Sectie Schoolpsychologen/ Basis, Speciaal en Voortgezet Onderwijs Vrijdag 14 januari 2005xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Verslag lezing drs. M. Güldner vrije universiteit Amsterdam en paedologisch instituut Duivendrecht
Veilige en onveilige hechting
Definities van hechting:
- Bowlby; Lasting psychological connectedness between human beings
- Ainsworth en Bell; An effectional tie that one person or animal forms between himself and another specific one a tie that binds them together in space and endures over time.
- Klaus en Kenell; crucial for survival and development of the infant.
Gehechtheid
Hechtingsgedrag is een aangeboren behoefte bij iedere baby. Hechting is als baby belangrijk om te overleven.
Complementair aan dit hechtingsgedrag is het (ver)zorgende en regulerende gedrag van de ouder(s).
Sensitieve afstemming, 'affect-attunementvan de ouder(s) leidt bij de baby tot vertrouwen in de beschikbaarheid van de ouder(s)
De aard van de gehechtheidrelatie is het resultaat van interactie tussen baby en ouder(s) tijdens het eerste levensjaar.
Ontwikkeling in gehechtheid
- pre-hechtingsfase
o oriëntatie en signalen zonder onderscheid des persoons
o weinig discriminatie tussen of signalen voor een specifieke verzorger
- hechting in wording
o oriëntatie en signalen gericht op een of enkele specifieke personen
o ontwikkeling van (relatieve) voorkeur voor verzorger
o ontwikkeling van cognitieve vaardigheden die vereist zijn voor de hechting
- hechtingsgedrag wordt zichtbaar
o actief nabijheid zoeken
o motorische ontwikkeling
o angst voor vreemden neemt toe
o persoon permanentie
- hechting proper
o handhaven van nabijheid tot een specifieke verzorger door middel van beweging en signalen
o hechtingspersoon biedt veiligheid en troost
o separatie veroorzaakt heftig protest
- goal-corrected partnership (peuterperiode)
o bewustwording dat hechtingspersoon eigen doelen, behoeften en wensen heeft
o mentale representatie(s) van gehechtheidrelatie(s)
o toegenomen autonomie vereist opnieuw ouderlijke bescherming
Vaders
Overeenkomstig hechtingsgedrag van het kind t.a.v vaders en moeders. Wel zijn verschillen te onderscheiden in de rollen tussen vader en moeder
- Vader is voor het kind de speelkameraad. Vaders zijn erg belangrijk bij de fase dat het kind zich kan los makenvan de moeder.
- Moeder is voor het kind de trooster
Gehechtheid een andere indeling
- non-attachment disorder
o emotioneel geremde, teruggetrokken type
o a-selectieve (indiscriminately social) type
- disordered attachment disorder
o met extreem aanklampend gedrag en geremdheid
o met te vrij exploratie en risicovol gedrag, zonder contact te houden met de verzorger
o met de neiging van het kind zich te bekommeren over het emotionele welbevinden van de verzorger
- disrupted attachment disorder
o verdriet en rouwreactie van het kind op het verlies van de verzorger
Onveilige hechting en reactieve hechtingsstoornis
- Onveilige hechting is niet gelijk aan psychopathologie. 40 a 45% van de kinderen is onveilig gehecht. Onveilige hechting is een risicofactor voor het disfunctioneren van het individu
- Reactieve hechtingsstoornis verwijst naar mishandeling en/of verwaarlozing. Komt overeen met non-attachment disorder. Het is een extreme vorm van onveilige hechting.
Etiologie
- Hechtingsstoornis; hierbij gaat het om heftige mishandeling/verwaarlozing vanaf jonge leeftijd; in de 1e levensjaren (0-2)
Deze periode is cruciaal voor het ontwikkelen van een hechtingsstrategie.
Het gaat hierbij om het ontbreken van een consistente en responsieve verzorger
- Er is geen lineair verband tussen de ernst van de verstoring van gehechtheid en de ernst van de reactieve hechtingsstoornis.
- Mishandelde kinderen hebben op alle leeftijden een grotere kan onveilig gehecht te zijn
- Psychische stoornissen bij ouders
- Aandachtstekort en hyperactiviteit komt voor bij hechtingsstoornissen. Dat bleek uit onderzoek in Australië.
Onveilige gehechtheid
Kan leiden tot structureel tekort in de ego-ontwikkeling. Bepaalde kenmerken zijn: snel overspoeld raken door gevoelens, gebrek aan interne veiligheid, lage frustratietolerantie, beperkte impulscontrole, verstoorde objectrelaties, kwetsbare zelfwaardering en problemen in het contact met leeftijdsgenoten.
Prognose
Vanuit het gehechtheidperspectief wordt gesteld dat: er een causale relatie is tussen aard van de gehechtheid en het vermogen om later affectieve bindingen aan te gaan en vol te houden.
Dit kan leiden tot:
- prikkelbaarheid, agressie, rusteloosheid, afleidbaarheid, aandacht zoekend gedrag, woede depressie.
- Gedragsproblemen, problemen in de impulscontrole, conflict en strijd met ouders, problematische relaties met leeftijdsgenoten
- Huwelijksproblemen, disfunctioneel ouderschap, sociale problemen, persoonlijkheidsstoornissen
De effecten in het cognitieve domein minder duidelijk.
Strategieën van emotieregulatie bij:
- Vermijdende gehechtheid
o Gedrag van de ouder:
§ De ouder negeert emoties van het kind
§ De ouder staat afwijzend t.o.v het kind
§ Kan beide meerdere oorzaken hebben
o Gedrag van het kind:
§ Vermijden van expressie van emoties
§ Overregulatie van emoties. Alle emoties moeten in toom gehouden kunnen worden. Kinderen kunnen hun emoties niet erg lang reguleren.
§ Cognitieve communicatie staat voorop
- Ambivalente gehechtheid
o Gedrag van de ouder:
§ Emotioneel onvoorspelbaar reageren op het kind
§ Soms wel en soms niet bekrachtigen van dwingend en eisend gedrag van het kind
o Gedrag van het kind
§ Zo veel mogelijk expressie van negatieve emoties
§ Daarnaast ook onderwerpend en ontwapenend gedrag
§ Deze twee gedragingen worden erg afwisselend getoond
§ Emotionele communicatie staat voorop
- Gedesorganiseerde gehechtheid
o Gedrag van ouder:
§ De ouder is voor het kind op hetzelfde moment zowel bron van angst als de enige bij wie het kind troost kan halen
o Gedrag van het kind
§ Het kind kan geen stabiele strategie vinden om de veiligheid en de aandacht van de ouder te verwerven. (-> in de groep van borderline)
o Kenmerken:
§ Afwijkingen in het reguleren van emoties en impulsen.
Hanteren van boosheid, destructief t.o.v. zichzelf, risicovol gedrag, door emoties van het moment gedreven
§ Afwijkingen in de aandacht of het bewustzijn
Dissociatieve momenten, depersonalisatie, alleen aandacht voor stimuli t.b.v. de bescherming van het zelf
§ Somatiseren
Buikpijn, hoofdpijn, bedplassen, broekpoepen
§ Afwijkingen in de zelfwaardering
Incompetent voelen, teveel schuld- en schaamtegevoelens, een houding van niemand begrijpt me
§ Afwijkingen in de waarneming van de ouder
Idealiseren van de ouder, preoccupatie met de mishandelde ouder. Vaak denkbeelden als; liever een mishandelende ouder dan geen ouder.
§ Afwijkingen in de relaties met anderen
Niet in staat zijn de ander te vertrouwen, zich zo gedragen dat het kind opnieuw slachtoffer wordt
§ Afwijkingen in betekenisgeving
Wanhoop en een gevoel van hopeloosheid, aan niks en niemand meer houvast beleven
Intergenerationele overdracht
Kind: Ouder:
- Veilig gehecht - Autonoom gehecht
- Angstig vermijdend gehecht - vermijdend gehecht
- angstig ambivalent gehecht - gepreoccupeerd gehecht (vaak met eigen ouders)
- gedesorganiseerd gehecht - gedesorganiseerd gehecht.
Uit afnames van autobiografisch interview bleek een correlatie van 0.65-0.75 tussen de hechtingstrategieën van kind en ouder(s).
De strategie van beide ouders zijn hierbij van belang.
Interne werkmodellen
Interne werkmodellen zijn mentale representaties die een kind heeft ontwikkeld van zichzelf in relatie tot de ouder(s)
Interne werkmodellen worden gevormd als gevolg van interactieve ervaringen in de primaire hechtingsrelatie(s)
Interne werkmodellen zijn gidsen in het anticiperen op en het aangaan of vermijden van het contact met de ander
Interne werkmodellen kleuren latere ervaringen, waarnemingen en interpretaties van gebeurtenissen.
Emoties en gehechtheid
Cognitie helpt emotie te structureren. Emoties moeten erkend worden.
- Veilige gehechtheid. Expressie van behoefte aan veiligheid en troost
- Vermijdende gehechtheid. Beperken expressie van behoefte aan veiligheid en troost.
- Afwerende/ambivalente gehechtheid. Overdrijven expressie van behoefte aan veiligheid en troost (ook bij vreemden).
- Gedesorganiseerde gehechtheid. Ontbreken van consistente expressie van behoefte aan veiligheid en troost.
Veilige gehechtheid door experiment; strange situation.
- Hierbij wordt moeder gebruikt als veilige basis voor exploratie
- Kinderen tonen vrij hun behoefte aan bescherming en troost
- Delen van affect met moeder bij vertrek en terugkeer
- Gerichtheid op hernieuwd exploratie.
Het kind weet adequate reacties aan de verzorger te ontlokken waardoor het eigen gedrag als effectief wordt beleefd.
Hechting; resultaat interactie kind verzorger. Temperament speelt een rol in deel van het hechtingsgedrag.
Door onderzoek met strange situation soort hechting gepaard met diverse reacties.
- Veilig gehechte kinderen
Exploratie en nabijheidzoekend gedrag in balans. Wel stress zichtbaar, maar kinderen laten zich snel troosten.
- Vermijdend gehechte kinderen
Minimaliseren van nabijheidzoekend gedrag en kinderen tonen hun emoties weinig.
- Afwerend/ambivalent gehechte kinderen
Maximaliseren van nabijheidzoekend gedrag. Aantrekken/afstoten strategie
- Gedesorganiseerd gehechte kinderen
Chaotisch en angstig gedrag zonder coherente strategie
Verslag door Janine van Sluyters
|