Terwijl ik mij te barsten werkte in
de tuin hoorde ik, dat werken steeds minder aantrekkelijk is.
Ik heb direct een bank uitgezocht om
op te slapen. Zonder geld, geen bed. Je weet namelijk nooit, wat er na de
verkiezingen gebeurt. We lijden dan, denk ik, allemaal onder een
fractie.
Thuis op een stoel gaan zitten kijken
om te zien hoe een eekhoorn werkt levert mij geen maaltijd op.
Toen ik even lag te mijmeren tussen de geraniums moest
ik denken aan al mijn voorgangers, die nu vredig liggen te slapen.
Het
eerste hondje van mijn bazin, los van de Duitse herdershond van haar vader
waarmee ze in de kinderwagen zat, was Burrie, een gladharige Engelse foxterrier.
Die wilde ze helemaal niet hebben. Ze wilde een herdershond. Burrie had ADHD,
een stille wraak naar haar ouders toe, denk ik. Na een kort leven stierf Burrie,
ondanks vaccinaties, aan hondenziekte. Ondanks alles hield ze toch van hem.
Tijdens zijn ziekbed heeft ze elke dag een gebedje gedaan. Hielp niet. Daarna is
ze nooit meer goedgelovig geweest.
Burrie had één bruin poot. Men
vroeg altijd, of hij in de stront had gelopen.
Baree was de allereerste Duitse
herder, die door de bazin na het verlaten van de ouderlijke woning bij haar kwam
wonen. Een pup nemen kon niet vanwege haar werkzaamheden buiten de deur. Baree
is vast in de hemel terecht gekomen.
Komt-ie misschien later ook Bontenbal
tegen. Hij was uit het asiel opgehaald en zeker eerder naar boven gegaan, als
mijn bazin hem niet had meegenomen. Hij wou eerst niet. De halsband en riem met
hond kostten vijfentachtig gulden, dus toen hij er vandoor wilde gaan was één
vol uit de borst genomen commando (daar gaat mijn geld!) voldoende om hem de
auto in te krijgen. Geld was namelijk toen heel schaars bij mijn bazin.
De band tussen haar en hem was heel
sterk. Ze waren altijd samen. Toen hij dan ook op bijna twaalfjarige leeftijd
dood ging, stierf ook haar hart een stukje mee. Als de band tussen mens en
politiek ook zo zou zijn, dan hadden we vast vrolijker
verkiezingen.
Daarna kwam de eerste keurfokherder:
Gambol. Betekende: De Dartele. De kleinste uit het nest. Werd dus de grootste.
Is ook met Wilders gebeurd. Goed voeden, veel beweging en dan gaat dat vanzelf.
Gambol maakte nog de bouw van de nieuwe woning mee. Stond graag op de zandhopen.
Hij volgde gehoorzaamheidscursussen. Werd letterlijk in volle snelheid pootje
gelicht door een invaltrainer, die niet wist dat de hond altijd weglopende
honden mocht ophalen, omdat er geen hek om het terrein was. Binnen een paar
dagen had hij zijn eerste zware toeval. Nekletsel. Hij was een heel bijzondere
hond. Had vriendschap gesloten met een muisje. Dat wachtte hem bij het
avondrondje altijd op. Hij redde een buurmeisje van een poging tot ontvoering.
Na veel dierenartsbezoeken moest hij het afleggen tegen de epilepsie. Hij werd
maar twee-en-een-half jaar oud.
Daarna kwam Jiscus. In het jaar van
zijn aanschaf mochten waakhonden een fiscale aftrekpost zijn en het nest moest
met een J beginnen. Hij mocht er zijn. Werd in de buurt als jonge hond vaak
belaagd door buurhonden. Die kon hij na een jaar allemaal tegelijk aan. Het was
maar goed, dat er een WA-verzekering was afgesloten. In tegenstelling tot Jetten
moest hij namelijk reuen niet.
Totdat in een broodzak de ‘bos’-
Maltezer Anno werd aangeleverd. Op oudejaarsdag geboren, vandaar die naam.
Hij was nog maar vier-en- een- halve
week oud. Hij paste precies in de bek van Jiscus. Die heeft hem liefdevol
helemaal grootgebracht. Anno was een wijs hondje, een echte staatsman. Hij werd
16 jaar.
Tot groot verdriet van Anno kwam zijn
halfbroertje op de leeftijd van vijf- en- een- halve week, ook in een broodzak,
voor altijd op bezoek. Ze kwamen uit Brabant. Daar zijn ze nu eenmaal gek op
bakken. Jiscus koos twee weken lang voor de bescherming van Clarence tegen de
jaloezie van Anno. Daarna gingen ze gedrieën verder. Een formatie van twee weken
zou in politiek Den Haag dus ook best mogelijk kunnen zijn.
Die rare naam Clarence komt voort uit
de fleurige fantasie van de bazin. Als Jiscus namelijk opeens twee in plaats van
één Maltezer zou zien, dan keek hij vast scheel.
Clarence werd veertien jaar.`Altijd
een minkukeltje gebleven. Joelde mee met brandweerauto’s. Had-ie opeens een heel
lange nek.
Jiscus had hemofilie. Dat werd pas
duidelijk op de leeftijd van 7 jaar, toen hij gecastreerd moest worden vanwege
een prostaatvergroting. Hij bloedde dood. Bestaanszekerheid kun je nu eenmaal
niet krijgen, al wordt dat beloofd.
Zonder grote hond is een leven geen
optie. Dus Arras, de keurfokherder met de rechte rug, deed zijn intrede.
Door de fokkers gestimuleerd geen
gehoorzaamheidscursusjes meer doen, maar de africhting in. Arras was heel lenig,
heel sociaal. Blonk uit in behendigheid en speuren. Er ontstond jaloezie om zijn
speurgave. Clubtrammalant. Zonder de bescherming van enkele clubleden had hij
het letterlijk niet overleefd. Georganiseerde misdaad bestaat alom. Net als
bewindslieden heb je soms beveiliging nodig.
Omdat Arras te oud werd voor de sport
kwam Dayzer erbij. Hij haalde zijn diploma Verkeers Zekere Hond en daar
bleef het bij. Sommige honden missen nu eenmaal talent. Als je hem zag kreeg je
al slaap. Hij heeft één keer in zijn leven een steenmarter gedood, die Anno
bedreigde en dat was zijn enige wapenfeit. Werd slechts 6 jaar.
De bazin wilde weer door met sporten.
Is nog erg in. Weer een Duitse herder erbij: Grinda. Ditmaal een teefje. Met
alle reuen was het twee keer per jaar feest op de Berghoeve. Haar moeder had in
Oost-Duitsland honderd kilometer per dag gelopen met schapen hoeden.
Grinda was
een verschrikkelijke lieve, heel stabiele, trouwe en leuke meid. Trainen met
haar voldeed dan wel niet aan het beter- dan- best cultuurtje, maar het
wederzijds vertrouwen was groot. In speuren blonk ze uit. Toch behaalde zij ook
diploma’s met de andere onderdelen erbij.
De bazin kan nogal impulsief zijn,
zag een jonge herder op de club en nam er weer één bij. Volle boel in huis met
Anno, Clarence, Arras, Dayzer, Grinda en dan ook nog Sepp.
Sepp was een kennel
gewend en tot verbijstering van de andere honden vloog hij de eerste dag
letterlijk over het meubilair heen. Sepp werd het trouwste maatje van Grinda. Er
is nog geprobeerd om nakomelingen te krijgen. Dat is na veel vrijpartijen niet
gelukt. Ze hebben het in ieder geval heel leuk gehad
samen.
Na de dood van de kleine hondjes Anno
en Clarence werd Kaytie opgehaald uit Brabant om muizen te gaan
vangen.
Ze loensde een beetje. Dat stond haar
zicht op muizen niet in de weg. Een ware genocide was het gevolg. We hebben nu
nog geen muizen meer op het terrein. Zal haar geest wel
zijn.
Na de dood van Grinda, die
negen-en-een-half jaar is geworden, kwam Costa op het erf. Een halve
Mechelaar.Een felle, maar ook lieve meid. Ze
was snel, keek niet uit en bracht daardoor blijvende schade toe aan de knie van
de bazin. De Bond Tegen Vloeken kreeg af en toe geen poot aan de grond.
Costa is door Kaytie opgevoed, maar
probeerde de macht na anderhalf jaar over te nemen. Op het laatst konden ze niet
meer bij elkaar.