Direct naar artikelinhoud
InterviewLaurent Dubreuil

Hoe de snelste schaatser van Canada uit geldgebrek bij een Fries gastgezin belandde

Laurent Dubreuil is dit seizoen de snelste man op de 500 meter. Toch had de Canadese schaatsbond geen geld voor onderdak tijdens de WK sprint in Heerenveen. De schaatser zocht en vond een gastgezin, en zat zo ineens op de bank te lachen om De Luizenmoeder.

Laurent Dubreuil in Wolvega.Beeld Klaas Jan van der Weij

De liefde voor Friesland kreeg Laurent Dubreuil al vroeg mee. Zijn ouders, beiden professionele schaatsers, deden mee aan de WK sprint van 1989 in Heerenveen. ‘Er zitten daar 10 duizend mensen op de tribune’, vertelden ze hem. ‘En ze juichen allemaal voor je.’

‘Echt?’, vroeg Dubreuil, toen hij in 2012 op de WK afstanden ging debuteren in Thialf. ‘Ja, en nog gekker: als de wedstrijd stilligt, gaat een orkest muziek spelen. Dan zingt iedereen mee.’

De werkelijkheid overtrof zijn stoutste verwachtingen, die winter in 2012. ‘Ik weet nog goed dat jullie koningin per helikopter naar Heerenveen kwam om naar de wedstrijd te kijken. Ik dacht: huh, de koningin die wordt ingevlogen voor een wedstrijd? Dan moeten jullie wel heel veel van schaatsen houden.’

Niet voor niets, zegt Dubreuil, behaalde hij in Thialf het beste resultaat uit zijn carrière: brons op de 500 meter tijdens de WK afstanden in 2015. ‘De energie van de mensen daar,’ is zijn overtuiging, ‘slaat over op mijn benen.’

Dubreuil, 26, komt uit Quebec, een Franstalige provincie in Canada. Dit seizoen is hij de snelste schaatser op de 500 meter. In januari klokte hij tijdens de Canada Cup een tijd van 34,11. Het is de zevende tijd ooit gereden op die afstand.

Oproep op sociale media

Maar denk niet dat alle deuren nu voor hem opengaan. Geld voor huisvesting tijdens de WK sprint, komend weekeinde in Heerenveen, was er niet bij de Canadese schaatsbond. De kas is leeg. En die van Dubreuil, deeltijdstudent communicatie, ook: hij kan maar nét aan rondkomen van zijn sport.

In januari deed hij daarom een oproep op de sociale media. Of er misschien iemand was, in de buurt van Heerenveen, die tijdens de WK sprint een kamer overhad voor een schaatser in nood. Als tegenprestatie kon hij voor gratis kaartjes voor de wedstrijd (‘in Nederland is dat heel wat waard’) en ambachtelijk gemaakte Canadese maple syrup (‘lekker voor op jullie poffertjes’) zorgen.

De oproep leverde hem bijna veertig aanbiedingen op. Dubreuil ging secuur te werk. Mensen met honden en katten vielen af, daar is hij allergisch voor. ‘Er was ook iemand uit Amsterdam. Die zei: misschien niet praktisch, maar dan zit je wel in een mooie stad.’

Uiteindelijk koos Dubreuil op gevoel voor de familie Bijlsma in Oranjewoud, net buiten Heerenveen, op zeven minuten fietsen van Thialf. ‘Ze hadden een foto meegestuurd. Het zag eruit als een warm en gastvrij gezin.’

Zijn voorgevoel klopte: Dubreuil werd negen dagen opgenomen in het gezin. Ze haalden hem op van Schiphol, elke avond stond een gezonde maaltijd voor hem klaar, ze lieten hem Friesland zien en vertelden hem over de geschiedenis en de cultuur van de provincie. ‘Een kleine groep die vasthoudt aan zijn eigen identiteit, dat herken ik van Quebec. Misschien voel ik daarom die connectie zo sterk. Iedereen om ons heen spreekt een andere taal. Maar pas als ik Frans kan spreken, voel ik me écht thuis.’

Op zaterdagavond bezochten ze Heerenveen - PSV. Al tijdens zijn eerdere bezoeken aan Friesland had Dubreuil, groot voetbalfan, Heerenveen als zijn favoriete Europese voetbalclub geadopteerd. ‘Je kunt wel voor Real Madrid of Barcelona worden, maar zeg nou zelf: Heerenveen is toch veel specialer?’

De Luizenmoeder

Voor zijn zwangere vrouw – deze zomer verwachten ze een dochtertje – kreeg Dubreuil babykleertjes mee. Een ander hoogtepunt: een comedyserie op de Nederlandse tv kijken. ‘Kom, hoe heette dat nou ook alweer? Het speelde zich af op een school met een of andere maffe directeur. Ja, De Luizenmoeder! Ik versta natuurlijk geen Nederlands, maar zelfs zonder ondertiteling was het hilarisch.’

Toch doet Dubreuil zijn verhaal aan een tafeltje in de lobby van het Van der Valk-hotel in Wolvega. Hoe kan dat? ‘Geert Kuiper, onze Nederlandse technisch adviseur van de bond, had voor de ploeg iets geregeld met het hotel’, legt hij uit. ‘Dat is natuurlijk hartstikke mooi. Maar eerlijk gezegd was ik liever bij mijn gastfamilie gebleven.’

Dat er bij de Canadese bond voor de snelste man op het ijs niet eens geld is voor een hotel noemt Dubreuil ‘frustrerend’. ‘Je wilt je focussen op het schaatsen, niet op randzaken.’ Aan de andere kant: hij zou op zoek kunnen gaan naar persoonlijke sponsors. ‘Maar dat zit niet in mijn aard. Ik ben gaan schaatsen omdat het mijn passie is. Niet omdat ik zo nodig met vijf bedrijfsnamen op mijn pak wil rijden.’

En bovendien: liever telt hij zijn zegeningen. ‘Stel: ik was miljonair door het schaatsen. Dan had ik nu weliswaar in een luxe vijfsterrenhotel gezeten, maar had ik nooit de ervaring met het Friese gastgezin meegemaakt. Dit is wat ik over 20 jaar aan mijn dochter vertel.’

Ambities voor de WK sprint

Dit weekend hoopt Laurent Dubreuil, met zijn Friese vrienden op de tribune, in de top-5 van de WK sprint te eindigen. De vierkamp bestaat uit twee keer een 500 meter en een twee keer een 1.000 meter. Op die laatste afstand komt hij net tekort om daadwerkelijk om de prijzen mee te doen, maar op de 500 meter hoopt hij te stunten, net als eerder dit jaar met zijn beste mondiale seizoenstijd van 34,11 tijdens de Canada Cup.

‘Een krankzinnig verhaal’, noemt hij die prestatie. ‘Twee dagen ervoor was ik door mijn rug gegaan. Op het vliegveld liep ik nog met een wandelstok. Maar in Calgary vloog ik over het ijs. Elke slag was raak. Ik ben nu verslaafd aan dat magische gevoel. Ik weet nu dat het er is en wil dat nóg een keer meemaken. Hopelijk dit weekend.’