Godsdienstvrijheid voor iedereen - daar moeten we naar blijven streven
Soms lijkt het wel of de wereld steeds intoleranter wordt, of het nu jegens religieuze minderheden is – en mensen die geen specifiek geloof aanhangen – of jegens lhbti’ers.
Laat me beginnen met te stellen dat mensenrechten voor iedereen gelden. Wereldwijd. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en onvervreemdbaar.
Als we religieuze tolerantie en vrijheid willen bevorderen, wat moeten we dan precies aanmoedigen?
Het verwezenlijken van een samenleving waarin iedereen zijn of haar recht op vrijheid van religie of overtuiging kan genieten, vraagt om doorzettingsvermogen en forse inspanningen van ons allemaal. Niet alleen van de overheid, maar van de maatschappij als geheel – ervaringen in vele landen, waaronder Nederland, tonen dat aan. Een klimaat van religieuze tolerantie komt niet uit de lucht vallen.
ons polderlandschap
Ik ben er trots op een land te vertegenwoordigen waar tolerantie jegens andersdenkenden de norm is. Waar een scheiding is tussen kerk en staat. Waar mensen vrij zijn om hun godsdienst of overtuiging op hun manier te belijden – of om dat juist niet te doen. Waar we de banden koesteren die gesmeed zijn door ons polderlandschap, en ondanks onze verschillen samenwerken en elkanders rechten respecteren.
Vrijheid van religie of overtuiging is een van de belangrijke elementen van ons overkoepelend mensenrechtenbeleid. Dat recht kan niet worden verwezenlijkt zonder andere rechten te eerbiedigen, zoals de vrijheid van meningsuiting, gelijke rechten voor vrouwen en gelijke rechten voor lhbti’ers. Daardoor kan iedereen aan de samenleving deelnemen, ongeacht zijn of haar religie, overtuiging, politieke opvattingen, ras, geslacht, seksuele oriëntatie of genderidentiteit.
speciaal gezant
We hebben in Nederland best practices die we met andere landen willen delen, en kunnen van anderen leren. We willen ook ons beleid versterken. Daarom hebben we hievoor onlangs meer financiële middelen beschikbaar gesteld. En daarom hebben we onlangs een Speciaal Gezant voor vrijheid van religie en levensovertuiging aangesteld. Hij is hier vandaag aanwezig: Jos Douma. Hij zal de komende jaren namens Nederland onze gesprekspartner zijn voor deze onderwerpen.
Ons doel is niet alleen te kijken hoe we religieuze intolerantie kunnen bestrijden. We willen vooral ook weten hoe we religieuze tolerantie kunnen bevorderen. Dat vereist moed, communicatie en een eerlijke uitwisseling. En geduld: wederzijds begrip ontstaat in kleine stappen. Soms komen we niet tot overeenstemming. En dan moeten we het er maar over eens zijn dat we het niet eens zijn.
Soms lopen de gemoederen hoog op. Onze overtuigingen vormen immers de kern van ons mens-zijn. Precies daarom hebben we duidelijke ‘verkeersregels’ nodig. Goede afspraken over de basisregels. Respect voor belangrijke beginselen als geweldloosheid, gelijke behandeling en wederzijds respect. Die beginselen zijn vastgelegd in internationale verdragen en documenten als de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. In artikel 18 staat: ‘Eenieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften.’
Deze woorden gelden vandaag nog evenzeer als in 1948 toen de Verklaring werd aangenomen – door ons allen. Ze drukken een universeel beginsel uit. Een hoop die we allen nog steeds delen, maar die helaas nog geen werkelijkheid is geworden voor ‘alle mannen en vrouwen, overal ter wereld’ (Eleanor Roosevelt).
naar blijven streven
Maar daar moeten we wel naar blijven streven. Voor de hele mensheid. Of het nu christenen en jezidi’s betreft in Irak en Syrië. Tibetaanse boeddhisten in China. Moslims in Myanmar. Bahá’í in Iran. Of niet-gelovigen waar ook ter wereld. Het recht dat in artikel 18 is vastgelegd geldt voor iedereen, ongeacht geslacht, seksuele voorkeur, ras of religieuze overtuiging. Dit artikel is en blijft het fundament onder al onze gesprekken. <