Ik ben een nabestaande.
Bladen informeren me deze dagen
ongevraagd en opdringerig.
Willen cremeren, ter aarde stellen:
maak uw keuze, noem een prijs.
Kies een gezicht, uitgestreken genoeg
om voor de baar te lopen.
Kies voor wie zorgt voor het glas water
de doos met tissues.
Koffie toe.
Ik ben een nabestaande.
Vandaag de dag van Allerzielen, de komst
al dagen aangekondigd.
Overledenen, rustend alle dagen, worden
vandaag tot leven gewekt.
Overweldigende boeketten, kransen te groot
en te zwaar.
Gebedsdiensten, geween en geknars van tanden.
De rituelen van het volk, bedoeld als troost
voor de nabestaanden.
Ik ben een nabestaande.
Dat ben ik vandaag, gisteren en morgen.
Voor mij geen bijzondere feest- of rouwdag.
Geen heiligen- of verdoolde zielendag.
Ik wil niet de tranen van een ander zijn.
Ik besta na de ramp die me trof en weef in stilte
mijn betekenisvol verlies
door alle verdere dagen van mijn leven.