‘Iedereen nog enthousiast over Fabeltjeskrant’

Foto: ANP

In Rotterdam opent zaterdag de tentoonstelling Fabeltjesland, een reis door 50 jaar Fabeltjeskrant. Het is dan een halve eeuw geleden dat de reeks voor het eerst op tv kwam.

De expositie is in Rotterdam omdat Leen Valkenier, de schrijver van de Fabeltjeskrant, er opgroeide. Hij zou diverse figuren hebben gebaseerd op mensen uit zijn wijk, Tuindorp Vreewijk. Jan Straaijer, die inspiratie zou hebben gegeven voor Mijnheer de Uil, leeft nog en komt op de tentoonstelling aan bod, net als de recent overleden Jopie Kullberg-Donkervoort, die aan de basis van Juffrouw Ooievaar zou hebben gestaan. Ze was getrouwd met Han Kullberg, die met zijn broer Fred waarschijnlijk de bron was voor Willem en Ed Bever.

Vreewijker Peter de Klerk, grote motor achter de expo, vertelt: ,,Mensen herkenden zich destijds in de serie en Straaijer kreeg ook de bevestiging dat Valkenier uit zijn buurtgenoten had geput toen hij hem in 1972 in de trein ontmoette.”

De Klerk wil Valkenier eren. ,,Hij is niet zo bekend, maar iedereen is nog zo enthousiast over dat programma. Dat zegt toch wel wat over het vakmanschap. Hij hield de maatschappij een spiegel voor, maar niet te confronterend.”

Elsje Scherjon sprak alle vrouwelijke dieren in, zoals Juffrouw Ooievaar, de Gezusters Hamster en Truus de Mier. Ook deed ze Stoffel de Schildpad en Jodokus de Marmot. Het ,,Dieren, dieren,verzamelen! ” van de bazige Ooievaar staat de kijkers van toen in het geheugen gegrift en werd in het dagelijks leven vaak toegepast, zoals meer uitdrukkingen uit de Fabeltjeskrant.

,,Ik denk dat de Fabeltjeskrant veel aan het taalgebruik heeft bijgedragen, ook met oude uitdrukkingen die werden opgepoetst, zoals ‘janhagel’. ” Dat woord voor ‘gepeupel’ gebruikte toen al niemand meer, aldus Scherjon.

Het begon voor haar allemaal met Ooievaar. ,,Ik werd gevraagd voor een douairière-achtige stem, het geluid van een adellijke weduwe, autoritair. We dachten in karakters, niet in stemmetjes. Ooievaar werd iemand die doordraafde en struikelde en van wie de anderen zich afkeerden, wat ze dan erg vond en wat de anderen zich dan toch weer aantrokken. Het moest namelijk wèl aardig blijven.”

Volgens Scherjon waren de dieren niet gebaseerd op iemand speciaal. ,,Valkenenier vertelde ook niet waar hij zijn inspiratie vandaan had”, verklaart De Klerk op zijn beurt. De makers, onder wie acteurs Frans van Dusschoten en Ger Smit, stimuleerden elkaar volgens Scherjon continu met suggesties: ,,Dat maakte het zo goed”, zegt ze nu.