In het laatste kwartier werd de hoop op een punt voelbaar, Ajax had meer conditie met z’n tienen dan de elf van Excelsior

Een 7 voor Devyne Rensch

Het begon met de slappe lach. Mijn dochter vroeg op de galerij om een vegetarische hotdog. Twee aardige pubers kregen het ding bijna niet uit het plastic. Er was een hoop gefriemel. Toen viel hij in een bak met andere hotdogs. “Die zijn toch niet vegan?” zei mijn dochter. “Dat geeft niet,” zei de jongen. De slappe lach duurde tot de penalty en de rode kaart van Bergwijn. Daarna kwam er een wolk van chagrijn. Hato liet zijn man lopen, de schuld voor Excelsiors tweede doelpunt kunnen we verdelen tussen hem en Rensch. Goudmijn had niet mogen voorzetten en Lamprou, de man van Rensch, stond vrij.

Zo vaak heb ik al gemerkt dat je een wedstrijd in de Arena anders beleeft dan voor de televisie. Hoe onafhankelijk ik me ook voel, aan een collectieve emotie kan de bezoeker zich nauwelijks ontworstelen. In het laatste kwartier werd de hoop op een punt voelbaar. Het was te merken aan de aanmoedigingen, aan de langzaam leeglopende longen van Excelsior, aan het steeds snellere ingooien van Hato, aan de sprints van Gaaei en aan de passing van Van den Boomen. Ajax had gewoon meer conditie met z’n tienen dan de elf van Excelsior. Opnieuw zag ik dat Gaaei moet blijven. Die gedrevenheid krijgen Ajaxspelers van huis uit niet mee. De jongen viel goed in met de voorzet op het hoofd van Taylor als hoogtepunt. Rensch had al gescoord en herstelde zijn verdedigingsfout met de assist op Akpom.

Ik las iets over het ‘blok’ van Ramaj, Hato, Taylor en Brobbey dat het fundament onder het nieuwe Ajax moet worden, maar wat mij betreft hoort Rensch daarbij. Hij speelt stukken beter dan een halfjaar geleden. En als het om fouten gaat: Taylor had mazzel dat zijn terugspeelbal op Rulli geen tegengoal werd. De liedjes van de F-side verstond ik niet. Iets met Van Praag, geloof ik. Mijn verzoek luidt of men beter kan ar-ti-cu-le-ren.

Een 7 voor Arne Slot

Een keer of drie vertelde Slot op een persconferentie dat hij vorig jaar zelf de stekker uit de onderhandelingen met Tottenham Hotspur had getrokken. Slot is een uitstekende trainer, een uitblinker op tactisch gebied en vooral heel goed in het smeden van een samenhangend elftal. De lof heeft hem op de rand van de zelfoverschatting gebracht.

Ten eerste heeft Tottenham, naar mijn beste weten, de onderhandelingen toen gestaakt omdat Te Kloese niet onder de indruk was van het bod uit Londen, ten tweede is de trainer van Feyenoord misschien te gretig geweest met het noemen van Liverpool. De club staakte de gesprekken met Amorim omdat men de geëiste afkoopsom van Sporting te gortig vond. De Zerbi? Hetzelfde verhaal. Nu Feyenoord de afkooplat hoger legt dan verwacht moet Slot tandenknarsend lezen dat de onderhandelingen ‘stroef’ verlopen.

Een 8 voor Philippe Sandler

Hoe goed Sandler ook speelde in de bekerfinale tegen Feyenoord en hoe stabiel zijn seizoen ook is geweest, niemand kan voorspellen of hij overeind zou blijven bij Ajax of PSV. Dat is het probleem van een ‘stapje hogerop’. Slot zou ook op stootbuffers kunnen stuiten. Overigens begrijp ik het pessimisme bij Ajax niet helemaal. NEC moet nog tegen AZ en Feyenoord. En Almere en Excelsior uit zijn ook geen zekere punten. Als gokken nog mocht, gokte ik op Ajax.

Sportjournalist Henk Spaan recenseert voor Het Parool dagelijks spelers, coaches en andere personen in de sportwereld in de rubriek Spaan geeft punten. Reageren? h.spaan@parool.nl

Luister onze Ajaxpodcast Branie