Oh Christuskind geboren in dat verre land, waar is er nu weer een bestand, die van Uw komst hier op aarde een farce maakt, zonder enkele waarde.
De wapens worden neergelegd, in deze stille nacht, dan barst de hel weer los, de vrede ruw verkracht. En het houdt niet op, het duurt maar voort, d'onschuldige mens wordt wreed vermoord.
Men wenst elkaar in deze nacht, vrede en welbehagen,maar, de stellingen blijven wel bemand, om elkaar te belagen.
Daar ligt gij dan oh mensenkind, liefhebbend vijand en vrind. Had Uw komst hier op aarde nog wel zin ? Gelooft de mensheid er nog in ?
Toch blijven we hopen oh mensenzoon, zegen het huis waarin ik woon. Maak week de harten, laat liefde regeren, Gij zijt de enige, die het tij kan keren.
Laat in deez' nacht vrede in onze harten dalen, dan zullen we het eind der tijden zeker halen. Vernietig het kwaad, dat in ons leeft, redt ons Heer, want de aarde beeft.
Dag blonde duin, met je zilv'ren kruin, de zon in de azuren lucht beschrijft het puin, dat ik van het leven had gebrouwen; ik laat het jou, ik wil een nieuwe woning bouwen.
Jouw zalige rust, ze deed me goed, ik wil haar blijven koesteren, máár als het moet, als het niet anders kan, ja, dán zal ik gaan om de anderen te ontmoeten, die mij zullen helpen, hen begroeten..
Het zal worden een huis van liefde, stilte en geluk, één huis voor ons allen, het mag niet stuk. De vrede, die daar heersen zal, wil ons omarmen, geheel en al. Delen met elkaar het huis van het leven, het zal ons uiteindelijk het eeuwige geven.
If you have a friend, you are his prisoner on free base, because, he has locked you up in his heart and even if you know the place of the hidden key, you want to stay there, because, you do not feel like a prisoner.
Het wordt donker. Ik vrees de avond en verafschuw de nacht. Je ademt heel zwak nog, ik ben bang voor het afscheid.
Mijn handen zoeken de jouwe, ik vind ze en bemerk de kilheid, alsof het einde al in zicht is.
Ik wanhoop, stik bijna in verdriet. Hoe moet het nu verder ? Mijn hart schreeuwt: "Ik kan je niet missen." Blijf hier, dichtbij me. De tranen vloeien drupsgewijs.
Nog niet, mijn God, nog niet !
Je was zo onrustig en nu lig je stil. Je ademhaling zegt me: "Nog even." Dan is het onvermijdelijke daar. Met jou vervliegt ook mijn leven.
Dit gedicht heb ik gemaakt toen ik woedend en gefrustreerd was door de handelswijze van het regime in Argentinië. Wij zijn immers allemaal bekend met de wreedheden van dat regime. Er is nog steeds geen recht gedaan !
Dwaze Moeders
Oh, dwaze moeder, wat doet het pijn jou daar te zien lijden op dat grote plein. Daar, waar het leven niet stil blijft staan, steeds kom je weer, ik ben met jouw lot begaan.
Je wanhoop,je stille verdriet, 't knaagt aan mij, of ik wil of niet. Mijn tanden knarsen, het lijf vol agressie, mijn God komt er dan nooit een eind aan de pressie, de tirannie, niemand ontziend, vernietigend je kinderen, man, of vriend.
Hoe bewonder ik jou en je lotgenoten, het waren niet jóúw kinderen, die bloed vergoten. Zíj namen het leven, van machtswellust dronken, namen het leven dat jij, dwaze moeder, je kind had geschonken.
Hou vol je stille strijd en protest, verwijder het gezwel uit Artgentinië 's nest ! Laat in jouw land de zon weer stralen en vernietig de laarzen, die het lot bepalen. Geef Argentinië's kinderen weer nieuwe moed. Mijn God, dwaze moeder hou vol, het komt weer goed !
I dreamed I was in heaven and saw the days, all seven. The seven days of every week, the weeks of every year. All years of my restless life, I saw them clear, so clear.
I saw my faults, my ups and downs and couldnt change one hour; but the lord, he smiled at me, intensive, full of power.
His eyes were filled with love. He gently called my name and I; I could not say a word, my heart was full of shame.