Herfstgeuren
Een fluitende
wind en gekraak van takken. Dwarrelbladeren weven bronskleurige
tapijten. Geknakte rietstengels langs de modderige sloot. Een lichte
nevel klam en vochtig.
Glijvlucht over glibberige grond door
geelgroene bruine bladmoes.
Overal geflierefluit van jewelst
Grauwe ganzen gakken. Klapwiekende dansers in V formatie,
vliegen allen zuidwaarts naar de horizon.
Een achtergebleven
lijster hangt dood in een struik, een buizerd loert ernaar op zijn
veel te dunne tak.
|