Direct naar artikelinhoud
ReportageElfstedenzwemtocht

Een standbeeld voor Maarten: geen held, wel heldhaftig

Van der Weijden heeft het volbracht, zijn Elfstedentocht, overal aangemoedigd door duizenden Nederlanders.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Elfstedenzwemmer Maarten van der Weijden verdient een standbeeld, vond Ronald Noppers. De vader van een overleden kankerpatiëntje regelde het beeld in zijn dorp Birdaard. Terwijl de echte Maarten langszwemt, legt Noppers uit waarom hij geen held is.

Ronald Noppers is er de man niet naar om mensen op een voetstuk te plaatsen. Hij zegt het terwijl hij kijkt naar het beeld van Maarten van der Weijden, dat vorige week hier in de jachthaven van Birdaard (in het Fries Burdaard) is onthuld. Het kunstwerk dat er mede dankzij hem kwam.

De echte Van der Weijden is nog zo’n anderhalf uur zwemmen verderop, maar in het Friese dorp met een kleine 1.200 inwoner is het feest al losgebarsten. Honderden mensen hebben hun plastic stoeltjes uitgeklapt aan de kant van de Dokkumer Ee. Er zijn bootjes aangemeerd en het veld naast het haventje staat stampvol stacaravans van fans die al het hele weekend door Friesland toeren in het kielzog van de topsporter.

Na 195 kilometer zwemmen heeft Maarten van der Weijden maandagavond in Friesland zijn Elfstedenzwemtocht volbracht. De Olympisch kampioen kreeg onder grote belangstelling in Leeuwarden zijn elfde en laatste stempel.

De 38-jarige zwemmer was vrijdagavond in de Friese hoofdstad aan zijn lange tocht begonnen om geld in te zamelen voor kankeronderzoek. Nadat hij aan land kwam, werd bekendgemaakt dat Van der Weijden een kleine vier miljoen euro had opgehaald: 3.910.763,11 euro, om precies te zijn. Op zondag stond de teller nog op 1,4 miljoen.

Het was zijn tweede poging. In 2018 moest Van der Weijden voortijdig afhaken na 163 kilometer. Hoewel zijn Elfstedenzwemtocht mislukte, haalde hij toch nog vijf miljoen euro op. De zwemmer at en sliep dit keer meer om ervoor te zorgen dat hij nu wel de finish haalde. Ook had hij een warmer pak aangetrokken.

Allemaal komen ze voor de Olympisch kampioen en tot hij in levende lijve voorbij komt, wil iedereen best een selfie met de bronzen variant. Een man haakt zijn arm door de borstcrawlende arm van de zwemmer. Een vrouw slaat lachend haar arm om zijn nek. Noppers slaat het tafereel gade en zegt: ‘Dit beeld moest er komen. Niet om Maarten op een voetstuk te plaatsen, maar als monument voor alle mensen die zich inzetten tegen kanker.’

De bedachtzame, wat introverte docent aan de retail and businesschool van de NHL Stenden Hogeschool, was er vorig jaar bij toen Van der Weijden precies op deze plek ‘meer dood dan levend’ uit het water getakeld moest worden. ‘Het veld stond zwart van de mensen, iedereen was doodstil.’ Hij zal het z’n leven lang niet meer vergeten. Hoe de zwemmer vlak voor hij afgevoerd werd in de ambulance en zijn poging definitief was stukgelopen, nog heel even een hand op stak. Een teken van leven. Hoe iedereen toen opgelucht begon te applaudisseren.

Overweldigd door het moment, de sportieve prestatie en de bijna 5 miljoen euro die Van der Weijden binnen wist te slepen voor onderzoek naar kanker, begon Noppers samen met andere dorpsgenoten een crowdfundingsactie voor een monument. Geen metershoog standbeeld van de zwemmer op een sokkel, dat wil Van der Weijden zelf ook niet, zegt de docent. Wél een gedenkplek. Na drie dagen meldde zich al kunstenaar Hans Jouta, die het beeld gratis wilde maken.

Het resultaat is prachtig, zegt Noppers, maar eerlijk gezegd: zelf houdt hij meer van abstracte kunst. Het beeld had ook een symbolische representatie van Van der Weijdens’ actie mogen zijn, wat hem betreft. Anders gezegd: ‘Het had wel wat minder Maarten gemogen.’

Ronald Noppers met 'zijn’ beeld van Maarten van der Weijden.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Geen Maartenmoeheid

Daar denkt het gros van het toegestroomde publiek anders over. De man is een volksheld, zegt de jongeman die in een oranje hesje de mensenmassa op de brug in goede banen probeert te leiden. ‘Hij is een winnaar en iedereen wil bij winnaars horen.’ Wat Van der Weijden doet, zegt een 62-jarige uit Oenkerk die Van der Weijden vandaag achterna fietst, ‘is topsport met hoofdletters. Heb je gezien hoeveel kracht zijn ogen uitstralen?’

Begin hier niet over ‘Maartenmoeheid’, zoals sommige columnisten de overweldigende hoeveelheid media-aandacht voor de zwemtocht verzuchtend noemden. Opper niet dat de pr van de zwemmer wellicht wel erg gelikt is. ‘Kun je het zelf, dat hele eind zwemmen?’, vragen de mensen in Birdaard dan retorisch. ‘Dat bedoel ik.’

Een eind verderop aan de kade leven schaatsvriendinnen Rhode van der Kooi (71) en Ankie Pekel (68) zo hartstochtelijk mee dat ze er slecht van geslapen hebben. Van der Kooi: ‘Ik ben er gewoon zenuwachtig van, weet je dat?’ Pekel: ‘Ik moest vannacht steeds op m’n telefoon checken hoe het er voor stond.’

De vriendinnen zeggen wat zo’n beetje iedereen langs de oever zegt: de tocht is niet alleen zo mooi vanwege de bovenmenselijke prestatie, niet alleen vanwege het Elfstedentochtgevoel, maar vooral ook vanwege het ‘verhaal van Maarten’. De topsporter die leukemie kreeg en overleefde en zichzelf nu te pletter zwemt voor andere kankerpatiënten.

Geen Maartenmoeheid
Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Zoontje Florian

Het is de reden dat Ronald Noppers zo betrokken is bij de elfstedenzwemtocht. Zijn vrouw en hij verloren bijna negen jaar geleden hun zoontje Florian aan hersenstamkanker. Hij werd 8 jaar oud. Noppers wijst naar het kunstwerk. Het water waar Van der Weijden door zwemt bestaat uit handen. ‘Het symboliseert hoe hij hier op handen gedragen wordt. Zo voelde het ook voor ons.’

Het hele dorp stond achter ze, zegt Noppers, steunde hem, zijn vrouw, hun twee dochters. Nog steeds: als er mensen een jubileum te vieren hebben, vragen ze geen cadeaus maar geld voor stichting Semmy, de stichting voor kinderen met hersenstamkanker. Dus toen dat beeld vorige week onthuld werd, toen heeft hij wel even gejankt. Nu staan de tranen weer in zijn ogen. ‘Dat mag’, zegt Noppers zacht. ‘Dat hoort erbij.’

Als het dorp nog voller is gestroomd, en de mensen drie rijen dik op de brug staan, komt Maarten van der Weijden aangezwommen. Even gebeurt er veel tegelijk. Er vliegt een straaljager over. Een enorme feestwagen die ter gelegenheid van een dorpsfeest is gemaakt en nu achter de zwemmer aan rijdt, knalt de speakers vol aan. En de slagbomen van de brug gaan plotseling naar beneden, het publiek kan nog net op tijd aan de kant.

Niemand besteedt er veel aandacht aan. Alle blikken zijn gericht op Van der Weijden, die vlak voor hij het dorp in zwemt, even stilhoudt bij een van de drie sloepjes die hem omringen. Het is stil. Pas als hij, na een minuut weer op gang komt, met een slag zo traag, alsof hij door stroop zwemt, dan begint het applaus, het gejoel. Dan roept iedereen zijn naam.  

Als Van der Weijden  onder de brug door is en langs de jachthaven zwemt, staat daar een paar meter bij zijn beeld verwijderd Ronald Noppers. Hij schreeuwt niet, hij applaudisseert alleen. Voor hem is de man die 196 kilometer zwemt voor meer onderzoek naar kanker geen held. Simpelweg omdat hij niet zo van het toedelen van de heldenstatus is. Maar heldhaftig, zegt Noppers, dat is het wel.