De onderarmen met botte spijkers doorboord
slechts gehuld in een bloeddoorlopen laken
verregenend wegdruipende in de goot
Richtend mijn gezicht opwaarts ten Hemel
met slechts één brandende vraag
Als wij zijn geschapen naar Uw evenbeeld
had U dan ook van de daken geschreeuwd
Laat eens wat zien, een teken, Het Eeuwigdurend Licht
maar al wat ik hoor is wat flauw gedonder
en zie een vage bliksemflits
Is dit alles, is er echt niets anders meer
dan slechts voortdurende martelende steken
van gedoodverfde Longinus' verlossende speer
Zij het soms zo dat wij eerst Hel op Aard moeten belijden
voor wij Uw Koninkrijk met open wonden mogen verblijden
Vreemde voorwaarden met een nogal sadistisch tintje
voor de Christenen en Papers misschien een hintje
Met Jezus' lichaam op de tong, mensenlief open uw ogen
de Vader, de Zoon en de Heilige Geest in teamwork met de Paus
en Cardinalen wordt u geestelijk, financiëel bestolen en be
drogen
Er is vervoer voor ons geregeld maar
tot die aanwezig is wachten wij aan de overkant in de schaduw en zien
en horen wij nog net hoe de rode loper met een grote mond richting
zijn personeel word binnengehaald. We worden opgepikt met een bustaxi
en die rijdt ons totdat deze blijft steken in de modder vlakbij
Karang Anyar. Dat wil zeggen een dik half uur jungle tussen ons en
het dorp in. Maar dat wilde ik nog even voor mij houden. Vooral voor
mijn vader en Anton die het liefst geen ene meter wilden lopen in
Indonesië. Ze staan perplex als wij gedropt worden in de bush. Daar
staan we dan. Iedereen kijkt mij aan en ik hun. "Wat?"
Vraag ik roepend.
Als een doorgewinterde Indiana Jones
met een tropenkolder overzie ik de 'schade' van afgelopen dag en
nacht. We zagen er verneukt, verzopen en versleten uit. Een beetje
lichtblauw en een fel wit schijnen door het dikke gebladertedak boven
ons heen en in de verte zie ik net de bovenste bergtoppen. Het licht
beschijnt ons gezelschap in gekleurde vlekken waardoor het leek alsof
we in camouflagekleuren waren gekleed. Ik zie mijn vader er uitziende
als een Colombiaanse drugslord met zijn spierwitte hoed, zwarte rand
erom een Rayban er onder en half ongeschoren zoals Sean Connery met
daaronder een Hawaishirt of een Mexicaanse Cowboy uit The Wild Bunch
van Sam Peckinpah. Hij staat om zich heen te kijken en naar boven. Op
zoek naar apen wellicht? Vogels?
Of het grote niets van het
katerstaren? Daar leek het meer op. Dan Anton; spijkerbroek
colbertje, cowboylaarzen en dan dat ontzettend zichtbare Magnumkanon
onder zijn oksel aan die witte riem die reikte tot zijn heup, Clint
Eastwood als Dirty Harry in Magnum Force. Deze vind het maar helemaal
niks hier en houd zijn hand angstvallig op zijn blaffer. Dan kijk ik
naar Ed Rumambi onze 'spreekbuis' ons 'gezicht' onze 'Indonesische
gids' de man van normen en waarden, gekleed in traditioneel batik net
als alle corrupte ministers en andere oplichters. Hij had mij de
andere al zien bestuderen en toen ik aan hem begon draaide hij zich
snel lachend, mijn gedachten lezend om en liep richting Karang Anyar.
"Wat een familie joh, daar kom ik mee aanzetten, het goede
voorbeeld" zeg ik per ongeluk hard op.
"Nog klagen ook?" Vraagt
mijn vader. "En is het nog ver lopen?" Even twijfel ik of
ik hem de waarheid zal vertellen wat ik op een gegeven moment ook doe
als het 'spookstadje' wat het toen nog was in zicht komt.
"Godverdomme ik ben versleten." Klaagt mijn vader."
Anton kon helemaal niet meer praten, die gromde alleen nog maar.
"Jongens," zei ik na een half uur blubbertrappen en
aangekomen in het dorp dat 'Soepkip' heet. "Vanaf hier is het
oppassen voor de vijand." "Ed regel jij koud bier, Pa en
Anton wachten jullie in de schaduw daar zo, dan verwittig ik mijn
'pleegvader' de Camat, het dorpshoofd dat mijn 'familie' is
gearriveerd." "Wacht nou eens even!" Zegt mijn pa.
"Waar is je meisje nou? Waar woont ze?" "Zie je daar
die bergen daar pa?" "Ja hoezo?" "Zie je die
hoogste berg pa?" "Die in de wolken steekt?" vraagt
hij. "Ja die" "Daar de top van, daar woont ze!"
Anton draait snel zijn rug naar me toe als teken van protest en mijn
vader zat nee te knikken en wilde nog wat zeggen maar zijn mond bleef
gelukkig open staan van verbazing en ik was al onderweg naar het huis
van de Camat aan de overkant. "Ed maakt er maar acht bier van,"
hoor ik hem kwaad aan de overkant roepen als ik op de deur staat te
kloppen van het opperhoofd. "Met veel ijs." "Frans
denkt geloof ik dat we gek zijn, ik zet geen stap meer!"
Ed gniffelt, zie ik aan zijn
houding, Anton bromt en mijn vader zit op zijn voorhoofd te tikken
richting mij. Doe open die deur, denk ik net als de deur dan
daadwerkelijk ook eindelijk open gaat. Weer die mooie meid van mijn
vorige bezoek die snel weer wat kippen uit het huis jaagt. En daar
was mijn pleegvader weer in zijn onderbroek met hoed en veren op.
Volgens mij ligt die de hele dag die mooie meid te kieren en wat die
met die kippen doet dat weet ik niet. Maar ze rennen wel keihard weg
voor hem, dat vind ik toch wel op zijn minst opmerkelijk.
De Camat schrikt als hij mij ziet en
geeft de meid een uitbrander dat ze hem niet gewaarschuwd heeft voor
zo'n 'hoog' bezoek. Hij verontschuldigt zich voor zijn kleding en
roept mijn 'familie' binnen, slikt raakt zijn stem kwijt en vliegt
een zijdeur door. "We zitten in ieder geval in de schaduw nu,"
zegt Ed. "Nu maar hopen dat hij echt aan onze kant staat."
Zegt hij pestend. Anton begint de kogels in zijn cilinder bij te
vullen vanuit zijn riem. Mijn pa neemt een slok bier en houd de lege
pul stevig vast. Ik check onbewust mijn vlindermes en verplaatst het
van mijn linker naar mijn rechterbroekzak terwijl ik honderd procent
zeker wist dat het goed zat. "De Camat staat aan onze kant
jongens." "Vertrouw me nou." Ik ging in de
burgemeestersstoel zitten met mijn benen over de leuningen geslagen.
"Dit is mijn huis, mijn stiefpa!" Ed lacht. "Frans
hier kun je niemand vertrouwen," zegt mijn vader op zich gelijk
hebbend. Ed sprong mij eindelijk bij: "Als Frans echt
geadopteerd is zit het wel goed." "Denk ik hoor," er
achter aan plakkend om een slag om de arm te houden, de slang.Wij
wachten totdat we geroepen worden door de bediende of dochter van de
Camat, hetgeen ons nog niet helemaal duidelijk is die ons vraagt haar
te volgen. Via een achterdeur over een smal kleipad langs een sawa
waarna wij terecht komen bij een voor daar groot gebouw. Een soort
van kerk zonder torens, wit met een oranje dak. Een Hollands
erfstukje? Wij vonden deze wandeling een beetje eigenaardig daar de
Camat zelf waarschijnlijk aan zijn pik stond te trekken onder de
'douche' en wij nu klei liepen te trappen op een blubberpad. Maar
zolang alles eigenaardig was, was het goed. Als het niet meer
eigenaardig was in Java dan begon de ellende pas echt hadden we
allemaal eerder ondervonden. Wij bleven er bij: "Indonesië is
een land voor kikkers en slangen, en absoluut niet voor mensen."
Als wij vloekend het gebouw binnenstappen en de roodbruine klei die
zo plakte als de pest proberen af te schoppen tegen de stoeprand zegt
Anton: "Kijk, Rumah Walikota dit is dus het stadhuis." Zo
stonden wij dus het voorportaal een beetje te vervuilen met zijn
vieren.
Dat mij dit gebouw verleden keer
niet eerder is opgevallen. Zal wel te druk bezig geweest zij met de
twee verschillende soorten bloedzuigers van het dierenrijk: De
bloedzuiger en de bloedzuigers die doden voor geld. En dat mijnenveld
vol cobra's zal ook wel iets te maken gehad hebben met mijn gebrek
aan zin in sightseeing. Ik zweerde dat ik al in het 'stadhuis'
geweest was en daar zelfs geadopteerd werd. Ik had toch in de
burgemeesterstoel gezeten? Normaal trek je overal je schoenen uit in
Indonesië maar dat doe je natuurlijk niet als er bonje of een kleine
familieoorlog aan de gang is. Je zal er maar vandoor moeten of ergens
achter aan. Dus hadden wij het hele eens spierwitte voorportaal
inclusief trap besmeurd met roodbruine klei wat er uit zag als stront
van een te veel van sambal genoten verteerde maaltijd. "Moet je
godverdomme mijn nieuwe Assics zien," zei mijn vader die zo
trots op zijn nieuwe gympen was omdat ze zo lekker liepen, die eens
blank wit waren geweest en nu als een soort strontklompen aan zijn
voeten bungelden. Anton had er geen last mee en zei stoer: "Ya
sepatu Cowboy." met zijn Cowboylaarzen aan. Ed met zijn
ministeriesandalen had het het minst naar zijn zin. Zo stap ik luid
de Camat vervloekend, een tussendeur door. Mijn vader mij vervloekend
omdat ik altijd iets bijzonders had met 'wijven' zei hij. "Ken
je nou niet één keer een normale uitzoeken?" "Eén keer
maar?!" En Anton en Ed mijn vader vervloekend omdat hij hun
overgehaald had op deze 'tour of duty'. "Het leek wel een
legeroefening." Volgens hun dan. Als wij met veel kabaal en
onder de klei de tussendeur door gestapt zijn, ook nog eens half
lazarus komen wij terecht in een hele grote zaal waar we aangestaard
worden door een doodstille menigte van zo een honderd mensen gezeten
aan een soort ontzettend lange behangtafel, maar dan twee keer zo
breed en twintig keer zo lang. Ze zaten perplex naar ons te kijken en
wij naar hun. Mijn vader gaf mij stiekem een elleboogje en zei
zachtjes: "Wat nou?" "Weet ik veel," beantwoorde
ik, "jij woont hier toch al vier jaar!" Anton zegt zachtjes
dat hij er zestien kan neerschieten binnen één minuut. Ik en mijn
vader kijken elkaar aan. Toen Ed, of Slis onze slangenman dit hoorde
vloog hij naar voren met de onderdanige manier van lopen met dat
dunne nekkie en zijn hoofd naar voren gebogen, liploos en grijnzend
zonder tanden te ontbloten wilde zich net gaan voorstellen met een
diepe buiging als de Camat binnenkomt die ons en speciaal mij
vriendelijk begroet. Ik sla gelijk een arm om zijn schouders. Een
geroezemoes stijgt op.
"Pa," zeg ik: "dit is
pa!" Trots geeft de Camat mijn vader een hand en zegt blij te
zijn met een nieuwe Hollandse zoon als ingenieur en verwelkomde ons
van harte in Karang Anyar. De arme ziel moest eens weten waar we hem
allemaal voor hadden uitgemaakt, hij had zich waarschijnlijk
opgehangen. Hij vond het zo een eer. Hij plaatst mijn drie
metgezellen rechts van de tafel bij de kleinste groep waar ik
achteraan nu ook mijn meisje ziet zitten. Als ik naar haar toe wil
lopen om een zoen te geven drukt de Camat mij neer met zijn hand op
mijn schouder op een stoel op de kop van de tafel en gaat rechts
naast mijn 'andere' vader zitten. Ongeveer dertig meter bij mij
vandaan aan de andere kop van de tafel zit een gozer met een pokdalig
gezicht en een litteken over zijn muil een beetje boos te kijken naar
mij. Ik vlieg overeind en vraagt of hij die klootzak is die mijn
'verloofde' had gekocht voor een baal rijst en die laffe mannetjes
achter me aan gestuurd had. "Ik trek je kop eraf imbeciel."
Anton legt zijn hand op zijn Colt en trekt zijn haan naar achteren.
"Geef dat ding eens hier
Anton." vraag ik hem. Hij kijkt naar mijn vader maar voor die
kan reageren springt de Camat omhoog uit zijn stoel slaat met zijn
hamer zohard op tafel en maant de rechtspraak tot stilte. De hamer
brak, de klos vloog op een voorhoofd van een aan tafel zittende man
van onze tegenpartij die heel even knockout ging. "Wat een
teringzooi zeg," Ik was woedend. "Die lul zit gewoon
tegenover me!"
De situatie was duidelijk er zaten
twee families tegenover elkaar te vergaderen over een bruid, een
mensenleven. Niet te geloven. En het ging over 'mijn' meisje. Ed was
bang, iedereen was bang. Ik had daar geen tijd voor, ik deed net of
ik ging zitten en sprong overeind en rende de tafel over naar het
andere hoofdeind om die gozer te wurgen. Ik werd onderweg aan mijn
enkels en benen gegrepen door honderden handen waardoor ik op mijn
platte smoel viel daarbij een bloedneus opliep en woest opkeek als
een kwaad briesende stier die met zijn ene poot in het zand graasde
klaar om aan te vallen richting strot mijner tegenstander. Anton zijn
Grote Colt om hem heen richtend en op een fluitje blazend dat
iedereen moest blijven zitten. Een rel. Mijn vader met een stoel in
de aanslag richting tegenpartij. Ed nam nog een slokje thee en zat
nerveus te lachen. In plaats van direct mijn weg te vervolgen kijk ik
even naar rechts toevallig precies in de ogen van Tini die huilt en
lacht te gelijk. Ze streelt mij onder mijn kin en over mijn wang mijn
bloed een beetje verwijderend. "Ga alsjeblieft zitten Frans, doe
het voor mij?" Vraagt ze met haar grote Bambiogen. Alsof ik hier
wat tegen in te brengen had. Ik smolt. Verkankerd stap ik expres van
de tafel af en ga achter Tini staan en legt mijn hoofd op haar
schouder en zegt zachtjes dat ze zich niet druk hoeft te maken. Ze
laat tranen zonder te huilen. Vanwaar dit verdriet?
De bloedhond aankijkend loop ik
achteruit terug naar mijn stoel en neem plaats aan de kop van de
tafel waar ik zijn familie aankijk en met platte handen hard op de
tafel slaat en vraagt: "Turus!" "Verder!"
Iedereen deinsde achteruit van de klap al had Anton zijn revolver al
lang weer weggestopt. De Camat staat op en begint weer met zijn
betoog. Iedereen bleef nu doodstil. Ik maakte nog even snel een
beweging over mijn keel naar het andere eind van de tafel met een
waarschuwend vingertje er achter aan. De Camat maant mij tot rust met
zijn hand op mijn schouder en begint iedereen toe te spreken. Nou
gaan we het krijgen: "Winnetou and Old Shatterhand, brothers in
arms in strijd om Pocahontas." "Het moet niet veel gekker
worden ik draai al bijna door." Zeg ik zachtjes uit mijn
mondhoek richting Pa en Anton. "Blijf nou maar even rustig, we
kunnen ze altijd nog af knallen." Zegt Anton. Geen probleem
hoor!.Dit stemde mij tot tevredenheid en rust. "Ik begin nu
toch wel erg dorst te krijgen." Zegt mijn vader zachtjes. Ik
wijs naar Ed en maak eerst een drink- en dan een wrijvende
geldbeweging met mijn vingers er achter aan. "Even niet Frans,
tradtie!" Zei Ed die niets ontgaat. "Krijg de tering met je
traditie," sist mij vader naar hem; "Tgg, moest je hem
gisteren zien als Minister Sutrisno, oplichter." Zonder dat
iemand het kon verstaan daar het in het Nederlands was. "Was dat
ook traditie?" "Precies zegt Ed," "En nu stil, je
maakt de Camat en Frans' schoonfamilie verlegen!" Brommend gaan
Anton en mijn vader rechtop zitten en houden mij in de gaten en
luisteren naar de Camat zijn betoog.Hij zet zijn hoed met hanen en
kippenveren even strak op zijn kop voor hij begint. Wat had die man
toch met kippen?
"Een goede morgen allemaal,"
zegt hij tegen de familie 'Dochter kopen voor rijstbaal' waar ik de
naam niet van weet, op links met open armen. "En een hele goede
morgen natuurlijk voor de familie Tini van Martha Reja en van
ingenieur Francis Borst?" vraagt hij even voor de zekerheid, en
wijst met twee armen strak naar onze zijde alsof we net op stage
gekomen popsterren waren. Applaus bleef echter achterwege. "Eindelijk
zijn we dan bij elkander gekomen en ik wens dit in goede harmonie en
wijsheid te kunnen besluiten." Ging hij verder met zijn zeer
zware bromstem. "Ik heb eens goed over deze zaak nagedacht,
moeilijk, moeilijk." Als hij zo door zou gaan wist ik nu al
zeker dat ik hem stiekem op zijn tenen ging trappen. Werd ik hier
ziek van zeg."Als eerste: volgens onze oude wetten van traditie
heeft de eerste partij, doelend op de tegenpartij, recht op de hand
van Tini gezien de al vele jaren geleden betaalde bruidsschat."
"Een zak rijst Godverdomme!" Stond ik schreeuwend op. "Tien
jaar geleden!" "Moet je er tien terug? Twintig? Klootzak!"
Roep ik woedend naar de overkant. Ed lacht en maant mij tot stilte en
dat ik weer moest gaan zitten. De Camat wilde met zijn hamer op tafel
slaan maar daar was niet meer van over dan een lullig stokje daar hij
deze al door midden geslagen had met als resultaat een flinke bult op
iemands hoofd schuin links voor me. Ik zweeg na zijn knipoog en zijn
"Kalem, kalem," wat dit betekent hoef ik niet uit te
leggen. "Maar," ging hij verder "We moeten niet
vergeten dat de hele berg aan beide zijden nu verlichting heeft
dankzij Francis waar vele families mee geholpen zijn waaronder ik
zelf." "Daar komt bij dat ik hem geadopteerd heb als mijn
zoon zijnde." "Dus ik hoop dat jullie inzien dat ik niet
tegen de wil in kan gaan van onze tradities en of de wil van mijn
eigen zoon." "En zeker niet tegen de economie van karang
Anyar in!" Vervolgt hij streng.
Zo, die zat! Dacht ik. Ik begon hard
te klappen en met mijn kin naar mijn echte vader Anton en Ed te
wenken dat ze mee moesten klappen wat zij dan ook direct deden,
waarna Tini's familie zachtjes maar zeker volgde. "Ik heb dan
ook besloten de keus aan Tini zelf over te laten en vraag haar dan
ook nu de hand te pakken die zij zelf wil trouwen." Kaassie!
Dacht ik, kom op meid. Hebben we ze mooi bij hun lul. Deze minuten
van stilte en verbazing van beide partijen wat betreft de uitslag
leken wel uren voor mij. Er was een doodse stilte. Niemand keek voor
zich uit behalve wij vieren. Iedereen staarde naar beneden op de
tafel alsof er een doodsvonnis was geveld. Alleen wij waren blij en
keken elkaar als overwinnaars aan. Hier klopte iets niet. Dan
eindelijk het geluid van een schuivende stoel. Tini staat op en loopt
richting de klootzak die begint te lachen wat trouwens snel veranderd
in een teleurgesteld gezicht als zij slechts achter hem langs loopt,
haar hoofd naar hem buigt en zachtjes maar voor iedereen
verstaanbaar: "Anging busuk!" (verrotte hond) zegt, om
daarna met de gratie van een kat heupwiegend naar mij toe te komen
lopen mijn schouders omarmt en vol op de mond kust. Dit voelde nog
beter aan als een doelpunt in de Kuip. Ik voelde mij als Humphrey
Bogart in Casablanca. "Dit is heel bijzonder," zegt Ed.
"Dit is niet volgens de traditionele regels." "Ze
zoent je gewoon waar iedereen bij is." "Hadoe ze houdt echt
van je!" "Ze speelt hoog en gevaarlijk spel." Achter
haar rug steek ik mijn neukvinger op naar de overzijde waarna ik haar
tranen met mijn duim zachtjes wegveegt en zij op haar beurt met wat
spuug op de mouw van haar jurk mijn gezicht schoon maakt waar
waarschijnlijk nog wat bloed op zat. Haar ouders en de rest van haar
familie kwamen mij, mijn vader en de Camat een hand geven om te
feliciteren en maakte diepe buigingen. "Zo meisje we gaan even
je kleding pakken en rotten voorlopig even op uit dit kippengat."
"Wat dacht je ervan?"
Ze vraagt de Camat om raad op zijn
Javaans waar ik geen moer van verstond of dit goed was. Dat was haar
eigen keus, al leek het hem verstandig nog een dagje bij haar familie
te blijven dit ook om de gemoederen te sussen van de tegenpartij
legde zij en Ed mij zo goed mogelijk uit. Dus stelde hij voor dat ik
en mijn trawanten naar Jakarta af zouden reizen en Tini één dag
later zou volgen. Ik vond dit maar weer heel erg raar en moeilijk te
accepteren maar wat moest, dat moet. Ik was blij dat alles geregeld
was en bedankte Anton, mijn vader en zelfs Ed die zegt: "Dit heb
ik nog nooit gezien ze zet die hele familie in hun blote kont, zeer
ongewoon." Je kent me nu toch wel een beetje Ed? Als ik
iets echt wil dan gebeurt dat gewoon wel of geen Tarzanverhalen!"
Onze families nemen voor even afscheid en spreken af voor morgen
waarna wij richting treinstation gaan maar niet voor wij even heftig
onze overwinning vieren bij een bierverkopende Toko kaki lima
tegenover het station. Het was een zeer romantische gebeurtenis
geweest, waren er best wel van onder de indruk van de goede afloop en
allen trots op ons zelf.
De volgende dag in Jakarta zit ik in
de namiddag te wachten op de patio voor ons huis op mijn meisje die
elk moment gebroken van de reis aan zal komen lopen. In plaats
daarvan komt er een postbode met een brief in een expres envelop. Ik
moest hem persoonlijk komen brengen van de Camat van Karang Anyar
zegt de jongen. Ik begin ongelooflijk de brief te lezen. "Lieve
lieve Frans, dit zijn mijn laatste woorden. Je hebt zoveel gedaan
voor mij, mijn ouders en dorp. Echt ongelooflijk gewoon, ik had graag
met je verder willen leven maar mijn ouders zijn gisteravond toch
weer bedreigd en zouden worden gedood als ik naar Jakarta zou
afreizen. Ik heb echt geen keus. Ik sterf nog liever dan met die
vuile hond te trouwen in plaats dan met jou en heb dan ook vergif
ingenomen en begin nu dan ook een beetje 'dronken' te worden."
Zoals ze dat daar noemen als een dier of mens begint te duizelen of
neerstort. De arme meid schreef dit stervende maar ik kon het niet
geloven wilde het niet geloven. Ik trok de postbode naar binnen en
vroeg me te lezen wat er stond daar mijn vader en zijn vrouw een
siësta hielden want de letters werden onduidelijker en op het laatst
haast niet meer leesbaar op het 'wacht op jou in de hemel' na. "Wat
is er gebeurt met Tini?" Vraag ik de jongen. "Bunudiri
pak!." "Zelfmoord pa!" "Dia minuman dua liter
Bayghon racun." "Kras sekali." "Kashi an."
"Zij heeft twee liter Bayghon insectenvergif opgedronken,
keihard spul, ik heb erg veel meelij met haar."
De aarde valt onder mij weg en val
bewusteloos met mijn kop op de harde smetteloos witte plavuizen
waardoor ik weer snel bij kennis komt en versuft ben blijven zitten
met de brief in mijn hand.