België is wat het niet is
Na vele spannende wedstrijden heeft het lot beslist. Frankrijk is wereldkampioen!
Ook in Spanje gaat dat niet ongemerkt voorbij. Toen Frankrijk tegen België speelde, kleurden de straten in de badplaats Roses spontaan blauw-wit-rood. Je zou haast vergeten dat er ook nog Belgen waren.
Op dinsdag 10 juli namen de Rode Duivels het op tegen les Bleus. Samen met mijn zes mannen (manlief en vijf jongens) zocht ik een pizzarestaurant op in Roses. Dat er Fransen waren, werd direct duidelijk. ‘Allez les Bleus! Allez les Bleus!’, klonk het overal. Groepen jongeren trokken de straat op, luid zingend en dansend met de Franse driekleur. Belgische vlaggen werden begroet met medelijden of hoongelach. Nog ver voor de eindstand was de zaak voor onze zuiderburen blijkbaar al beslist. Geen schijn van kans voor de Belgen. Al was het alleen al omdat Belgen nu eenmaal geen Fransen zijn.
Toegegeven: daar zit een kleine kern van waarheid in. België werd oorspronkelijk gecreëerd als bufferstaat tussen Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland. Het was een kunstmatige natie, die nooit echt een eenheid werd. Als het tweetalige Brussel niet de navel was geweest, was België waarschijnlijk allang van de kaart verdwenen.
Toch is het alsof de Rode Duvel ermee speelt. Want tot ongenoegen van een legertje flaminganten en separatisten, bestaat het ‘Belgenlandje’ nog steeds. Toen Carles Puigdemont de onafhankelijkheid van Catalonië uitriep, hielden ze even de adem in. Maar de enige winst die Puigdemont boekte, was dat een hamproducent zijn producten van het label Pig Demont voorzag. Een onafhankelijk Catalonië kwam er nooit.
Evenzo kwam het nooit tot een wereldkampioenschap voor de Rode Duivels. Toch kon de Vlaamse Leeuw die N-VA-politicus Bart de Wever aan zijn huis hing, in plaats van de Belgische vlag, niet voorkomen dat België het ver schopte. De afgelopen week kleurde Brussel spontaan rood. Miljoenen mensen kwamen samen om het nationale voetbalteam te bedanken. Franstaligen en Vlamingen vielen elkaar in de armen. Voor even leek dat kleine bufferstaatje één.
De Belgen juichten niet alleen. Ze maakten ook grappen over hun buren. Nederland, dat zelfverklaarde gidsland, met een oranjeleger dat jammerlijk achter het net bleef steken. En die chauvinistische Fransen: had Kroatië hen nu maar een toontje lager laten zingen.
Separatisten kunnen enkel hopen dat de voetbalgekte snel weer overwaait. Maar de kans is groot dat de Rode Duivels meer voor het land hebben gedaan dan kibbelende politici in twintig jaar. Plotseling dringt het besef door van wat bindt. De essentie van het Belgenlandje bestaat toch vooral uit dat wat het niet is. Een Belg kan nog zo op zijn land vitten, als het erop aankomt, is hij er trots op noch Nederlander noch Fransman te zijn.