Ik ben Thea, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Roodkapje.
Ik ben een vrouw en woon in Oudenbosch (Nederland) en mijn beroep is Huisvrouw.
Ik ben geboren op 02/11/1947 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, fotograferen,knutselen,lezen,zingen,muziek luisteren.
Het is zomervakantie. De kinderen zijn heerlijk zes weken vrij van school.
Sommige kinderen gaan met hun papa en mama en broertjes of zusjes naar het buitenland, of met een caravan.
Sommige kindjes blijven ook gewoon thuis.En die gaan een dagje weg.
Vandaag is het stralend weer. Op een mooie Dinsdagmiddag staat al heel vroeg de auto bij de familie de Graaf voor de deur.
Het is nog maar half acht. De zon komt net tussen de wolken uitpiepen.
De familie de Graaf , papa, mama, Annemiek en Dorus, gaan vandaag lekker naar de dierentuin.
Ze gaan erg vroeg, want het is nog een uurtje rijden, en wie weet hoe druk het onderweg is.
Na zowat een uurtje rijden kunnen ze de borden volgen waar ARTIS op staat.
Nu is het half negen en de dierentuin is nog maar net open.
Meneer de Graaf zorgt voor kaartjes en koopt een plattegrond, dat is een kaart waarop alles staat aangegeven waar je moet lopen, welke dieren je er kunt zien en waar een restaurant of een wc is.
De vier wandelen nu rustig langs de paadjes, en ze blijven overal staan.
Ze hebben immers de hele dag de tijd.
De leeuwen liggen in het zonnetje. Als het smiddags brandend heet is zoeken ze de schaduw op.
Een leeuwin geeuwt, zodat je de scherpe tanden in de grote bek kunt zien. Wow.
Annemiek kijkt er vol ontzag naar.
Maar goed dat er tralies voor de hokken zijn.
Dat beest heeft misschien wel honger als een leeuw, zoals ze dat dan zeggen, en als dan die malse kinderlijfjes langskomen....
De tijgers lopen onrustig heen en weer. Een tijger gromt en trekt zijn lip op. Wat een kwaaie...Die is vast boos.
Er is nog heel wat te zien. Slangen, krokodillen, mooie vogels, en er zijn ook wolven.
Ze zien er wel uit zoals Castor van meneer Klep, die bij de politie werkt, maar ze hebben van die schuine gele ogen.
Daar loeren ze voortdurend mee en ze halen hun tong over hun lippen. Net of ze likkebaarden.
Of ze je zo op kunnen eten.
Annemiek voelt zich ineens een beetje zoals Roodkapje.
Bij de apen blijven ze een hele tijd kijken.
Dat is ook kostelijk om te zien. De kinderen hebben van hun papa elk een zakjes pinda''s gehad, om die uit te delen aan de apen en de olifanten.
Met vlugge klauwtjes pakt een klein aapje met grote donkere ogen een pinda van de uitgestrekte jongenshand.
Hij kraakt het nootje met zijn tandjes open, waarna hij het heerlijk oppeuzelt.
Het halve zakje gaat op bij de apen, totdat mama zegt:" Als je nu ook nog iets voor de olifanten wil bewaren, dan moet je er nu mee stoppen, anders hebben we niks meer."
De kinderen knikken en stoppen de zakjes weg.
En, verder gaat het weer.
Nu naar de ijsberen en zeehonden.
Ze kijken jaloers naar het geplas en gespet van de dieren, die in het water zich vermaken.
Plots voelen ze hoe warm het eigenlijk is en dat ze vreselijke dorst hebben.
Het is al half twaalf. Toe toch, wat gaat de tijd vlug.
Ze besluiten maar eerst eens te rusten en iets te gebruiken. Op een terrasje bestellen ze limonade en eten de krentebollen op. Ha, daar kom je van bij. Wat wordt je nog moe van dat geslenter in zo een grote dierentuin waar zo veel te zien is.
De dag gaat verder en na het eten gaan ze door naar de giraffen en de lama;s.
Dorus schuift een dot kauwgom van zijn ene kaak naar zijn andere en kauwt precies zoals de lama''s dat doen. ( Wordt vervolgd )