Direct naar artikelinhoud
PeilingAlpe D‘huez

‘De Alpe d’Huez hoort bij jullie cultureel erfgoed, net als de Elfstedentocht’

Gevreesd, geliefd, verketterd. Geen berg die zoveel emoties oproept als de Alpe d’Huez, vandaag de afsluiter van de twaalfde etappe in de Tour de France. Een rondgang in het peloton.

en
Nederlandse supporters op de Alpe d'Huez in 2011.Beeld ANP

Laurens ten Dam, renner Sunweb: ‘Het is zo’n etappe waar ik als jongetje voor thuisbleef. Een speciale dag, altijd. Als prof heb ik hem in de Tour en de Dauphiné meerdere keren gereden, maar ook als liefhebber, hij zit in de Marmotte. Die tocht won ik als begin twintiger in 2003. Daarna heb ik op camping La Piscine in Bourg d’Oisans zitten kijken hoe Iban Mayo als eerste boven kwam. Ik geloof dat mijn shirt nog ergens bij de receptie hangt.’

Frans Maassen, ploegleider Lotto-Jumbo: ‘Hij zat meteen in mijn eerste Tour, in 1988, ik droeg de rode trui. Veel vrienden waren komen kijken, ik was goed herkenbaar. Het gaf echt een kick om tussen al die Nederlanders omhoog te rijden. Altijd prettig om een zetje te krijgen. Eh ja, er zat ook weleens een hele lange zet bij.’

Marc Sergeant, teambaas Lotto-Soudal: ‘Voor ons Belgen is het een normale berg. Het is ook niet de zwaarste col in de Tour. Maar jullie eisen die berg op hè? Heeft te maken met de overwinningen van Peter Winnen, voor mijn gevoel. Vanaf dat moment is de gekte begonnen.’

Robert Gesink, renner Lotto-Jumbo: ‘Ik heb geen last van publiek. Enthousiastelingen horen bij de sport.’

Koen de Kort, renner Trek: ‘Als klein jochie heb ik gekampeerd in bocht 7, met mijn broertje en zusje. Ik weet nog dat Armstrong voorbijkwam, dat maakte heel veel indruk. En ik kan me Maarten den Bakker herinneren, die kwam iets minder hard voorbij.’

Laurens ten Dam: ‘Alpe d’Huez is even zwaar in het begin, maar daarna gaat het van haarspeldbocht naar haarspeldbocht. Het publiek hoort erbij. Zonder die toeschouwers is het niks. Het enige wat je kunt doen is hopen dat iedereen zich gedraagt.’

Servais Knaven, ploegleider Sky: ‘In de rit naar Roubaix zie je de echte liefhebbers, in de bergen komen vooral vakantiegangers die afleiding zoeken. Sommigen zuipen zich al dagen van tevoren klem. Dat maakt het misschien wat hachelijker. Of je toegang moet gaan heffen? Dat heeft weinig zin. Wanneer moet je de boel afsluiten, dan? Tien dagen van tevoren? Drie dagen? Met een tientje entree hou je de fans echt niet tegen. We gaan ervan uit dat de organisatie er alles aan doet om de veiligheid te waarborgen. Nee, Chris Froome hoor je er niet over. Het is een mooie berg, waar hij misschien kan toeslaan.’

Wout Poels, renner Sky: ‘Als het goed is, rij ik bij Chris in de buurt, ja. Ik hoop dat iedereen zich gedraagt. Nee, we hebben geen instructies gehad over hoe we moeten reageren op een incident. Blijven rijden, vooral.’

Sebastiaan Timmerman, verslaggever Radio Tour de France: ‘Een paar jaar geleden was ik getuige van een knokpartij tussen twee groepen. Zoiets zie je alleen op de Alpe d’Huez. Het was heftiger toen ik nog als verslaggever de interviews deed, want dan reed ik in de auto vooruit met een grote NOS-sticker op de auto. Dan was het zaak om de ramen dicht te houden, want er werd bier naar binnen gegooid.’

Frans Maassen: ‘Als ploegleider in de auto vind ik de berg gevaarlijk dan als renner op de fiets. Ik heb geloof ik weleens kinderen aangetikt met de spiegels of iemand over de voeten gereden. Vreselijk. Het is zo’n smal paadje. Pas op het laatste moment gaan ze opzij. Later zag ik foto’s: er waren supporters op het dak van een van onze busjes geklommen.

Tom Dumoulin, renner Sunweb: ‘De eerste keer dat ik de Alpe d’Huez beklom, was in 2013, toen ik debuteerde in de Tour. Er lag nog geen druk op, ik kon rustig naar boven en genieten van de aanmoedigingen van het publiek, vooral het Nederlandse deel. Dit keer zal het anders zijn, omdat ik meedoe voor het klassement. De veiligheid is iets om over na te denken, maar dan vooral voor de organisatie.’

Frans Maassen: ‘Ik ben ook een keer terug geweest voor de Alpe d’HuZes, in 2013. Ik begeleidde iemand wiens vrouw ernstig ziek was. Een groep vrienden is voor haar zes keer omhoog gereden. Heel indrukwekkend.’

Marc Sergeant: ‘Ik vind het wel mooi hoor, jullie fascinatie voor de Alpe d’Huez. Die berg is bij jullie cultureel erfgoed gaan horen, net als de Elfstedentocht.’

Koen de Kort: Voor mij zit het werk er meestal op, op de laatste klim. Ik ga proberen ervan te genieten. Het is bijna alsof je in Nederland rijdt, beetje zoals de Tourstart in Nederland. In bocht 7 kun je bijna niet zien waar je nog doorheen moet fietsen. John Degenkolb heeft er eens een biertje gekregen en gedronken. Ik? Laat ik het zo zeggen: aanpakken en een slokje nemen kan zeker, maar ik ga hem niet helemaal leegtikken.’