Direct naar artikelinhoud
ColumnTv-recensie

Vooral wie meerdere afleveringen van Reünie 21 achter elkaar kijkt, wordt beloond

Vooral wie meerdere afleveringen van Reünie 21 achter elkaar kijkt, wordt beloond

Wat beweegt onze 21-jarigen?

Zijn ze een internetverslaafde, extreem narcistische generatie, zoals het cliché wil? Of juist activistisch, feministisch, genderqueer, groen, politiek? Willen ze allemaal beroemd worden, meedoen aan vlogs, talentenjachten of realitytelevisie, speelt het grootste deel van hun leven zich af op sociale media?

Afgaande op de eerste paar afleveringen van Reünie:21: dat allemaal niet.

Reünie: 21 is een vervolg op Reünie Zapp uit 2013, waarin 16-jarigen herenigd werden met hun oude groep acht. De tieners van toen zijn nu allemaal rond de 21, in Reünie: 21 komen ze opnieuw met hun oud-klasgenoten samen, vertellen ze over hun dromen en ambities.

De aflevering van gisteren (NPO 3) gaat over een klas uit Emmen. We zien Alex en Demi, twee jongens die vijf jaar geleden nog op hoog niveau sportten, maar moesten stoppen vanwege ernstige blessures. Stacey vertelt dat ze bij de politie wil, Barbara deelt dat ze de diagnose asperger kreeg, Daisy durft haar klasgenoten eindelijk te vertellen dat haar vader haar vroeger mishandelde. Presentator Jan Kooijman interviewt hen invoelend, maar sommige gesprekjes blijven steken in algemeenheden. Zo blijft Stacey maar herhalen dat ze ‘heel graag’ bij de politie wil; ze wil ‘iets doen’ in plaats van achter Facebook zitten. Maar wat wil ze doen, en waarom? En waarom wordt ze maar niet toegelaten? Het programmaformat, veertig minuten voor één klas, zit doorvragen in de weg. Daarbij lijkt niet elke klas even praatgraag: een groep leuke kinderen groeit nu eenmaal niet per definitie uit tot een groep televisiegenieke volwassenen.

Toch is het, uiteindelijk, juist die stroeve gewoonheid die Reünie: 21 zo boeiend maakt. Vooral wie meerdere afleveringen achter elkaar kijkt, en wel in combinatie met de Reünie Zapp uit 2013 (alle afleveringen staan nog online), wordt beloond. Die ziet een integer portret van Ivo, een geestig jongetje met tekentalent, voor wie het leven als twintiger net iets lastiger is door zijn autisme. Of van Iris, een meisje dat in groep acht leukemie had, en het daar op haar 21ste soms moeilijker mee lijkt te hebben dan als 16-jarige.

En dan valt ook op hoe bescheiden de wensen en ambities van de gevolgde jongeren eigenlijk zijn. Als tiener wilden ze kapper worden, of lasser, kinderarts, beveiliger, sporter. Ze hoopten op een mooi huis later, een hond, een relatie. Op 21-jarige leeftijd willen de meesten dat nog steeds.

Deze 21-jarigen willen bij het leger of de politie, werken in de zorg, doen de pabo, een enkeling is danser of muzikant. Ze verloren een dierbare, werden ziek, werden beter, leerden met een beperking leven, namen een tattoo na tegenslag - de fanatiekste sporters hebben hun passie moeten opgeven door haperende lichamen. Ze zijn blij voor anderen, hebben een hekel aan al die leugens op internet, ze willen allemaal een partner, geloven dat het leven steeds beter wordt, met een mooi huis, een goede vrouw, een extra opleiding misschien; sommigen hebben een bucketlist, willen bungeejumpen of met dolfijnen zwemmen.

Ja, dit is Nederland. Al generaties lang.