gedachtenloos loop ik rond, niet wetend wat er komt. mijn hart doet pijn, wou dat het anders kon zijn. niet veel kan mij nog boeien, elke dag is knoeien. blijven staan met pijn, blijkt niet zo'n fijn leven te zijn. klagen heeft geen enkel nut, 'k moet strijden voor wat fut. als de dag langzaan weer verdwijnt, zal ik weer even wat gelukkig zijn.