socialer en taliger dankzij boeken
Wat voor effecten heeft voorlezen op een kind? Niels Bakker, onderzoeker bij Stichting Lezen, noemt de taalontwikkeling en de sociale ontwikkeling als de twee belangrijkste effecten.
‘Voor de taalontwikkeling zijn drie vaardigheden belangrijk: de woordenschat, het maken van zinnen en het koppelen van klanken aan zinnen. Uit onderzoek blijkt dat het praten met kinderen heel belangrijk is bij het aanleren van deze vaardigheden. Bij het voorlezen uit een prentenboek versterk je dat, doordat je beeld aan geluid koppelt. Ook staan in veel boeken woorden die in het dagelijks taalgebruik niet zo vaak voorkomen. Kinderen aan wie al op vroege leeftijd veel is voorgelezen hebben, zodra ze op school komen, dan ook vaak een taalontwikkelingsvoorsprong, die ze niet meer kwijtraken. Dat noemen we de positieve spiraal: door kinderen op jonge leeftijd te enthousiasmeren voor taal, ondernemen ze later vaak op eigen initiatief activiteiten die goed zijn voor de taalontwikkeling.
Voorlezen is niet alleen goed voor de taalontwikkeling, maar ook voor de sociale ontwikkeling van het kind. Zo rond hun tweede à derde levensjaar ontwikkelen kinderen het besef dat andere mensen ook een eigen gedachtewereld hebben. Dit noemen we de theory of mind. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die in hun jeugd vaak zijn voorgelezen, zich meer voor die ontwikkeling openstellen.’
Illustraties en herhaling kunnen het effect van voorlezen op de taalontwikkeling en de sociale ontwikkeling vergroten. Opvallend is dat voorlezen uit digitale boeken een positiever effect heeft dan voorlezen uit papieren boeken. ‘Dit komt doordat bij digitale boeken de mogelijkheid bestaat om geanimeerde plaatjes toe te voegen’, verklaart Niels Bakker. ‘Met bijvoorbeeld inzoomeffecten kan daardoor het onderwerp van het verhaal nog duidelijker worden weergegeven.’
20 procent ouders leest nooit voor
44 procent van de Nederlanders leest weleens voor, 12 procent doet dat elke dag. Van de opa’s en oma’s met kleinkinderen tussen nul en twaalf jaar, leest bijna driekwart weleens voor.
Van de ouders met kinderen tussen de nul en twaalf jaar leest 40 procent (bijna) elke dag voor. Bijna 20 procent van de ouders doet dat nooit.
De gemiddelde voorleessessie duurt tussen de vijf en vijftien minuten. Bij ouders met jonge kinderen (tussen de nul en zes) is dat langer, gemiddeld 27 minuten per dag.
Vooral moeders lezen voor: 55 procent van de moeders doet dat, tegenover 45 procent van de vaders. Hoger opgeleiden lezen vaker voor dan lager opgeleiden.
De meeste kinderen maken eerder kennis met boeken dan met andere media als televisies, smartphones, tablets en computers.
taalachterstanden wegpoetsen
Omdat voorlezen de taalontwikkeling van kinderen bevordert, zijn er verschillende initiatieven die vrijwillige voorlezers in contact brengen met kinderen met een taalachterstand.
De VoorleesExpress is van al die initiatieven het grootste. De stichting is in een derde van de Nederlandse gemeenten actief en bedient 4844 gezinnen. Er zijn meer dan vijfduizend vrijwilligers aangesloten bij De VoorleesExpress. Stichting VoorleesExpress sluit samenwerkingsovereenkomsten met lokale bibliotheken en welzijnsorganisaties. Daar zit een coördinator, die enkele uren in de week vrijwilligers werft en koppelt aan gezinnen. De vrijwilligers krijgen een bibliotheekpas om voorleesboeken te kunnen lenen.
Op plekken waar de VoorleesExpress nog niet actief is, kunnen scholen of mensen die willen meedoen een voorleespakket aanvragen, zodat ze zelf aan de slag kunnen. ‘Onze vrijwilligers gaan twintig keer een uur langs bij het gezin, waar ze voorlezen’, zegt Anne Heinsbroek, directeur van de VoorleesExpress. ‘Nooit langer, want de bedoeling is dat de ouders daarna zelf gaan voorlezen aan hun kind.’
voorleessoftware
Voorlezen is meestal iets wat van mens tot mens gebeurt, maar het kan ook anders. Er bestaat tekst-naar-spraaksoftware, die teksten op een computerscherm hardop uitspreekt. De kwaliteit daarvan wordt steeds beter en benadert die van de menselijke stem. Deze software wordt veel gebruikt door leerlingen met dyslexie. ‘Tekst-naar-spraaksoftware werkt voor dyslecten prettig doordat ze de teksten kunnen horen en tegelijkertijd lezen’, meldt Braams, een organisatie die gespecialiseerd is in leerstoornissen. ‘Het bevordert het tekstbegrip, heeft een gunstig effect op de woordherkenning en het maakt minder vermoeid.’
Er bestaat gratis software, maar er is ook tekst-naar-spraaksoftware te koop waarbij je bijvoorbeeld de leessnelheid kunt instellen en waarbij het woord dat wordt voorgelezen met een kleurtje aangegeven wordt. Goede voorleesprogramma’s kunnen diverse talen aan (Nederlands, Engels, Duits, Frans) en bieden keus uit verschillende stemmen.
BoekStart
Bijna negenhonderd bibliotheekvestigingen doen mee aan een initiatief om jonge ouders aan het voorlezen te krijgen: drie maanden na de geboorte van een kind krijgen de ouders een waardebon toegestuurd voor een gratis koffertje met een stoffen babyboekje en een liedjesboek met cd, het zogenoemde BoekStartkoffertje. Zodra de ouders de waardebon inleveren, krijgt de baby een gratis lidmaatschap van de bibliotheek en ontvangen de ouders het koffertje. BoekStart is een initiatief van Stichting Lezen en de Koninklijke Bibliotheek en wordt gefinancierd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. ‘De bedoeling van BoekStart is het voorlezen te stimuleren’, vertelt onderzoeker Niels Bakker van Stichting Lezen. ‘Uit onderzoek blijkt dat kinderen waarvan de ouders gebruikmaken van BoekStart op ongeveer anderhalfjarige leeftijd een voorsprong hebben op het gebied van taal.’
in de kinderopvang
Meer dan 300.000 jonge kinderen brengen een of meerdere dagen per week door in de kinderopvang. Ook daar wordt veel voorgelezen; bij acht op de tien van de kinderdagverblijven en peuterspeelzalen gebeurt dat een of meerdere keren per dag. Het merendeel van de medewerkers vindt het belangrijk en leuk regelmatig voor te lezen, blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van Stichting Lezen. Sommige kinderopvangcentra maken gebruik van BoekStart. ‘Bij kindercentra houdt dat vooral in dat ze actief contact onderhouden met bibliotheken over de manier waarop ze hun kinderen voorlezen’, vertelt onderzoeker Niels Bakker van Stichting Lezen. ‘Het personeel is daardoor deskundiger op het gebied van voorlezen en het boekenassortiment sluit beter aan op de behoeften van de kinderen.’
evenementen
De vijftiende editie van De Nationale Voorleesdagen begint 24 januari en eindigt 3 februari. Traditiegetrouw beginnen de dagen met het Nationale Voorleesontbijt, waarbij bekende Nederlanders, zoals prinses Laurentien, het prentenboek van het jaar voorlezen.
Jaarlijks doet bijna de helft van alle basisscholen mee aan De Nationale Voorleeswedstrijd voor kinderen uit groep 7 en 8. De beste voorlezer van de school doet mee aan lokale, regionale en provinciale vervolgrondes. In de nationale finale strijden uiteindelijk alle provinciale winnaars om de titel De Nationale Voorleeskampioen.
Bij de jaarlijkse, tiendaagse Kinderboekenweek speelt voorlezen een grote rol. Kinderboekenschrijvers gaan op tournee, sommige met complete theatervoorstellingen, en op basisscholen wordt voorgelezen uit het kinderboekenweekgeschenk en andere boeken die bij het thema van dat jaar passen. Het christelijke broertje van de Kinderboekenweek is de Christelijke Kinderboekenmaand, die – zoals de naam al aangeeft – fors langer duurt.
Sinds 2013 organiseert De Leescoalitie op Nationale Ouderendag de Nationale Voorleeslunch. In bibliotheken en zorginstellingen door het hele land lezen bekende en onbekende Nederlanders voor aan 65-plussers. Het doel van het initiatief is vooral ouderen uit hun sociale isolement te halen. Dit jaar vindt de Nationale Voorleeslunch plaats op 5 oktober.