Reageren op een crisis die je nog niet kent
Leiden
U doet al bijna 25 jaar onderzoek naar crises. Wat is uw belangrijkste ontdekking?
‘Ik denk vooral na over de aanpak van crises op strategisch niveau. Niet op het niveau van de politieagent – hoewel die belangrijk werk doet – maar op het niveau van de minister of burgemeester.
Het is belangrijk je te realiseren dat een crisis in essentie een uitzonderingssituatie is. De normale aanpak die bij beleidsproblemen wordt gebruikt, werkt dan niet. Toch schieten beleidsmakers en bestuurders onder spanning vaak in die vertrouwde vorm. Terwijl daar bij een crisis niet genoeg informatie en tijd voor is.’
Wat is een grenzeloze crisis?
‘Crises zijn al een uitzondering, maar daarbinnen is het grenzeloze type weer een buitencategorie. Problemen houden zich niet altijd aan de grenzen die wij kunstmatig hebben gecreëerd. Denk aan de vulkaanuitbarsting op IJsland van 2010, waardoor er geen vliegverkeer mogelijk was in Europa. Er bestaan ook ‘kenbare’ crises: incidenten die je vaker hebt gezien. Bjvoorbeeld de uitbraak van een veeziekte. Dat is een probleem waarvan we in essentie weten hoe het werkt. Er zijn ook situaties waarmee we géén ervaring hebben. Het is daarom belangrijk processen te ontwikkelen die voor elk type crisis werken, en een visie te ontwikkelen. Dat geldt voor elk domein: van het ministerie van Economische Zaken tot aan bijvoorbeeld de gemeente Den Haag.’
Wat valt er dan te trainen?
‘Er zijn geen pasklare oplossingen, je kunt niet precies een plannetje klaarleggen voor een situatie die je niet kent. We kunnen wel een benaderingswijze aanreiken.
Bij een crisis reageren mensen vaak op een van deze twee manieren: of er treedt verlamming op en ze doen niets, of ze nemen grote, onomkeerbare besluiten op hoop van zegen. Het is wijzer om kleinere stappen te nemen en tussentijds te evalueren of het de goede kant opgaat. Dat kan natuurlijk niet altijd. Soms wordt van een bestuurder een simpel ‘ja’ of ‘nee’ gevraagd. Maar die situaties zijn heel zeldzaam.’
Wat voor soort crisis denkt u dat ons boven het hoofd hangt?
‘Je kunt niet voorspellen hoe het zich manifesteert, maar ik verwacht wel dat er een keer iets ergs gebeurt in een land of sector, en dat het zich dan onverwacht snel verspreidt. Dat kan van alles zijn. Een ziekte. Of iets op het gebied van cyber; dat ligt het meest voor de hand. Via internet is alles steeds meer met elkaar verbonden, en we zijn er ook in toenemende mate afhankelijk van. Dat realiseert iedereen zich. Maar we hebben geen ‘minister van cyber’. Dus wie is er verantwoordelijk voor het beleid wanneer er een cybercrisis uitbreekt?’
Toch maar zo’n ‘minister van cyber’ aanstellen dan?
‘Daar gaat het me niet per se om, maar we moeten nieuwe manieren vinden om met uitzonderingssituaties om te gaan. Ik ben geen doemdenker. Ik geloof juist dat er veel slimme mensen zijn, die we met elkaar in gesprek moeten laten gaan voor goede oplossingen.’