Direct naar artikelinhoud
ReportageZorg

Wandelen met patiënten: hoe het vak van de huisarts verandert

Medewerkers van gezondheidscentrum Lange Hille Rotterdam Zuid (links huisarts Marieke Out) wandelen een uur per week met cliënten.Beeld Marcel van den Bergh

Een wandelingetje van nog geen 5 kilometer door Rotterdam-Zuid met patiënten laat zien hoezeer het huisartsenvak verandert. Niet langer gericht op pillen en genezing, maar aandacht voor de problemen die leiden tot de chronische ziektes. Het nieuwe project Krachtige Basiszorg maakt die extra aandacht van huisartsen samen met ggz, schuldhulpverlening en maatschappelijk werk mogelijk. 

Van oer-Rotterdams tot Surinaams, van Turks en Marokkaans tot aan Haïtiaans: het wandelclubje dat deze donderdagmiddag door de wijk Feijenoord een ommetje maakt, is Rotterdam-Zuid in het klein. De grijze kroeskrullen, het weelderige dread-haar, het korte kapsel of de hoofddoeken mogen van elkaar verschillen, de sportschoenen verbinden hen.

Wilt u dit verhaal liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.

Voor alle lopers geldt: het zijn patiënten van gezondheidscentrum Gezond op Zuid en voor allemaal is de wekelijkse wandeling een remedie voor de problemen waar zij mee kampen. Astma, overgewicht, eenzaamheid. Ze verzamelen om 12.00 uur en lopen dan – onder begeleiding van een huisarts, verpleegkundige en fysiotherapeut van het gezondheidscentrum – door het Zuiderpark richting Ahoy en langs winkelcentrum Zuidplein weer terug. Suikerziekte is de reden dat Guno Schenkers, 54 jaar geleden geboren in Suriname, meeloopt. ‘Bewegen is goed voor je, zei de huisarts tegen me, is die wandeling niet iets voor jou?’

Het wandelingetje van nog geen 5 kilometer laat zien hoezeer het vak van de huisarts is veranderd. ‘Het medische systeem is lang gericht geweest op nazorg’, zegt Pim Assendelft, hoogleraar preventie in de zorg aan het Radboudumc in Nijmegen. Patiënten kwamen bij de arts met hun kwaal, die moest worden genezen. Maar nu patiënten meer en meer kampen met chronische ziekte, verschuift de aandacht naar leefstijl en preventie. ‘Dat verandert de richting waarin je oplossingen moet zoeken’, zegt Assendelft. Zeker in wijken waar de problemen het grootst zijn.

Lichamelijke klachten vertalen

Het wandelingetje door de wijk is mogelijk door het project Krachtige Basiszorg, dat sinds dit jaar loopt in twaalf praktijken in achterstandswijken in de grote steden. Het principe is simpel: deelnemende huisartsen krijgen extra geld, dat zij naar eigen inzicht kunnen besteden. Een langer consult, meer personeel, maar vooral intensieve samenwerking met alle andere hulpverleners in de wijk.

Dat is hard nodig, zegt huisarts Marieke Out. Ze schat dat 80 procent van de patiënten op haar spreekuur kampen met schulden, huiselijk geweld, opvoedproblemen, gedwongen huwelijken, verslaving of chronische ziekten. ‘Mensen komen bij ons met een lichamelijke klacht, maar het is aan ons om de vertaling te maken naar wat erachter zit’, zegt Out. Want duizelingen zijn vaak het gevolg van spanningen, hoofdpijn komt voort uit stress, een val van de trap kan ook een duw zijn geweest.

‘Niet-pluisgevoel’

Dankzij de extra gelden heeft praktijkverpleegkundige Marije van der Velden de tijd om Feijenoord door te fietsen. Dan gaat ze op bezoek bij cliënten over wie ze in de praktijk een ‘niet-pluisgevoel’ hebben. ‘Dan bel ik aan en zeg: kom maar met je verhaal.’ En dan hoort ze dus het levensverhaal van een oudere vrouw, die eenzaam is, stress heeft van de financiële problemen, waardoor haar bloeddruk te hoog is, en die dolgraag naar haar dochter in Spijkenisse wil, maar niet weet hoe. Met de bloeddruk kan Van der Velden of de huisarts helpen, voor de andere perikelen is de maatschappelijk werker nodig, die sinds kort ook in de praktijk aanwezig is.

Het bezoeken van die maatschappelijk werker was een probleem, want ze zat een tramrit verderop. Te ver voor de oudere vrouw, die dan bovendien in een vreemde omgeving een nummertje zou moeten trekken bij een loket dat ze niet zou begrijpen, waarachter mensen zitten die ze niet kent. Nu is de maatschappelijk werker één keer per week op het gezondheidscentrum, dus in de wijk zelf, in een vertrouwde omgeving, en warempel, daar kwam de oudere vrouw wél naartoe. ‘Mevrouw krijgt nu ondersteuning van vrijwilligers. Dat is dus gelukt’, zegt praktijkverpleegkundige Van der Velden tevreden.

Wandelen met medewerkers van gezondheidscentrum Lange Hille Rotterdam Zuid.Beeld Marcel van den Bergh

Tergend langzaam krijgen huisartsen meer tijd

‘Meer tijd voor de patiënt’ is al jaren de wens van de Landelijke Huisartsen Vereniging. Er draaien proeven in heel het land: Gorinchem, West-Friesland, Terneuzen, Deventer, Afferden. Zonder uitzondering zijn de deelnemers enthousiast en sturen de zorgverzekeraars ronkende persberichten rond over de resultaten ervan: betere zorg, tevredener patiënten, minder zorgkosten. Toch gaat brede invoering ervan tergend langzaam, al wil verzekeraar VGZ volgend jaar de proef breed toegankelijk maken.

Het heeft te maken met hoe de zorg in Nederland is georganiseerd, zegt zorginkoper Fred Schaaf van Zilveren Kruis. ‘Het is hogere wiskunde. Elk segment van de zorg heeft z’n eigen budgettair kader. Voeren wij krachtige basiszorg in een klap overal in, dan overstijgen we in één keer dat kader. Gevolg: iedereen wordt gekort.’ Brede invoering is een ‘complex, stroperig circus’, waarbij veel partijen betrokken zijn. Schaaf: ‘Dan zit ik aan de vergadertafel, kijk om me heen, en denk: wie zijn jullie dan allemaal, joh? Maar dat is het financieringssysteem dat we met z’n allen hebben bedacht. De kunst is dat met elkaar te doorbreken.’

Die integrale aanpak is de kant die we op moeten gaan, zegt hoogleraar Assendelft, die niet bij het project is betrokken. Daarbij komt wel de discussie op: waar houdt de zorg op die een huisarts moet leveren? ‘De vraag is of een huisartsenpraktijk wel wandelclubs moet organiseren. Of dat we dat moeten overlaten aan partners in de wijk.’

Kosten en baten

Een ander probleem is de financiering, zegt Assendelft. De kosten gaan soms jaren voor de baten uit, en die baten komen in plaats van bij de zorgverzekeraar misschien wel ten goede aan de werkgevers – minder ziekteverzuim – of de gemeente – minder uitkeringen. Hoe beloon je dan de huisarts die wel extra personeel heeft moeten aannemen en opleiden en meer tijd kwijt is aan overleg? ‘Als huisartsen niet worden geholpen bij het vormgeven van de zorg en de financiële randvoorwaarden, kunnen ze terughoudend zijn hierin mee te gaan.’

Zorgverzekeraars Zilveren Kruis en CZ zijn overtuigd van de waarde van het project. Onderzoek naar een proef in Utrecht liet zien dat patiënten tevredener zijn, de huisartsen meer werkplezier en minder werkdruk ervaren en dat de zorgkosten dalen. Doordat er meer problemen al snel in de wijk worden opgelost, zijn er minder verwijzingen nodig naar het dure ziekenhuis.

Daarom lobbyt Zilveren Kruis nu in Den Haag om het programma een vast onderdeel van de zorg in Nederland te laten worden, zegt Fred Schaaf, zorginkoper bij de zorgverzekeraar. ‘Er is veel druk op de huisartsen en die druk is nog zwaarder in achterstandswijken.’ Al die wijken hebben weer hun eigen specifieke problemen, en daarom moet elke praktijk eigen oplossingen aandragen, zegt Schaaf. ‘We willen geen keurslijf.’ Hoe vreemd het ook is dat nu wandelingen en maatschappelijk werkers vanuit de zorgverzekering worden betaald. Schaaf. ‘Maar als het werkt, dan werkt het toch?’

Laatst stond de Turkse buurvrouw van Guno Schenkers met een voorraadje baklava op de stoep, want ook dat is Feijenoord. Hij heeft het afgeslagen, zegt hij, en er klinkt spijt in zijn stem. Helaas, te zoet voor zijn suikerspiegel, weet hij nu.