Mijn Oosterhout

17-03-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kuiper Louis van Vugt
Klik op de afbeelding om de link te volgen
"De ouders van den bruidegom en de moeder der bruid hier tegenwoordig,
hebben verklaard tot dit huwelijk hunne toestemming te geven".
En ten overstaan van C.J. Schoormans, ambtenaar, zijn ze getrouwd.:
Louis van Vugt en Catharina Aarden, beiden uit Oosterhout.
Het was de negentiende april 1883 in het gemeentehuis.
En 60 jaar later stond er over hen een artikel in de krant.
Het was hun diamanten bruiloft; 60 jaar getrouwd.
Achter dat artikel ging een heel leven schuil.
Louis (Lowieke) en Catharina woonden toen in de Koestraat.
Deze straat is er niet meer, weggesaneerd i.v.m. nieuwbouw.
Ze kregen 13 kinderen, waarvan er enkele vroeg stierven.
Dat begon al in hun huis in Wijk 4 nummer 838 .
Ook woonden ze in Wijk C nummers 24 en 36 en in de Kruisstraat.
Er moest geld op de plank komen om die kinderen eten te geven.
Louis was, toen hij trouwde, net als zijn vader koopman.
Later is hij kuiper geworden, een prachtig beroep.
Hij maakte houten tonnen en houten vaten.
Daaromheen kwamen metalen banden (hoepels).
Deze zorgden er voor, dat de houten onderdelen (duigen) bij elkaar bleven.
Hij ging er met zijn pony en wagen op uit om geld te verdienen.
Naar eigen zeggen zat hij in heel West-Brabant.
Deze zzp-er kluste er ook bij, zelfs op hoge leeftijd.
Hij verrichtte reparaties en maakte nieuwe dingen.
Voor een pastoor (A. Sasse van Ysselt ?)  repareerde hij een wijwatervat.
Maar helaas, hun leven had ook zwarte dagen.
Op die dagen zat Louis in de gevangenis, een dag, 2 of 3 dagen.
Hij liep weleens dronken op straat en daar werd vroeger streng op toegezien.
Enkele keren zat hij in een cel wegens niet geoorloofd vissen.
Bijvoorbeeld 5 mei 1898: opneming in het gesticht.
"Wegens visschen zonder acte en zonder vergunning van de eigenaar".
Hij werd veroordeeld tot een dag in een cel in Raamsdonksveer.
Voor een mishandeling in 1881 kreeg hij 3 dagen gevangenisstraf.
Wegens een politie-overtreding in 1886 kreeg hij een dag.
In 1907 hadden Catharina en Louis een kind, dat op school zat.
Maar dat kind ging niet altijd naar school.
Daarvoor werd Louis gestraft op 7 februari 1907 door het Kantongerecht.
Ongetwijfeld zullen ze tot hun dood ook gelukkige dagen hebben gekend.
Catharina overleed in 1946, 86 jaar oud en Louis in 1952, 94 jaar oud.
Hun 60-jarig huwelijksfeest hebben ze gevierd; volgens Catharina een leuk feest.
En tweede paasdag, 26 april 1943, nog eens met kinderen en kleinkinderen.

17-03-2020 om 00:00 geschreven door Ad Bol


05-03-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Donge bij Oosteind
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Het riviertje de Donge ontspringt / begint bij Nijhoven.
Dat is een buurtschap bij Baarle-Nassau en Baarle-Hertog.
Eigenlijk moet ik zeggen: beek of laaglandbeek.
Dat komt, omdat het water bestaat uit regenwater en grondwater.
Helemaal aan het begin zie je niets, alleen vochtig zand.
Daar heet deze beek Leij, verderop Oude Leij en weer verder Donge.
Soms stroomt het ondergronds of door natuurgebieden.
Dan weer door een dorp of langs weilanden en akkerbouwland.
Bij Oosteind is het de grens tussen dit dorp en 's Gravenmoer.
Het is een mooi grensgebied, vooral in de lente en in de zomer.
Dan is er ook volop leven in dit gedeelte van de Willemspolder.
Veel vogelsoorten zijn er, zelfs ijsvogels zijn er gespot.
Wilde bloemen en struiken staan aan de kanten van het water.
Ook soorten, die helaas op de lijst van verboden planten staan.
Amateurvissers weten de weg naar deze beek te vinden.
Er is o.a. gevangen: zeelt, karper, voorn, brasem, baars en snoek.
Processierupsen hangen met hele families in zakken in de bomen.
Lang geleden heette dit water Aa; deze naam kwam wel meer voor.
De gemeente Dongen heeft daar ook haar naam aan te danken:
Donk aan de Aa, Donkaa, Dongha, Dongen.
Vroeger werd de Donge vervuild door een lijmfabriek.
Maar ook door leerlooierijen, o.a. die in Dongen en Oosteind.
Dat gaf een enorme stank aan bijvoorbeeld de inwoners van Oosteind.
Het voormalige waterschap De Donge heeft hierin verandering gebracht.
Ook een lijmfabriek hielp hieraan mee.
Er hangt nu weer een gezonde lucht boven dit water.
Vroeger was de Donge een belangrijke waterwegverbinding.
En dat gold voor 's Gravenmoer, Dongen, Oosteind en Oosterhout.
In 1675 werd er de Groenendijkse haven gegraven.
Door middel van een kanaal konden schepen in de Donge komen.
Die haven bestond uit een zwaaikom en een loskade.
In de Donge (bij Oosteind) voeren geubels, kleinere schepen.
Zij vervoerden turf, hooi en eikenschors (voor de leerlooierijen).
Later ook suikerbieten (beetwortelen) voor de suikerindustrie.
Want er was in de Willemspolder bij de Donge een beetwortelfabriek gebouwd.
Toen was er veel bedrijvigheid langs en op de Groenendijkseweg.
De fabriek verdween en de Groenendijkse haven werd gedempt.
Het werd stil bij de Donge; er is nu zelfs een stiltegebied.
En het riviertje, de beek, de laaglandbeek gaat door met haar werk.
Ze brengt haar water naar de Bergsche Maas en de Amer.



05-03-2020 om 16:31 geschreven door Ad Bol


28-01-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Crash bommenwerper in Den Hout
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Het was zondagavond, tegen half negen, 20 december 1942 .
In de buurt van Den Hout vloog een Engelse bommenwerper.
Het was een Avro Lancaster ED 347 van het negende squadron.
Deze lange-afstandsbommenwerper maakte deel uit van de Royal Air Force.
Zij was om 18.00 uur in Waddington (Engeland) de lucht in gegaan.
En met 231 andere bommenwerpers werd een aanval uitgevoerd.
Een aanval op de staalstad Duisburg (Duitsland), waarbij 56 doden vielen.
Er waren 162 gewonden en honderden gebouwen waren (grotendeels) vernield.
De aanval duurde van kwart voor acht tot kwart over acht.
Ongetwijfeld hebben de zeven bemanningsleden hierover gesproken.
Tot ze in de gaten kregen, dat ze achterna werden gezeten.
Door een Messerschmitt Bf 110 - F4 van de vijand.
De piloot, Erich Richter, bracht zijn nachtjager onder de Lancaster.
Hij richtte zijn wapens op de tanks en de motoren.
Met als gevolg een harde knal en een grote vuurzee.
Het was die zondag 20.29 uur en Richter gaf zijn overwinning door.
De bemanning heeft ongetwijfeld doodsangsten uitgestaan.
Natuurlijk wisten zij, dat het een groot risico was in een bommenwerper te zitten.
(Bijna de helft van de bommenwerper-bemanning is gedood: 57205 mensen.
Het toestel van 21 meter lang en 6 meter breed kon hen niet beschermen.
Hun lichamen, of wat er van over was, lagen verspreid.
Tussen, voor, achter en naast de brokstukken van de ED 347 .
Bij de Proostenweg in Den Hout, dichtbij de Achterstraat.
Richter had met zijn Messerschmitt een einde gemaakt aan 7 levens:
        Sergeant Harry George Ford, 20 jaar, radiotelegrafist en boordschutter.
        Sergeant James Hill, 30 jaar, getrouwd, boordschutter.
        Sergeant Harold Burrows Stokes, 34 jaar, getrouwd, bommenrichter.
        Sergeant John Sykes, 30 jaar, boordwerktuigkundige.
        Sergeant John William Tyreman, 26 jaar, getrouwd, piloot.
        Sergeant George Clive Wing, 18 jaar, boordschutter.
        Luitenant (Flight Officer) William Lynes, 28 jaar, getrouwd, navigator.
Om de lichamen te identificeren nam de politie stukken kleding mee.
Ook voorwerpen en drie identificatieplaatjes; dit in samenwerking met Duitse soldaten.
De lichamen, stoffelijke resten, werden naar de Protestantse Begraafplaats gebracht.
Daar zijn ze op 24 december begraven; op hun graf een houten kruis.
Later is dat houten kruis vervangen door een stenen gedenkplaat.
Met daarop o.a. hun namen, een kruis en het insigne van de Royal Air Force.
Er is een monumentje aan de Proostenweg en elk jaar op 4 mei worden zij herdacht.
Erich Richter werd 17 januari 1943 uit de lucht geschoten.
Hij is begraven in IJsselstein; hij was ook een mens, die in opdracht handelde.

28-01-2020 om 16:24 geschreven door Ad Bol


17-11-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mariabeeldjes en Mariategeltjes
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Door verschillende geloofsgemeenschappen wordt Maria geeerd.
Zoals Anglicanen, Oud-Katholieken, Moslims en vooral door Katholieken.
Maria is de moeder van Jezus Christus, stichter van de christelijke geloven.
Veel katholieken bidden tot haar, vragen iets of danken haar.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog en zo'n 10 jaar daarna nam dat geweldig toe.
Na de oorlog uitte zich dat in bijvoorbeeld het bouwen van kapellen.
In de Slotlaan (1945), in het Helleke (1945) en in Dorst (Vredeskapel, 1955).
Een andere manier was om Mariabeelden en Mariategeltjes aan de muur vast te metselen.
Tegeltjes werden onder andere gemaakt door Westraven in Utrecht.
Ze lijken op een icoon, een afbeelding van een heilige in de Katholieke kerk.
Dikwijls staat er een tekst bij: OLV van Genooi (Onze Lieve Vrouw),
OLV van altijddurende bijstand, Maria BVO (Bid voor ons).
Of: OLV van altijddurende bijstand, bescherm ons gezin.
Op dat tegeltje is een afbeelding van Maria met haar zoontje Jezus.
Soms staan er afbeeldingen bij, bijvoorbeeld sterren of engelen.
Die hebben dikwijls te maken met de band, die mensen hebben met Maria.
De afbeelding op de foto is te vinden op een pand aan de Bredaseweg.
Maria is hier afgebeeld met haar zoon Jezus Christus.
Afbeeldingen, die er bij kunnen staan: een wereldbol, een rozenkrans,
een staf, een slang, een duif met een vredestak, bloemen (lelie, roos).
De beelden werden o.a. gemaakt door de aardewerkfabriek De Toekomst.
Deze stond in de Nieuwe Bouwlingstraat; het kantoor was aan de Bredaseweg.
De beelden waren aan de achterkant plat; dit om ze vast te kunnen metselen aan een muur.
Maria is dikwijls afgebeeld met een wijde mantel om.
Alsof ze wil zeggen: Kom maar onder mijn mantel. Ik bescherm jullie.
De dichter Huub Oosterhuis haakte hierop in met een lied, waarin de regel:
Zo vriendelijk en veilig als het licht, zoals een mantel om mij heen geslagen.
De tegeltjes en de beelden zaten / zitten aan de voormuur bij de deur van huizen.
Ze zijn gemaakt van hardgebakken klei.
Tegels en beelden werden voorzien van en glazuurlaag en een beschildering.
Daarna gingen ze voor de tweede keer in de bakoven.
In de Kerkstraat in Oosterhout woonde tot 1958 de familie Holdrinet.
Zij verkocht speelgoed en siervoorwerpen voor in huis.
Maar ook Mariabeelden, die bedoeld waren als dank n.a.v. de oorlog.
Toen de eigenaar ermee op hield, lagen er in zijn kelder honderden Mariabeeldjes.
Jammer, maar het betekende, dat de Mariaverering afnam.
En ook de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog lag weer verder weg.
In Oosteind, Den Hout, Dorst en Oosterhout zijn die devotiebeelden en devotietegels er nog.
Wie zoiets nog heeft, heeft een stukje geschiedenis.
En dat moet je bewaren; daar kun je alleen maar heel trots op zijn.

17-11-2019 om 15:57 geschreven door Ad Bol


07-11-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beetwortelsuikerfabriek te Oosteind
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Nederland heeft twee suikerbietenfabrieken: in Dinteloord en in Vierverlaten.
In het jaar 1810 waren er ook al suikerbietenfabrieken.
De grote vraag naar suiker uit bieten kwam pas in de tweede helft van de negentiende eeuw.
De fabrieken stonden vooral in Zeeland en West-Brabant.
Rond 1875 waren er in West-Brabant 22 van die fabrieken.
En een ervan stond in Oosteind bij de Groenendijkse Haven.
Ter hoogte van het punt waar de Groenendijk en de Kijldijk elkaar tegen komen.
De oprichting ervan was op 12 mei 1871; het complex was klaar in 1872 .
En de naam was: Beetwortelsuikerfabriek Van Campenhout en Compagnie.
De eigenaren waren Van Campenhout, J. Bressers en mevrouw Storm.
Later kwam daar advocaat A. Smits uit Oosterhout bij.
Deze beetwortelsuikerfabriek was een van de grootste van ons land.
Er waren een fabrieksgebouw, een kantoor, pakhuizen. 
Een directeurswoning, een boekhouderswoning en zogenaamde arbeiderswoningen.
De horeca speelde daar op in: er kwamen vijf cafe's  in de buurt.
Later, in 1893,  kwam er een smalspoorbaan met kipwagens.
Tot die tijd werden de bieten in manden van de schepen naar de fabriek gebracht.
In 1897 werd de baan vervangen door een electrische smalspoorbaan met 40 kipwagens.
Er was veel werk; het ging heel goed, want in 1874 werkten er 300 mensen.
De fabriek werd uitgebreid en had een eigen insteekhaven en een draaibrug.
In 1886 overleed Van Campenhout en J. Bressers kocht alles voor 86.000 gulden.
Van september tot in januari was het heel hard werken.
Dat gold voor de vaste werknemers, maar ook voor de seizoensmedewerkers.
De andere 8 maanden werden gebruikt om de fabriek schoon te maken.
Het materiaal en de apparatuur werden nagekeken.
Intussen was de naam veranderd in NV Beetwortelsuikerfabriek Groenendijk.
De boeren kregen in 1879 tien gulden voor 1000 kilo suikerbieten.
In 2018 was de bietenprijs 35,59 euro per 1000 kilo suikerbieten (inclusief subsidie).
De verwachting voor 2019-2020 is 7.000.000.000 kilo bieten in Nederland.
Dat betekent ongeveer 86 ton suikerbieten per hectare.
En ongeveer 14.000 kilogram suiker per hectare.
Vroeger werd alles met de hand gedaan, ook het rooien van de bieten.
Nu komt er een loonwerkbedrijf, dat in een uur tien hectaren kan oogsten.
In 1901 kwam er een fusie met een suikerbietenfabriek in Roosendaal.
En in 1902-1903 werd een nieuwe fabriek gebouwd in Oud-Beijerland.
Gebouwen en de overgebleven installaties werden verkocht voor 14.850 gulden.
De suikerfabriek en de andere gebouwen in Oosteind werden in 1905 gesloopt.
De insteekhaven werd gedempt en de spoorlijn werd weggehaald.
De Groenendijkse Haven is in 1981 gedempt tijdens de ruilverkaveling.
In de Groenendijk te Oosteind is niets meer te zien van de bedrijvigheid van vroeger.

07-11-2019 om 15:48 geschreven door Ad Bol


18-10-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schoolmeester Cornelis Sagius in Den Hout
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Volgens de cijfers uit rapportages zijn er in Den Hout veel slimme kinderen.
Of er wordt goed onderwijs gegeven; we zullen het maar op allebei houden.
Vroeger, in de tijd van schoolmeester Cornelis Johannesz Sagius, was dat wel anders.
Hij was gereformeerd schoolmeester in Den Hout van 1775 tot 1827 .
Zijn vader, Johannes Jans Sagius, was daarvoor meester.
Tot hij overleed op 35-jarige leeftijd in 1775 .
Cornelis werd benoemd; hij was 13 jaar oud en hij deed ook wat in die tijd gebruikelijk was.
De kinderen werden bezig gehouden, maar ze werden vooral stil gehouden. 
Waarschijnlijk waren de ouders blij, dat hun kroost overdag ergens terecht kon.
Cornelis was de oudste uit een gezin van vijf kinderen.
Vader en moeder, Anna Block, waren geboren in Oosterhout.
Cornelis had zijn vader weleens geholpen in de school.
Dat had niet veel om het lijf; kennis van onderwijs geven had hij waarschijnlijk niet veel.
Zijn gereformeerde school was de officiele school.
Maar de katholieke school bleef bestaan, zij het dan illegaal.
Naar die laatste gingen ook de meeste kinderen uit Den Hout.
Het kwam weleens voor, dat Cornelis 's zomers geen les gaf.
De leerlingen kwamen niet; zij moesten thuis werken op de boerderij.
Lesmateriaal was er ook niet veel; waarschijnlijk alleen de lei en de griffels.
Cornelis was getrouwd met Johanna Lammers, geboren in 1763 te Oosterhout.
Zij kregen 7 kinderen: Anna, Matthijs, Dionisia, Wilhelmina, Johannis, Catharina en Maria.
Van hun vader zullen zij ook wel onderwijs hebben gehad.
En thuis meehelpen, want hun ouders hadden ook een boerenbedrijfje.
In 1813 overleed Johanna, de vrouw van Cornelis Sagius.
Tien jaar later trouwde Cornelis voor de tweede keer; dat was op 14 april 1823 .
De bruid was Elisabeth van Gool, een inwonend dienstmeisje, dat 32 jaar jonger was.
Wat toen een grote misstap was, is nu gewoon: 3 maanden later kwam er een baby.
Er zouden nog 7 kinderen volgen, waarvan er 5 zeer jong overleden.
In die periode had Cornelis ontslag gekregen van de Gereformeerde Kerk.
Hij was daar lector en voorzanger; het bestuur vond, dat hij dat slecht deed.
Deze nieuwtjes kreeg de schoolopziener (inspecteur van het onderwijs) te horen.
Hij ging naar Cornelis Sagius, die in een lege school zat.
Daar vond hij geen leerlingen, maar alleen Cornelis met een baby in een bedje.
De schoolopziener schreef in 1823 een vernietigend rapport; Cornelis moest weg.
In 1827 vroeg de laatste ontslag; hij was toen 65 jaar.
Hij verhuisde met zijn gezin naar 's Gravenmoer.
Voor Den Hout een zegen, want er waren korte tijd later ruim 100 kinderen bij meester Spoor.
Meester Sagius werd in zijn nieuwe woonplaats herbergier.
In 1853 verkocht hij een huis in 's Gravenmoer aan Cornelis Loeff.
Op 11 augustus 1854 kwam er een eind aan het 92-jarige leven van Cornelius Sagius. 

18-10-2019 om 15:37 geschreven door Ad Bol


06-10-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Catharinaparochie
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Catharinaparochie is de naam van een katholieke geloofsgemeenschap.
Deze is in Oosteind, Dorst, Den Hout en Oosterhout.
Hierin zijn: Sint Jansbasiliek, Sint Antoniuskern, Verrijzeniskerk,
Sint Johannes de Doperkerk, Sint Corneliuskern en Sint Marcoenkerk.
Per 1 januari 2010 zijn de afzonderlijke parochies samengegaan.
De naam komt van de heilige Catharina van Alexandrie (Egypte).
Over haar zijn verschillende verhalen, die voor ons niet altijd te begrijpen zijn.
Zij is geboren in het jaar 287 en overleden 25 november 307 .
Die datum, 25 november, is haar officiele naamdag.
Op afbeeldingen staat ze met een kapot rad waarmee ze is gemarteld.
Op de foto is een afbeelding van een beeld van Catharina van rond 1400 .
Dat beeld staat in een museum in Polen en was enkele jaren geleden in Nederland.
Vermoedelijk heeft het Catharinadal een rol gespeeld bij de naamskeuze.
De zusters Norbertinessen van dat klooster hebben relieken van Catharina.
De keuze van 1 parochie is vooral van financiele aard.
Minder gelovigen, minder kerkbezoekers, minder inkomsten.
Er zijn in de gemeente Oosterhout al verschillende kerken gesloten:
De Ark, Sint Antoniuskerk, Sint Corneliuskerk, Mariakerk, Verrijzeniskerk (is herbouwd).
De Nazarethkerk en de Heilig Hartkerk zijn afgebroken (van de laatste op de voorgevel na).
Het financiele plaatje zag er in 2010 niet goed uit.
Ook nu niet; in 2018 kon de parochie maar net het hoofd boven water houden.
De vooruitzichten zijn, dat in de nabije toekomst alleen de Sint Jansbasiliek overblijft.
De genoemde parochie heeft een parochiebestuur (kerkbestuur).
Zij heeft contacten met de bisschop, het bisdom en de parochiecommissies.
In elke parochiekern is een parochiecommissie.
Deze commissies hebben contacten met de pastores en parochiebestuur.
Ook met de eventuele werkgroepen en de ruim 700 vrijwilligers.
Zij zorgt ook voor de gebouwen, de inventaris, financien en administratie.
De Catharinaparochie heeft een pastoor en pastorale medewerkers.
Dit pastorale team heeft verschillende taken: liturgie (o.a. het vieren van de diensten),
diaconie (o.a. het vieren van de sacramenten) en catechese (het leren over het geloof).
Nu, in 2019, is de Catharinaparochie in een zeer moeilijke tijd.
Per jaar sluiten ongeveer 60 kerken in Nederland en onze Catharina staat ook in de wachtrij.
Het is een kwestie van zoeken naar een laag kostenplaatje.
En daar hoort ook het sluiten, eventueel afbreken, van kerken bij.
Daar hoort overleg bij, overleg in de geest van Jezus Christus.
Als dat niet gebeurt, dan spreek je niet elkaars taal.
Samen geloven, dan sta je sterk, dan zie je eindpunten, maar ook nieuwe beginpunten.
Nog niet zo lang geleden schreef een pas benoemde diaken in het parochieblad:
Heb elkaar lief, weet dat God met je meegaat. 

06-10-2019 om 11:37 geschreven door Ad Bol


15-09-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dorst cafe Dorpzicht
Klik op de afbeelding om de link te volgen
In Dorst ligt een weg, die er al 198 jaar is, de Rijksweg.
En aan die weg staat cafe Dorpzicht, een wit geschilderd pand.
Nog, want vandaag 15 september 2019 wordt het cafe officieel gesloten.
Dan komt er een einde aan het 129 jarig bestaan van dit cafe.
Daarvoor deed het gebouw dienst als boerderij.
En zoals toen gebruikelijk was, kon je in dit gebouw een borreltje drinken.
Natuurlijk ook iets anders en er was gezelligheid.
Vanaf ongeveer 1890 is het in een familie geweest, de familie van Tilburg.
Het staat te koop en daar is ook een goede reden voor.
Ook de huurders van dit pand aan de Rijksweg 133 hebben een goede reden.
Een goede reden om als huurder, exploitant, uitbater, ergens anders te gaan werken.
K. Nooren en haar broer A. Nooren hebben ambitieuze plannen.
Na ongeveer 6 jaar in Dorst, zien zij een andere toekomst.
Wat de plannen met het cafe nu zijn is onduidelijk.
Wordt het cafe nog verhuurd voor enkele jaren?
Of komt de shovel naar dit mooie, zogenaamd natte gebouw.
En komt er hoogbouw met misschien weer een horeca-gelegenheid?
Het zijn een aantal vragen, waarop enkelen het antwoord kennen.
Staat er inderdaad een project-ontwikkelaar op afstand te kijken?
Dan heeft hij ongetwijfeld 9 ton in zijn portemonnee.
Dat is voor het gebouw, de grond en de inventaris.
En ergens heeft vandaag ook een dubbele kant in het cafe.
Zit je daar nog iets te drinken, terwijl de stoel onder je wordt weggekocht.
Want de veiling van de inboedel is op het internet al begonnen.
Tot en met vrijdagmiddag 20 september kan iedereen een bod uitbrengen.
Bezoekers kunnen nog een week mijmeren over cafe Dorpzicht.
Een cafe met een kleine zaal, een grote zaal, een vergaderruimte en een bovenwoning. 
Buiten zijn er eigen parkeerplaatsen en twee terrassen.
En na de verkoop is als het ware de ziel van het dorp weggehaald.
Het is een ingrijpende gebeurtenis voor de betrokken personen.
Maar ook voor veel mensen in en rond Dorst.
Misschien zijn alle verenigingen wel geschrokken; waar moeten zij naar toe?
Waar gaat fanfare Sint Joris naar toe, het zangkoor, de dansclub.
De carnavalsfeesten, de kaartavond, biljartclub, muziekuitvoeringen.
De Postduivenvereniging, het tonpraoten, de Sinterklaasfeestmiddag.
Zo maar een greep uit het rijke verenigingsleven van Dorst.
Veel verenigingen en clubs zullen mettertijd wel weer een onderkomen vinden.
Misschien moet een aantal het buiten het dorp zoeken.
Of eventueel met het gemeentebestuur gaan praten over Dorpshuis De Klip.
En wie weet: misschien leven er onder de leden nog geweldige ideeen voor oplossingen.

15-09-2019 om 09:46 geschreven door Ad Bol


28-08-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Yvonne de Nijs, zangeres
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Wie had kunnen denken, Yvonne, op jouw geboortedag, wat er van jou zou worden.
Het was zondag 2 juli 1944 met een gemiddelde temperatuur van 18 graden.
Jouw ouders hadden een cafe-cafetaria in de Kruisstraat 46.
Op de leeftijd van 14 jaar hielp je al mee in het cafetaria, de fritestent.
De Gouden Leeuw was de naam van dit bedrijf.
Dit pand werd gesloopt en er kwam een nieuw cafetaria; de straatnaam werd veranderd.
Je hielp de klanten; er werd frites gebakken en in een papieren zak gedaan.
Er werd afgerekend en dat alles met een opgewekt gezicht.
Maar jouw zangcarriere was intussen al begonnen.
Hierover zijn verschillende versies; wanneer is deze begonnen?
We zullen die van jou maar aanhouden, want jij kon het weten.
Je zong op de zilveren bruiloft van je ouders en daar is de bal gaan rollen.
Het eerste lied op de plaat kwam uit in 1963: Tango d'amore.
Er volgden meer liedjes op de plaat: De hele wereld draait maar door.
Waar de wilde rozen bloeien. Niemand zal het ware weten.
Liefde, vriendschap en vrede. Werd die droom maar waar.
En in 1966 kwam er die grote hit: Jimmy Walker.
Sommige van de liedjes, door jou gezongen, zouden in deze tijd niet misstaan.
Onder de naam Yvonne de Nijs zong je, of gewoon Yvonne.
Of Laura en Yvonne, Peggy en Oscar, Mona Kirby, Ine en Yvonne.
Samen met een broer zong je; deze was overigens een goed biljarter.
De andere broer biljartte ook, je zus zong en ook haar man.
Een biljartende en zingende familie, zou je dus kunnen zeggen.
Je had contact met hele bekende Nederlandse zangers.
Na je zangcarriere zong je nog een tijdje in achtergrondkoortjes.
En je deed vrijwilligerswerk bij de Oosterhoutse Radio Omroep.
Later was je werk in een juwelierswinkel in Arendshof.
En ook daar kwam je de klanten tegemoet met een lach.
Geen last meer van de druk en de spanningen van de artiestenwereld.
Je kwam wel op voor je zelf, al had dat misschien nog meer gemogen.
Want eerlijk is eerlijk: je verdiende niet veel met de muziekplaatjes.
Misschien wachtte je telkens op de grote doorbraak.
En zij, die zich jouw vrienden noemden, verrijkten zich via jou, althans sommigen.
Je was een joviale vrouw, meelevend, goedlachs.
Graag was je bij familie, je broertje, je zusje, en je was blij met kleine dingen.
Een mening geven kon je ook als je het ergens niet mee eens was.
Je kon genieten van het weer, van de zon, van de vogels, van de bloemen.
Ondanks de lichamelijke ongemakken van de laatste jaren, bleef je positief.
Carpe Diem heb je eens gezegd, pluk de dag; en dat deed je ook.
Tot die ongeneeslijke ziekte kwam; je mocht maar 71 jaar worden. 

28-08-2019 om 15:24 geschreven door Ad Bol


21-08-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sigarettenpeuken
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Een sigarettenpeuk is in Oosterhout en omgeving gauw gevonden.
Wereldwijd worden er per jaar 4,5 biljoen peuken in het milieu weggegooid.
Dat is 4,5 met 12 nullen; daar is de natuur niet blij mee.
De filter, die in 1930 is uitgevonden, vergaat niet.
In de natuur valt hij wel uiteen, maar dan in hele kleine deeltjes, microplastics.
De peuk is het overgebleven stukje van een gerookte sigaret, al of niet met filter.
Die filter bestaat uit cellulose-acetaat, dat niet vergaat, en dus erg milieu-onvriendelijk is.
In een tabakspeuk zitten wel honderden stoffen, die in de fabriek zijn toegevoegd.
Enkele hiervan zijn: nicotine, ammoniak, broomhexine (hoestdemper).
Koolmonoxide, benzopyreen, smaakstoffen (chocola, drop, suiker).
Teer, fenol, arsenicum, mierenzuur, cadmium en methanol.
Het roken zorgt ervoor, dat er weer andere stoffen vrij komen.
Iedereen weet, dat roken slecht is voor de gezondheid van de roker en anderen.
22 % van de Nederlanders gaat toch door met roken.
Ondanks de waarschuwingen op de verpakking: Roken is dodelijk.
Het is medisch bewezen, dat roken o.a. longkanker kan veroorzaken.
Maar het kan er ook voor zorgen, dat een roker een hartinfarct krijgt.
De laatste 15 - 20 jaren probeert de overheid de rokers te ontmoedigen.
Anti-rookcampagnes, posters, teksten en prijsverhogingen  kom je tegen.
Per 1 januari 2004 zijn artikelen in de Tabakswet aangescherpt.
Per sigaret mag er niet meer dan 1 milligram teer zijn.
En ook niet meer dan 1 milligram nicotine en tien milligram koolmonoxide.
Behalve kanker zijn er meer nadelige gevolgen van roken.
Bijvoorbeeld stank, hoesten, nicotine-aanslag, stinkende kleren en gordijnen.
En ook de omgeving van de roker rookt mee door de nicotinewolken in te ademen.
Tegenwoordig wordt er veel gesproken over de plastic soep.
Ook daarin zitten miljarden en miljarden peuken.
Vissen en vogels eten uit die soep, dus ook de peuken, die in hun magen komen.
Vorige week is een jonge zeekoe gestorven o.a. door plastic afval in haar maag.
Dieren, zoals vogels, vissen, walvissen en zeehonden, zijn de dupe van plastic en peuken.
Maar ook de mens; deze wil graag een stukje vlees of vis op zijn bord.
Er is kans, dat hierin microplastics zitten, bijna onzichtbare plastic deeltjes.
Veel rokers gooien op straat of in de natuur hun peuken weg.
Met de gedachte: Die blijft toch niet liggen? Die is toch zo vergaan?
Het opruimen van zwerfafval kost de Nederlanders euro 250 miljoen per jaar.
Hierin zitten de 9 miljard peuken, die de rokers weggooien.
Maar er is hoop: Steeds meer Nederlanders / Oosterhoutenaren stoppen met roken.
Dan lopen deze ook niet tegen een boete van euro 140,-- + euro 9,--  administratiekosten aan.
Dan worden Dorst, Oosteind, Den Hout en Oosterhout misschien rookvrij.
Geen tegelasbak, geen peukenpalen, want die plaatsen zijn dan sigarettenpeuken vrij. 

21-08-2019 om 16:53 geschreven door Ad Bol


26-07-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Biljarten
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Je zou het niet verwachten, maar wereldwijd wordt er veel gebiljart.
Ook in Oosterhout, Oosteind, Den Hout en Dorst, in café's en thuis.
Het biljartspel is ontstaan in de vijftiende eeuw; het was een buitenspel.
Het werd gespeeld op gras met een stok en houten ballen.
Later is dit spel naar binnen gegaan op een groen laken op de vloer.
Weer later werd het gespeeld op een tafel met een groen laken, de biljarttafel.
Die biljarttafel groeide uit tot verschillende speeltafels.
Ook tot speeltafels met bepaalde afmetingen, zoals het carambole-biljart (o.a. in 1650).
Dit is de biljarttafel waarbij met drie biljartballen werd gespeeld.
Oosterhout heeft verschillende biljartfabrieken gehad.
Bijvoorbeeld J.A. van Etten (1856), A. Donkers en Zonen, H. Donkers-de Visser.
De laatste had als firmanaam Juliana, bekend bij veel Oosterhoutenaren.
Zoals met veel binnen- en buitensporten stond de biljartontwikkeling niet stil.
De drie houten biljartballen werden drie ivoren ballen: een rode en twee witte.
Het ivoor kwam van de slagtanden van een vrouwtjesolifant vanaf 1750.
De biljartballen worden nu gemaakt van een kunststof (o.a. gomhars van bomen).
De keu veranderde ook; hij veranderde van duwstok naar stootstok.
Een keu is een taps toelopende dunne stok met op het uiteinde een beentje.
Vroeger was dat van ivoor, nu wordt het gemaakt van kunststof.
Op dat beentje zit de pomerans; deze is gemaakt van (laagjes) leer.
Het is een belangrijk onderdeel van de keu, dus ook van het biljarten.
In het Goorke te Oosterhout is een biljartwinkel waar je alle informatie kunt krijgen.
Sinds vorig jaar is er aan de Vijfhuizen te Oosterhout ook een biljartwinkel.
Hier is de vierde generatie biljartmakers en biljartherstellers: Willem Dekkers.
Beide eigenaren (Frits Broeders en Willem Dekkers) verkopen veel artikelen.
Ook randartikelen, zoals bril, handschoen, overhemd met kortere mouwen.
Zij kunnen ook juiste informatie geven over wat ze hebben en over wat ze verkopen.
Bijvoorbeeld de lengte van een keu met beentje en pomerans: 140 cm tot 150 cm.
De doorsnede van een biljartbal voor carambole: 61 mm tot 61,5 mm.
Het gewicht moet zijn tussen 205 gram en 220 gram per biljartbal.
Er zijn krijtjes (o.a. blauw, groen, rood) om de pomerans mee in te krijten.
Onderhoudsartikelen voor keu en biljartballen en biljarttafel.
De maten van een wedstrijdbiljarttafel zijn: 284,5 cm x 142,25 cm.
Oefenbiljarts, speelbiljarts en cafébiljarts hebben lagere afmetingen.
Met een gelegd laken in de kleuren groen, blauw, rood, paars, zwart of geel.
En daaronder elektrisch verwarmde leisteenplaten (één of twee of drie).
Als u van plan bent om het biljarten onder de knie te krijgen, dan is er nog een leraar.
Dat is de bekende Oosterhoutse biljarter Ad Broeders, die hierin lessen geeft.
En misschien staat u over enkele jaren in een (gehuurde) smoking bij een wedstrijd.
Wie weet, is de gemeente Oosterhout dan een kampioen rijker.

26-07-2019 om 14:30 geschreven door Ad Bol


29-06-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spaans kerkhof
Klik op de afbeelding om de link te volgen
In het Nederlandse volkslied wordt over alle twee positief gesproken.
De koning van Spanje, Filips ll, en prins Willem van Oranje-Nassau.
Maar ooit stonden ze tegenover elkaar als kemphanen met hun legers.
Nederland hoorde vroeger bij Spanje; dat kwam door huwelijken.
Ons land (toen Nederland, België en Luxemburg) wilde zich daarvan losmaken.
In verband daarmee is er veel gevochten in Breda en omgeving.
De Lage Vuchtpolder bij Breda speelde daarbij een grote rol.
Deze polder grensde aan Breda, Terheijden, Den Hout en Teteringen.
Uiteindelijk werd die veldslag in 1637 gewonnen door de Nederlanders.
Een zoon van Willem van Oranje, Frederik Hendrik, was de aanvoerder.
Zoals in elke oorlog vielen ook hier gewonden en doden.
De Spaanse soldaten, die gedood werden, werden begraven aan de Salesdreef.
Daar was de uiterste grens van de Lage Vuchtpolder van Breda.
Het was het grensgebied van Breda, Terheijden en Den Hout.
Dicht bij het Markkanaal en de Terheijdense brug over dat kanaal.
Dit kerkhof, deze begraafplaats, is bijzonder klein.
Zij is te vergelijken met het misdadigerskerkhof aan de Oude Bredasebaan.
Dit Spaans kerkhofje is half rond, waarvan de rechte kant ongeveer 10 meter is.
Op dit stukje grond is nogal wat te zien wat bomen en planten betreft.
Het is helemaal bedekt met frisgroene hedera (klimop).
Er staan een aantal zomereiken en een lijsterbes.
Verder een jonge zwarte els en een taxusstruik.
Er bloeien paarse bloemen met de toepasselijke naam Spaanse Ruiter.
Deze plant staat op de lijst van beschermde planten.
Ook ligt er een steen, die waarschijnlijk gebruikt werd als markering.
In de bomen vlogen twee kleine vogeltjes, twee goudhaantjes.
Het zijn de kleinste vogeltjes, die in Europa voorkomen.
Zij hebben een grijs/beige borstje en buik en een donkerbruin kopje, rug en vleugels.
Aan het geluid te horen was er ook een tjiftjaf op dit kerkhofje.
Ook dit is weer een van de kleinst voorkomende vogels.
Een vredig tafereel als je de voorgaande regels leest.
Maar onder de klimop ligt de harde werkelijkheid.
Omgekomen slachtoffers van een jarenlange oorlog.
Tenminste, zo wil de geschiedschrijving ons doen geloven.
Het is aannemelijk, dat er nog stoffelijke resten van Spaanse soldaten zijn.
Maar het kan ook zijn, dat dit een tijdelijke begraafplaats was.
En dat de Spaanse soldaten hun gedode strijdmakkers hebben meegenomen.
Forensisch onderzoek zou hierover uitsluitsel kunnen geven.
Zéker is, dat het een herinnering is aan de strijd om Breda.
Aan de strijd met een land, waarmee we nu in de EU zijn.


29-06-2019 om 14:06 geschreven door Ad Bol


12-06-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pastoor Cornelius Luijkx te Oosteind
Klik op de afbeelding om de link te volgen
In 1852 had Oosteind een eigen kerk, de Sint Johannes de Doperkerk.
Per 30 november 1852 werd als eerste pastoor benoemd C. Luijkx.
Deze C. Luijkx, Cornelius Luijkx, was daarvoor kapelaan.
Kapelaan in Klundert en kapelaan in Ulvenhout.
In Hoeven was hij in 1834 tot priester gewijd.
Cornelius Luijkx was in Etten-Leur geboren in het jaar 1810 .
Zijn vader was Marinus Arnoldus Luijkx en moeder was Dingena Pieter Oonincx.
Hij was enig kind in dat huwelijk, maar had 8 stiefbroers en stiefzussen.
Zijn vader was eerder getrouwd geweest met Cornelia Pieter Dirven.
Deze was overleden in 1806, waardoor 8 kinderen zonder moeder kwamen.
Marinus (Marijn) hertrouwde 2 jaar later, in april 1808 .
De opa van C. Luijkx, P. Dirven, was 4 keer getrouwd en had 15 kinderen.
De pastoor ging wonen in de splinternieuwe pastorie naast de kerk.
Waarschijnlijk woonde zijn huishoudelijke hulp (de pastoorsmeid) daar ook.
Er was ook iemand gevonden, die de tuin onderhield.
En ook een klein bosje, dat achter de tuin lag.
Omdat de kerk door de Nederlandse Staat werd erkend, kreeg hij een salaris.
Een rijksjaarwedde van 400 gulden; ook in 1866 was dat nog 400 gulden.
De pastoor van de Sint Janskerk op de Markt verdiende 600 gulden.
Waarschijnlijk zal de Oosteindse pastoor wel wat gehad hebben van parochianen.
En dat in de vorm van eten; dat was in die tijd gebruikelijk.
Zoals alle pastoors zal ook deze wel zijn stempel op de parochie hebben gedrukt.
Voorop gesteld: In die tijd had de pastoor het voor het zeggen.
Hij werd voorzitter van het Armbestuur van Oosteind.
Dat is begrijpelijk, want daar heb je een vertrouwenspersoon voor nodig.
Veel mannen wilden vanaf 1853 lid worden van het Mannenkoor.
Maar de pastoor beoordeelde wie wel en wie niet lid mocht zijn.
Dat viel soms tegen, want het was een eer om bij het koor te zijn.
Pastoor Luijkx bepaalde ook, dat mannen en vrouwen gescheiden in de kerk moesten zitten.
Hierover had hij ruzie ("tegenkanting") met het kerkbestuur.
Pas ruim 100 jaar later mochten zij naast elkaar zitten in Gods huis.
En vol trots schreef de pastoor het volgende aan de bisschop, monseigneur van Hooydonk.
Op 14 december 1852 had hij zitplaatsen in de kerk verpacht voor 300 gulden.
Een bijzonder hoog bedrag, zeker in de tijd van 1852 .
Maar goed, de mensen hadden het er voor over en zij dachten in achting te stijgen.
Ruim 39 jaar is Cornelius Luijkx pastoor te Oosteind geweest.
Wie de begraafplaats naast de kerk bezoekt, kan niet om zijn graf heen.
Je ziet een groot gietijzeren kruis met een herinneringstegel (zie foto).
Hij werd 81 jaar en "heeft dezelve met veel beleid wijsheid en voorzichtigheid bestuurd".
Na hem kwamen nog 6 pastoors, 3 pastores en een team van pastores. 

12-06-2019 om 18:06 geschreven door Ad Bol


15-05-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Heksenberg in Dorst
Klik op de afbeelding om de link te volgen
In Dorst, gemeente Oosterhout, is een speelbos voor kinderen.
Het ligt aan de Hoevestraat nummer 12 bij Pannenkoekenhuis De Hannebroeck.
Als je hier de parkeerplaats op gaat, ga je meteen naar links.
Daar kun je de auto of fiets wegzetten op een ander parkeerterrein.
Dit speelbos is een onderdeel van Boswachterij De Open Linie.
Mensen kennen dit als De Seterse Bossen of De Seterse Bergen.
De naam Seters komt van het gehucht Seters; er staan enkele huizen.
En hoe de naam Heksenberg is ontstaan, kun je hier zelf ontdekken.
De ingang van het speelbos is in een hoek van het parkeerterrein.
Er staat een informatiebord bij waarop het een en ander te lezen is.
In dit gedeelte van de Boswachterij mogen geen honden komen.
Het Heksenbos is in 2006 aangelegd in een bestaand bos.
Een heuvelachtig bos, waardoor het aantrekkelijk is voor kinderen.
Naaldbomen, loofbomen, planten en struiken staan door elkaar in een heuvelachtig gebied.
Bijvoorbeeld de grove den, eik, beuk, hulst, lijsterbes en berkenboom.
En struiken: bramen, krenten, brem, rododendron.
Veel afgezaagde takken zie je, en boomwortels en boomstammen op de grond.
Van die takken en wortels kun je iets bouwen, bijvoorbeeld een hut of een schuilplaats.
Het is een oud bos, dat kun je ook aan veel versleten bomen zien.
Daarover wordt gewaakt door de wakers, de wortelwakers.
Ze hebben ogen, die alles zien, en ze hebben een breedlachende mond.
Die wortelwakers kunnen je vertellen, dat dit bos al 200 jaar oud is.
Dat is goed te zien aan de grote zandberg, die eigenlijk een zandverstuiving van 200 jaar is.
In die zandberg staan palen waarin je kunt klimmen.
Een rij boomstammetjes, waarop je kunt zitten of lopen of springen, is er ook.
Ook boomstammetjes in een cirkel; in het midden een grotere boomstam.
Hier kun je een boterham of een broodje eten en iets drinken of een spel doen.
Omgezaagde boomstammen met zwammetjes; dat zijn de stoelen voor kabouters.
Een houten uil zal je zeggen wat echte wijsheid is; hij kijkt of er geen afval wordt weggegooid.
En dan ineens sta je oog in oog met een heks; geen echte, maar een van hout.
Rondom die heks liggen keien, zwerfkeien, speciaal voor jou.
Je kunt erop zitten en verhaaltjes verzinnen en vertellen of zomaar dagdromen.
Of zo maar luisteren naar het lied van vogels, die in dit speelbos zijn.
Bijvoorbeeld duiven, vinken, merels, een roek, een Vlaamse gaai (of hannebroek).
Om je heen zie je planten zoals varens, distel, boterbloem, herderstasje, stinkende gouwe.
En als je aan het lopen of rennen bent, kom je misschien wilde varkens tegen.
Tussen bomen staat een klimtoestel, waarop je kunt klimmen, springen of een koprol maken.
Rennen, lopen, springen kun je op de bospaadjes; ook tussen de paden.
Heb je zin in een wandelroute, volg dan maar de kleine rode bordjes.
En als het weer mee zit, heb je vast en zeker een paar leuke uurtjes.

15-05-2019 om 15:28 geschreven door Ad Bol


09-05-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mientje en James, 31 oktober 1944
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Wat hebben deze twee met elkaar te maken op een grijze dag in 1944?
Oosterhout ( en Oosteind) werd bevrijd op maandag 30 oktober van dat jaar.
Alle reden dus om blij te zijn, opgewekt, uitgelaten, uitbundig.
Maar die dag was ook een chaotische dag in Oosterhout.
Er waren Britse soldaten, tanks, gevechtswagens, motoren, vrachtauto's.
Mensen kwamen uit hun huizen; winkeliers openden de deuren van hun winkels.
Inwoners waren door het dolle heen, anderen werden kaal geknipt.
De foute burgemeester uit de Arendstraat werd gevangen genomen.
Toch was het ook een angstige dag, want er vielen granaten, heel veel.
Een ervan trof het huis van Wilhelmina Poppelier in de Zandheuvel 55.
Mientje, Mina, groeide op in een gezin in de Spookselstraat (Pastoor Bressersstraat).
Ze bleef ongetrouwd en ging wonen in de Zandheuvel, niet ver daar vandaan.
Tijdens die granaatinslag was het ongeveer half een in de middag.
De ruiten van het buurhuis aan de overkant, waar mijn ouders woonden, sprongen kapot.
Maar wat veel erger was: Mientje vond de dood, al was de oorlog afgelopen.
Op het moment van de granaatinslag reed er een motor voorbij het huis.
Maar helaas, de motorrijder, James McClelland, werd geraakt.
Zwaar gewond werd hij behandeld door huisarts Sluijter.
Britse soldaten kwamen naar het zwaar beschadigde huis.
Ze brachten de gewonde Britse soldaat naar notaris Le Maire op de Heuvel 9.
James was soldaat bij het Royal Highland Regiment.
Kortweg Royal Highlanders, een elite-onderdeel van het Britse leger.
De andere dag stierf hij, 24 jaar oud, in een voor hem vreemd land.
Hij werd, uit nood, begraven in de tuin van de notaris op de Heuvel.
Op aanwijzing van de War Graves Commission in Brussel, werd hij later herbegraven.
De dood van Mientje werd door haar broer Nico aangegeven op het stadhuis.
Geen beroep, oud 64 jaar en eenzaam gestorven op een dag, die blij zou moeten zijn.
Vermoedelijk werd zij begraven op de Begraafplaats Leijsenakkers.
James McClelland werd herbegraven op de Oorlogsbegraafplaats Jonkerbos in Nijmegen.
Zijn grafnummer is 24.I.2 ; zijn identificatienummer is 1755444 .
Het moet een troost geweest zijn voor zijn familie, dat er voor hem werd gezorgd.
Met name zijn ouders, William en Isabella McClelland.
En vooral voor zijn jonge vrouw Helen McClelland.
Twee doden door dezelfde granaat; de een kwam de ander bevrijden.
Herinneringen voor velen, zoals de collega's in het leger.
Of de buren of de mensen bij wie Mientje gewerkt had; zij was dienstbode geweest.
De andere dag is haar huis ingestort; op die plaats is een nieuw huis gebouwd.
Het graf van James McClelland is er nog; het wordt bijzonder goed onderhouden.
En elk jaar tijdens de Dodenherdenking op 4 mei, kunnen zij herdacht worden.
Hun namen zijn gebeiteld in de muur bij het oorlogsmonument in het park aan de Slotlaan.

09-05-2019 om 00:00 geschreven door Ad Bol


21-04-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Anna Wilhelmina
Klik op de afbeelding om de link te volgen
De Bouwlingstraat in Oosterhout is nu, 2019, heel anders dan 120 jaar geleden.
Het is een oude straat; waarschijnlijk bestond hij al in het jaar 1400 .
Vermoedelijk is deze straat genoemd naar een bewoner, Claes Bouwens.
De naam was toen Bouwensstraet, al zal het wel een brede zandweg zijn geweest.
Er stonden enkele boerderijen en later veel boerderijen.
In één van die boerderijen woonde 120 jaar geleden Willem Arend Bosgoed.
Hij was in 1889 getrouwd met Petronella Broeders, die afkomstig was uit Dongen.
Op zijn boerenbedrijf, zijn hofstede, probeerde hij zijn boterham te verdienen.
Van 1902 tot 1907 had hij een knecht, Albertus Broeders.
Ze zullen elkaar wel goed gekend hebben; ze waren even oud en afkomstig uit Voorst.
Willem en Petronella kregen 6 kinderen: 3 jongens en 3 meisjes.
Maar helaas, hun gezamenlijke geluk duurde tot 1901 .
Zijn vrouw beviel van een dochter, Anna Petronella, maar stierf in het kraambed.
Trots zal Willem geweest zijn op zijn zoon Johannes, die in het leger zat.
Kort daarna overleed zoon Arnoldus, slechts 3 jaar getrouwd.
En ook een aantal kleinkinderen overleden kort na de geboorte.
In 1925 gebeurde er iets verschrikkelijks; geen enkele ouder hoopt dat mee te maken.
Zijn dochter Anna Wilhelmina, 26 jaar oud, werd dood gevonden in de Seterse Bossen.
Mina, zo werd ze genoemd, was niet getrouwd en had geen beroep.
Ze woonde enkele jaren in Dongen, waarschijnlijk in verband met haar werk.
Vanaf december 1919 woonde ze weer bij haar vader en broer Antonie op de boerderij.
Mina, zo werd ze genoemd, wilde 9 augustus 1925 naar Dongen gaan.
Ze wilde daar familie gaan bezoeken en daar naar de kermis gaan.
En daar is niets op tegen voor een nette, rustige vrouw.
Ze ging alleen op de fiets, zonder vriendinnen of kennissen, want die had ze niet.
Ongetwijfeld heeft haar vader zich zorgen gemaakt en heeft hij niet kunnen slapen.
De andere dag werd er navraag gedaan en werd er naar haar gezocht.
De politie werd ingeschakeld, de pers werd ingelicht, maar geen Mina, die gevonden werd.
Een week later vonden een broer en een zwager van haar de fiets van Anna Wilhelmina.
De fiets lag in de Rijenseweg, nu Vijf Eikenweg, aan de kant.
De andere dag vonden ze hun zus en schoonzus, dood in de Seterse Bossen.
Ze lag in een greppel; haar dode lichaam bedekt met takken, takjes en bladeren.
Al gauw kwam de geruchtenstroom op gang, kleine verhaaltjes, die wel of niet waar waren.
Ze had een man leren kennen bij een processie in Meerseldreef.
Ze zou twee mannen gesproken hebben toen ze alleen thuis was.
Ze zou gezien zijn in de Eikdijk; ze zou vriendelijk dag hebben gezegd.
Ze kende iemand, die in Bavel woonde en daar wilde ze naar toe.
Ondanks alle meningen blijft de vraag: waarom ging ze met haar fiets door de bossen?
Ook toen waren niet alle wegen veilig voor vrouwen, die alleen waren.
Een zaak, die te oud is voor een cold case; hopelijk heeft Mina weinig geleden.


21-04-2019 om 15:01 geschreven door Ad Bol


17-03-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Einde van alles
Klik op de afbeelding om de link te volgen
In Maarssen bij Utrecht staat aan de Vecht een schitterende villa.
Vorig jaar is deze verkocht; de vraagprijs was  € 3.425.000,-- , kosten koper.
Een van de bewoners was Martinus Wijnaendts, heer van Stein.
Het pand uit 1698 met de naam Vrede Hoop is een Rijksmonument (nummer 26362).
Martinus is geboren op 25 september 1786 te Breda als onwettige zoon van Cornelia Pietersom.
De biologische vader was Martinus Wijnaendts, onderluitenant bij de cavalerie.
Zoon Martinus woonde met zijn moeder in de Sint Janstraat (ook genoemd Veterstraat) in Breda.
Dicht bij de twee jonkvrouwen Falaiseau, dochters van generaal Joseph Falaiseau.
Zij woonden in het huis van hun overleden ouders aan de Oude Vest A 364 te Breda.
Op korte loopafstand naar Martinus; zij kenden elkaar ook.
Hij ging bij de twee oudere dames voorlezen; dat vonden zij bijzonder prettig.
Na hun dood in 1722 en 1723 ging hun vermogen naar de jonge Martinus.
Deze was intussen verhuisd naar Ginneken; zijn moeder naar Amsterdam.
Zij was getrouwd met Cornelis van Maanen, een meestertimmerman.
De jonge Wijnaendts ging in het pand aan de Oude Vest wonen met zijn vrouw.
Deze was Jacoba Anna Margaretha van Gils; haar vader Adriaan was schepen van Ginneken.
Haar moeder was Maria Adriana Henrietta Lauta van Aijsma.
Deze waren niet onbemiddeld; hun dochter erfde percelen grond in Oosterhout en Dongen.
De trouwdatum was 5 december 1825; het zal wel een groot feest geweest zijn.
Martinus en Jacoba kwamen in de kringen van de adel, zoals baronnen.
Maar ook bij eenvoudige mensen, gezien de leningen die zij aan hen gaven.
Hij leende bijvoorbeeld 200 gulden aan een naaister en aan een notaris 4500 gulden.
Het ging het echtpaar Wijnaendts--van Gils voor de wind, dank zij de erfenis.
Hun woning aan de Oude Vest bestond eigenlijk uit twee royale woningen.
De aangrenzende woningen en een groot pand achter hun huis, waren ook van hen.
Anna Hazeloop was hun dienstmeisje en Assar was de huisknecht.
In 1832 (7 juni) werd Vreede Hoop in Maarsseveen (Maarssen) gekocht.
Ook een gebouw, dat bestond uit vier huizen met de naam Het Klooster, in Maarsseveen.
30 mei 1848 werd op een veiling de Heerlijkheid Stein en Willens gekocht.
Ook de Heerlijkheid Vrijhoef en Kalverenbroek op dezelfde veiling.
Daardoor mocht hij zich heer van Stein noemen, of: Martinus Wijnaendts van Stein.
In 1856 werden op een openbare veiling 3 boerderijen (hoevens) in Alphen (NB) gekocht.
Met daarbij veel percelen grond, voor de aankoopprijs van 32.699 gulden.
Er zijn nu nog 2 van die hoevens en ze maken deel uit van het landgoed De Hoevens te Alphen.
Na hun dood gingen hun bezittingen over naar protestantse instellingen en de gemeente Breda.
De woningen in Maarsseveen gingen naar een neef van Martinus.
Jacoba en Martinus zijn begraven in een grafmonument op de Protestantse Begraafplaats.
De PGO (Protestantse Gemeenschap Oosterhout) onderhoudt het graf.
In ruil daarvoor mocht zij vanaf 1873 een perceel grond aan de Lage Ham in Dongen gebruiken.
Op het monumentale graf van het echtpaar is in hardsteen gebeiteld: Einde van alles.

17-03-2019 om 15:41 geschreven door Ad Bol


01-03-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoekvorstpan / tegel in de Nieuwe Bouwlingstraat
Klik op de afbeelding om de link te volgen
In 2018 waren er in Nederland 7.740.984 woningen.
De meeste daarvan hebben daken, die bedekt zijn met dakpannen van beton of klei.
Soms wilden de bewoners een versiering, een verfraaiing, aan het dak hebben.
Dat gebeurde meestal bovenaan bij de nok, de vorst, en de voorgevel.
In de Nieuwe Bouwlingstraat is nog een huis te vinden, dat zo'n versiering heeft.
Dit pand, dat in 1933 is gebouwd, heeft bij de voorgevel en de nok zo'n tegel.
De eerste bewoner had er een winkel-woonhuis laten bouwen.
En misschien om het huis een uitstraling te laten geven, werd die tegel aangebracht.
Deze werd vastgezet bij de nok aan de voorgevel.
Behalve als verfraaiing werd het ook gebruikt om de boze geesten weg te houden.
Of om de bewoners te beschermen voor tegenslagen in het leven.
De eerste vorstpan kon verschillende motieven hebben.
Soms had het motief te maken met het beroep, dat de bewoner had.
Er werd op die eerste vorstpan ook weleens iets opgezet, gemaakt van klei.
Dat noemen dan een piron: een soort torentje, een zuil/kegel met een bal er op.
Of een afbeelding van een vogel, een kat, gezicht van een duivel of een mensenfiguur.
Ze worden nog steeds gemaakt; ook op wens van de opdrachtgever.
De tegel in de Nieuwe Bouwlingstraat bestaat uit een ronding.
In die ronding een vorm van een kruis en boven de ronding een soort krullen.
Zeer vermoedelijk is deze tegel gemaakt door de firma Gebroeders Laumans.
Dit bedrijf is in 1896 opgericht door Stephan Laumans.
Zijn broers Caspar en Jacques kwamen ook in het bedrijf.
Hun vader Cornelius zorgde ervoor, dat zij een oud bedrijf konden kopen.
Nu is er de vierde generatie, onder de naam Gebroeders Laumans (o.a. in Tegelen).
In Thorn staat de pannenfabriek van de Gebroeders van de Boel, dat dezelfde tegel gebruikt.
Precies zoals de keramische dakpannen worden ook de hulpstukken van klei gemaakt.
Hiervoor wordt zeeklei gebruikt en ook rivierklei; de laatste in de buurt van het bedrijf.
Het liefst tamelijk zware vette klei in verband met de hardheid.
Maar ook in verband met de dichtheid van het materiaal.
De klei, die hiervoor wordt gebruikt, wordt onderzocht of hij bruikbaar is.
Bij de hulpstukken, zoals de tegel, komt er veel handwerk aan te pas.
Als het bakklaar is, gaat het de oven in, waarin de temperatuur 1000 graden Celsius is.
Deze tegels werden gebruikt in de negentiende en in de twintigste eeuw.
Maar zo'n tweeduizend jaar geleden waren ze ook al bekend.
Behalve versiering had zo'n tegel ook het doel om de opening af te sluiten.
Er konden dan geen neerslag en ongedierte onder de dakpannen komen.
De tegel werd vastgezet met speciale kalkspecie (kalk en metselzand).
Er zijn ook houten plaatjes ter versiering; deze worden makelaars genoemd.
Een hoeknokpan, een hoekvorstpan, een gevelplaatje, een tegel in de Nieuwe Bouwlingstraat.
Jammer, dat er (waarschijnlijk) nog heel weinig van dergelijke tegels zijn.

01-03-2019 om 14:55 geschreven door Ad Bol


07-02-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lieveheersbeestje op stoeptegel
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Vandaag, 7 februari 2019, start een landelijke voorlichtingscampagne.
Het doel is om de mensen te wijzen op de gevolgen en het voorkomen van huiselijk geweld.
Deze vorm van geweld komt voor in het huis waarin een familie woont, maar ook op straat.
Per jaar hebben 200.000 volwassenen en 100.000 kinderen te maken met huiselijk geweld.
Twaalf mensen overlijden er per jaar door huiselijk geweld.
Er zijn verschillende soorten van geweld, die in een gezin of op de straat voorkomen.
Lichamelijk geweld (slaan, schoppen), psychisch geweld (pesten), sexueel geweld.
Verbaal geweld (uitschelden, ruzie zoeken/maken), wapengeweld (mes, revolver).
Dikwijls wordt geweld gebruikt voor de lol of onder invloed van alcohol of drugs.
Dat noemen we zinloos geweld; er is niet gauw een reden te bedenken over het waarom.
In 1997 is er een stichting opgericht: Stichting tegen zinloos geweld.
Enkele jaren later kwam een stoeptegel met de afbeelding van een kevertje, lieveheersbeestje.
In Nederland werd dat het symbool, het logo, voor zinloos geweld.
Er liggen in ons land nogal wat van die tegels, ook in Oosterhout.
Bijvoorbeeld in de Nieuwe Bouwlingstraat en in Oosteind op het schoolplein.
Niet omdat de kinderen van de Sint Janschool gewelddadig zijn of pesters.
Maar gewoon, omdat daar veel mensen komen, die kunnen nadenken over het waarom.
Zo'n stoeptegel wordt ook dikwijls op een plaats gelegd, waar geweld is gebruikt.
Door omstandigheden is de dader de zelfbeheersing kwijtgeraakt.
Zo maar uit het niets heeft hij of zij een slachtoffer gemaakt.
Slachtoffer en dader kennen elkaar niet; ze hebben elkaar misschien ook nog nooit gezien.
In veel gevallen heeft het slachtoffer hulp nodig; de dader waarschijnlijk ook.
Als u zo'n situatie meemaakt, kunt u hulp geven aan het slachtoffer.
Probeer hem of haar te helpen met pleisters, verband, of een praatje, stel hem of haar gerust.
Als het ernstiger is, kunt u  112  bellen en eventueel voorbijgangers om hulp vragen.
Blijf bij het slachtoffer, totdat hij of zij weggaat of totdat de politie of ambulance er is.
Probeer, als het mogelijk is, contact te krijgen met de dader.
Probeer op hem/haar in te praten en wijs voorzichtig op het gedrag, dat niet kan.
Het slachtoffer is willekeurig gekozen, heeft zelfs geen aanleiding gegeven.
Geen reden, maar de gevolgen kunnen veel en groot zijn.
Dat kunnen schrammen zijn, maar ook levensbedreigende verwondingen, soms de dood.
Of angst, slapeloze nachten, trauma's, concentratiemoeilijkheden.
Ook pesten, intimideren en discrimineren horen bij zinloos geweld.
De gevolgen kunnen ook hier groot zijn en soms een mensenleven lang.
Zinloos geweld komt voor tijdens het werk, op het sportveld en in verkeerssituaties.
De laatste jaren ook bij bus- en taxichauffeurs, ambulance-medewerkers en brandweermensen.
Bent u slachtoffer (geweest) en u heeft hulp nodig: u kunt  112  bellen.
Of politie (0900 - 8844) of Bureau Slachtofferhulp (0900 - 0101).
En bij pesten: Verplaats je eens in de persoon tegen wie pestgeweld wordt gebruikt.
Dan zie je pas, dat zinloos geweld zinloos is en dat je voor iedereen respect moet hebben.


07-02-2019 om 16:52 geschreven door Ad Bol


29-01-2019
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Asbest in Oosterhout
Klik op de afbeelding om de link te volgen
174 miljoen ton asbestvezels zijn er in de twintigste eeuw verwerkt.
Waarvan 7.700.000 kg in Oosterhout bij Nefabas aan de Vijf Eikenweg. (intussen verdwenen)
Asbest werd verwerkt in vinyl, verf, isolatie, platen, buizen, deuren, tegels.
Het waren meer dan 3000 produkten; het afval werd dikwijls gebruikt om grond op te hogen.
Asbest is een delfstof, die o.a. was te vinden in Canada, Zuid-Amerika en Rusland.
Het zijn mineralen, opgebouwd tot vezels; er zijn verschillende soorten, o.a.
blauwe asbest (crocidoliet), witte asbest (chrysoliet) en bruine asbest (amosiet).
Nederland had verschillende asbestbedrijven, die uiteindelijk samen kwamen in Eternit.
Nefabas in Oosterhout maakte o.a. isolatie-pakkingen, platen, doeken en koorden.
In 1900 werden asbestvezels verbonden met cement; daar zorgde Ludwig Hatschek voor.
Het was een goedkoop materiaal, stevig en brandveilig.
Hele woonwijken zitten/zaten vol met de asbestvezels; en afval in de grond.
Vanaf de jaren vijftig werd het veel gebruikt, tot in de jaren negentig.
De asbest van Nefabas bestond uit vezels, die vermalen werden.
De gemalen vezels werden gemengd met lijm en porseleinaarde.
Het mengsel kwam onder een pers en de platen werden gedroogd en gesneden.
De medewerkers werkten letterlijk in het onzichtbare stof en gingen zo hun ziekte tegemoet.
Want er kwamen regelmatig geluiden over de schade, die asbest kon brengen.
Zelfs al in 1900; de Arbeidsinspectie in Oosterhout kende in 1931 al de gevolgen.
In 1950 werd longkanker in verband gebracht met de grondstof asbest.
Een ambtenaar van de gemeente Oosterhout bracht in 1972 een bezoek aan Nefabas.
Het water, waarin asbestslib was, stond op het fabrieksterrein.
In een gegraven kuil moest het afvalslib eigenlijk terecht komen.
Ook werd het afvalwater geloosd in een bos, dat aan het bedrijf grensde.
Er volgde beterschap van Nefabas, maar 3 jaar later was er weinig veranderd.
Medewerkers werden ziek of nog zieker; soms na vele jaren.
Zij, die miljardair werden in de asbestindustrie, lieten iets na.
Er werd geen onderzoek gedaan, ook niet bij de zieke (oud)werknemers.
Ze werkten zelfs tegen zoals in 1961 bij een medewerker van Nefabas.
Deze had een manier bedacht om asbestvrije platen te maken.
Maar hij kreeg een verbod van de directie; hij mocht er niet mee door gaan.
Later volgden in Nederland rechtszaken en in 2009 met eisen zoals:
16 jaar gevangenisstraf en een schade-vergoeding van € 120 miljoen.
Schade-vergoeding aan 2768 slachtoffers of hun nabestaanden.
In 2016 weer een rechtszaak, waarvan de uitslag nog niet bekend is.
En dat namens mensen met de ziekte mesothelium (soort longkanker) of asbestose (longziekte).
Eternit betekent onsterfelijk, maar niet voor de medewerkers in de asbestfabrieken.
Meent u, dat u recht heeft op een schade-uitkering en wilt u daarvan gebruik maken?
Dan kunt u kontakt opnemen met IAS Zoetermeer, info@asbestslachtoffers.nl 
Een verbod op asbestproduktie en 1400 asbestslachtoffers per jaar: dat zet je aan het denken.

29-01-2019 om 14:53 geschreven door Ad Bol




Blog als favoriet !


Inhoud blog
  • Josephus van Vugt 1800 1816
  • Asselijnhof
  • Brokken plooien
  • Barkentijn
  • Kardoenpad Dorst

    Zoeken in blog



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.nl - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jou eigen blog!