Het is 6 januari 2016, zes uur 's avonds.
In de St. Marcoenkerk te Dorst hoorden we het kerstverhaal.
Een kerstverhaal, dat aangepast was aan deze tijd.
Het werd afgewisseld met muziek.
Bij sommige liedjes mochten de kinderen meezingen.
Na de viering in de sfeervolle St. Marcoenkerk ging het in lampionnenoptocht naar het St. Jorisveld.
Daar wachtte een hoge stapel afgedankte kerstbomen.
Er werd gezegd, waar iedereen mocht staan en waar niet.
Dat was in verband met de brandveiligheid.
Een brandweerauto was aanwezig mèt brandweermannen.
Je weet maar nooit.
Na het aftellen ging "de fik erin" zoals er gezegd werd.
Het was een mooi vuur.
Een vuur vol beweging en vol met verschillende oranje kleuren.
Zo'n kerstboomverbranding is een traditie.
Mensen verbranden elk jaar weer hun (echte) kerstbomen, hun echte dennenbomen.
Waarom?
Nou, je bent van de boom af.
Of: je kon een kaneelstok krijgen of een toegangskaartje voor de "Warande".
Of: jaren, die er niet meer zijn, werken door in dit feest.
Want voor kinderen is dit een feest.
Een echt vuur.
Een vuur, dat heel veel mensen, ook kinderen, aanspreekt.
Lang geleden maakten de mensen ook al een vuur.
Dat vuur was een symbool voor het nieuwe jaar.
De mensen maakten een vuur, omdat ze blij waren.
Er was weer een nieuw jaar en de dagen werden weer langer.
Dat gebeurt al meer dan tweeduizend jaren.
Het vuur was er ook om de boze geesten te verjagen.
Aan dat laatste zullen de inwoners van Dorst niet hebben gedacht.
Hun bomen werden gewoon verbrand.
Ook het dennengroen, dat in de St. Marcoenkerk als versiering was.
Het gipsen kind en Maria en Jozef zullen er geen weet van hebben.
Ook niet de herders en hun schapen.
En ook niet de koningen Casper, Balthasar en Melchior.
Zij worden na 6 januari weer ingepakt.
Of liepen zij ook mee in de optocht naar het vuurfeest?
De organisatie in Dorst heeft dat dit jaar weer mogelijk gemaakt.
Een applaus voor hen.
Want het was goed georganiseerd.
07-01-2016 om 15:22
geschreven door Ad Bol
|