Ingezonden brief: Asielbeleid? Nee gewoon recht en basaal fatsoen
Het is aardig dat CDA-Tweede Kamerlid Madeleine van Toorenburg nog eens wat dilemma’s van het Nederlandse asielbeleid voor ons op een rijtje zet (Nederlands Dagblad 6 november). Maar hoe je omgaat met kinderen die in Nederland geworteld zijn, is geen kwestie van asielbeleid, maar van gewoon recht en basaal fatsoen. Waar vele mensen al een aantal kabinetten lang met stijgende verbazing naar kijken, is feitelijk publieke kindermishandeling in opdracht van de overheid. Dát roept de vraag op: in wat voor land leven wij eigenlijk?
Hoe komt het dat kinderen die elders (of zelfs hier) geboren zijn, zo lang in Nederland kunnen blijven dat ze gewone Nederlandse kinderen geworden zijn? Die vraag is niet erg interessant als het erom gaat of je het hun mag aandoen ze naar een voor hen vreemd land te sturen. Net zo min als het interessant is hoe kinderen in een situatie terecht zijn gekomen dat ze speciale jeugdzorg nodig hebben. Interessant is alleen wat er wordt aangericht in het leven van een kind. Daarbij horen de normale Nederlandse standaarden te worden gehanteerd voor normale Nederlandse kinderen, hoe ze hier ook gekomen zijn. Daarbij hoort dus ook het advies van de gewone Nederlandse jeugdhulpinstanties de doorslag te geven en niet de discretionaire bevoegdheid van een staatssecretaris die over een heel ander beleidsterrein gaat.
Het zijn kinderen en ze hebben een leven. Hun leven is verbonden geraakt met dat van allerlei anderen om hen heen. Ze hebben deel gekregen aan de levensverwachting die kinderen hier hebben en hun steentje eraan bijgedragen dat ze een toekomst hebben. Daar vanuit de tunnelvisie van een asielbeleid overheen lopen, zoals nu keer op keer gebeurt, komt niet voort uit dat asielbeleid, maar is een eigen extra keus die politici gemaakt hebben. Zij zullen die dus ook moeten verantwoorden en kunnen zich daarvoor niet op de rechter beroepen. Juist de aansturing van al deze zaken vanuit het asielrecht zorgt ervoor dat rechters alleen in het kader van het bestuursrecht uitspraak kunnen doen. De werkelijkheid van het leven van deze kinderen blijft dan buiten beschouwing. De politiek maakt het zo onmogelijk voor rechters om nog inhoudelijk recht te doen.
Dat er vervolgens dingen gebeuren die we in elke andere situatie verwijtbare kindermishandeling zouden noemen, ligt dus volledig op het bordje van ‘Den Haag’. Het wordt tijd dat de dames en heren daar zich dat gaan aantrekken. <