Ik ben Thea, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Roodkapje.
Ik ben een vrouw en woon in Oudenbosch (Nederland) en mijn beroep is Huisvrouw.
Ik ben geboren op 02/11/1947 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, fotograferen,knutselen,lezen,zingen,muziek luisteren.
Op de flat mag hij eerst kijken waar zijn bedje is.
Het is al opgemaakt en hij kan er zo in, maar, dat doet hij natuurlijk niet.
Er is nog zoveel te doen...
Eerst drinken mama en tante koffie en Louois krijgt een beker chocola en een lekkere koek.
Mam blijft eerst nog warm eten en gaat pas die middag weer terug naar huis, want, ze zegt dat ppa dan ook weer thuis komt en dat ze dan niet meer zo alleen is.
Ze geeft haar zoontje een extra knuffel en heeft hem de raad dat hij lief moet zijn en zijn tante niet mag plagen.
Louis staat op het balkon van de flat naar beneden te kijken als mama daar langs komt om naar de trein.
Ze zwaaien naar elkaar.
Even krijgt het ventje een brok in zijn keel en wordt het warm achter zijn ogen, en hij moet heel diep zuchten/ maar als mama uit het zicht verdwenen is zegt tante dat ze eerst de koffer maar eens uit moet gaan pakken en daarna gaan ze samen lekker de stad in en een ijsje eten.
De tandenborstel en aardbeientandpasta krijgen een eigen bekertje op de wastafel en de pyjama ordt onder het kussen gelegd.
Het beertje mag op de sprei zitten.
Tante zegt er gelukkig niks van, dat haar neefje zijn knuffel heeft meegenomen.
Ze snapt het ook wel dat het vreemds is en dat je het beste kunt slapen met iest van thuis bij je bed.
De kleertjes gaan in de kast. Zo, dat is geregeld.
Nu gaan ze de stad in.
Vrolijk huppelt Louis naast tante voort en verteld honderduit, over de eerste klas en dat hij al kan lezen en een beetje rekenen.
Hij geeft een demonstratie door sommige woordjes op te lezen die op aanplakbiljetten staan.
Tante stopt bij een ijssalon en stelt Louis op de proef door te vragen of hij kan lezen wat er op het bord staat.
Even blijft Louis nadenkend staan en spelt in stilte de letters die het woord IJSSALON vormen.
Trots schreeuwt hij het uit en zegt dat hier ijsjes te koop zijn. Hier gaan ze naar binnen.
Hij mag zelf iets lekkers uitkiezen, en dat is nog niet zo makkelijk als je wel denkt. Het is een Italiaanse ijssalon en daar hebben ze de heerlijkste ijsjes die je je maar kunt denken.
Chocolade ijs, aardbeien ijs, yoghurt ijs en ook smurfenijs. Dit vindt Louis zo een vrolijke kleur dat hij dat wel eens wil proeven.
Tante neemt ook een ijsje. Samen gaan ze nu op een terrasje zitten, vóór de winkel. Hmmm. Wat een zaaaligheid...
Na het ijs moet tante vlug naar huis, want ze wil nog pannenkoeken bakken. De eerste dat moet haar kleine neef verwend worden. Op vakantie doe je niets anders dan lekker eten en drinken.
Ze bakt een grote stapel pannenkoeken en zet stroop op tafel en jam. Louis eet zijn buikje rond. Weldra is het zeven uur geworden en eigenlijk moet hij dan thuis altijd al naar bed, maar, nu mag hij nog een uurtje opblijven.Maar, als het kwart over zeven is begint hij te gapen en gaan zijn oogjes prikkelen. Hij wrijft er eens in maar Klaasje Vaak heeft al slaapzand in zijn oogjes gestrooid.
Tante ziet het en lacht. Ze zegt:"Ik denk, lieve schat,dat het voor jou de hoogste tijd is om je bedje in.Wil je soms eerst nog onder de douche?"
Dat lijkt Louis heerlijk. Thuis hebben ze een bad, maar een douche is toch weer heel iets anders.Maar dan bedenkt hij verschrikt dat hij geen badschuim heeft meegenomen.
Dat hindert niet, want tante Trees heeft dat spulletje ook wel in de badkamer. Louis kleedt zich uit en legt zijn kleertjes netjes over de stoel. Tante zet de douche aan en zegt"" Je kunt het zeker wel alleen?Als je klaar bent roep je maar, dan zal ik een handdoek komen brengen.Daar kun je jezelf lekker mee afddrogen. "
Na tien minuutjes onder de douche krijgt het jongetje er genoeg van. Eigenlijk is een douche niet eens zo heel erg leuk. Je moet staan. In een bad kun je lekker liggen. Hij roept zijn tante, die vlug aan komt lopen .
Tante belt, als het jongetje lekker ligt te dromen, zijn mama en papa en verteld dat hij al lekker ligt te knorren en dat het best zal gaan. Dat hij ijs gegeten heeft en pannenkoeken en dat hij heel beleefd is.
De andere morgen is het tante die als eerste wakker is. Haar neefje slaapt nog. Ze kijkt e ens met een glimlach naar hem. Hij heeft een kleurtje op zijn wangen , ligt diep onder de dekens en zijn beertje is op de grond gevallen.
Ineens doet Louis zijn ogen open en rekt zich uit. Goh, hij heeft heerlijk geslapen. Maar nu moet hij vlug een plasje doen.
Het worden nog drie heerlijke dagen die in een mum van tijd om zijn.
Vrijdagmiddag staat mama alweer voor de deur, met de auto, deze keer. Geen treinreisje meer.
Louis geeft zijn tante het cadeautje van mama, een CD met mooie muziek.
Zelf heeft hij in die dagen een leuke tekening gemaakt van de flat, de kinderboerderij allemaal ijsjes, een bord vol pannenkoeken en zijn handtekening er onder.
Die tekening krijgt tante. Ze is er erg blij mee en prikt hem gelijk met een punaise aan de muur, boven de televisie.
DIe avond is het knulletje toch ook wel weer blij dat hij zijn papa ziet, die hem een dikke kus geeft.
Hij heeft zijn maatje gemist, zegt hij.
Het was wel leuk bij tante, maar als je weer naar huis moet is dat ook helemaal niet erg.
Oost west, thuis best.
Melissa en Angeliek zijn twee zusjes, van vier en zes jaar oud.
Meestal zijn ze erg lief, maar soms zijn ze ook heel ondeugend. Zoals toen, die keer, met die snoepjes... Wat er toen gebeurde? Dat zal ik je vertellen.
Het was Woensdagmiddag en de zusjes hoefden niet naar school. Mama had het heel druk want het was grote schoonmaak en de boel moest vanonder tot boven goed worden gedaan.
Vandaag was de slaapkamer van de kinderen aan de beurt.
Hier lag een paar vuile sokjes, binnenstebuiten gekeerd, zo van een voetje gestroopt. Daar lag de spijkerbroek van Angeliek, vol grasplekken.
Die kleine troel was een echte wildzang en had eigenlijk een jongetje moeten wezen. Ze sleepte h aar oudere zusje , die wat verlegen was, overal in mee.
Vanmiddag waren ze echter wel lief. Ze waren zo stil.
Hoor, daar kwam het stemmetje van Angeliek, vanonder aan de trap,
"Mammie, we gaan alles eerlijk delen. Dat is goed, hé? We mogen toch wel een snoepje? " "Tuurlijk mogen jullie een snoepje. Je bent zo lief vandaag. Maar, eerlijk delen, je weet wat mama altijd zegt.""Hmmm"komt er als enig antwoordt. en de kleine meid sluipt de huiskamer binnen. Moeder de Wild gaat verder met stofzuigen.
Wanneer ze even later beneden komt en de kamerdeur opent slaat ze haar hand voor haar mond. Midden op tafel staat de snoeppot. Eerst zat deze vol met toffees en chocolaatjes, pepermuntjes en zuurtjes. Nu is hij echter voor de helft geplunderd en de kinderen zitten met kleverige handjes en vuile snoetjes aan de tafel stralend naar haar te kijken.
Mama vraagt:"Wat hebben jullie nóú toch uitgespookt? Wat moet dat met die snoeppot op tafel? Je weet best dat je maar één snoepje mag hebben."
Angeliek krijgt er een kleur van en stamelt:"Noui, maar we hebben toch eerlijk gevraagd of we een snoepje mochten toen je aan het stofzuigen was, en je hebt gezegd dat we eerlijk moesten delen. Dat hebben we ook echt gedaan hoor. Vraag maar aan Melissa."
Mevrouw de Wild kijkt fronsend naar haar oudste en deze legt uit:"We hebben alle snoepjes er uit gehaald en in 2 hoopjes gelegd. Het ene hoopje ging terug in de snoeppot en het tweede hoopje hebben we ook weer door de helft gedaan. Ik kan best al goed rekenen hoor, mammie. Dat hebben we op school geleerd."
Moeder zucht maar eens. Ze schudt haar hoofd en pakt resoluut de snoeppot op. Die gaat boven op de kast, waar haar kinderen er zeker niet bij kunnen.
Maar, ze hebben er ook wel een klein beetje van geleerd. Ze lusten helemaal geen boterhammen meer en zijn een beetje misselijk geworden van al dat gesnoep.
Het was dan wel eerlijk gedeeld, maar al te veel is ongezond en ze vinden het nu niet eens meer zo lekker, nu ze er ineens bij nadenken hoevéél snoepjes ze eigenlijk ophebben.
Dat was voor twee weken tegelijk. Wat stom. Ze zullen het nooit meer doen. Dat beloven ze plechtig en ze gaan maar vlug hun tandjes poetsen.
Gelukkig hoeven ze die avond geen boterham te eten en mama kan er eigenlijk best wel om lachen.
Papa vraagt die avond, wanneer hij hen naar bed brengt, plagerig of ze geen snoepje meer willen, maar hen was de lust tot snoepen voor even vergaan...
Insteken... Draadje om slaan... Door laten glijden en af laten gaan...
Op de naald zit een lange lus. Nou, dat is een grote klus. Hé, neehee, dat is geen grapje. Ik heb nog láng geen lápje. Als Mam breit, ja, dan zie je wat. Ik heb in élke naald een gát ( pff)
Insteken... Draadje om slaan... Door laten glijden en af laten gaan...
Oh, wat krijg ik het toch wárm... De naalden plakken onder mijn arm. Mijn tong glipt ussen mijn tanden en het zweet staat in mijn hánden... De naald lijkt wel een vlággestok... Op die manier wordt het nóóit een sok...
Insteken... Draadje om slaan Door laten glijden en af laten gaan...
Ik mopper en ik zwoeg. En nú is het genóég...( grr)
Daar liggen alle steken, nu ik even niet had uitgekeken. Ik probeer het voor de laatste keer maar zín heb ik alláng niet meer ( zucht )
Insteken... Draadje om slaan Door laten glijden en af laten gaan..
Verroest. een héle naald gedaan. De steken zijn netjes blijven staan. Het lijkt warempel al een beetje op een jurkje voor mijn pop Greetje. Tjonge zeg, het lukt zowaar. Breien is best leuk, heus waar (jippie )
Insteken... Draadje omslaan... Door laten glijden en af laten gaan...
Frida is een vrolijk meisje. Goed gemutst, de hele dag. Ze zingt vaak een vrolijk wijsje en om haar mond ligt steeds een lach.
Opgeruimd gaat zijn door 't leven. Geen boze bui treft ooit het doel. Lachen moet, dat is haar streven. Daarvan krijg je een goed gevoel.
Ook al beukt wind tegen de ruiten en regent het soms dat het giet, Frieda gaat opgewekt naar buiten. Kniezen, nee, dat kan ze niet.
En mocht je soms een pestbui krijgen of ben je alles een beetje moe? Blijf dan niet zo mokkend zwijgen maar ga naar Frida Vrolijk toe.
In een paar tellen is 't vergeten en voel je je weer in je hum. Dan wil je van verdriet niet weten en neuriet wat, hum, tiedeldum.
Heus, het helpt, je zult ervaren, als het even niet zo lekker gaat, loop dan niet te morren of te maren maar breng een bezoek, aan het eind van de straat.
Daar, op nummer elf, kun je haar vinden, dat vrolijke meisje dat zo graag lacht. Stuur al je humeurige en boze vrinden maar naar Frida, op de Prinsengracht...
Het is hier vreemd....Dit kén ik niet..... Hoe ben ik hier gekomen?
Kwam ik van links? Of kwam ik van réchts??? Of dat pad daar, tussen de bomen?
Of ben ik tóch rechtuit gegaan? Waar is mijn Mam gebleven? Oh jee, even niet opgelet. Wat gaan we nóú beleven?
Waar ben ik nou weer in verzeild geraakt? Straks wordt het avond, kil en donker. Dan loop ik hier helemaal alléén onder het stergeflonker.
Ik ken hier niemand...Wat is het groot... Zo'n drukke straat durf ik niet over te steken... Waarom was ik zo eigenwijs en heb niet om mij heen gekeken?
Maar hoor, daar komt een auto aan. Hij toetert hard en de deur gaat open. Het is de auto van Oom Jan... Oom vraagt, waarom ik ben weggelopen...
Ik zeg dat ik zo liep te dromen en dat ik toen de weg verloor. Oom is een beetje boos op mij en zegt dat mama bang is, hoor.
Mijn hartje klopt nu in mijn keel. Van zenuwen ga ik een beetje hijgen. Mijn mond is droog, mijn wangen warm. Zou ik op mijn falie krijgen?
Maar nee, wat later zie ik mam. Ze is heel blij als ze me ziet. En dan huilen we alle twee. Maar, niet eens meer van verdriet.
Maar één ding moet ik wel beloven. Dat is steeds bij mam moet blijven. Dat doe ik. Wat ik voelde daar, zo alleen, dat is níét te beschrijven.....Eng ! ! !