Over het algemeen heb ik, nu ruim 2 jaar na het sterven van Jan een ander soort verdriet gekregen over zijn dood. Het is niet zo scherp en bitter meer en vooral niet altijd meer aanwezig. Het is meer geworden als een wond waar een korst over aan het groeien is. De wond mag dan wel bedekt zijn, maar er is nog steeds een helingsproces gaande. Het is geen nieuw velletje wat er gekomen is, het is meer een tijdelijke bedekking. Het heeft z'n tijd nodig om te genezen. Het is precies als bij een echte wond, de ene mens geneest nu eenmaal sneller dan de ander. O, je hebt geleerd om er mee te leven en dat gaat ook best, maar soms wordt die wond opnieuw opengehaald. Dan voel je opeens die scherpe pijn van de wond weer. Het komt niet altijd door iets wat me aan Jan herinnert, nee, het kan iets heel anders zijn. Het is soms een melodie, iets heel moois wat ik zie waardoor de emoties weer omhoog komen, een uitspraak, soms gewoon de toon waarop iemand iets zegt. Maar het is altijd wel iets wat voor mij herkenning en herinnering oproept. Het gebeurde vanavond opnieuw toen ik de samenvatting zag van een herdenkingsdienst. Deze werd gehouden met de nabestaanden van de slachtoffers van de vliegramp bij Tripoli. Het was niet de muziek, het kwartet dat stemmige muziek speelde, de waxinelichtjes op het podium, het noemen van de namen; nee, het kwam door de verhalen van twee mensen. In het eerste staan drie volwassenen naast elkaar op het podium. Het zijn kinderen uit hetzelfde gezin. Na de dood van hun ouders kregen zij alle drie nog een kaart thuis van hun ouders, die verstuurt was voor het ongeluk. De zoon zei: een teken van leven Uit zijn mond klonk het heel cynisch, misschien bedoelde hij het heel anders, maar het klonk bitter. Ik vond het bijzonder. Voor mij was het alsof de ouders zeiden, wij zijn bij jullie, dit is ons teken van leven. Het andere verhaal raakte me nog veel meer. Net voor de reis had een echtpaar een familielid, die hun zaken zou regelen als er iets zou gebeuren, nog gesproken. 12 jaar geleden was dit al afgesproken en geregeld. De vrouw had de man daarover opgebeld of gesproken, zo begreep ik uit het verhaal. Zij had de man er nog even op gewezen dat die afspraak bestond. De dag van vertrek hadden zowel zij als haar man nog aantekeningen en aanpassingen in hun stuk gemaakt. Het stuk waarin alle wensen stonden. Een voorgevoel zei de commentator. Ik moest weer denken aan de laatste vier maanden van Jan's leven. Het was begonnen na de dood van Franta in september. We besproken, hoewel het heel moeilijk was, onze eigen begrafenissen, onze muziek, wat we wel en niet wilden. Jan heeft toen we eind november in Tsjechie waren, iedereen opgezocht die we kenden, een ruzie bijgelegd en heeft uitgebreid met iedereen wat gegeten en gedronken. Hij wilde perse een belofte aan een overleden vriend nakomen en eind december begon hij het adressenboek door te lopen. Hij belde met veel mensen, maar bij sommigen zei hij: nee, deze hoef ik niet te spreken. Ook wilde hij persé bepaalde geschenken aan mensen geven. Deze stonden te wachten op het "goede moment"; na de rit die hij zou meegaan naar Italie, een verjaardag... Dat heb ik tegengehouden omdat er helemaal geen reden was, om die dingen op dat moment te geven. Dit waren Jan's laatste toevoegingen. Ik zap weg, omdat die uitzending mij zoveel collectief verdriet laat zien en vooral voelen. Het komt als een golf over me heen en ik voel de scherpe pijn. Wat hebben die mensen nog een lange weg te gaan. Wat ben ik dankbaar dat ik deze al een stukje heb afgelegd. Even werd die wond weer opengehaald. Nee, hij is nog niet genezen...
|