Inhoud blog
  • MIJN MAN IS KOK
  • GEVANGEN
  • Uitzicht
  • File
  • Herfstvirus
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Categorieën
  • Algemeen (5)
  • Columns (6)
  • Karel (2)
  • Foto
    Oude-mensen-huis
    Het dagelijkse leven van een jonge senior.
    Elke nieuwe dag is in essentie een mooie dag!
    04-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIJN MAN IS KOK

    Mijn man is kok

    Het eerste jaar dat ik getrouwd was ben ik ruim 10 kilo aangekomen. Ik wil niet beweren dat dat alleen door de kookkunst van mijn man komt, maar het heeft er aardig aan bijgedragen.

    Wij waren thuisgekomen van onze huwelijksreis en de eerste ochtend in ons eigen huisje wilde ik een gezellig ontbijt maken. Ik stap uit bed en vraag: “Hoe wil jij je eitje? Hard of zacht?” Hij zegt: “Er tussenin. Maar.... ik zie wel wat er van komt.” Mijn antwoord: “Als je er zoveel vertrouwen in hebt, kook je zelf maar de eieren.” Vanaf die tijd kookt mijn man. Oorspronkelijk is hij kok van zijn vak. Hij heeft in verschillende gerenommeerde bedrijven gewerkt en zelfs deel uitgemaakt van een brigade die een Michelin-ster  kreeg.  Hij kan dus gewoon heel goed koken.  Hoewel hij – toen wij trouwden – al niet meer in een  keuken werkte, is koken wel zijn hobby gebleven. Niet alleen koken. Hij is een goed gastheer. Hij geniet ervan zijn gasten te verwennen met eten en drinken. Met een mooi gedekte tafel, een goed kopje koffie of een smetteloos gepoetst wijnglas.

    Privé was ik zijn eerste slachtoffer.  In het begin aten we meestal pas om een uur of negen. Voor die tijd werd er uitgebreid geborreld en gekookt. Op den duur hou je dat niet vol. Wij werden allebei te dik.  Bovendien ging er nogal wat geld zitten in al die lekkere dingen. Wij hadden een zeer uitgebreide bar, maar we zaten op heel goedkope stoelen en rieten vloerbedekking.  Er moesten keuzes gemaakt worden. Wij spraken af wat meer normale dingen te eten en drinken en hooguit in het weekend of met gasten uit de band te springen.

    Er kwamen twee kinderen. Omdat ik een tijdje thuis bleef voor de kleintjes ging ik de keuken in. Ik kookte andere dingen als hij. Bakte de cake gewoon uit een pakje (was ook heus wel lekker). Uiteindelijk werd het zo dat als we samen thuis waren, hij kookte en als hij later thuiskwam ik achter het fornuis stond. Samen koken? Nee, dat kan  niet. Hij is toch te veel vakman. Ik mag wat voorbereiden zoals aardappelen schillen, groenten wassen etc., het echte werk doet hij.

    Een enkele keer bijv. bij een koud buffet, probeer ik te helpen. Ken je die kleine augurkjes​? Die moeten in een waaiertje van vier plakjes gesneden worden en dan moet er tussen het tweede en het derde plakje een toefje peterselie voor het oog. En dat dan vijftig keer. Sorry, ik heb er niet genoeg geduld voor. Eieren en tomaten pellen gaat nog net, maar veel verder kom ik niet. Ik bewonder wel zijn perfectionisme en creativiteit als hij bezig is.

    Nu, na meer dan 35 jaar huwelijk, werken we niet meer. Mijn man bakt elke dag vers brood en leeft zich uit met koken. Hij heeft in de loop der jaren – door omstandigheden gedwongen – geleerd echt gezond te koken. Minder vet, laag cholestorol, weinig suikers, veel groenten etc.  Wij maken nog steeds van elke maaltijd een feestje.  De laatste warme maaltijd was gegrilde zalm, pasta en een salsa van geroosterde paprika met rode ui. Heerlijk. Als iemand hoort dat  ik bijna nooit kook, maar mijn man wel,  zijn ze jaloers. En terecht, want zelfs de liefde van een vrouw gaat door de maag.

     


    04-12-2012 om 21:49 geschreven door philo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Columns
    >> Reageer (2)
    15-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitzicht

    Uitzicht....                                                                                                       

     

    Als ik achter mijn computer zit hoef ik alleen mijn hoofd maar iets te draaien om uit te kunnen kijken op een heel mooi stukje groen. Het lijkt alsof ik midden in een park woon, terwijl deze beplanting alleen maar een groene scheidingsstrook is tussen flatgebouwen. Recht tegenover ons staat een woontoren verstopt achter een paar grote platanen.

     

    De verschillende bomen vormen een aantrekkelijk uitzicht. Wij wonen op de 5e etage en kunnen dus goed zien wat er in de boomkruinen gebeurt. Aan de rechterkant staat een grote Walnoot. Populair bij de bewoners van de buurt. Als de noten gaan vallen komen elk jaar dezelfde mensen zoeken. In de kruin vermaken de duiven zich met elkaar. Zij hebben deze boom voor zichzelf uitgezocht en maken andere vogels het leven zuur als ze ook in die boom willen zitten. Recht voor ons de Platanen.  De meest linkse is de verzamelplek van een aantal halsbandparkieten. Weer of geen weer, 's middags om een uur of 3 zit daar een groepje naar elkaar te krijsen. Het zijn erg actieve beestjes die af en aan vliegen. Dichtbij de flat staat met veel ruimte erom heen een eenzame Magnolia. Niet zo'n hoge boom, maar precies sterk en hoog genoeg voor een reiger, die daarmee net iets hoger staat als z'n concurrent op de lantarenpaal.

    Helemaal aan de linkerkant van ons complex staat een rijtje Iepen. Zij schermen de rijweg af, zodat we hier geen last hebben van verkeerslawaai. Een bepaalde periode van het jaar verzamelen zich 's avonds in die Iepen honderden kraaien. Zij maken een hels kabaal en lijken ruzie te maken waar ze met z'n allen naar toe zullen vliegen.  Op een bepaald moment zijn ze het blijkbaar eens en vliegen gezamenlijk weg.

     

    De diverse bomen staan samen met struiken en lage planten op grasveldjes met daar tussen vriendelijke wandelpaden. Hier en daar bankjes om even uit te rusten en met andere wandelaars te praten. Van de bankjes wordt veelvuldig gebruik gemaakt. Zoals de diverse bomen geclaimd worden door de verschillende vogels, worden de bankjes ook vaak door dezelfde mensen bezet. Zoek je meneer X. vanwege het een of ander, dan kun je hem met mooi weer makkelijk vinden op een bepaald bankje voor de flat. Een ander bankje is de ontmoetingsplaats voor een paar veelkleurige bewoners die hun zangvogeltje in het kooitje een uitje gunnen. Het bankje dat het dichtst bij de achterdeur is geplaatst wordt veel gebruikt door “werkers” om hun boterhammetje tussen de middag te eten. En één bankje is in gebruik als slaapbank. We kunnen van bovenaf zien dat, als het donker is, iemand ligt te slapen op het bankje. Met z'n knieën opgetrokken, ligt de persoon onbeweeglijk weg te dromen. Wij hebben het erover gehad of we de slaper weg moeten sturen, maar waarom eigenlijk. Hij doet niemand kwaad en ligt niemand in de weg. Het is nog niet echt koud 's nachts. Zo lang hij er geen puinhoop van maakt met rotzooi of andere overlast, hebben wij er geen moeite mee. 's Morgens hebben we wel eens gekeken, maar geen extra rommel in die buurt. Alles waarschijnlijk netjes in de vuilnisbak ernaast. Vaak als we kijken vanaf het balkon zien we hem, maar we hebben hem nog niet kunnen aanspreken, want als we beneden zijn ligt hij er niet.

    Vorige week liepen we 's avonds laat naar huis terug vanaf een avondje mahjong-spelen.“Kijk, hij ligt er weer. Zullen we er even naartoe lopen en zien of hij wakker is?” “Oké.”

    Wij lopen samen naar de “slaapbank”. We kijken elkaar aan en moeten allebei vreselijk lachen. Wij kijken al meer dan een week naar een vergeten jas op een bankje. De lantarenpaal van een paar meter verderop werpt de schaduw van de prullenbak op de bank waardoor de jas een echt levend mens lijkt.

    Zo zie je maar.... niet alles is zoals het eruit ziet.

     

    Philo © 11/2012

    15-11-2012 om 23:37 geschreven door philo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Columns
    >> Reageer (18)
    06-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een gewone dinsdagochtend

    Een gewone dinsdagochtend.

    Kwart over acht. Ik loop het flatgebouw uit en zie blij verrast dat alle plassen weg zijn. Het is droog en er schijnt een vriendelijk zonnetje aan een prachtig bewolkte lucht. Ik adem diep in. Het ruikt lekker fris, het bedompte van de afgelopen week is helemaal weg. Ik word helemaal blij. Links voor me zie ik de reiger, die gisteren nog zielig met zijn kop ingetrokken zat te schuilen onder de druipende kastanje, statig rondstappen op zoek naar een lekker hapje. Hij lijkt geïnteresseerd in de verdwaalde scholekster die druk bezig is een worm uit de grond te trekken. Ik moet op weg dus heb geen tijd om de zien of er een confrontatie tussen de twee vogels plaatsvindt.

    Ik zoek een muziekje op mijn Ipod en kies voor de top100 feestnummers. En dat nog vóór negen uur 's morgens. Normaal luister ik die muziek alleen tijdens saaie klussen als strijken of afwassen zodat ik lekker mee kan zingen in m'n eentje. Ik loop naar het metrostation en krijg daar voor de deur een gratis krantje. Er staat een flinke rij mensen voor de kaartjesautomaat, maar ik kan meteen doorlopen naar de roltrap. Opeens schiet er iemand langs me heen. In een enorm tempo rent hij de trap op onderweg naar een metro die hij wil halen. Althans dat denk ik. Er is boven alleen helemaal nog geen metro. De jongen kijkt een beetje beduusd rond en gaat quasi geïnteresseerd kijken op het bord hoe laat de eerstvolgende komt. Het is op dit tijdstip best druk op het perron. Het zijn voornamelijk donker gekleurde mensen die duidelijk gewend zijn met dit vervoermiddel te reizen. Iedereen gaat volledig op in zichzelf en heeft geen oog voor zijn omgeving. Er wordt in het krantje gebladerd, in de telefoon gepraat en voor zich uit gestaard. Het lijkt ook alsof ieder zijn eigen vaste plekje op het perron heeft. Vanaf de roltrap wordt doelbewust gelopen in een zekere richting en op een zeer speciale plaats (hoe bepaald weet ik niet) gaat men staan, werpt een blik op de rails (komt er al iets aan?) en zet zichzelf in de wachthouding. Als de trein komt binnenrijden komen al die mensen in beweging en lopen vervolgens naar een door hunzelf van tevoren uitgezochte wagon om in te stappen. Iedereen heeft een vaste plaats lijkt het, de deuren sluiten en de trein vertrekt. Bij elke volgende halte lijkt het een vast ritueel. Er lopen mensen doelbewust in en uit. Alleen het publiek verandert. Naarmate we meer in de buurt van het centrum van de stad komen, verschijnen er studenten en mannen in strakke pakken met een laptop tussen de andere passagiers. Toch is bijna iedereen op zichzelf gefocust. Het lijkt alsof niemand het in de gaten heeft dat de zon eindelijk weer vrolijk schijnt.

    Opeens is daar een stelletje vreemde vogels. Een jong koppeltje Italiaanse toeristen. Stadsplattegrond in de hand. Zij gaan volledig in elkaar op. Heel veel kleine kusjes. Een eindeloze tongzoen en ze blijven maar aan elkaar frutselen. Ze kunnen niet van elkaar afblijven. En opeens is iedereen in de metrowagon ook bij de les. Er wordt naar ze gekeken. Mensen kijken ook naar elkaar (met en zonder géne), er wordt gegrinnikt en de sfeer verandert in iets lente-achtigs. Twee haltes verder stapt het stelletje uit. Het scheelde weinig of ze kregen een afscheidsapplaus. Iedereen keerde weer terug naar zijn eigen ding en ik was bijna op de plaats van bestemming. De feestnummers klonken nog steeds in mijn linkeroor.

    06-11-2012 om 11:30 geschreven door philo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Columns
    >> Reageer (0)
    04-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Babyboomer

    Babyboomer!

    Ruim over de helft ben ik met mijn 58 jaar. Zo nu en dan heb ik het gevoel dat ik het allemaal wel zo'n beetje gezien heb. Waarom zou ik 100 moeten worden of 80 of zelfs 70 jaar? Zolang alles nog goed functioneert valt er genoeg te beleven, maar als het hier of daar stokt, wordt het een ander verhaal.

    Ik ben een babyboomer zeggen ze. Geboren in de periode 1945-1965. Men zegt dat mijn generatie vooral goed voor zichzelf gezorgd heeft. Ikzelf weet niet beter als dat ik, vanaf het moment dat ik werkte, belasting en premies betaald heb. Mijn grootouders en ouders ontvingen daar een AOW-uitkering van. Ik heb door mijn belastingafdracht meebetaald aan al die mooie wegen, waardoor er welvaart kon ontstaan. Onderwijs, het sociale verzekeringssysteem, sociale woningbouw, noem maar op. Ik heb ook mijn kinderen grootgebracht en ze geleerd op eigen benen te staan. Ze kunnen hun eigen broek ophouden en zijn van niemand afhankelijk.

    Opeens is het allemaal niet genoeg meer. Mijn generatie vormt de gevreesde grijze golf. Wij gaan geld kosten. Wij hebben straks verzorging nodig. Wij zijn niet meer productief.

    Wie beweert dat? Wij niet. Wij willen heus wel, maar vanaf het moment dat iedereen je gaat vertellen dat je het tempo niet meer kunt bijhouden, zou je er bijna zelf in gaan geloven.

    De pensioengerechtigde leeftijd wordt verhoogd. In mijn visie een ordinaire administratieve maatregel. Ik zou erg graag eens precies doorgerekend zien hoeveel mensen er nu werkelijk één of twee jaar langer doorwerken. De praktijk wijst uit, dat in het algemeen al niet meer in werknemers geïnvesteerd wordt als ze 55 jaar zijn. Waarom zou je een oude hond nieuwe kunstjes leren? Geld weggooierij.

    De VUT-regelingen zijn ontstaan omdat de jonge mensen een kans moesten krijgen op de arbeidsmarkt. Deze regelingen werden voor het grootste deel door de werknemers zelf betaald. En nu opeens heet het, dat we alleen aan onszelf gedacht hebben.

    Ja er is een deel van mijn generatie, dat met een erg goede ontslagregeling of zeer goed pensioen afscheid neemt van het werk. Geloof me, dat is maar een klein deel van het totaal. De meesten hebben flink bij moeten dragen aan pensioenfondsen om straks - als ze echt met pensioen mogen gaan - nog een beetje een leuk leven te kunnen hebben.

    Wat ik nu eens graag zou willen horen is wat de werkelijke oorzaak is van het komende financiële probleem m.b.t. de uit de hand lopende kosten voor de senioren.

    Zijn alle zgn. rekenmodellen verkeerd geweest in de jaren? Heeft men de situatie altijd onderschat of juist bijv. de inkomsten overschat. De diverse regeringen – van welke signatuur dan ook - hebben zich altijd laten adviseren door specialisten en wetenschappelijke adviesbureaus... Hebben die het dan allemaal te laat zien aankomen? Of is het misschien de angst geweest impopulaire maatregelen te nemen. Dat zou zomaar stemmen kunnen kosten en – belangrijker – pluche zetels.

    Mijn vader gebruikte vroeger de uitdrukking: "Regeren is vooruitzien." Heeft Nederland aan een collectieve bijziendheid geleden?

    Wie kan mij antwoord geven?

    04-11-2012 om 21:35 geschreven door philo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Columns
    >> Reageer (1)
    03-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Help... ik word verleid!

    Toen wij verhuisden naar een kleinere woning heb ik afscheid moeten nemen van stapels boeken. Een kleine selectie mocht mee naar het nieuwe huis. De verzameling kookboeken van mijn man. 37 boeken Het aanzien van... 1973 tot en met 2010. Elk huwelijksjaar één boek. De woordenboeken. Natuurlijk heb je op internet in no time een woord opgezocht, maar bladeren en lezen in een woordenboek is een heerlijke bezigheid voor een taalfreak als ik. Een paar sprookjesboeken, meegenomen vanwege de kleinkinderen. En dan die leuke, interessante "opzoekboeken", zoals ik ze noem. Naslagwerken over wereldgodsdiensten, over kaartspelen, reis- en natuurgidsen. Computerboeken niet te vergeten. En ook heel belangrijk een stapeltje leesboeken waar ik - om wat voor reden dan ook - geen afscheid van kon nemen.

    Er gingen zo veel boeken weg naar familie en vrienden, er werden er verkocht via internet en het restje (zeg maar de laatste berg) naar de kringloopwinkel. "Van nu af aan koop ik alleen nog héél bewust zo nu en dan een boek. Alleen nog met een bepaalde bedoeling. Speciaal uitgezocht en zeker een week over nagedacht." Dat zei ik nadat de laatste doos was afgeleverd.

    We hebben een tijdje overwogen een E-reader te kopen. Zo'n electronisch boek. Ik weet het niet. Er is geen een bladzijde die je om kunt slaan. Het ruikt niet vers als een nieuw boek. Het is koud kunststof. Je kunt er niet zomaar even dooreen bladeren en kijken hoe veel blaadjes het hoofdstuk nog telt. Alle boeken gaan hetzelfde voelen. Allemaal even dik en even groot. Even glanzend. Altijd dezelfde kleur. Is het je wel eens opgevallen hoeveel kleuren wit er zijn? Zes bladzijden uit zes verschillende boeken en zes verschillende kleuren wit. En de structuur van papier kan ook zo verschillend zijn.

    Wat wel een groot voordeel is van een E-reader, is dat je heel veel verschillende boeken in één apparaat kan stoppen. Het neemt niet veel ruimte in. Lijkt me ideaal voor de vakantie. Maar dat is ook het enige.

    Als ik nu, twee jaar na dato, om mij heen kijk, zie ik dat er heel stiekem weer een paar stapeltjes boeken zijn ontstaan. De oogst van de laatste 5 maanden... Twee thrillers gekregen met mijn verjaardag. Een biografie van een heldin. Twee poëzie-bundeltjes van iemand die ik bewonder. Een boek over Mandala's en een boek over kleuren (een nieuwe hobby). Een boekje met ZEN-wijsheden (cadeautje). Een reisgids over het gebied waar we naartoe gaan op vakantie. De laptop gaat wel mee, maar het is toch veel leuker om met een boek in de hand voor die kathedraal te staan en dan op te zoeken wanneer en door wie hij werd gebouwd. Zeg nou zelf.

    De legers tot woorden gegroepeerde letters marcheren in duizendtallen mijn huis weer binnen. Het zijn verleiders. Zij willen gezien worden. Ze zijn hardnekkig en doortastend. Zij laten zich moeilijk bestrijden. Een enkele keer gebruiken ze afbeeldingen als afleidingsmanouvre, maar het blijven boeken. Als ik niet oppas word ik er steeds door verlokt, verleid en overvallen. Ik wil ze zo graag.Ik ben in de ban van boeken. Ik houd van boeken. Ik kan niet zonder boeken.

    Oh, had ik maar meer ruimte!!!

    Mijn redding... de Openbare Bibliotheek is héél dichtbij.

    03-11-2012 om 13:12 geschreven door philo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Columns
    >> Reageer (0)
    31-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oude-mensen-huis

    "Oma, woon je nu in een oude-mensen-huis?" Dat vroeg mijn kleinzoon van 4 jaar toen hij na de verhuizing voor het eerst in onze seniorenflat op bezoek kwam. Hij was via de hoofdingang het appartementencomplex binnengekomen en had beneden zijn ogen uitgekeken. Hij kwam langs de balie waar zijn moeder hem voorstelde aan de dienstdoende receptionist. Daarna liep hij langs een winkeltje, een kapsalon, de wasserette en een grote recreatieruimte waar allerlei mensen bezig waren. 

    Er werd koffie gedronken, er zaten mensen aan de bar en er werd gebiljart. Tegenover die ruimte was een kleinere kamer met een aantal computers waar ook mensen waren. Op weg naar boven kwam hij nogal wat dames met wit haar achter een rollator tegen. En mannen met een wandelstok. De scootmobiel die tegelijk met hem en zijn moeder in de lift naar boven ging vond hij wel heel handig. Hij vroeg aan mij of ik ook zo’n ding ging kopen. En mocht hij hem dan een keer lenen? Helaas voor hem… ik ben 57 en mijn man 68. De scootmobiel staat voorlopig nog niet op ons verlanglijstje.

    Na ons pensioen wilden we graag verhuizen naar een andere buurt. Wij kwamen uit een huis met trappen en dat ging een probleem worden. Mijn knieën doen het niet meer zo goed. Dus… een nieuwe levensfase op een nieuwe plek in een heel andere omgeving.  Wij wonen  nu in een aangepaste flat (o.a. brede deuren en een alarmsysteem) op de 5e etage met lift en met een prachtig groen uitzicht. Wij wonen in seniorengemeenschap (zo noemen ze dat,  55-plus).

    Ik ben waarschijnlijk met mijn 57 jaar de jongste bewoner; de oudste bewoner is 97 jaar. Er is hier een zeer bloeiend verenigingsleven. De recreatieruimte wordt zeer intensief gebruikt en wordt door velen beschouwd als hun tweede huiskamer. Het begint ’s morgens om 9 uur met koffie en loopt de hele dag door tot ’s avonds laat als de laatste biljarters de ballen opruimen en het biljart afdekken voor de nacht. Alles wordt gerund door vrijwilligers. Die vrijwilligers komen uit de bewonersgroep zelf. Er is iemand die voor het aquarium zorgt, iemand die de bingocadeautjes koopt en een heel team om de bar te bemannen. Er zijn talloze taken en iedereen draagt zijn steentje bij.

    Inderdaad, er zijn mensen met een wit hoofd en een rolstoel, rollator of wandelstok, maar er is ook een heel actieve fietsgroep. En twee wandelgroepen. Het prettigste van alles is dat niets moet en er heel veel mag. Je kunt heel eenvoudig contact maken met je buren en in een complex met 350 woningen zijn dat er nogal wat. Ikzelf ben nog niet toe aan allerlei contacten hier in huis. Ik doe vrijwilligerswerk buiten de deur, maar kom toch elke keer weer blij thuis in ons mooie flatje met een geweldig groen uitzicht en met allerlei voorzieningen bij de hand als dat echt nodig is. En op de gang groet ik iedereen zoals een goede buur betaamt.
    Philo©10/2010

    31-10-2012 om 00:00 geschreven door philo

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Columns
    >> Reageer (1)


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Archief per week
  • 03/12-09/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012

    Blog als favoriet !


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.nl - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jou eigen blog!