Direct naar artikelinhoud
Lale Gül.
Lale Gül

Links-progressieve mensen schieten in de kramp als ze mijn boeken lezen

Het is en blijft zo ontiegelijk jammer, pijnlijk, wonderlijk en totaal onbegrijpelijk voor mij. Iemand moet het me toch een keer uit­leggen, want ik snap het zelf niet meer. Hoe komt het toch dat links-progressieve mensen altijd de emancipatoire stemmen en schrijvers uit de christelijke gemeenschap hebben ondersteund in hun rol, waarin ze compromisloos afrekenen met het juk van de religieuze achtergrond in hun literatuur, maar nu de eerste mensen zijn die in een kramp schieten als ze mij lezen, en mij en mijn verhaal zo verzuurd willen diskwalificeren, met woorden als ‘uitrazen’, het verwijt dat ik de sleetse retoriek van Wilders zou overnemen, en ‘scheldkanonnades’?

Neem nou Femke Essink van de progressieve krant Trouw, die de eerste was om mijn nieuwe boek Ik ben vrij te recenseren, op de eerste dag dat het in de winkels lag. Ze schrijft dat mijn geluid in het publieke debat pas serieus genomen kan worden als ik ben ‘uitgeraasd’. ‘De lezer snakt naar een genuanceerd geluid over de islam.’

Ik ben verbijsterd, omdat ik de laatste dagen juist van iedereen hoor dat ik in mijn nieuwe boek milder dan ooit ben.

En ik vraag me tegelijk af: zou er ook maar één iemand zijn geweest die dit zou hebben gezegd over het boek Knielen op een bed violen van Jan Siebelink? Of Dorsvloer vol confetti van Franca Treur? Of over de boeken van Maarten ’t Hart? Reve? Over Wolkers? Over Marieke Lucas Rijneveld? Over Unorthodox van Deborah Feldman?

Ik weet zeker van niet. Die mensen en die gemeenschappen mogen wél serieus genomen worden, die mogen wél woedend zijn, die mogen zich wél emanciperen, maar zodra er ook maar één ex-moslima opstaat, en ik ben de enige vrouw op dit moment die dit geluid vertolkt in de literatuur, word ik van van alles beticht; dat ik emotioneel incontinent zou zijn, niet serieus genomen kan worden, Wilders, extreemrechts. Mijn boek wordt afgedaan als ‘recalcitrant puberproza’.

Weet u, ik had het totaal niet erg gevonden als Essink vond dat ik niet kon schrijven. Of als mijn personages niet overtuigen. Of zoiets. Over smaak valt immers niet te twisten en ik ben volwassen genoeg om een negatieve recensie te kunnen incasseren.

Maar daar gaat het hier niet om. Ze vindt mijn boek en mijn meningen over de islam stom, omdat het ‘ongenuanceerd’ is. Ze oordeelt dus inhoudelijk over de dingen die ík persoonlijk heb ervaren en over hoe ík daarop reflecteer – overigens ben ik daarbij de mildheid zelve in dit boek, en tot besluit: dit is stom.

Als Youp van ’t Hek in een zaaltje zegt dat christenen inteelthoofden hebben, bejubelt iedereen hem. Als Gül beschrijft dat ze thuis werd geslagen, moet ze eerst maar eens zijn uitgeraasd, want Gül is niet wit en niet-witte mensen mogen dat niet van de progressieve medemens. Dat vindt de witte, progressieve mens, en zelfs vrouw in dit geval, racistisch, recalcitrant en kamp-Wilders.

Ik zou me doodschamen als ik Femke Essink was, maar ik ben blij voor haar dat zij alle schaamte voorbij is.

Lale Gül schrijft elke week een column voor Het Parool. Reageren? l.gul@parool.nl