Kinderen beïnvloed door angst van moeder tijdens zwangerschap
De mate van angst die een moeder ervaart tijdens haar zwangerschap beïnvloedt de wijze waarop haar kinderen informatie verwerken. De invloed is vooral merkbaar als de kinderen op zichzelf aangewezen zijn om beslissingen te nemen en minder bij opdrachten waarvoor het kind niet zozeer een beroep moet doen op eigen strategieën. Dat blijkt uit het doctoraatsonderzoek van Maarten Mennes van de K.U.Leuven-onderzoeksgroep voor Gezondheidspsychologie.
Verklaring hyperactiviteit Mennes bouwde verder op een onderzoek dat twintig jaar geleden werd opgestart door Bea Van den Bergh. Zij ondervroeg toen een aantal zwangere vrouwen over hun emotionele toestand tijdens de zwangerschap en onderzocht later de kinderen. Van den Bergh toonde hierbij aan dat een deel van de aandachtsproblemen en hyperactief gedrag bij kinderen verklaard kan worden door de mate waarin de moeder angst ervaart tijdens de zwangerschap.
Beïnvloeding Mennes onderzocht de ondertussen 20-jarige jongvolwassenen uit dezelfde studie en toonde met hersengolfmetingen en hersenscans aan dat de mate van angst die een moeder ervaart tijdens de twaalfde tot de 22ste week van haar zwangerschap de prestatie van deze adolescenten negatief beïnvloedt. De hersenscans tonen bovendien een ander werkingspatroon van de hersenen aan.
Belang foetale fase Hoewel het verband tussen de angst tijdens zwangerschap en de ontwikkeling van het kind niet leidt tot ernstige aandoeningen onderstrepen de resultaten andermaal het belang van de foetale fase voor onze verdere ontwikkeling.
Preventie Mennes pleit voor preventiemaatregelen rond stress en angst tijdens de zwangerschap. Verder onderzoek moet uitwijzen of vermindering van werkdruk tijdens de zwangerschap, verbeteren van steun in de omgeving en relaxatie-oefeningen de gevonden effecten kunnen verminderen. (belga/ka)
|