بسم الله الرحمن الرحيم
Voorzeker, alle lof is aan Allah. We prijzen Hem en vragen Zijn hulp. We vragen Zijn vergiffenis en we zoeken onze toevlucht bij Hem tegen het kwaad van onze eigen zielen en voor de slechtheid van onze daden. Ieder die Hij leidt, zal nooit dwalen, en ieder die Hij laat dwalen, zal nooit leiding vinden. Ik getuig dat er geen illah is dan Allah, Hij is de enige, Hij heeft geen partner, en ik getuig dat Mohammed Zijn dienaar en Zijn boodschapper is. Moge de vrede en zegeningen van Allah over hem zijn, over zijn familieleden, zijn metgezellen en over degenen die hem volgen in vroomheid tot de Dag des Oordeels. De beste woorden zijn die van Allah en de beste leiding is die van Mohammed (Sallalhoe 3alaihie wa Sallam) het ergste kwaad is de innovatie in de religie; elke innovatie is een dwaling; en elke dwaling eindigt in de Hel.
Islam bestaat uit 5 pilaren:
De eerste bestaat uit de shahadah (tawhied), daarna de salat, ramadan, zakaat en de bedevaart naar Mekka als je ertoe in staat bent.
Tawhied in het kort:
In Surah Mohammed (47 aya 19)
Weet dat er geen illah is (die het waard is om aanbeden te worden) dan Allah.
Dit is het eerste fundament in het geloof in tawhied (eenheid en uniciteit van Allaah). Allah is Eén in Zijn heerschappij, Eén in Zijn godheid en Eén in Zijn daden en namen en eigenschappen. Niets is zoals Allah. Wanneer iemand Allah accepteert als de enige ware God die het recht heeft op aanbidding, dan moet hij alle aanbidding naar iemand (of iets) anders tenietdoen. Dat is de betekenis van laa illaha illah Allaah: er is geen ware god behalve Allah. Het is samengesteld uit een ontkennend en een bevestigend zinsdeel. Het zinsdeel 'behalve Allah' bevestigt dat Allah de enige ware God is die het recht heeft aanbeden te worden. En het verwerpen van alles wat daarnaast aanbeden kan worden is het ontkennende zinsdeel.
Illah, Rabb, Deen en 'Ibadah zijn vier termen die de basis vormen van de hele leer van de Qor'an. In al zijn bladzijdes wordt keer op keer de nadruk gelegd op: dat de Almachtige Allah de Rabb en Illah is; dat er geen illah is dan Hij, noch dat er een andere Rabb is, noch dat Hij de kwaliteiten en eigenschappen (die in deze termen zijn ingesloten) met iemand anders deelt. Hij en Hij alléén zou daarom geaccepteerd moeten worden als iemands Illah en Rabb. Niemand anders zou geloofd moeten worden, dat zij de eigenschappen die deze woorden bevatten bezitten. Het eist ook van ons dat we onze ibadah aan Hem en Hem alléén moeten geven en niet aan iemand anders, en onze deen exclusief voor Hem moeten maken en alle andere deens verwerpen!
In Surah Loeqman (31 aya 25)
En Wij stuurden niet één van de Boodschappers vóór jou, of Wij openbaarden aan hem dat er geen andere illah dan Ik is, geef daarom jou 'ibadah aan Mij alleen.
In Surah An Nahl (16 aya 36)
En voorzeker, Wij hebben aan iedere gemeenschap een Boodschapper gezonden (die zei) "Geef je 'ibadah aan Allah alleen en houdt afstand van de Thaghoet."
Het zou echter duidelijk moeten zijn, zelfs van de gegeven citaten, dat het essentieel is voor het juiste begrip van de leerstellingen van de Qor'an om volledig de implicaties van deze vier termen te begrijpen. De Qor'an zal in feite zijn hele betekenis verliezen voor elke persoon die niet weet wat er bedoeld wordt met Illah of Rabb, wat 'ibadah constitueert en wat de Qor'an bedoelt wanneer het woord deen wordt gebruikt. Hij zal falen om te leren wat Tawhid (geloof in de éénheid van Allah in zijn volle betekenis) is en Shirk, wat het tegenovergestelde ervan is.
De reden waarom de bovenstaande misvattingen zijn ontstaan; is een historische reden. Toen de Qor'an voor het eerst aan de Arabieren werd gepresenteerd, wisten zij allemaal wat er werd bedoeld met illah en rabb; aangezien deze woorden al in hun eigen taal gangbaar waren. Het waren geen nieuwe termen, noch werden er nieuwe betekenissen aan hen verbonden. Zij wisten heel goed wat de betekenissen ervan inhielden. Toen er werd gezegd dat Allah alleen de Illah en de Rabb is en dat niemand zelfs de kleinste eigenschappen en kenmerken (die de woorden aanduiden) deelt; begrepen zij meteen de volle inhoud. Zij begrepen volledig, zonder enige twijfel of onzekerheid, wat specifiek aan Allah exclusief behoorde en wat aan anderen werd ontkend. Degenen die de voorschrift verwierpen waren zich heel goed bewust wat betreft de implicaties van het verwerpen van anderen dan Allah als illah en rabb (in elk opzicht). Terwijl degenen die het accepteerden evengoed begrepen wat zij moesten opgeven door hun acceptatie en wat zij moesten doorstaan.
Hetzelfde geldt voor de woorden deen en 'ibadah, die algemeen werden gebruikt. De mensen wisten wat er werd bedoeld met 'abd; wat voor een toestand 'uboodiyyah (toestand van het zijn van een 'abd) inhield; naar wat voor een soort houding gerefereerd werd wanneer het woord 'ibadah werd gebruikt en wat de betekenis van de term deen was. Toen hen dus werd verteld om hun 'ibadah op te geven voor al het andere en dit exclusief voor Allah te reserveren en alle andere deens op te geven en slechts de Deen van Allah alleen in te treden; hadden zij geen moeilijkheid in het concluderen van wat de Qor'anische d'awah (boodschap) impliceerde en wat voor een drastische revolutie het in hun manier van leven teweeg zou brengen.
Naar gelang de eeuwen passeerden, onderging de ware betekenis van deze termen geleidelijk subtiele veranderingen; zodat in de loop van de tijd, in plaats van de volle betekenissen ze slechts voor beperkte betekenissen en vage concepten kwamen te staan. Een reden was de geleidelijke afname van de intresse in de Arabische taal. De andere reden was dat de woorden ophielden met het hebben van dezelfde betekenissen voor de latere generatie Moslims, zoals die voor de originele Arabieren aan wie de Qor'an werd geopenbaard. Het is met name door deze twee redenen; dat in de recente woordenboeken en commentaren vele van de Qor'anische woorden niet bij hun originele betekenis worden uitgelegd, maar bij de betekenis waar zij in de loop van de tijd voor stonden, bijvoorbeeld:
Het woord illah, zoals wordt gebruikt met betrekking tot anderen dan God, kwam synoniem te staan voor idolen of goden;
Het woord rabb kwam te staan voor de betekenis van slechts iemand die opvoedt of grootbrengt of een ander voedt of voor zijn wereldlijke behoeftes zorgt;
'Ibadah begon begrepen te worden als de verrichting van een set rituelen van "aanbidding";
Deen begon te betekenen: een religie of het geloof in bepaalde voorschriften;
In Surah Ali Imran (3 aya 51)
Voorwaar, Allah is mijn Rabb en jullie Rabb, geef dus je 'Ibadah aan Hem alleen; dit is het recht Pad.
Ieder die meer dan een cursus studie maakt van de Qor'an, zal gauw merken dat de hele inhoud alleen rond deze vier termen draait en dat het centrale idee van het hele boek is: Allah is de Rabb en de Illah. Niemand anders bezit de kwaliteit en eigenschappen die deze termen bevatten. Daarom zouden de mensen hun 'Ibadah aan Hem en Hem alleen moeten geven en iemands dien zou exclusief voor Hem moeten zijn, zonder deelgenoten hierin.
Allah is de Rabb en de Illah. Er is geen Rabb en geen Illah behalve Hij. Aan Hem Alleen doen wij 'Ibadah. Alleen Zijn Deen adopteren we en volgen die oprecht.