"Oma, woon je nu in een oude-mensen-huis?" Dat vroeg mijn kleinzoon van 4 jaar toen hij na de verhuizing voor het eerst in onze seniorenflat op bezoek kwam. Hij was via de hoofdingang het appartementencomplex binnengekomen en had beneden zijn ogen uitgekeken. Hij kwam langs de balie waar zijn moeder hem voorstelde aan de dienstdoende receptionist. Daarna liep hij langs een winkeltje, een kapsalon, de wasserette en een grote recreatieruimte waar allerlei mensen bezig waren.
Er werd koffie gedronken, er zaten mensen aan de bar en er werd gebiljart. Tegenover die ruimte was een kleinere kamer met een aantal computers waar ook mensen waren. Op weg naar boven kwam hij nogal wat dames met wit haar achter een rollator tegen. En mannen met een wandelstok. De scootmobiel die tegelijk met hem en zijn moeder in de lift naar boven ging vond hij wel heel handig. Hij vroeg aan mij of ik ook zon ding ging kopen. En mocht hij hem dan een keer lenen? Helaas voor hem
ik ben 57 en mijn man 68. De scootmobiel staat voorlopig nog niet op ons verlanglijstje.
Na ons pensioen wilden we graag verhuizen naar een andere buurt. Wij kwamen uit een huis met trappen en dat ging een probleem worden. Mijn knieën doen het niet meer zo goed. Dus
een nieuwe levensfase op een nieuwe plek in een heel andere omgeving. Wij wonen nu in een aangepaste flat (o.a. brede deuren en een alarmsysteem) op de 5e etage met lift en met een prachtig groen uitzicht. Wij wonen in seniorengemeenschap (zo noemen ze dat, 55-plus).
Ik ben waarschijnlijk met mijn 57 jaar de jongste bewoner; de oudste bewoner is 97 jaar. Er is hier een zeer bloeiend verenigingsleven. De recreatieruimte wordt zeer intensief gebruikt en wordt door velen beschouwd als hun tweede huiskamer. Het begint s morgens om 9 uur met koffie en loopt de hele dag door tot s avonds laat als de laatste biljarters de ballen opruimen en het biljart afdekken voor de nacht. Alles wordt gerund door vrijwilligers. Die vrijwilligers komen uit de bewonersgroep zelf. Er is iemand die voor het aquarium zorgt, iemand die de bingocadeautjes koopt en een heel team om de bar te bemannen. Er zijn talloze taken en iedereen draagt zijn steentje bij.
Inderdaad, er zijn mensen met een wit hoofd en een rolstoel, rollator of wandelstok, maar er is ook een heel actieve fietsgroep. En twee wandelgroepen. Het prettigste van alles is dat niets moet en er heel veel mag. Je kunt heel eenvoudig contact maken met je buren en in een complex met 350 woningen zijn dat er nogal wat. Ikzelf ben nog niet toe aan allerlei contacten hier in huis. Ik doe vrijwilligerswerk buiten de deur, maar kom toch elke keer weer blij thuis in ons mooie flatje met een geweldig groen uitzicht en met allerlei voorzieningen bij de hand als dat echt nodig is. En op de gang groet ik iedereen zoals een goede buur betaamt. Philo©10/2010
|