om ze van straat te halen.’ 

Het advies van de Acas is het resultaat van zo’n drie jaar onderzoek. Een van de veroordeelden, Nevzat Altay, heeft sinds 2000 de zaak aangevochten. Hij heeft alle mogelijke kanalen aangeschreven. ‘Toenmalig koningin Beatrix, de Ombudsman en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens’, vertelt Altay. ‘Niemand wilde horen wat ik te zeggen had.’

‘Klip en klaar’

Zijn advocaat, Paul Acda, noemt het Acas-advies ‘klip en klaar’. ‘De leden halen fel uit naar het destijds gevelde oordeel van het hof over het enige bewijs in deze zaak: de mondelinge bekentenissen. Nu blijkt dat die verklaringen duidelijk zijn afgedwongen, en daarmee als bewijs dus volledig van tafel zijn.’

In 2014 concludeerde de onderzoeksgroep Gerede Twijfel van de Universiteit Maastricht al dat er in deze zaak sprake was van een gerechtelijke dwaling. Studenten bestudeerden de vele video-opnames die de politie van de verhoren maakten en constateerden ‘rare dingen’. ‘Zoals een verhoor dat wel is opgenomen, maar waarvan geen proces-verbaal is opgemaakt (..), of een passage in een proces-verbaal die al op het computerscherm stond voordat werd begonnen met het verhoor. En hoe ‘verkeerde’ dingen die een verdachte zegt eenvoudigweg niet werden opgeschreven.’

Verhoortechnieken

De Acas noemt het verbazingwekkend dat het veroordelend gerechtshof de uitgeoefende druk door de politie tijdens de verhoren ‘incidenteel’ noemt. De commissie stelt dat de ‘incidenten’ die het hof benoemt, zoals het dreigen met het afhakken van vingers, stemverheffing, op tafel slaan, zeggen dat de politie kan zorgen dat een straf van twintig jaar wordt opgelegd of dat het gezicht van de verdachte kan worden ingepast in een compositietekening, niet op zich staan. 

De ‘stelselmatige’ bejegening van de verdachten ‘dient als onbehoorlijk te worden gekwalificeerd’, en een van de rechercheurs heeft volgens de Acas ‘de grenzen van het fatsoen ver overschreden’. ‘Het is moeilijk voorstelbaar dat het hof tot dit standpunt was gekomen als het bijvoorbeeld de beschikbare bandopnamen van de verhoren integraal had bestudeerd en zich niet had beperkt tot een selectie’, aldus advocaat Stijn Franken. Hij is lid van de Acas.

Wat hem betreft toont deze zaak aan dat verhoren van getuigen en verdachten altijd opgenomen zouden moeten worden, en dat die opnamen beschikbaar zouden moeten worden gesteld. ‘Het is eigenlijk heel raar dat we in 2018 vaak nog steeds werken met alleen een door de politie opgeschreven samenvatting van een verklaring van een verdachte of van een getuige. We moeten kunnen controleren of die samenvatting goed is, we moeten kunnen controleren hoe een verklaring tot stand is gekomen en we moeten mede aan de hand van beeld en geluid kunnen controleren of een verklaring betrouwbaar is.’

Puttense moordzaak

Opmerkelijk is dat het onderzoek naar de Arnhemse villamoord onder leiding stond van dezelfde onderzoeksleider als die in de Puttense moordzaak (1994). Ook daar werden verdachten onder hoge druk gezet om te bekennen. De twee veroordeelden zaten zeven jaar ten onrechte vast. De onderzoeksleider is inmiddels gepensioneerd en wil niet reageren. Ook de rechercheur die betrokken was bij het verhoren van de verdachten wil niet reageren, hij is momenteel docent aan de Politieacademie. Hij geeft les over verhoortechnieken.

De zaak ligt nu bij advocaat-generaal Hofstee van de Hoge Raad. Hij heeft nader onderzoek naar dna-sporen en vingerafdrukken aangekondigd, zoals advocaat Acda heeft verzocht. De advocaat-generaal zal uiteindelijk de Hoge Raad adviseren of de zaak moet worden heropend. Acda zegt blij te zijn met dit resultaat, en vertrouwen te hebben in een goede afloop voor zijn cliënten.