Ik ben Cientje, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Cientje.
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen (België) en mijn beroep is Huisvrouw NOOIT op rust en dienares van mijn kat.
Ik ben geboren op 21/04/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lezen Schrijven Dagtrips Bloggen en veel meer.
Ik ben de trotse moeder van 1 zoon en 1 dochter, en de supertrotse oma van 1 kleindochter. Ben ook de partner van een hele lieve man. Ik hoop hier leuke mensen te ontmoeten en een boel vrienden te maken.
Wil je nog meer weten over mij... Klik dan op bovenstaand plaatje
Vandaag
15 augustus, OLV Hemelvaartdag, is Moederdag in Antwerpen. Waarom wij
Antwerpenaren Moederdag (Wij noemen het Sainte-Marie of Moederkesdag niet
op de tweede zondag van mei vieren zoals overal elders in het land, weet ik
niet. Maar om te bewijzen dat niet enkel Antwerpenaars tegendraads zijn kan ik
jullie vertellen dat in Engeland Moederdag op de 4e zondag van de
Lente wordt gevierd. Frankrijk viert het op de laatste zondag van mei, tenzij
op die dag Pinksteren valt, dan wordt het de eerste zondag van juni. In Spanje
wordt Moederdag dan weer op de eerste zondag van mei gevierd. Zo zie je maar!
Maar met allen zijn we het er over eens, het is een unieke gelegenheid om de
moeders te verwenen. En met een applausje voor jezelf, dit gedicht voor alle
moeders.
Een
vogel in de wind
een blij en lachend kind,
Moeder, een zorgzaam mens
zonder verlangen, zonder wens!
Geen onderscheid makend
dag en nacht steeds wakend,
Altijd bereid en opgetogen
over fornuis en wieg gebogen!
Je rijkdom zijn wat bloemen
kinderen, die je moeder noemen,
Zij betekenen meer dan goud
omdat je zoveel van hen houdt!
Eenvoudig,moedig en simpel
verdien je vast een wimpel,
Moeder, maar ook zonder
noem ik je een wonder!!!!!!
Geniet volop van deze dag.
Ik wens jullie
alle geluk en voorspoed,
een warm hart, een blije lach.
Rozen mogen U omgeven,
bloemen mooi en zacht.
Ze verspreiden geur in t
leven
en verdrijven alle klacht.
Zonder doornen geen rozen,
is een spreekwoord waar en klein.
Moge er voor u vele rozen
en slechts weinig doornen zijn.
Hallo lieve
blogvrienden!
Hoor de wind waait door de bomen, hier in huis zelfs waait de wind
En ja ik weet dat dit uit een Sinterklaas liedje komt en dat ik daarbij twee
seizoenen voorruit spring, of achteruit, hangt er vanaf van welke kant je het
bekijkt. En nee, ik ben niet gek geworden, hoewel, wat niet is kan nog komen
natuurlijk, grijns grijns.
Het is het weer dat gek geworden is mijn gedacht!
Op drie machtige en prachtige bomen kijk ik hier vanuit mijn raam. Hun dichte
bladerdek biedt me een privacy waardoor ik s avonds nooit de gordijnen hoef te
sluiten om ongewenste blikken buiten te houden. Maar nu zwiepen hun takken tot
tegen mijn raam en vrees ik een beetje dat ze zo meteen ongevraagd zullen komen
binnenvallen.
Lucht
drijft duchtig
verder, verder
zoeft over meren
zweeft door bergen.
Wolken woeien.
Waaiend
weeft de wind
een spoor.
Door de hoge bomen
het libretto
van een koor
Hebben jullie ook
genoten van de openingsceremonie van de Olympische spelen in Peking? Ik anders
wel! Je zou er bijna door vergeten dat er enorm veel armoede is in China en dat
de mensenrechten er heel vaak met de voeten wordt betreden.
One Dream, One World is het thema van deze spelen en een heel mooie gedachte. Een
gedachte waar ik heel graag in wil geloven. Helaas zal het nog niet voor meteen
zijn. Daarvoor zijn geldzucht en machtswellust te sterk aanwezig in deze
wereld.
Hoorde daarnet op
het weerbericht dat vanaf woensdag aanstaande de temperaturen nog wat zullen
dalen. Ik vind het verdorie nu al niet te warm meer. Je mag me een sentimentele
oude zeur vinden, maar de zomers van vroeger waren volgens mij toch veel beter.
De zomers waren warm en de winters waren koud zoals het hoorde. Nu kan je van
de zomer noch van de winter op aan. Het lijkt wel of het een gans jaar herfst
is, met enkele bijzondere uitschieters dan.
Nu ja, ik laat het
toch maar niet aan mijn hart komen. Kan ik niet met een goed boek op het balkon
genieten van de zon, dan doe ik maar de strijk die ik van de week heb
uitgesteld wegens te warm. Van de nood een deugd maken noemen ze dat en daar
ben ik deze zomer al heel bedreven in geworden.
Al bij al wens ik
jullie een heel fijn weekend toe.
De wreedheden die sommige mensen dieren aandoen is
onvoorstelbaar voor een redelijk denkend mens. Er is geen diersoort op de
wereld te vinden die niet al kennis heeft gemaakt met de wreedheden van de
mens. In de vakantieperiode komt dit helemaal tot uiting. Zo las ik onlangs op een
blog dat een man zijn hond wilde achterlaten in een bos om ongestoord op
vakantie te vertrekken. De hond, trouwste vriend van de mens, liep echter
achter zijn wagen aan. De beestenbeul wist er dan maar niets beters op te vinden dan de hond
met een koord om zijn hals aan de trekhaak van zijn auto te binden en vol gas
te geven en het dier alzo meters voort te slepen over de grond tot het de geest zou geven. Ik vraag je, hoe
kun je dat doen als mens met een weerloos dier. Wat voor mens ben je dan?
De dierenasielen zitten rond deze tijd weer overvol, en zij zijn dan nog de gelukkigen want
misschien vinden deze weggeworpen dieren ooit weer een goede thuis. Moest ik
niet veel mensen kennen die hun huisdier echt lief hebben en tot hun laatste
snik liefdevol verzorgen, ik zou het geloof in het mensdom totaal verliezen.
En dan spreek ik nog niet over wat dieren moeten lijden om
te eindigen op een bord. Hoeveel dieren zijn al niet ten prooi gevallen aan de
consumptiemaatschappij? Zet twee moordenaars in een comfortabele cel bij mekaar
en alle mensenrechtenorganisaties staan op hun achterste poten, maar zestigduizend
kippen opgesloten in een schuur komen enkel in het nieuws nadat ze levend
verbrand zijn.
Ik ben geen veganist of vegetariër maar een verwoede vleeseter
ben ik ook niet. Voor mij zou een dier van ouderdom mogen sterven voor ik het,
misschien, opeet, want er zijn zoveel lekkere dingen om te eten zonder dat een
dier erom moet lijden.
Er was eens een koning, machtig en
groot,
die had slechts één vijand en dat was de dood.
Waarom moest de dood toch zijn leven bederven,
waarom was hij zo bang, zo bang om te sterven?
De koning ontbood toen al zijn
geleerden,
die te paard en per koets aan het hof arriveerden
morgen, geleerden, zei de koning beleefd
ik zit met een vraag waar niemand antwoord op heeft
De jongste geleerde, een ijdele
snaak
riep: vraagt u maar Sire, vraagt u maar raak.
Wilt u soms weten hoeveel sterren er zijn?
Of hoe zwaar al het zand weegt van de grote woestijn?
Of hoe de belasting massaal wordt ontdoken?
Of hoe maar toen werd hij abrupt onderbroken
welnee, zei de koning, een tikje afwezig
waarom gaan we dood? Kijk, dat houdt mij bezig
Niet één der geleerden had zon
vraag verwacht
al sla je me dood, zei de jongste heel zacht.
De oudste geleerde nam toen het woord
en zei: sommige mensen worden vermoord
anderen komen per ongeluk om,
maar de meeste sterven van ouderdom
De koning zei kribbig: ja, dat wist ik al lang.
Maar wat is de dood? Waarom ben ik zo bang?
De knapste geleerde zei toen: mag
ik soms even?
Misschien moet u, Sire, met de dood leren leven
De koning sprong op, zn woede was groot,
en hij schreeuwde: ik eis een antwoord, wat is de dood?
Toen sprak een geleerde met veel
fantasie:
zal ik eens vertellen, hoe ik dat nu zie
de dood komt je halen, de dood raakt je aan
dus de dood moet in levende lijve bestaan
we moeten hem vangen, dan zijn we eraf
leve het leven en weg met het graf
ach, de dood, zei de knapste,
is niet te verslaan
want als je hem aanraakt, dan ga je eraan
Toen kreeg de koning een schitterend plan
Hij zei: ik ken een stokoude, doodzieke man
hij heeft, schat ik, nog maar een uurtje te gaan
dus de dood komt hem halen, de dood komt eraan
we bouwen een glazen kooi om zijn bed
en de deur wordt uitnodigend open gezet
is de dood eenmaal binnen op weg naar zijn prooi
dan sluiten we vlug de deur van de kooi
Aldus werd besloten, men ging aan
de slag
En de dood werd gevangen, nog diezelfde dag
Somber en treurig zat hij achter het glas
Alsof hij een levend museumstuk was
Nog nooit was het volk zo gelukkig geweest
Jaren en jaren vierde men feest
Maar op den duur ging het feesten
vervelen
en ging men gevaarlijke spelletjes spelen
Men sprong van torens, in diepe ravijnen
Men stoeide met leeuwen en met wilde zwijnen
Men dronk liters en liters vergiftigde wijn
en voerde wat oorlog, gewoon voor de gein
En niemand ging dood, geen mens ging verloren
Maar er werden wel steeds meer babys geboren
Het werd als maar drukker, men
kreeg het benauwd,
er werden zelfs mensen de zee in gedouwd,
en 100 jaar later was de lol ervan af,
en ging men weer verlangen naar de rust van het graf.
De koning dacht: goed, ik ben niet meer bang
maar ik vind alles zo saai en ik regeer al zo lang
Opnieuw riep hij toen de geleerden
bijeen
en zei: wat een ellende, waar moet dat heen?
De knapste geleerde, inmiddels zon drie eeuwen oud
zei: bevrijdt toch de dood, want zo gaat het fout
Maar de jongste geleerde zei: ja,
maar wie laat hem los?
Wie de deur opendoet is als eerste de klos
De koning stond op en zei theatraal:
laat mij het maar doen, gegroet allemaal,
mijn angst voor de dood is nu wel genezen
ik heb, geloof ik, meer van het eeuwige leven te vrezen
Hij schreed naar de kooi, machtig en
groot,
en stierf in de armen van de gretige dood,
leve de dood, riep het volk dolgelukkig
En ze leefden nog lang en stierven gelukkig
We nemen te vaak als vanzelfsprekend aan dat de ander het ook zo
wel weet zonder veel woorden.
We laten het immers toch blijken door de vele
kleine attenties!?!
Het lijkt wel of we door die drie kleine woordjes hardop te zeggen ons
kwetsbaar opstellen.
En dat is wel het minste dat we willen, kwetsbaar zijn.
En dan plots op
een dag is hij/zij weg.
Voorgoed weg.
En je wilt het wel uitschreeuwen.
Ik hield van je!
Maar je fluistert het enkel
maar uit voor jezelf.
En in die drie kleine gefluisterde woorden klinkt een immens heimwee.
En spijt.
Heimwee naar elke gelegenheid die je voorbij hebt laten gaan.
Spijt voor elke keer
dat aarzelend je blik neersloeg en zuchtte,
ach, hij/zij weet het zo ook wel.
Maar het is te laat.
Vandaag is een even goede dag als alle anderen om de draad
hier weer op te nemen.
Wanneer de drukte van en na de begrafenis en alle administratieve rompslomp
achter de rug is, dan pas voel je de leemte. Dan pas begin je je vragen te
stellen en komt er een zeker schuldgevoel naar boven. Ben ik wel dankbaar
genoeg geweest? Heb ik genoeg gedaan? Ben ik vaak genoeg op bezoek geweest?
Ik nam het me heel vaak voor toen hij nog leefde en stelde het bijna even vaak
weer uit. Omdat ik het druk had of omdat die ene boodschap zo dringend was.
Ach, pa snapt het wel, ik ga zeker volgende week. En pa snapte het!
En nu kan
het niet meer. Ik besef het ten volle wanneer ik lvoorbij de lege woning kom en
de neergelaten rolluiken zie. Niet meer kunnen binnenwippen voor een kopje
koffie en een praatje. Nooit meer!
Tijd
is te traag voor hen die wachten, te snel voor hen die vieren, te lang voor hen die rouwen, te kort voor hen die genieten
en een eeuwigheid voor hen die
liefhebben
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
SCHRIJVEN IS EEN MANIER OMTE PRATEN ZONDER ONDERBROKEN TE WORDEN (J.RENARD)