Direct naar artikelinhoud
Analyse

Russisch leger verovert dagelijks dorpen in Donetsk: kan Oekraïne de druk weerstaan?

Bij een Russisch bombardement op de Oekraïense havenstad Odessa zijn maandag zeker 5 doden gevallen en raakten minstens 30 mensen gewond.Beeld Sergey Smolentsev/REUTERS

Het Russische leger verovert bijna elke dag een Oekraïens dorp in de provincie Donetsk. Het Kremlin hoopt nog even te profiteren van de munitietekorten bij de vijand, terwijl Amerikaanse steun onderweg is. Hoelang kan Oekraïne de Russische aanvallen nog afwenden?

Dat de situatie aan Oekraïense zijde verslechtert, is wel duidelijk. De Oekraïense opperbevelhebber, generaal Oleksandr Syrsky, zei het met zoveel woorden. Tijdens zijn bezoek aan Kyiv maandag gaf Navo-baas Jens Stoltenberg enige aarzelende bondgenoten van Oekraïne een uitbrander: “Die hebben niet geleverd wat ze beloofd hadden en dat betaalt Oekraïne met mensenlevens.”

Net als bij internationale hulp bij andere catastrofes, blijken toezeggingen sneller gedaan dan het daadwerkelijk afleveren van de spullen. Tsjechië beloofde bijna een miljoen artilleriegranaten maar kreeg de financiering voor de levering pas veel later rond. Vooral luchtafweersystemen zijn hard nodig in Oekraïne. Maandag sloeg weer een Russische raket in op een burgerdoel in Odessa: 5 doden en 32 gewonden. Door de aanval raakten onder meer woongebouwen beschadigd. De Oekraïense luchtmacht had kort daarvoor gewaarschuwd voor een ‘moeilijker te onderscheppen’ raketdreiging.

Soldaten mobiliseren

Op sociale media is intussen al enige tijd een ander Russisch offensief gaande. De boodschap is dat de Russische oorlogsindustrie nu pas goed op toeren komt en dat Oekraïne wel kan inpakken. Geen land kan zich meten met de Russische wapenproductie en niemand kan meer soldaten mobiliseren dan Rusland, lees je daar.

“In dat soort verhalen schuilt een groot misverstand,” zegt Hans van Koningsbrugge, directeur van het Nederland-Rusland Centrum en hoogleraar geschiedenis en politiek van Rusland aan de Rijksuniversiteit Groningen. En dat is dat Rusland qua kracht niet de Sovjet-Unie is. “Er is 40 procent van het land afgegaan. In de Tweede Wereldoorlog kon Rusland heel veel produceren, dus veel tanks van het type T-34 of veel aanvalsvliegtuigen Il-2 of veel van een bepaald soort kanon.”

In deze oorlog moet Rusland heel veel wapentuig importeren uit Iran en Noord-Korea. De eigen, met veel bravoure aangekondigde, ‘superwapens’ blijken volgens experts vooralsnog niet echt ‘super’. De Armatatank is veel te duur en weinig effectief. De Su-35-straaljager idem en de hypersonische raketten worden gewoon neergehaald.

Van Koningsbrugge: “De Russen zijn op dit moment groter in aantal dan de Oekraïners, waardoor zij zich hier en daar moeten terugtrekken. De Russen hebben ook meer granaten. Het betreft tijdelijke succesjes die bejubeld worden op de Russische staatstelevisie. Over dat ze per dag dertienhonderd doden en gewonden te betreuren hebben en er dagelijks dertig stukken artillerie verloren gaan, hoor je weinig.”

Oorlogseconomie

Ruslandkenner Hubert Smeets moet ook nog maar zien of ‘de Russische oorlogsindustrie’ snel de doorslag geeft. Russische economen maken zich wel zorgen over de oververhitting van die industrie. Hun oorlogsindustrie is niet zelfvoorzienend, al doet Poetin het graag zo voorkomen. En de import van al die spullen die nodig zijn, jaagt het land op kosten. “Dat gaat ten koste van de niet-oorlogsindustrie, die al kampt met een basisrente van 16 procent die nog weleens kan stijgen naar 18 procent. En dan laten we de corruptie nog buiten beschouwing, diepgeworteld als die is; pas nog werd een minister van Defensie gearresteerd.”

Volgens Van Koningsbrugge investeert Rusland zwaar in kanonnen maar niet meer in zijn eigen toekomst. “Het gas wordt nu bijna weggegeven aan China. Olie is er nog wel, maar met allerlei restricties. Wat je nergens leest, is dat 49 procent van de Russische bedrijven kampt met een tekort aan arbeidskrachten. In de regio Tatarstan zouden 14-jarigen in de munitiefabriek werken.”

Maar op korte termijn maken beide experts zich toch vooral zorgen om Oekraïne. Er is een probleem aan het front, al wordt de terreinwinst van Rusland in Kyiv verkocht als ‘tactische terugtrekking’. Een grote doorbraak is er nog niet, maar in Oekraïne wordt rekening gehouden met een groot offensief deze zomer; Charkiv zou het hoofddoel zijn.

Belangrijk is volgens Smeets dat Oekraïne met de levering van ATACMS-raketten ‘de Krim onder schot kan houden’. “Dat is niet alleen belangrijk voor de Oekraïense moraal, maar kan uiteindelijk ook een sterke positie opleveren aan de onderhandelingstafel.”

Navo-baas Jens Stoltenberg begroet Oleksandr Syrskyi, de Oekraïense opperbevelhebber, maandag tijdens zijn bezoek aan Kyiv.Beeld via REUTERS