Tante Truus opende onder het toeziend oog van de beveiligende beambte van Zonnegloren de haar overreikte brief.
Daarin stond...
*
Hoi die Truus,
Ik sta al tijden met mijn koffertje klaar. Wanneer kom je mij nou eens halen? Het is hier verschrikkelijk, het halve gebouw is leeg en ik ben verplaatst naar boven. Volgens mij spookt het hier. Gisteren hoorde ik veel herrie op de verdieping boven mij. Daar wonen de zware gevallen zoals de broeder mij vertelde. Je weet wel van die mannen met maskers op die in het verleden enge dingen gedaan hebben. Broeder Bob vertelde vanmorgen dat ze gisteren een verdwaalde verwarde vrouw gevonden hadden die helemaal van streek was. Er kwam weinig zinnigs uit qua woorden. De leiding is er zelfs bij geweest om haar te kalmeren, ze was haar hoed kwijt en heur haar zat helemaal in de war. Na een kopje thee hebben ze haar maar in een taxi gepropt nadat ze in haar tas een adres gevonden hadden.
Kom mij nou snel halen Truus, het eten is ook zo flauw , ze zijn zuinig met kruiden en zout. En die thee is altijd slap.
Groetjes van Laetitia, voorheen Let
|