Direct naar artikelinhoud
de gidsniksen

‘Niksen’ op z’n Nederlands schijnt iets begerenswaardigs te zijn: zo doe je het

‘Niksen’ op z’n Nederlands schijnt iets begerenswaardigs te zijn: zo doe je het
Beeld Claudie de Cleen

Noem het de moderne paradox van vakantievieren: we willen direct flink ontspannen en die druk maakt ons juist rusteloos. Volgens internationale media zijn Nederlanders uitermate goed in ‘niksen’. Maar hoe doe je dat, écht nietsdoen?

Volgens het Amerikaanse tijdschrift Time is het Nederlandse begrip ‘niksen’ dé nieuwe Noord-Europese trend om een gestrest leven tegen te gaan, in navolging van het Deense ‘hygge’ (‘gezelligheid’) en het Zweedse ‘lagom’ (‘alles met mate’). ‘Niksen kan zo simpel zijn als gewoon wat rondhangen, om je heen kijken of naar muziek luisteren’, schrijft het blad. In de kop wordt voorspeld dat we deze nieuwe trend binnenkort ‘overal gaan zien’.

En inderdaad, op de website van de Australische Vogue wordt de Hollandse stijl van nietsdoen ook al warm aanbevolen. ‘Niksen is een positieve daad, zonder schuldgevoelens of de negatieve connotatie van uitstelgedrag’, aldus het Vogue-artikel. ‘Anders dan mindfullness, dat aanwezigheid in het hier en nu predikt, mogen gedachtes bij niksen in alle vrijheid afdwalen.’

Succesvol niksen heeft wel één voorwaarde, vertelt Carolien Hamming, directeur van het CSR Centrum voor stress en burn-out coaching aan Time: ‘Je moet het doen zonder concreet doel, en dus niet om iets te bereiken of om productief te zijn.’ En dat vergt oefening.

Start met een paar minuten per dag en breidt het uit, tipt Hamming. ‘Durf lui te zijn. Het gaat erom het leven zijn gang te laten gaan en om jezelf van alle verplichtingen te bevrijden.’

Belangrijke levensvaardigheid

De in Nederland woonachtige Poolse Olga Mecking zette het Nederlandse fenomeen niksen vorig jaar op de internationale kaart toen ze er een blog over schreef op Woollymag.com. In The New York Times gaf ze onlangs tips hoe je het niksen in de praktijk brengt. ‘Weersta de cultuur van druk-zijn: Als je niets doet, kom er dan ook eerlijk voor uit. Wanneer iemand je vraagt wat je doet tijdens een pauze, reageer dan eenvoudigweg met: ‘Niets.’’ Toch last van schuldgevoelens? ‘Denk dan niet aan niksen als een vorm van luiheid, maar als een belangrijke levensvaardigheid. Kies het aanvankelijke ongemak van niksen over de vertrouwdheid van altijd in de weer zijn.’

Nietsdoen hoeft niet te betekenen dat je doelloos op de bank hangt. Het kan ook een geestelijke vorm van uitrusten zijn. In dagblad Trouw adviseert filosoof Paul van Tongeren, emeritus-hoogleraar ethiek in Nijmegen en Leuven, om te gaan wandelen. ‘Wandelen is de ideale manier om te ontspannen, terwijl je toch bezig bent. […] Je hoeft je niet druk te maken over waar je heengaat: bij wandelen draait het om de weg zelf, niet om het doel. Het brengt vertraging met zich mee, als antidotum tegen deze snelle tijd.’ Wandelen maakt creatief. Van Tongeren stipt aan dat beroemde filosofen als Nietzsche, Rousseau en Montaigne fervent wandelaars waren.

Aandachtseconomie 

En ja hoor, voordat je het weet komt ambitie alweer om de hoek kijken. ‘Hoe meer mensen bewust worden van de creatieve voordelen van wandelen, hoe meer wandelen het kenmerk van doelgerichte arbeid krijgt, precies datgene wat je niet wilde’, schrijft Michael Lapointe in The Atlantic. Hetzelfde geldt natuurlijk voor te berekend niksen.

Je kunt ‘niksen’ afdoen als een nietszeggende lifestyletrend, maar het raakt wel degelijk aan belangrijke thema’s als de aandachtseconomie. Wie bepaalt waar jij je tijd aan spendeert? Mensen vragen zich dat misschien niet eens zo vaak af, omdat ze gedachteloos door hun Instagramfeed scrollen, beweert Jenny Odell in haar boek How to Do Nothing: Resisting the Attention Economy. In een boekbespreking op Vice.com wordt het niksen van Odell – ze spot graag vogels vanuit haar appartement in Oakland, California – als een vorm van antikapitalistische rebellie bestempelt. ‘Het gaat om een activiteit waarbij de waarde niet afhangt van het vermogen om kapitaal te genereren, iets op te brengen.’

Nietsdoen moet je niet bewaren voor de vakantie of het weekend, bepleit Bonnie Tsui in The New York Times. ‘Het moet ingebouwd worden in onze werkcyclus, niet er buiten worden gehouden, ook al staat dat op gespannen voet met ‘onze fetisjisering van productiviteit’. Om je werk goed uit te voeren moet je ronddwalen, een boek lezen, denken. ‘Het is de onzichtbare arbeid die het creatieve leven mogelijk maakt.’ Volgens Tsui is het beschermen van deze braakliggende tijd, zoals ze het noemt, een daad van verzet, tegen de tijdsgeest waarin we zijn gaan geloven dat wie niet produceert niets waard is.