Reactie van Stan Verdult op het afscheidssymposium van Piet Steenbakkers
Het Bijzonder Hoogleraarschap Spinozastudies van Piet Steenbakkers komt ten einde
Op het blog van Stan Verdult wordt op de bij Stan Verdult bekende wijze mopperend gereageerd op het programma van het opgemelde symposium. Zie bijgaande link.
Ook Stan Verdult vraagt zich (indirect) af wat er bereikt is gedurende het bijzonder hoogleraarschap van Piet Steenbakkers. Dit doet hij door op te sommen welke projecten door Piet Steenbakkers zijn aangekondigd, dan wel begonnen, doch nimmer tot afronding zijn gekomen.
Grappig in dit verband is, dat Stan Verdult opmerkt in zijn blog, dat Piet Steenbakkers er een hele hekel aan heeft om gefotografeerd te worden. Enerzijds maakt het wel gefotografeerd worden toch niet uit, immers echt bekend is Piet Steenbakkers toch niet. Anderzijds zal Piet Steenbakkers mogelijk bang zijn dat degenen die zijn aangekondigde projecten wel kennen, hem bij ontmoeting zullen vragen naar de afronding daarvan.
De heer prof. dr P.M.L. Steenbakkers heeft voor de Open Universiteit een cursus met de opgemelde naam verzorgd. Via bijgaande link kan de tekst van de cursus worden gedownload. Aanleiding van dit item is de aankondiging van het in september 2016 ingaande pensioen van Piet Steenbakkers. In het kader van dat afscheid wordt een afscheidssymposium gehouden met als thema: "Spinoza Research, To Be Continued". De agenda van dit symposium is te vinden via bijgaande link. Ook is via bijgaande link een overzicht van alle publicaties van de hand van Piet Steenbakkers te zien. De door Piet Steenbakkers beklede leerstoel, die vanwege de Vereniging Het Spinozahuis is ingesteld, bestaat sinds 2004. In dat kader was Piet Steenbakkers bijzonder hoogleraar sinds 2004 bij Erasmus Universiteit.
De vraag is gerechtvaardigd wat er sinds 2004 concreet is bereikt met de werkzaamheden van Piet Steenbakkers.
Spinoza had zo'n 160 boeken in zijn bezit. Een overzicht van de titels en daarbij behorende auteurs is opgemaakt door Rijks universiteit Groningen en is te downloaden vanaf de website van Het Spinozahuis. Zie bijgaande link. Reproducties van die boeken staan in het voormalige woonhuis van Spinoza in Rijnsburg. Zie voor verdere informatie ook de desbetreffende weblogs van Stan Verdult (links zijn bijgevoegd).
In een zgn. "Mededeling vanwege het Spinozahuis" nummer 5 uit 1939 met de titel "Spinoza en de Stoa" op bladzijde 2 geschreven door dr. K.H.E. de Jong wordt de naam van Wilhelm Dilthey vermeld, als zijnde degene die het verband tussen Spinoza en de Stoa heeft gelegd. Wilhelm Dilthey heeft een diepgravend werk geschreven over Friedrich Schleiermacher, die de filosofie van Spinoza verwerkt heeft in zijn eigen filosofie.
Wilhelm Dilthey (1833 - 1911) schreef "Aus der Zeit der Spinoza-Studien Goethe's"
In het kader van enige blogs over Spinoza en interpretatie, passen heel goed een paar blogs over deze Duits historicus, psycholoog, socioloog en filosoof die vooral bekend is als degene die naast de natuurwetenschappen een eigen plaats opeiste voor, zoals hij ze noemde: geesteswetenschappen. Hij hield zich zeer bezig met het ontwikkelen van hermeneutiek als manier van verstaan. Als samenhang van beleving, de uitdrukking ervan en het vervolgens verstaan ervan. Verstaan, verstehen, zag hij als het inleven in en nabeleven van een in een uitdrukking geuite beleving van een ervaring. Het uiten gaat van binnen naar buiten; verstaan beweegt zich in omgekeerde richting: van waarneembare uiting naar begrip van betekenis, van buiten naar binnen. Verstaan is een (poging tot) reconstructie van betekenis. We kunnen verstaan omdat we in een domein van gemeenschappelijkheid opgroeien.
Aan de geesteswetenschappen lag juist het ervaren, beleven, uitdrukking geven daaraan en het verstaan daarvan ten grondslag. Daarbij had zijn hermeneutiek oog voor historiciteit: ervaringen en belevingen gebeurden niet in een luchtledig, maar op een bepaalde tijd en in een bepaalde cultuur in een historische context. De werkelijkheid zoals we die ervaren is altijd een op een bepaalde wijze beleefde werkelijkheid, verbonden met praktische doeleinden en veelal ook met een esthetische waardering. Het subjectief ervarene is niet alleen iets persoonlijks, maar heeft culturele en historische dimensies. Hij zag de mogelijkheid voor, door geesteswetenschappen te ontdekken, objectieve waarheid op dit vlak. Daar het object van de geesteswetenschappen hemelsbreed verschilde van dat van de natuurwetenschappen, lag daarin hun bestaansrecht.
Dit artikel is van de hand van Stan Verdult. Zie zijn weblog.
Tractatus theologico-politicus(link is external), continens dissertationes aliquot, quibus ostenditur libertatem philosophandi non tantum salva pietate et reipublicae pace posse concedi, sed eandem nisi cum pace reipublicae ipsaque pietate tolli non posse. Hamburg: H. Künraht [Gedrukt door Israël de Paull, Amsterdam], 1670.
[Redactie door J. van Vloten]:Ad Benedicti de SpinozaOpera quae supersunt omnia supplementum (link is external): continens Tractatum hucusque ineditum de deo et homine, Tractatulum de Iride, Epistolas nonnullas ineditas, et ad eas vitamque philosophi collectanea : cum philosophi chirographo ejusque imagine photographica, ex originali hospitis H. van der Spijck. Amsterdam: Muller, 1862
Met deze tekst toont Spinoza aan dat de vrijheid van filosoferen een onmisbaar onderdeel is voor de vrede in de staat. Hij gaat in op profetie en wonderen; God spreekt door de profeet en profetie ontleent haar gezag aan het gegeven dat zij door God is geïnspireerd. De profeet bewijst dus niet, maar beweert: hij eist de waarheid voor zich op, zonder deze te ondersteunen met een bewijs. Hij gaat in op de onmogelijkheid van een adequate Bijbelinterpretatie en de scheiding van filosofie en theologie en sluit het traktaat af met een betoog voor de geleidelijke invoering van de democratie.
Aan dit werk heeft Spinoza de laatste twee jaren van zijn leven besteed. Sprak hij in het Theologisch-politiek traktaatnog over het maatschappelijk contract, nu vervangt hij dat door passies, belangen en instellingen.
Het werk waar Spinoza rond 1665 al een groot deel van voltooid had. Die jonge Ethica, door Spinoza eerder aangeduid als Mijn Filosofie, bestond toen nog uit drie delen. Op het moment van publicatie waren dat er vijf geworden. Spinoza geeft vanuit enkele axioma's een Monisme (filosofie)monistischemetafysica aan, verklaart de werking van de geest en de aandoeningen en toont de weg naar de ultieme gelukzaligheid.
Veel van Spinoza's briefwisselingen over zijn filosofie, werk en leven zijn bewaard gebleven. In veel van deze brieven legt hij moeilijke onderwerpen in zijn filosofie uit.
Korte beschrijving van het leven van Spinoza van 1632 t/m 1677 volgens de website van de Koninklijke Bibliotheek
De Nederlandse wijsgeer Benedictus de Spinoza (1632-1677) stelde de rede centraal in zijn werken. Filosofie zou zekerheid moeten bieden zoals de wiskunde dat doet. Dit uitgangspunt bracht Spinoza tot inzichten waar de Nederlandse republiek van zijn tijd niet op was voorbereid. Tractatus theologico-politicus (1670) werd anoniem uitgebracht en al in 1674 verbannen in opdracht van stadhouder Willem III (link is external)(1650-1702). Spinoza besloot daarop niets meer te publiceren. Zijn hoofdwerk, de Ethica, werd vlak na zijn dood uitgegeven door zijn vrienden, samen met andere werken en brieven (in de Opera posthuma, direct vertaald als De nagelate schriften).
Een aantal thema's in Spinoza's filosofie zijn noodzakelijkheid, monisme en tolerantie. Noodzakelijkheid betekent dat de natuurwetten regeren en alles onderdeel is van een keten van oorzaak en gevolg. Spinozas filosofie is monistisch, want er is slechts plaats voor één werkelijkheid: de natuur, die daarmee hetzelfde is als God. Tolerant is Spinoza in zijn politieke gedachten: vrijheid van filosoferen bestaat in het alledaagse leven als een vrijheid van meningsuiting. Hij zag die vrijheid gerealiseerd in Amsterdam, juist de plaats waar hij in 1656 uit de joodse gemeenschap werd verbannen. De joodse autoriteiten verboden toen al onder andere de werken van Spinoza te lezen, terwijl Spinoza toen nog niets had gepubliceerd.
Amsterdam (1632-1660/1661)
Baruch de Spinoza werd geboren op 24 november 1632 in Amsterdam. Zijn moeder, Hanna, was de tweede vrouw van vader Michael de Spinoza, die van Portugese afkomst was. Hanna stierf in 1638, waarna Michael hertrouwde met Esther. Bento, zoals hij in het dagelijks leven werd genoemd, bezocht de Ets Haim ('boom des levens') school, maar het zag er niet naar uit dat hij rabbijn zou worden. In 1649 overleed Spinoza's halfbroer Isaac, die werkzaam was in het succesvolle familiebedrijf dat mediterraans fruit importeerde. Spinoza volgde zijn broer op en werd een zakenman totdat in de jaren vijftig van de zeventiende eeuw alles veranderde. Op de beurs maakte hij kennis met vrijzinnige christenen die zijn vrienden werden. Bentos stiefmoeder stierf in 1653, zijn vader in 1654, waarna het bedrijf in financiële moeilijkheden kwam. Na de verbanning uit de Amsterdamse joodse gemeenschap (27 juli 1656) was zijn carrière als zakenman helemaal ten einde. Spinoza zou zich de rest van zijn leven bezighouden met het slijpen van lenzen. Een bezigheid die hem een introductie bezorgde in de wetenschappelijke wereld.
Het is nooit duidelijk geworden waarom Spinoza werd verbannen. De van oorsprong Portugese familie De Spinoza was joods, maar Baruch keerde zich tegen het jodendom, doordat hij de onsterfelijkheid van de ziel ontkende en alleen God in filosofische zin erkende. Het familiebedrijf was financieel instabiel geworden, maar ook vermeende godslastering zou een reden voor verbanning kunnen zijn. Het christendom was voor Spinoza geen alternatief. Na de verbanning veranderde Baruch zijn naam in Benedictus en volgde hij een opleiding bij de Amsterdamse school van Franciscus van den Enden (1602-1674). Van den Enden was een voormalig jezuïet uit Antwerpen en doceerde Latijn. Spinoza (link is external)had inmiddels al veel kennis van het Oude Testament en het Hebreeuws.
Rijnsburg (1660/1661-1663) & de eerste werken
Spinoza vertrok waarschijnlijk uit Amsterdam in 1660 of 1661. Er zijn maar weinig bronnen met informatie over Spinoza's privéleven, waardoor veel onduidelijk is gebleven. In ieder geval woonde hij in 1661 in Rijnsburg: dit blijkt uit de briefwisseling met Henry Oldenburg (ca. 1618-1677). Oldenburg was secretaris van de Royal Society in Londen, de wetenschappelijke instelling die in 1660 was opgericht. Het plaatsje Rijnsburg bood de nodige rust voor contemplatie. Het viel onder direct toezicht van de Staten van Holland en was het centrum van het collegiantisme. Voor deze beweging hadden zijn vrienden veel sympathie.Deze collegianten of Rijnsburgers organiseerden bijeenkomsten waar vrijuit (dus van religie onafhankelijk) gesproken mocht worden. Het huis waar Spinoza in Rijnsburg woonde (tegenwoordig Spinozalaan 29) werd aan het eind van de negentiende eeuw als zijn woonhuis geïdentificeerd. Tegenwoordig is het pand een museum van de Vereniging Het Spinozahuis. Na een renovatie is het sinds 24 maart 2012 weer toegankelijk voor publiek.
In Rijnsburg schreef Spinoza zijn eerste filosofische werken. De onvoltooide Verhandeling over de verbetering van het verstand (Tractatus de intellectus emendatione) werd opgenomen in de Opera posthuma. De Korte verhandeling over God, de mensch en deszelvs verstand werd pas in de negentiende eeuw voor het eerst uitgegeven. Er zijn manuscripten van de Korte verhandeling *die in de Koninklijke Bibliotheek worden bewaard. Het zijn zogeheten afschriften: vermoed wordt dat het origineel in de zeventiende eeuw is overgeschreven door kopiisten, het Latijnse origineel is later verloren gegaan. De Korte verhandeling is in zekere zin het voorwerk van de Ethica, hoewel Spinoza later de opzet heeft veranderd en delen heeft toegevoegd. De basis van Spinoza's filosofische werk was in Rijnsburg gelegd, maar terwijl hij er woonde was nog niets van zijn werk gepubliceerd.
Voorburg (1663-1669) & de eerste publicatie
In 1663 verhuisde Spinoza van Rijnsburg naar Voorburg. Spinoza zette zijn schrijven voort en dat resulteerde in de eerste publicatie: Renati Des Cartes principiorum philosophiae, pars I & II, more geometrico demonstratae (1663). Dit werk was een uitleg van de filosofie van René Descartes (1596-1650). Er zijn enige 'metafysische gedachten' aan toegevoegd waarmee Spinoza in discussie ging met de scholastiek. Volgens Spinoza had de cartesiaanse filosofie op dat moment het meest te bieden, al was Spinoza het niet overal mee eens (Moreau, 2004, p. 68). In 1664 verscheen de vertaling van het debuut: Renatus Des Cartes Beginzelen der wysbegeerte, I en II deel, na de meetkonstige wijze beweezen. Omdat niet alle vrienden van Spinoza het Latijn goed beheersten, werden veel teksten direct in het Nederlands vertaald. Daardoor kon snel na de Opera posthuma het verzamelde werk als De nagelate schriften verschijnen (beide in 1677).
Dat Spinoza al in 1663 begonnen was met de Ethica blijkt uit de correspondentie met Simon de Vries. Het werk van Spinoza werd onder vrienden verspreid en als volgt in Amsterdam besproken: 'één van ons [ ] leest voor, verklaart volgens zijn opvatting en bewijst vervolgens alles, in overeenstemming met de volgorde van uw stellingen' (Spinoza, 1992, p. 105).
Den Haag (1669-1670) & de weerstand
In een brief aan Henry Oldenburg van rond oktober 1665, schreef Spinoza dat hij bezig was met een werk over de Bijbel. Spinoza gaf daarvoor een drietal redenen:
Spinoza wilde zich verzetten tegen de vooroordelen van theologen die filosofie in de weg stonden;
Spinoza wilde beschuldigingen van atheïsme bestrijden;
Spinoza wilde niet alleen de verstandige mensen aanmoedigen te filosoferen, hij wilde ook vrijheid om te filosoferen: men moest kunnen zeggen wat men dacht.
Dit werk over de Bijbel met daarin de drie bovenstaande punten verscheen vijf jaar later toen Spinoza in Den Haag, de politieke hoofdstad van de Republiek, woonde: Tractatus theologico-politicus (1670). Het boek veroorzaakte opschudding bij predikanten, cartesianen en zelfs bondgenoten. Spinoza las de Bijbel als louter een product van menselijke verbeelding en bestudeerde de Bijbel waarbij hij alleen de tekst van het Oude Testament gebruikte. Zijn conclusie is dat gezien de tegenspraken in de Bijbel de openbaring geen goed middel is om tot kennis van God te komen. Alleen de rede is daartoe in staat. Wat de Bijbel wel vertelt, kan ook met behulp van het verstand worden beredeneerd: wees rechtvaardig en heb je naasten lief. Spinoza concludeerde verder dat de beste regering een democratische staat zou zijn, waarin de burgers zoveel mogelijk vrijheid genieten en hun meningen mogen uiten. De controle van een staat over de kerk was voor een stadsbestuur als dat van Amsterdam een groot taboe. Juist predikanten maakten deel uit van de aanhang van de stadhouder (Krop, 2002, p. 16-17).
Den Haag (1673-1674) & niet elders
In februari 1673 werd Spinoza aangeschreven door de universiteit van het Duitse Heidelberg. De vraag was of Spinoza interesse had om bij hen 'gewoon hoogleraar in de filosofie' te worden. In deze brief werd Spinoza een standaard jaarloon, vrijheid om te filosoferen en een aangenaam leven in Heidelberg aangeboden. Anderhalve maand later (30 maart) schreef Spinoza terug en bedankte hij voor de eer: 'Maar aangezien ik nooit lust heb gevoeld in het openbaar te doceren, kan ik er niet toe komen deze prachtige gelegenheid aan te grijpen, hoewel ik de zaak lange tijd bij mijzelf overwogen heb' (Spinoza, 1992, p. 301). Spinoza schreef ook dat hij in zijn omgeving zag hoe zijn woorden werden verdraaid en veroordeeld, dat hem al belemmeringen genoeg in de weg werden gelegd en dat hij 'een ambteloos en teruggetrokken leven' leidde.
Spinoza zou de republiek nooit verlaten, al had hij wel contact met vrienden in het buitenland. Henry Oldenburg is al genoemd, maar Spinoza correspondeerde ook met andere Duitse filosofen, zoals Gottfried Leibniz (1646-1716), die een keer bij Spinoza in Den Haag op bezoek ging. Mysterieus was de reis die Spinoza later in 1673 ondernam: een bezoek aan het Franse leger in Utrecht. Al kon Spinoza goed met de Franse officieren discussiëren, het is onduidelijk of hij ook een politieke bedoeling met deze gesprekken had. Spinoza was voorzichtig, zoals zijn wapenspreuk 'caute' aangeeft. 'Caute' betekent niet alleen 'voorzichtig', maar ook 'pas op' - het Latijnse 'spinosus' betekent 'doornachtig'. In 1674 zou een Nederlandse vertaling van Tractatus theologico-politicus verschijnen, maar Spinoza verzette zich daartegen. In 1674 werd de Latijnse uitgave officieel verboden, al had de uitgever verschillende trucs om het boek ook in Franse vertaling te blijven verspreiden.
Het impressum op de titelpagina was vanaf de eerste druk gefingeerd: niet Henricus Künraht te Hamburg, maar Jan Rieuwertsz. te Amsterdam wordt sinds lang als de uitgever beschouwd. Onderzoek heeft uitgewezen dat Israël de Paull in Amsterdam het boek gedrukt heeft. De auteursnaam werd niet vermeld en hoewel al snel bekend werd wie de auteur van het werk was, stond Spinoza's naam niet vermeld op de titelpagina. Er werden valse titelpagina's gebruikt, ook voor Franse vertalingen. Bijvoorbeeld La clef du santuaire, Reflexions curieuses d'un esprit des-interressé enTraitté des ceremonies superstitieuses des juifs.
Den Haag (1675-1677): Ethica en de dood van Spinoza
Ondertussen werkte Spinoza aan zijn volgende grote werk: Ethica. Henry Oldenburg vroeg in juli 1675 of hij een aantal exemplaren mocht ontvangen en waarschuwde Spinoza, dat hij 'niets opneemt dat ook maar enigszins de indruk zou kunnen wekken de beoefening der godsdienstige deugden te ondermijnen' (Spinoza, 1992, p. 351). Spinoza reageerde hierop met de mededeling dat hij voorlopig zou afzien van publicatie, omdat had opgemerkt dat bepaalde theologen hem verdacht maakten door het gerucht te verspreiden dat Spinoza een boek wilde uitbrengen waarin hij zou aantonen dat er geen God bestaat. De vijfdelige Ethica bleef ongepubliceerd tot Spinoza's dood in 1677. Na een aantal jaren aan tuberculose te hebben geleden, werd de ziekte hem op 21 februari 1677 fataal. Spinoza werd 44 jaar oud.
Het huis waar Spinoza stierf, Paviljoensgracht 72-74 in Den Haag, is nu in het bezit van de Vereniging het Spinozahuis. Spinoza werd op 25 februari 1677 in de Nieuwe Kerk in Den Haag begraven. In december verschenen zijn nagelaten geschriften, waaronder de Ethica, brieven en onvoltooid werk uit Spinoza's laatste jaren. De auteur werd op de titelpagina van het nagelaten werk weergegeven als 'BdS'. Het enige werk dat Spinoza niet anoniem publiceerde, was het werk over René Descartes.
Vader Michael overlijdt (28 maart); Baruch neemt het familiebedrijf over met zijn broer Gabriël
1656
Verbannen uit de Amsterdamse joodse gemeenschap (27 juli)
ca. 1656
Wijzigt zijn voornaam in Benedictus; Leert Latijn bij Franciscus van den Enden
ca. 1660
Verhuizing naar Rijnsburg; Werkt aan de 'Korte verhandeling van God, de mensch, en deszelvs welstand'
1663
Verhuizing naar Voorburg (na 20 april); Eerste publicatie in boekvorm (Renati des Cartes principiorum philosophiae, pars I & II, more geometrico demonstratae); Begint aan zijn hoofdwerk (Ethica)
1664
Publicatie van de Nederlandse vertaling van zijn eerste werk (Renatus Des Cartes Beginzelen der wysbegeerte, I en II deel, na de meetkonstige wijze beweezen)
Uitgenodigd voor het hoogleraarschap in Heidelberg (Spinoza slaat dit af); Bezoekt het Franse leger in Utrecht
1674
Verbod van de verspreiding van Tractatus theologico politicus
1675
Voltooit in handschrift zijn hoofdwerk (Ethica)
1677
Overlijdt in Den Haag (21 februari); Publicatie van het verzameld werk (Opera posthuma met daarin onder andere Ethica); Publicatie van de vertaling in het Nederlands van het verzameld werk (De nagelate schriften)
Over de persoon Benedictus d'Espinoza en zijn leven zijn verschillende biografieën geschreven. De eerste biografie was van Jean Maximilien Lucas. Nadien zijn meerdere (goede en minder goede) biografieën verschenen. In de literatuur wordt in dat kader veelal verwezen naar de biografie van Steven Nadler, genaamd: "Spinoza; A Life" (Cambridge University Press, 23 april 2001 - 407 bladzijden). Dit betreft een nogal speculatieve biografie, doch desondanks zeer lezenswaardig! Een ander goed leesbare biografie is van Theun de Vries uit 1982, genaamd: "Spinoza: Beeldenstormer en wereldbouwer" (Becht). De gemeente Den Haag heeft in 2008 een boek gepubliceerd, geschreven door Prof. dr L. van Bunge, genaamd: "Filosoof van vrede -De Haagse Spinoza". Dit boekje geeft een aardig exposé van het werk en leven van Spinoza in een kort bestek.
Welkom bij dit weblog over (de persoon en werken van) Benedictus de Spinoza!
BENEDICTUS DESPINOSA
Welkom bij dit weblog, dat zich ten doel stelt om de geïnteresseerde lezer de teksten van Spinoza te verduidelijken. Gebruik wordt gemaakt van de bestaande literatuur. De bronvermelding vindt daarbij plaats. Tevens wordt bij de bronvermelding een afbeelding van de "cover" van het desbetreffende boek geplaatst. Kennis van zowel de persoon als van zijn gedachtegoed is van belang, omdat Spinoza mogelijk tot en met de vorige eeuw de belangrijkste filosoof van Nederland is geweest en mogelijk ook deze eeuw dat zal blijven. Inmiddels is omtrent zijn persoon en over zijn gedachtegoed al redelijk veel gepubliceerd. De vraag is echter of na Spinoza zijn gedachtegoed volledig is uitgewerkt. In de weblogs zal hierop nader worden ingegaan. Uitgebreide artikelen worden op een afzonderlijke website geplaatst. Deze website kan worden benaderd via de eerste link in de rechter kolom van dit weblog.