Direct naar artikelinhoud
Straatstijl

De stijl van kunstenaar Michelle Amo (33): ‘Ik denk aan God, maar ook: wat wordt mijn outfit voor de dag?’

Beeld Carly Wollaert

Fotograaf Carly Wollaert portretteert mensen die met hun persoonlijke stijl de straten van Amsterdam kleur geven.

Wie Michelle Amo (33), beeldend kunstenaar, modeblogger en socialmediamanager
Waar De Ruijterkade

Hoe zou u uw stijl omschrijven?

“Als een kameleon: ik hou ervan om in een rol te kruipen. Ik wil een gevoel opwekken in mezelf of mijn omgeving. Dit kan ook op een heel minimalistische manier, of bijvoorbeeld sexy. Ik hou niet van drama in het echte leven, maar wel in outfits. Bij iets neutralers moet dat er wel in zitten.”

Wat betekent kleding voor u?

“Als christen voel ik me soms schuldig, want naast bidden is kleding vaak het ­eerste waaraan ik denk! Als ik mijn ogen dicht doe, denk ik aan God. Maar ook: wat wordt mijn outfit voor de dag? Lang voelde het alsof mijn stem weg was, maar met ­kleding kon ik weer spreken. I love Jesus though, haha.”

Wat heeft u aan?

“Mijn outfit is geïnspireerd op de Aziatische harajuku-stijl. Met veel kleur, texturen en patronen, zoals bij een lappenpop. Omdat ik met mijn rustige persoonlijkheid best wel kan verdwijnen, komt zwart niet voor in mijn garderobe. En aangezien het leven al zo kort is, wil ik in die tijd mezelf laten zien, en dat ik geniet van het leven.”

“Het grootste deel van mijn outfit is vintage van Junk Amsterdam. Het koptelefoonhoesje is van Celine Kwan en de oorbellen, die me aan verfklodders doen denken, zijn van Felt. Heel speels, net als ik. Vroeger vond ik dat een vervelende eigenschap, omdat ik er bijvoorbeeld door bleef zitten op school. Ik begon het te associëren met dat er iets mis zou zijn met mij, maar nu zie ik het juist als een goudmijn.”

Hoe heeft uw stijl zich gevormd?

“Mijn moeder kleedde mij als kind al bont aan, met een kakofonie aan kleuren. Ik liet mijn moeder haar gang gaan, maar ik schaamde me wel een beetje omdat ik zo opviel. Het heeft mijn huid dikker gemaakt en zijn sporen nagelaten, later begon het mijn eigen stijl te worden. Ook was er een kinderboek dat ik vroeger las, Juf Rommelkont, écht mijn inspirator. Ze was de shit, met haar rode haar en kralenkettingen. Later, als ik groot was, wilde ik zijn zoals zij.”