Ik ben Thea, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Roodkapje.
Ik ben een vrouw en woon in Oudenbosch (Nederland) en mijn beroep is Huisvrouw.
Ik ben geboren op 02/11/1947 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, fotograferen,knutselen,lezen,zingen,muziek luisteren.
Melissa en Angeliek zijn twee zusjes, van vier en zes jaar oud.
Meestal zijn ze erg lief, maar soms zijn ze ook heel ondeugend. Zoals toen, die keer, met die snoepjes... Wat er toen gebeurde? Dat zal ik je vertellen.
Het was Woensdagmiddag en de zusjes hoefden niet naar school. Mama had het heel druk want het was grote schoonmaak en de boel moest vanonder tot boven goed worden gedaan.
Vandaag was de slaapkamer van de kinderen aan de beurt.
Hier lag een paar vuile sokjes, binnenstebuiten gekeerd, zo van een voetje gestroopt. Daar lag de spijkerbroek van Angeliek, vol grasplekken.
Die kleine troel was een echte wildzang en had eigenlijk een jongetje moeten wezen. Ze sleepte h aar oudere zusje , die wat verlegen was, overal in mee.
Vanmiddag waren ze echter wel lief. Ze waren zo stil.
Hoor, daar kwam het stemmetje van Angeliek, vanonder aan de trap,
"Mammie, we gaan alles eerlijk delen. Dat is goed, hé? We mogen toch wel een snoepje? " "Tuurlijk mogen jullie een snoepje. Je bent zo lief vandaag. Maar, eerlijk delen, je weet wat mama altijd zegt.""Hmmm"komt er als enig antwoordt. en de kleine meid sluipt de huiskamer binnen. Moeder de Wild gaat verder met stofzuigen.
Wanneer ze even later beneden komt en de kamerdeur opent slaat ze haar hand voor haar mond. Midden op tafel staat de snoeppot. Eerst zat deze vol met toffees en chocolaatjes, pepermuntjes en zuurtjes. Nu is hij echter voor de helft geplunderd en de kinderen zitten met kleverige handjes en vuile snoetjes aan de tafel stralend naar haar te kijken.
Mama vraagt:"Wat hebben jullie nóú toch uitgespookt? Wat moet dat met die snoeppot op tafel? Je weet best dat je maar één snoepje mag hebben."
Angeliek krijgt er een kleur van en stamelt:"Noui, maar we hebben toch eerlijk gevraagd of we een snoepje mochten toen je aan het stofzuigen was, en je hebt gezegd dat we eerlijk moesten delen. Dat hebben we ook echt gedaan hoor. Vraag maar aan Melissa."
Mevrouw de Wild kijkt fronsend naar haar oudste en deze legt uit:"We hebben alle snoepjes er uit gehaald en in 2 hoopjes gelegd. Het ene hoopje ging terug in de snoeppot en het tweede hoopje hebben we ook weer door de helft gedaan. Ik kan best al goed rekenen hoor, mammie. Dat hebben we op school geleerd."
Moeder zucht maar eens. Ze schudt haar hoofd en pakt resoluut de snoeppot op. Die gaat boven op de kast, waar haar kinderen er zeker niet bij kunnen.
Maar, ze hebben er ook wel een klein beetje van geleerd. Ze lusten helemaal geen boterhammen meer en zijn een beetje misselijk geworden van al dat gesnoep.
Het was dan wel eerlijk gedeeld, maar al te veel is ongezond en ze vinden het nu niet eens meer zo lekker, nu ze er ineens bij nadenken hoevéél snoepjes ze eigenlijk ophebben.
Dat was voor twee weken tegelijk. Wat stom. Ze zullen het nooit meer doen. Dat beloven ze plechtig en ze gaan maar vlug hun tandjes poetsen.
Gelukkig hoeven ze die avond geen boterham te eten en mama kan er eigenlijk best wel om lachen.
Papa vraagt die avond, wanneer hij hen naar bed brengt, plagerig of ze geen snoepje meer willen, maar hen was de lust tot snoepen voor even vergaan...
Insteken... Draadje om slaan... Door laten glijden en af laten gaan...
Op de naald zit een lange lus. Nou, dat is een grote klus. Hé, neehee, dat is geen grapje. Ik heb nog láng geen lápje. Als Mam breit, ja, dan zie je wat. Ik heb in élke naald een gát ( pff)
Insteken... Draadje om slaan... Door laten glijden en af laten gaan...
Oh, wat krijg ik het toch wárm... De naalden plakken onder mijn arm. Mijn tong glipt ussen mijn tanden en het zweet staat in mijn hánden... De naald lijkt wel een vlággestok... Op die manier wordt het nóóit een sok...
Insteken... Draadje om slaan Door laten glijden en af laten gaan...
Ik mopper en ik zwoeg. En nú is het genóég...( grr)
Daar liggen alle steken, nu ik even niet had uitgekeken. Ik probeer het voor de laatste keer maar zín heb ik alláng niet meer ( zucht )
Insteken... Draadje om slaan Door laten glijden en af laten gaan..
Verroest. een héle naald gedaan. De steken zijn netjes blijven staan. Het lijkt warempel al een beetje op een jurkje voor mijn pop Greetje. Tjonge zeg, het lukt zowaar. Breien is best leuk, heus waar (jippie )
Insteken... Draadje omslaan... Door laten glijden en af laten gaan...
Frida is een vrolijk meisje. Goed gemutst, de hele dag. Ze zingt vaak een vrolijk wijsje en om haar mond ligt steeds een lach.
Opgeruimd gaat zijn door 't leven. Geen boze bui treft ooit het doel. Lachen moet, dat is haar streven. Daarvan krijg je een goed gevoel.
Ook al beukt wind tegen de ruiten en regent het soms dat het giet, Frieda gaat opgewekt naar buiten. Kniezen, nee, dat kan ze niet.
En mocht je soms een pestbui krijgen of ben je alles een beetje moe? Blijf dan niet zo mokkend zwijgen maar ga naar Frida Vrolijk toe.
In een paar tellen is 't vergeten en voel je je weer in je hum. Dan wil je van verdriet niet weten en neuriet wat, hum, tiedeldum.
Heus, het helpt, je zult ervaren, als het even niet zo lekker gaat, loop dan niet te morren of te maren maar breng een bezoek, aan het eind van de straat.
Daar, op nummer elf, kun je haar vinden, dat vrolijke meisje dat zo graag lacht. Stuur al je humeurige en boze vrinden maar naar Frida, op de Prinsengracht...
Het is hier vreemd....Dit kén ik niet..... Hoe ben ik hier gekomen?
Kwam ik van links? Of kwam ik van réchts??? Of dat pad daar, tussen de bomen?
Of ben ik tóch rechtuit gegaan? Waar is mijn Mam gebleven? Oh jee, even niet opgelet. Wat gaan we nóú beleven?
Waar ben ik nou weer in verzeild geraakt? Straks wordt het avond, kil en donker. Dan loop ik hier helemaal alléén onder het stergeflonker.
Ik ken hier niemand...Wat is het groot... Zo'n drukke straat durf ik niet over te steken... Waarom was ik zo eigenwijs en heb niet om mij heen gekeken?
Maar hoor, daar komt een auto aan. Hij toetert hard en de deur gaat open. Het is de auto van Oom Jan... Oom vraagt, waarom ik ben weggelopen...
Ik zeg dat ik zo liep te dromen en dat ik toen de weg verloor. Oom is een beetje boos op mij en zegt dat mama bang is, hoor.
Mijn hartje klopt nu in mijn keel. Van zenuwen ga ik een beetje hijgen. Mijn mond is droog, mijn wangen warm. Zou ik op mijn falie krijgen?
Maar nee, wat later zie ik mam. Ze is heel blij als ze me ziet. En dan huilen we alle twee. Maar, niet eens meer van verdriet.
Maar één ding moet ik wel beloven. Dat is steeds bij mam moet blijven. Dat doe ik. Wat ik voelde daar, zo alleen, dat is níét te beschrijven.....Eng ! ! !