Inhoud blog
  • Hechtingsstoornis
  • Diagnose Hechtingsstoornis
  • Infant Mental Health sociale-emotionele problematiek bij risicobaby's
  • Brochures en Lezingen bestellen bij De Knoop
  • Chiropractie kan ook goed helpen bij huilbaby's
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Een interessant adres?
    Zoeken in blog

    Zoeken met Google


    Gastenboek
  • avondgroetjes
  • Godszegen Groetjes
  • WOENSDAG
  • Lieve groetjes vanuit De Klinge
  • Lieve winter groetjes van uit De Klinge

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Huilbaby
    Zwangerschap Huilbaby
    03-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sluit de baby opvang

    Sluit de babyopvang

    Marilse Eerkens, 03-06-2010 14:22
     
    buiten_slapen_kinderdagverblijf_300
    Het wordt tijd dat er serieuze aandacht komt voor het probleem waar veel ouders mee worstelen: hoe kan ik mijn werk en het ouderschap zo combineren dat mijn kinderen daar niet het slachtoffer van worden?

    Recent onderzoek van orthopedagoog Esther Albers toont aan dat baby’s veel meer stress hebben in de crèche dan thuis – hou ze een jaar thuis, is haar advies. Acht jaar geleden wees hoogleraar Ontwikkelingspsychologie Marjan Riksen Walraven ook al op de kwetsbaarheid van het babybrein. Hoe lang moet het nog duren voor we maatregelen gaan nemen? De economie moet draaien, maar ten koste van wat?

    Agnes van Hoesel, de dagvoorzitter van het onlangs gehouden congres ‘Babyopvang kan beter’ windt er geen doekjes om. Jarenlang stelde ze ouders gerust die hun drie maanden oude (of jongere) baby aan haar kinderdagverblijf toevertrouwden: “voel je maar niet slecht, het is echt niet schadelijk voor je kind.” Nu ze zelf net oma is geworden durft ze dit niet tegen haar eigen dochter te zeggen. ‘Er is veel nieuwe kennis. Had ik dit maar eerder geweten.’

    Bewijs
    Toch is deze kennis niet nieuw. Het is eerder zo dat het bewijs steeds sterker wordt. Acht jaar geleden wees Marianne Riksen Walraven in haar inaugurele rede er al op dat er een duidelijk verband lijkt te bestaan tussen het aantal uren dat kinderen doorbrengen op de crèche en de kans dat ze op lange termijn te maken krijgen met sociaal-emotionele problemen. Dit verband lijkt des te sterker naarmate de kinderen op jongere leeftijd naar de crèche worden gebracht. Verder wees zij er toen al op dat baby’s voor hun ontwikkeling vastigheid en aandacht nodig hebben. Dus: veel één-op-één contact en de aanwezigheid van een sensitieve vaste leidster.

    Deze informatie viel helemaal niet in goede aarde. ‘Wilde Riksen Walraven vrouwen weer terug naar het aanrecht sturen?’ En daar bleef de discussie bij. (Dat mannen ook voor kinderen kunnen zorgen kwam in veel geëmancipeerde hoofden niet op.)

    Groei
    Ondertussen groeit het aantal kinderen dat gebruik maakt van babyopvang enorm. Nog steeds moet één leidster zorgen voor vier hele jonge kinderen. Nog steeds is er vanwege de vele parttimers en een hoog ziekteverzuimpercentage zelden sprake van een vaste leidster. En nog steeds ligt het accent op de fysieke verzorging en niet op ontwikkelingsstimulering – is het niet vanwege een gebrek aan kennis of sensitiviteit, dan is het wel vanwege een gebrek aan tijd.

    Nog steeds moet één leidster zorgen voor vier hele jonge kinderen

    De informatie voor ouders over deze ongunstige omstandigheden is gebrekkig. Het standaard commentaar is: voel je niet schuldig over de crèche, uit onderzoek blijkt dat een kind zich kan hechten aan meer dan één vaste verzorger. Dat is ook zo, maar dan hebben we het over één, hooguit twee verzorg(st)ers naast de vader en de moeder – en dat hebben de meeste crèches niet in de aanbieding. Bovendien is die hechting maar één van de vele aspecten waar je op moet letten, zoals nu weer duidelijk wordt.

    Ander veel gebezigd misverstand: ‘mijn kind heeft het heerlijk op de crèche, hij is zo rustig’. Maar nu blijkt uit onderzoek van Albers dat ook deze rustige kinderen verhoogde stresswaarden hebben. Het ene kind uit zijn gevoelens nou eenmaal anders dan het andere.

    Economen
    Maandagavond 31 mei is in de Rode Hoed gediscussieerd over de integratie van kinderopvang in het basisonderwijs. Alles wijst er op dat de kinderopvang er niet beter op gaat worden. Want wie zijn de belangrijkste deelnemers aan het debat? Drie hoogleraren economie, de jurist Ina Brouwer van de Taskforce kinderopvang, Pia Dijkstra van de Taskkforce ‘deeltijd plus’ en een aantal politici waaronder Sharon - ‘kinderopvang dat gun je ieder kind’- Dijksma. De ontwikkelingspsychologen en pedagogen schitteren weer eens door afwezigheid. Money rules!

    Het wordt tijd dat er serieuze aandacht komt voor het probleem waar veel ouders mee worstelen: hoe kan ik mijn werk en het ouderschap zo combineren dat mijn kinderen daar niet het slachtoffer van worden? Dat vraagt om een serieuze erkenning van dit onderwerp waar niemand zijn vingers aan wil branden – ‘babyopvang is een persoonlijke keuze’.

    En dat vraagt om het stimuleren van opvang die beter aansluit bij de ontwikkeling van jonge kinderen: oppas aan huis, kleinschalige opvang in een gastoudergezin of betere verlofregelingen voor ouders. Goede kans dat dit op de lange termijn meer vruchten afwerpt dan het mompelen van bezwerende mantra’s als ‘de kwaliteit van de kinderopvang moet omhoog’, het verlagen (!) van de gastouderbijdrage en verder alles bij het oude laten.

    Marilse Eerkens is psycholoog en vaste medewerker van het maandblad J/M ouders

    Sleutelwoorden bij dit artikel:

    babyopvang, marilse eerkens, creches

    03-06-2010 om 22:10 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    01-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het wordt tijd dat ouders ervoor kunnen kiezen om de eerste zes maanden zelf voor hun baby te zorgen.

    Programma

    09.00 Ontvangst en registratie

    10.00 Welkom door de dagvoorzitter
    Agnes van Hoesel, KinderMAATwerk.

    10.10 Inleiding
    André Rouvoet, demissionair minister Jeugdbeleid en Onderwijs.

    10.40 Neuro-ontwikkelingen bij baby’s: wetenschappelijke onderzoeken
    Prof. dr. Marianne Riksen-Walraven, hoogleraar Ontwikkelingspsychologie, Radboud Universiteit Nijmegen.
    In deze lezing worden uitkomsten van recent wetenschappelijk onderzoek besproken die relevant zijn voor beleid met betrekking tot babyopvang.

    11.20 Vragen en zaaldiscussie, eerste reacties

    11.40 Koffie- en theepauze

    12.10 Ouderschapsverlof in Nederland en internationaal
    Drs. Tijne Berg - le Clercq, gezins- en jeugdsocioloog, Nederlands Jeugdinstituut, afdeling Internationaal.
    Onlangs is de herziene Europese richtlijn ouderschapsverlof aangenomen. Tijdens deze presentatie hoort u wat deze richtlijn inhoudt en of Nederland hier nu al aan voldoet.

    12.30 Vragen en zaaldiscussie

    12.50 Babyopvang kan beter; aanbevelingen.
    Drs. Liesbeth Schreuder, ontwikkelings-psycholoog, Nederlands Jeugdinstituut.
    Hoe jonger de baby, hoe belangrijker die voorwaarden zijn voor zijn voorspoedige ontwikkeling. Deze presentatie is bedoeld als voorzet voor een open discussie in de sector kinderopvang over de beste manier(en) om baby’s in hun eerste levensjaar op te vangen.

    13.00 Lunch en stands met info-materiaal.

    13.50 Deelsessies
    U neemt deel aan één van de zes deelsessies, klik hier voor het overzicht.

    15.15 Theepauze

    15.40 Maatschappelijk debat babyopvang
    Forum met:
    Politiek
    • Drs. Margot Kraneveldt-van der Veen, Tweede Kamerlid PvdA.
      (Fractiesecretaris, woordvoerder Primair Onderwijs, Speciaal Onderwijs, VVE en Kinderopvang)
    • Dr. Mr. M.M.(Madeleine) van Toorenburg, woordvoerder Jeugd en Gezin CDA.
    • Nine Kooiman, fractiemedewerker Jeugd, SP Tweede Kamerfractie.
    Belangenverenigingen
    • Ina Brouwer, voorzitter MOgroep Kinderopvang.
    • Gjalt Jellesma, voorzitter BOinK.
    • Willemijn de Groot, directeur Kinderopvang Nederland, namens bestuur BKN.
    Praktijk van de kinderopvang
    • Kok van der Meer, pedagogisch beleidsmedewerker bij Kinderopvang Barendrecht en bij KomKids Schiedam.
    • Marie-José Hermans, directeur Kanteel Kinderopvang.
    • Kirsten Hopkins, babyleidster.
    17.00 Afsluiting door de dagvoorzitter en aansluitend borrel


    Het wordt tijd dat ouders ervoor kunnen kiezen om de eerste zes maanden zelf voor hun baby te zorgen. Dat betekent een beter en langer ouderschapsverlof. Tegelijkertijd moet de kwaliteit van de opvang van jonge baby’s in kinderdagverblijven beter. Voor verbetering kan gebruik worden gemaakt van nieuwe inzichten uit de wetenschappelijke literatuur. Met die twee maatregelen hebben de ouders een reële keuze voor zelf zorgen of opvang.

    Inleiding

    Kwaliteit is essentieel
    Om zich goed te kunnen ontwikkelen hebben jonge baby’s niet alleen adequate verzorging en een hygiënische omgeving nodig, maar ook een vertrouwde volwassene die aanvoelt wat ze nodig hebben en tijdig op ze reageert.
    Door interactie stimuleren ouders en pedagogisch medewerkers de hersenontwikkeling, zintuigen en motoriek van de baby. Ook is een vertrouwde volwassene onmisbaar om de dagelijkse stress bij baby’s op te vangen. Vooral bij baby’s tot zes maanden is het heel belangrijk om adequaat op stress te reageren, omdat in die periode de hersenstructuren worden gevormd die stress reguleren.

    Opgaven voor de kinderopvang
    Is meer ouderschapsverlof een oplossing? Kan de kinderopvang de noodzakelijke kwaliteit voor baby’s bieden? En zo ja, wat is de route daarheen? Welke rol spelen de ROC’s daarbij? Is de gastouderopvang te prefereren? Al deze vragen komen in de plenaire inleidingen ter sprake en worden in werkgroepen aan de orde gesteld. Op het einde van de dag leggen we de uitkomsten voor aan een politiek forum.

    In dit congres
    Nieuw wetenschappelijk onderzoek toont mogelijk consequenties voor huidige kinderopvang en ouderschapsverlof aan. Aandacht voor de beleids- en pedagogische kant van de opvang van baby's, gevolgd door discussiegroepen over de praktijk. Doel van deze dag: kennis verspreiden, discussie, en aanbevelingen formuleren met een zo’n breed mogelijk werkveld.

    Bedoeld voor
    Directie en managers kinderopvang, pedagogen, regio- en locatiemanagers, pedagogisch medewerkers met een specialisatie op baby-opvang.
    Managers in gastouderopvang.
    Beleidsmakers.
    ROC’s.

    Stellingen

    (deze worden behandeld tijdens het forum)

    Alle ouders hebben recht op 9 maanden ouderschapsverlof, zoals in de Scandinavische landen. Om een band op te bouwen, om te wennen aan de ouderrol. Om de eerste kwetsbare periode van de baby zelf te begeleiden. Laten ouders zichzelf daar de tijd voor gunnen. Voor vaders is dat even belangrijk als voor moeders. Reageer op deze stelling.

    Geen baby’s onder de zes maanden in de kinderdagverblijfgroep, want we kunnen de noodzakelijke kwaliteit zoals één vaste verzorger niet garanderen. Reageer op deze stelling.

    Gastouderopvang is geschikter dan een kinderdagverblijf voor kinderen tot 6 maanden, omdat er dan een vaste verzorger is voor de baby. Reageer op deze stelling.

    Men vergeet de meerwaarde die het opgroeien in een groep voor baby’s kan hebben. Meerwaarde kan bijvoorbeeld zijn dat baby’s zoveel te kijken en te beleven hebben en alvast wennen aan het kinderdagverblijf. Vanaf welke leeftijd geldt die meerwaarde? Reageer op deze stelling.

    Er moet een apart certificaat voor babyleid(st)ers komen, waaruit bijvoorbeeld blijkt dat de pedagogisch medewerkers geleerd hebben om individuele wederzijdse interacties met de baby’s te hebben en het belang daarvan kennen. Reageer op deze stelling.

    Babyouders liever veel korte dagen werken dan weinig lange dagen Ouders maken voor hun baby (4 mnd – 1 jaar) zo min mogelijk gebruik van het kinderdagverblijf. Ze plaatsen hun baby het liefst voor twee dagen want anders wordt het te vermoeiend. Zelf proppen ze zo veel mogelijk werktijd in die dagen zodat ze de rest van de week vrij zijn voor de zorg. Maar is dit wel een goede redenering? Kun je niet beter vier halve dagen werken en je baby vier dagen tussen 8 – 14 uur brengen dan twee dagen tussen 8 en 18 uur? Reageer op deze stelling.

    http://www.babycongres.nl/

    01-05-2010 om 00:06 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    04-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heeft het zin om veel te praten tegen je baby?

    Heeft het zin om veel te praten tegen je baby?

    Ik ben ontzettend veel bezig met mijn baby (4 maanden): ik praat en speel met hem, zing voor hem... Mijn omgeving zegt dat dat niet nodig is en dat ik mijn energie beter spaar tot hij groter is. Heeft praten met een baby zin of niet?
     
    'Kan hij al iets zeggen?' Alle ouders kennen deze vraag van als ze bezoek krijgen. Praten is een belangrijk teken van bestaan. We beginnen er de dag mee ('Zijn jullie al wakker?') en sluiten er de dag mee af ('En nu flink slapen hoor'). Ook sprookjes vertellen kinderen hoe belangrijk het juiste woord kan zijn. Als je weet dat je 'Sesam open u' moet zeggen, zal de berg zijn schatten tonen. De sprookjes zeggen dus eigenlijk: zonder woorden kan je niet binnenkomen in de wereld van kennis en macht.

    Uit onderzoek blijkt dat kinderen een onvoorstelbare gave hebben om te leren praten, die niet enkel afhankelijk is van de opvoeding of van een goede thuis. Maar toch volstaat het niet te wachten van aan de zijlijn. Wat je doet, is schitterend. Baby's en jonge kinderen móeten horen praten, het is het begin van hun leerproces. Ze leren daardoor klanken te onderscheiden en het onderscheid te maken tussen woorden. Als je op de trein iemand in het Spaans hoort telefoneren en je kent die taal niet, dan heb je de indruk dat al die woorden aan elkaar hangen. Je moet nauwkeurig luisteren en het vaak doen om te weten waar het ene woord eindigt en het andere begint.

    En praten is maar een stukje van de taal. Het gaat ook over de ogen die je omhoog trekt: een dergelijke beweging kan de zin een heel andere betekenis geven. En als je het kind streelt wanneer je het toespreekt, is het duidelijk dat je een lieve boodschap wil geven. Je kunt roepend of gillend praten, iets fluisterend zeggen of op dreigende toon. Alle kinderen leren de mimiek van hun ouders. Daardoor hoeft niet alles gezegd te worden met woorden.

    Het is dus niet alleen belangrijk met je kind te praten, maar het ook aan te raken, gezichten te trekken en op hem in te spelen. Want het is dát dat zin geeft in communicatie. Vanaf de leeftijd van vier à vijf maanden krijgt de baby controle over zijn stem. Hij ontdekt dat hij hoogtes en laagtes kan produceren. Het wordt het begin van de klankspelletjes. Het gebrom, het laten rollen van de lippen, het klakken van de tong: het is allemaal de voorbereiding omdat hij straks zal leren praten.

    Laat het duidelijk zijn: het is heel belangrijk voor iedere baby om veel taal en contact aangeboden te krijgen. En dat heeft niets te maken met verwennen.

    In 'De Opvoedingsdokter' gaat de bekende kinder- en jeugdpsychiater Peter Adriaenssens wekelijks in op een lezersvraag over opvoeden. Peter Adriaenssens is de auteur van verscheidene klassiekers over het opvoeden van kinderen.

    http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=G8F282BOL&kanaalid=1225

    04-04-2010 om 13:06 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (4)
    02-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.JGZ Symposium 2010: De jeugdverpleegkundige in het CJG

    9 april 2010
    JGZ Symposium 2010: De jeugdverpleegkundige in het CJG
    Organisatie: SCEM Conference Services
    Kosten: 185 euro.
    Website: www.scem.nl
    Locatie: Ede.
    Het oude vertrouwde jgz-team gaat in het CJG samenwerken met verloskundigen, peuterspeelzaalleidsters, jeugdmaatschappelijk werk etcetera. In deze bijeenkomst wordt de rol van de jeugdverpleegkundigen en die van de nieuwe collega's behandeld.

    02-04-2010 om 22:47 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    21-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe werkt het babyfluisteren?

    Babyfluisteren

    Hoe werkt het babyfluisteren?

    Ik ben in staat te communiceren met uw kind. Dat gaat via gedachten, die ik vertaal in woorden. Ik kan tijdens zo’n contact ook dingen aan het kind vertellen en daardoor dingen uitleggen. Dat alleen kan een kind al rustig maken want ouders staan er vaak niet bij stil dat het goed is een kind veel te vertellen. En dat gaat in de vorm van mededelingen; er hoeft niets te worden uitgelegd, alleen vertellen wat er gaande is.

    Een voorbeeld: Een baby wordt wakker (heeft geen honger) en wordt kort daarna uit de wieg gehaald en ziet een persoon in de kamer, die niet in huis woont. Als dat niet wordt gezegd, kan een kind schrikken omdat hij/zij niet weet wat er gaat gebeuren. Een eenvoudige zin als “Ik haal je uit de wieg omdat Opa en Oma op bezoek zijn” kan al zoveel rust brengen. En daardoor schrikt de baby niet. Je zou het kunnen vergelijken met het hebben van een bel aan de voordeur van een woonhuis. Als de bel gaat is het een aankondiging dat er iemand aan de deur staat. Als de deur niet op slot zou zijn, zou iemand erg schrikken als er plotseling een buitenstaander in de kamer staat. De ouders proberen veiligheid te bieden voor het kind en het aankondigen van veranderingen hoort daarbij.

    Wat is “fluisteren”?

    Om dit te goed te kunnen beantwoorden wil ik eerst iets uitleggen over de mens en de ingebouwde mogelijkheden om méér te kunnen waarnemen. Elk mens wordt geboren met de mogelijkheid dingen te kunnen waarnemen, die zich in de ongeziene wereld afspelen. Iedereen kent het verschijnsel dat een baby in de wieg niet reageert op een lachend gezicht maar veel meer op de gemoedstoestand van een persoon. As iemand bijvoorbeeld erg emotioneel is, heeft het geen zin om een glimlach na te bootsen. De baby reageert op veel meer dan alleen het gezicht en de kans is groot dat het kind gaat huilen. Mensen begrijpen dat niet altijd, maar we zijn allemaal klein geweest en we hebben allemaal fantasie gehad. Want zo wordt dat vaak genoemd. Fantasie is niets anders dan een vertaling van energieën, die rondom ons leven en voor velen onzichtbaar zijn. Echter, veel mensen kunnen veel voelen. Véél meer dan dat we meestal denken. Een mooi voorbeeld is een situatie met een verjaardagsfeestje bij iemand thuis. Iedereen zit druk te praten en op een bepaald moment komt een nieuwe gast binnen en plotseling wordt het stil en het lijkt alsof iedereen naar de deur kijkt waar de nieuwe gast binnenkomt. De kans is groot dat de persoon, die net binnenkomt, iets specifieks bij zich draagt (en dat hoeft niet beter of slechter te zijn; maar wel verschillend) en dát wordt opgemerkt.

    Hier hebben we het over de ongeziene wereld, die eigenlijk bekend is maar helaas vaak onbegrepen. En dat raakt weer een ander gebied, dat te maken heeft met het begrijpen van deze vormen van energie. De mens in het algemeen denkt dat hij/zij gelijk is aan wat men denkt. Dit klinkt moeilijk maar het komt erop neer dat het bewustzijn van een mens (wat een mens bewust ziet, hoort, zegt of voelt) maar een gedeelte is. Het menselijk systeem bestaat uit verschillende levens. En dat hoort men vaak zeggen zoals “Er is meer tussen Hemel en Aarde”.

    Waarom Babyfluisteren?

    Veel mensen denken dat baby’s dom zijn omdat ze zo klein zijn en niet kunnen praten. Het tegendeel is waar. Een baby heeft vaak een goed idee wat er gaande is, waar ze zijn en hoe het om hun heen toegaat. En met die wetenschap is het dan ook vreemd om te zien dat volwassenen met gekke kirrende geluidjes boven de wieg gaan hangen in een poging de baby te vermaken. Het zou wel eens kunnen zijn dat een baby zich op zo’n moment prima vermaakt want de persoon doet wel érg gek op dat moment. Een baby kan zou kunnen denken “waarom doet die man zo raar, want nét praatte hij nog gewoon”.

    En vanwege het feit dat een baby niet verstaanbare woorden kan spreken, heet dit babyfluisteren. Fluisteren is luisteren naar woorden, die niet hoorbaar worden uitgesproken, maar die er wel zijn. Het is als een gedachte lezen. En soms heeft een baby belangrijke dingen te zeggen omdat er iets niet klopt.

    Er zijn vele referenties over huilbaby's en een daarvan gaat over inbakeren. In veel gevallen werkt dat maar wellicht zijn er meer technieken om er achter te komen waarom het kind zoveel huilt. Ik ben van mening dat het belangrijk is uw kind eerst te horen voor over te gaan tot inbakeren

    http://www.babywhisperer.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=5&Itemid=6&lang=nl

    21-03-2010 om 19:46 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    17-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zuurstoftekort baby's sneller op te sporen

    Zuurstoftekort baby's sneller op te sporen


    UTRECHT - Via een eenvoudige methode is bij te vroeg geboren baby's doorlopend het zuurstofgehalte in de hersenen te meten. Kinderartsen kunnen daardoor sneller ingrijpen bij zuurstofgebrek en daardoor mogelijk hersenschade voorkomen.
    zuurstoftekort, zwanger, vroeggeboorte

    Dat schrijft kinderarts Petra Lemmers in haar proefschrift. Zij promoveert op 18 maart aan het UMC Utrecht.

    In haar onderzoek gebruikte Lemmers een techniek bekend als 'nabij-infrarood spectroscopie'. Een sensor op het hoofd van baby's meet via infrarood licht het zuurstofgehalte in het hersenweefsel.

    Dankzij de nieuwe methode kan bij te vroeg geborenen met een dreigend zuurstoftekort in de hersenen direct ingegrepen worden door bijvoorbeeld de bloeddruk te verhogen of de beademing aan te passen.

    De helft van te vroeg geboren kinderen krijgt op latere leeftijd te maken met ontwikkelingsproblemen. Hersenschade door zuurstoftekort ligt daar vaak aan ten grondslag.

    Het gaat om kinderen die na 24 tot 32 weken zwangerschap ter wereld komen (een normale zwangerschap duurt 40 weken). De helft daarvan blijkt bijvoorbeeld op tweejarige leeftijd een motorisch IQ van minder dan 85 te hebben.


    Door: Redactie
    Bron: UMC Utrecht - 16-03-2010

    17-03-2010 om 21:23 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    14-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rouvoet verwaarloost de jeugdgezondheidszorg

    Rouvoet verwaarloost de jeugdgezondheidszorg
    ’26-05 2009 | 12:03

    Waardering
     

    Minister Rouvoet van Jeugd en Gezin besteedt te veel geld en aandacht aan kindermishandeling en probleemgezinnen. Daardoor verwaarloost hij de normale taken van de jeugdgezondheidszorg, stellen diverse hoogleraren in de Volkskrant. Op de langere termijn worden de problemen groter omdat de preventie van kindermishandeling ernstig in de knel komt.

    ‘Rouvoet zet heel zwaar in op kindermishandeling, risicogezinnen en probleemjongeren’, zegt Simone Buitendijk, hoogleraar Preventieve Gezondheidszorg voor Kinderen bij TNO en het LUMC (Leids Universitair Medisch Centrum) in het dagblad. ‘Daar gaat het al mis. Een onevenredig groot deel van het budget gaat naar deze problemen. Daardoor gaat er minder geld naar preventie, naar de consultatiebureaus, schoolartsen en jeugdverpleegkundigen. Dat zijn de professionals die de problemen juist voortijdig opsporen.’
     
    Zorgelijke tendens
    De Inspectie voor de Gezondheidszorg waarschuwde Rouvoet onlangs al voor dit probleem en sprak van een ‘zorgelijke tendens’.  Buitendijk: ‘Ik hoor beleidsmakers vaak zeggen: “Met 95 procent van de kinderen gaat het toch heel goed?” Ze vinden dat je moet inzoomen op die 5 procent met wie het slecht gaat. Het idee is: we gaan nú de kindermishandeling oplossen. Niemand wil ooit nog een Savanna. Dat is natuurlijk prima, maar het probleem is dat er bij die 95 procent ook kinderen zitten met wie het dreigt fout te gaan. Juist deze kinderen moet je zien te vinden.’

    Gedaald
    Het aantal keer dat kinderen worden opgeroepen door de schoolarts de afgelopen jaren gedaald, zegt hoogleraar Jeugdgezondheidszorg Frans Feron uit Maastricht. ‘Vroeger werd een kind tussen zijn 4de en zijn 19de om de twee à drie jaar onderzocht. Nu gebeurt dat in de meeste gemeenten nog maar drie keer. Dat is veel te weinig om problemen op tijd te kunnen signaleren.’
     
    Tientallen problemen
    Tijdens deze bezoeken aan de schoolarts moet het kind worden onderzocht op tientallen aspecten, zoals groeistoornissen, overgewicht, mishandeling, problemen met eten en slapen, taalproblemen en gedragsstoornissen. ‘Maar omdat er steeds minder tijd voor is, zien we zaken te laat of helemaal niet’, zegt Feron. ‘Bovendien wordt de problematiek bij jongeren steeds complexer. We schieten tekort in de preventie.’

    Opsporen
    ‘Kinderen worden op hun 13de voor het laatst gezien’, zegt Buitendijk. ‘Terwijl er juist zoveel problemen zijn bij pubers: eetstoornissen, problemen met seksualiteit en soa’s, overgewicht, alcoholmisbruik. Iedereen weet hoe gevaarlijk drinken is voor hersenen van jongeren. Dat zou je allemaal kunnen opsporen, maar het gebeurt nu niet.’

    Vragenlijst
    Feron signaleert dat sommige gemeenten het bezoek aan de schoolarts vervangen door een vragenlijst. ‘Als kinderen daar goed op scoren, hoeven ze niet meer gezien te worden.’ Volgens hoogleraar Jeugdgezondheidszorg Remy Hira Sing van het VU Medisch Centrum wordt het belang van de consultatiebureaus onderschat. Ouders komen nu massaal naar de consultatiebureaus, ook laagopgeleiden en allochtonen, zegt hij in de krant. ‘Maar als je alles laat versloffen en ervan uit gaat dat het altijd goed zal blijven, dan zal het slechter worden.’
     
    Meer kindermishandeling
    Dat de tijd om kinderen te onderzoeken steeds korter wordt, kan leiden tot meer kindermishandeling, zegt Feron. ‘Bij consultatiebureaus kan nu nauwelijks aandacht besteed worden aan de vraag: wat betekent het eigenlijk om kinderen te hebben? En: hoe is dat als een baby vaak huilt?’ Van huilbaby’s is bekend dat ze een grotere kans hebben te worden mishandeld.'
    Een woordvoerder van minister Rouvoet laat weten dat er niet wordt bezuinigd. Volgens hem is er juist geld bijgekomen. De PVV stelt vandaag vragen aan de minister over de ‘verwaarlozing’ van de jeugdgezondheidszorg.

    Artikel Volkskrant: 'Rouvoet verwaarloost jeugdgezondheidszorg'

    Meer weten? Lees dan ook de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Daarvoor kunt u zich hier aanmelden.

    14-03-2010 om 13:31 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    06-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Baby die hoog huilt roept sterke reactie op
    Baby die hoog huilt roept sterke reactie op
    25 februari 2010

    De toonhoogte van het huilen van baby's heeft invloed op de manier waarop volwassenen op huilende baby's reageren. Hoge huilgeluiden leiden tot liefdevol gedrag, zoals het oppakken, knuffelen of voeden van de baby. Maar het hoge huilen kan ook hardhandig gedrag bij volwassenen uitlokken. Dat concludeert Dorothée Out in haar proefschrift 'Parenting unraveled: Predictors of infant attachment and responses to crying', waarop ze op 25 maart promoveert aan de Universiteit Leiden. Zieke kinderen en te vroeg geboren kinderen hebben vaker hoge huiltonen.

    Ook ontdekte Out dat verschillen in liefdevolle reacties van volwassenen op het huilen van baby's door erfelijke factoren beïnvloed worden. Bij hardhandige reacties spelen genetische factoren geen rol, maar zijn omgevingsinvloeden veel belangrijker. De onderzoeker stelt dat hardhandig, ongevoelig gedrag van ouders niet goed is voor de ontwikkeling van kinderen en dat daarom een vroege signalering van dit oudergedrag nodig is.
    Bron: Universiteit Leiden

    06-03-2010 om 20:25 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    20-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ouders vrezen dossier bij jeugdzorg

    Ouders vrezen dossier bij jeugdzorg

    Kinderen in een speeltuin Kinderen in een speeltuin Foto: ANP

    Veel ouders durven problemen bij de opvoeding niet meer aan te kaarten bij de consultatiebureaus of de Jeugdzorg. Ze vrezen dat ze bekend komen te staan als slechte verzorgers of als ouders die kinderen mishandelen, zegt Justine Pardoen van de website Ouders Online.

    Na de kritiek dat de problemen met de gedode peuter Savanna te laat waren gesignaleerd, is de jeugdgezondheidszorg volgens Pardoen doorgeschoten. Sommige hulpverleners zien ouders met opvoedproblemen als potentiële kindermishandelaars.

    Ouders Online krijgt naar eigen zeggen een paar keer per week hulpvragen van wanhopige ouders die niet meer afkomen van een onterechte beschuldiging in hun dossier.

    Foute inschatting
    GGD en de organisatie van zorgondernemers ActiZ zeggen zich totaal niet in het geschetste beeld te herkennen. Volgens de organisaties is het opkomstpercentage bij de consultatiebureaus hoog, boven de 95 procent, en zijn de bureaus er juist voor om ouders van jonge kinderen te ondersteunen.

    "Het komt natuurlijk wel eens voor dat een jeugdarts of verpleegkundige een inschatting maakt die beter had gekund", zegt een woordvoerder. "Maar voor een speciale vermelding in het dossier moet echt aanleiding zijn. Er zijn namelijk strenge wetten en privacyregels die moeten worden nageleefd."

    20-02-2010 om 21:02 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    05-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.500ste baby aangemeld voor babymassage in Lucas

    Onlangs werd op locatie Lucas van de Ommelander Ziekenhuis Groep de 500st baby aangemeld voor advies, begeleiding en babymassage.

    Persbericht Delfzijl / Winschoten, januari 2010

    De gebeurtenis ging niet ongemerkt voorbij. Baby Jonathan en zijn moeder ontvingen op 25 januari jl. bloemen uit handen van kinderarts mevrouw Leonie Pierik.
    Wanneer na de geboorte een baby steeds meer huilt, niet goed slaapt, onrustig is of bijvoorbeeld veel last heeft van darmkrampjes, weten ouders vaak niet meer wat ze moeten doen. Ouders krijgen veel adviezen en gaan van alles proberen om een oplossing te zoeken. Al deze verschillende adviezen geven vaak een averechts resultaat.
    Daarom worden op locatie Lucas sinds 2001 ouders individueel begeleid om babymassage te stimuleren. Ook krijgen zij adviezen op maat. Ouders worden voor begeleiding via de kinderarts doorverwezen.

    Gesprekken

    In een eerste gesprek met de ouders worden de bestaande problemen besproken. Aan de hand hiervan krijgen ouders adviezen en achtergrondinformatie over deze adviezen, zodat zij goed op de hoogte zijn van de effecten hiervan op hun baby. Zo krijgen ouders bijvoorbeeld informatie over huilen, troosten, slapen, regelmaat en lichaamstaal van hun baby. In het tweede gesprek wordt het verloop verder begeleid. Ook wordt dan de positieve uitwerking van babymassage besproken en dat het een uitstekende manier is om intensief contact met de baby te hebben. Babymassage geeft ontspanning, betere slaap, goede groei en het stimuleert de hechting tussen ouder en kind. Ouders worden op deze manier zelfverzekerder in de zorg voor hun baby.
    Wel is het belangrijk dat de ouder positief tegenover het masseren staat, anders levert het niet de gewenste resultaten op. Er wordt altijd in overleg met de ouder(s) aan babymassage begonnen.

    Couveusebaby’s

    Ook prematuren (te vroeg geboren baby’s) en zieke pasgeborenen kunnen veel baat hebben bij babymassage. Er kan sprake zijn van een verstoorde hechting tussen ouder en kind door de noodzakelijke opname in het ziekenhuis. Hier kan babymassage beide weer dichter bij elkaar brengen. Ook de ontwikkeling van deze baby’s wordt door de babymassage positief beïnvloed. Niet alleen het omgaan met hun baby wordt met de ouders van couveuse-kinderen besproken, ook datgene waarop ze kunnen rekenen bij thuiskomst van hun baby. 

    Tien jaar geleden begonnen

    Circa tien jaar geleden was de heer Elias de eerste kinderarts die een baby doorverwees voor babymassage naar kinderverpleegkundige mevrouw Greetje Teuben. Babymassage gaf bij deze baby goede resultaten. Hierna volgden al snel meer baby’s voor massage. Nu is de begeleiding en advisering niet meer weg te denken uit het ziekenhuis. Sinds twee jaar begeleidt en adviseert ook collega kinderverpleegkundige mevrouw Elles Dijkman de ouders. Mevrouw Dijkman is, evenals mevrouw Teuben ook docent Shantala babymassage (Shantala is ritmische ontspanningsmassage).
    Het blijkt dat de behoefte aan deze gespecialiseerde zorg steeds groter wordt. Daarom worden deze activiteiten binnenkort ook uitgebreid naar de locatie Delfzicht!

    http://www.stlucasziekenhuis.nl/index.php?id=760

    05-02-2010 om 15:29 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    09-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elk kind is uniek, evenals elke ouder en elke opvoedingssituatie!
     

    Prof. Dr. D.C. van den Boom verrichtte wetenschappelijk onderzoek naar prikkelbare baby’s.

    Elk kind is uniek, evenals elke ouder en elke opvoedingssituatie!

    Uit haar onderzoek blijkt , dat 70% van de huilbaby’s angstig gehecht is, omdat ouders de neiging hebben, om zich tijdens het eerste jaar meer van hun huilbaby af te keren. Bij gewone baby’s is 30 % angstig gehecht. Een veilige hechting met een ouder is de basis voor de verdere ontwikkeling van het kind. Door een veilige hechting ontstaat er bij het kind basis vertrouwen in zichzelf en de ander, wat nodig is, om de wereld om zich heen te durven gaan verkennen.

    Excessief huilen is één aspect van een prikkelbare baby. 17% van de baby’s blijkt prikkelbaar te zijn. Temperament kan aanleiding zijn voor het feit, dat een baby prikkelbaar is. Prikkelbare baby’s huilen niet alleen veel, maar zijn ook moeilijk te troosten als ze eenmaal overstuur zijn. Deze baby’s huilen ontroostbaar en hoe later men reageert op het huilen, hoe langer het duurt voordat de baby kalmeert. Deze kinderen zijn in het algemeen ook bijzonder actief en (over)beweeglijk. Verder zijn ze nogal schrikachtig en snel afgeleid. Ze kunnen snel van stemming veranderen. Deze baby’s zijn snel van slag en kunnen moeilijk tegen verandering. Hun gedrag is vaak onvoorspelbaar. Hierdoor vergen deze baby’s extra veel tijd en energie en geduld.

    Niet iedereen hoeft het gedrag van zo’n baby als problematisch te ervaren, mede afhankelijk van de mate waarin de baby zo reageert en het karakter van de moeder en of zij steun krijgt bij de zorg voor de baby. Ook speelt een rol of er al andere kinderen zijn en wat daarvan de leeftijd is. Over het algemeen blijft het een hele opgave om voor zo’n baby te zorgen. In het begin blijken moeders heel veel moeite te doen, om goed op zo’n baby te reageren. Geleidelijk aan geven ze dit op uit vermoeidheid, teleurstelling en/of door adviezen uit de omgeving. Het contact met de baby gaat zich beperken tot de verzorging en er is steeds minder energie, tijd en aandacht voor het samen spelen, wanneer het kindje niet huilt. Er kan een negatieve ontwikkelingsspiraal ontstaan, omdat een oververmoeide moeder minder adequaat zal reageren. Snelle afwisseling in de verschillende manieren van troosten blijkt niet te werken, waardoor er weer teleurstelling volgt.

    Het is van belang op het huilen van een prikkelbare baby te reageren. Prikkelbare baby’s hebben troost nodig, afgestemd op de behoeften, hetgeen dit unieke kind nodig heeft. Het gaat erom, dit te ontdekken. Als je ontdekt wat bij dit kind helpt, is het van belang deze manier van troosten vol te houden, totdat de baby stopt met huilen. Deze baby’s kunnen extra behoefte hebben aan structuur en duidelijkheid, rust en regelmaat en continuïteit in de zorg! Proberen het moeilijke gedrag van een baby te doorbreken door te eisen, dat het zich aanpast aan de verwachtingen van anderen, leiden slechts tot conflicten, die later kunnen leiden tot aanpassingsproblemen bij het kind! Prikkelbare baby’s die moeite hebben met het zich aanpassen, zijn uitermate gevoelig voor te veel eisen, die aan hun gedrag gesteld worden.

    Ouders zijn vaak de beste bron van informatie betreffende gedrag dat bij hun kind past! De zorg voor een huilbaby vergt extra veel tijd, energie en geduld en een gezonde intuïtie van ouders. Extra begeleiding geven aan ouders blijkt effectief te zijn. Ouders schuldgevoelens aanpraten vergroot hun isolement en onzekerheid, wat ongunstig is voor de ouder-kind interactie. Tevens is het ongunstig voor de mate waarin ouders het gevoel hebben de situatie aan te kunnen. Ouders van een prikkelbare baby hebben behoefte aan mensen, die steun bieden en begrip tonen, mensen die niet direct oordelen en met adviezen komen! Ouders van huilbaby’s komen soms nog maar nauwelijks de deur uit. Ouders worden niet altijd serieus genomen en worden afgewimpeld met je moet gemakkelijker worden en er geen aandacht aan geven.

    Ouders van prikkelbare baby’s worden vaak overstelpt met goedbedoelde raad. Algemene tips en adviezen helpen niet, omdat die niet afgestemd zijn op de unieke situatie. (1993, tijdschr.v.verz)

    09-12-2009 om 20:32 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    08-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Baby van laagopgeleide ouders is onrustiger

    Bron: Volkskrant

    Van onze verslaggeefster Maud Effting op 08 december '09, 07:13, bijgewerkt 08 december '09, 07:26
    Een baby (Colourbox)

    AMSTERDAM - Baby’s van ouders met een lage opleiding en een laag inkomen zijn lastiger dan baby’s van ouders met een hoge opleiding.

    Ze vertonen meer stressverschijnselen: ze huilen harder en langduriger bij normale handelingen als in bad gaan, aankleden of luiers verschonen. Ook vallen ze moeilijker in slaap, zijn ze sneller afgeleid en reageren ze heftiger op veranderingen.

    Dat blijkt uit promotieonderzoek van het Erasmus MC onder 5.000 baby’s en hun ouders. Het verschil in temperament tussen de baby’s was zes maanden na hun geboorte al merkbaar.

    Volgens onderzoeker Pauline Jansen waren de baby’s van laagopgeleide ouders ook motorisch onrustiger: ‘Die baby’tjes lagen heel veel met hun armen en benen te zwaaien. Ze konden zichzelf moeilijk stilhouden.’

    Dat de baby’s een moeilijk temperament hebben, is deels aangeboren. Maar een belangrijke oorzaak is ook dat ouders met een lage sociaal-economische status meer stress hebben, zegt Jansen. ‘Dat heeft ook in de eerste maanden al invloed op het gedrag van baby’s.’

    ‘We zagen bij die moeders vaker psychische problemen. Soms liep het ook niet lekker tussen de ouders. Bovendien zitten er in die groep veel meer alleenstaande ouders. Bij de laagst opgeleiden was 22 procent van de moeders alleenstaand, terwijl bij de hoogst opgeleiden slechts 3 procent alleenstaand was.’

    Een lastiger temperament is vaak een voorbode van gedragsproblemen later, zoals angststoornissen, ADHD, en problemen op school, zegt Jansen. ‘Daarom is het belangrijk dit vroeg op te sporen. Artsen en consultatiebureaus moeten zich er bewuster van zijn dat mensen met een lage opleiding vaker stress hebben. En dat die mensen wel een steuntje in de rug kunnen gebruiken, bijvoorbeeld opvoedingsondersteuning. Ouders moeten ook meer worden voorgelicht over het effect van stress op hun kinderen.’

    Jansen onderzocht ook de invloed van werken tijdens de zwangerschap op het gewicht van de baby. Daaruit blijkt dat vrouwen die fulltime werken kleinere baby’s krijgen dan vrouwen die parttime werken, ongeacht de stress die ze ervaren.

    ‘Dat komt vermoedelijk doordat deze vrouwen lichamelijk vermoeider zijn’, zegt Jansen. Gemiddeld scheelt het volgens haar 45 gram. Eerder onderzoek toonde wel aan dat stress op het werk bij de moeder tijdens de zwangerschap het gewicht van de baby nog meer vermindert.

    http://www.volkskrant.nl/binnenland/article1324993.ece/Baby_van_laagopgeleide_ouders_is_onrustiger

    08-12-2009 om 23:19 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    29-11-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Huilt je baby te vaak en te lang?

    Wat is een huilbaby?

    Volgens een veelgebruikte definitie is een huilbaby een baby die gedurende minstens drie weken meer dan drie uur per dag en meer dan drie dagen per week huilt. Met zo'n omschrijving krijgt het jonge kind direct al een etiket opgeplakt. Een baby die zoveel huilt dat de ouders het als een probleem of belasting ervaren, is een omschrijving die beter past bij de intuïtie en de draagkracht van ouders.
    Omdat het huilen een signaal is en geen kenmerk, is het beter om te spreken over prikkelbare baby’s. Deze kinderen zijn prikkelgevoelig, dat wil zeggen heel actief, beweeglijk en snel afgeleid. Wat andere kinderen plezierig vinden, lijken zij niet altijd als aangenaam te ervaren. Wanneer ze gewiegd worden, schrikken ze vaak. Wanneer je ze aankijkt of probeert met hen te praten, kijken ze angstig en wenden ze zich soms af.
    Ondanks huilbuien maken deze kinderen geen zieke indruk en hangt het uiteindelijke gedrag van de baby sterk af van de houding van de omgeving.

    Huilbuien bij prikkelbare baby’s, zoals trouwens bij alle kinderen, komen vooral ’s avonds voor, mogelijk omdat er veel indrukken van overdag moeten worden verwerkt. Prikkelbare baby’s huilen anders: hoger en wisselend van toon. Deze huilbuien beginnen doorgaans in de eerste weken na de geboorte. Bij sommige baby’s duren ze de hele dag en/of de hele nacht.
    Gelukkig verdwijnen ze meestal na de leeftijd van vier maanden. Naast één mogelijke oorzaak kan het vele huilen veroorzaakt worden door een combinatie van factoren.

    Waarom sommige baby’s zo vaak en zo veel huilen

    Geboren worden is een extreme gebeurtenis. Van het ene moment op het andere moet elke baby op eigen kracht ademen, zuigen en slikken. Vanuit de warme, veilige baarmoeder komt hij terecht in een koude, onbekende buitenwereld! Heel zijn wezen wenst het behoud van de absolute band van vóór de geboorte. De baby gaat op zoek naar de vervulling van zijn primaire behoeften: voedsel en het opheffen van lichamelijk ongemak. Hij wil vooral lichamelijk contact. Huilen is de enige manier om dit aan zijn omgeving te laten weten.

    Wanneer een baby vanaf het begin zorg (de juiste voeding, warmte, verschoning, slaap), liefde en aandacht krijgt, zal hij zich normaal ontwikkelen en meestal goed slapen. Toch zijn deze (ideale) omstandigheden niet altijd aanwezig. Er bestaan geen ideale ouders. Ook het gedrag van ouders die rekening houden met de basisbehoeften van de baby, wordt beïnvloed door verschillende factoren. Bovendien is elk kind uniek in een unieke situatie en is zijn gedrag sterk afhankelijk van zijn individuele ontwikkelingsproces. Naast mogelijke lichamelijke oorzaken (premature baby, laag geboortegewicht, reflux, darmkrampjes, liesbreuk e.a.) spelen het temperament en de veerkracht van het kind een belangrijke rol.
    De voortdurende interactie tussen het kind, zijn ouders en zijn omgeving maakt dat er veelal meer dan één oorzaak voor het (huil)gedrag van de baby is.

    Hoe voelen ouders zich hierbij?

    Veel ouders hebben er last van dat hun kind huilt. Elke baby huilt wel eens. Bij sommige baby’s helpt het echter niet hen te voeden, te verschonen of te koesteren. Ze blijven maar doorhuilen zonder dat je te weten komt waarom. Voor zulke baby’s zorgen is geen gemakkelijke opgave. Je voelt je als ouder onzeker en je vraagt je af of je je kind wel op de juiste manier aanpakt. Aan goede raad ontbreekt het niet en tegenstrijdige adviezen wakkeren alleen maar je ongerustheid aan. Je vraagt je af of er niets aan de hand is met je baby. Je hebt zo lang op hem of haar gewacht, je bent nauwelijks hersteld van de bevalling en in plaats van volop van je kind te kunnen genieten, lijkt alles kommer en kwel.

    Wat kun je eraan doen?

    • Een grondig medisch onderzoek zal je geruststellen. In de meeste gevallen blijkt alles in orde te zijn.
    • Een dagboek / huilkaart kan helpen om na te gaan hoe lang en wanneer de baby huilt zodat je hieruit de nodige informatie kunt halen.
    • De baby kan via de moedermelk reageren op bepaald voedsel dat de moeder eet. Zulk voedsel vermijden kan beterschap brengen. Na de voeding kan baby bij de moeder onrustig blijven omdat hij haar melk blijft ruiken. Iemand anders kan hem dan gemakkelijker bedaren.
    • Bij flesvoeding kan je een paar tips uitproberen:
      . kijk of de melk niet te snel of te traag wordt gedronken
      . pas de speen aan of schroef de fles minder vast
      . geef beter meer kleine voedingen dan enkele grote
      . houdt de baby na de voeding rechtop
      . laat hem vaker boeren en span de luier niet te strak
      . geef bij harde stoelgang tussendoor meer water
    • Sommige baby’s huilen omdat ze zich vervelen: zorg voor een boeiende omgeving of plaats het kind zo dat het je bezig ziet. Andere baby’s worden liever met rust gelaten: als hij de ogen afwendt, is hij wellicht de drukte moe.
    • Je kan de behoeften van een kind ook ontdekken in zijn bewegingen, geluidjes, gezichtsuitdrukkingen, oogbewegingen en proberen daar rekening mee te houden.
    • Bijna alle kinderen worden rustiger als je hen dicht tegen je aan houdt, teder en zacht met hen praat. Je kan je baby tijdens de eerste levensweken niet genoeg koesteren. Je baby voelen en verzorgen schept trouwens een stevige band die je kind zelfvertrouwen geeft.
    • Ook als je kind niet huilt is het belangrijk regelmatig met hem of haar bezig te zijn.
    • Rustige, positieve en continuë aandacht voor je kind is gunstiger dan een snelle, wisselende aanpak. Indien je als ouders moeite hebt om je (drukke) levensritme aan te passen aan je nieuwe situatie, gebeurt het dat de baby de talrijke indrukken niet kan verwerken en hier op zijn manier op reageert.
    • Partners kunnen elkaar steunen. Om beurten voor de baby zorgen, zal jullie dichter bij elkaar brengen. Durf vrienden in te schakelen.
    • Zorg goed voor jezelf. Leer te genieten van de mooie momenten en geef op tijd je grenzen aan. Je hebt als ouder(s) recht op een eigen leven, ondanks de zorg voor je kind.
    • Schuldgevoelens maken je machteloos en helpen je geen stap vooruit. Probeer de negatieve gedachtes uit te bannen. Je omgeving kan je helpen om de situatie genuanceerd te bekijken.
    • Het is een geruststelling om te weten dat het huilen over gaat en misschien wel vlugger dan je denkt (o.a. omdat de baby steeds meer mogelijkheden krijgt om zijn behoeften kenbaar te maken).
    • Hoe moeilijk de situatie ook is, je mag er op vertrouwen dat gezond verstand en je intuïtie als ouder je uiteindelijk zullen helpen om je baby te begrijpen.

    Durf tijdig hulp te vragen

    Ouders met een prikkelbare baby hebben behoefte aan mensen bij wie ze hun hart kunnen luchten, mensen die niet onmiddellijk klaar staan met een oordeel of advies.
    Door tijdig de situatie te bespreken kan voorkomen worden dat je de zorg voor je kind niet meer aankan en dat de relatie tussen jou en je kind of tussen jullie als ouders onder druk komt te staan. Het tijdig signaleren van moeilijkheden kan ook preventief werken bij eventuele depressieve gevoelens van een ouder.
    Als je je als ouder niet begrepen maar beoordeeld voelt, kan dit schuldgevoelens en een gevoel van falen veroorzaken. Zowel praktische als psychische ondersteuning (informatie, een luisterend oor, begrip) vermindert de (draag)last en versterkt de (draag)kracht van ouders.

    Adressen waar je terecht kan voor hulp en ondersteuning

    • Kind en Gezin
    • C.K.G. (Centrum Kind en Gezin)
    • Babymassage: informatie bij Kind en Gezin en bij de verschillende mutualiteiten
    • Manuele en andere therapievormen: informatie via de huisarts
    • De Opvoedingstelefoon is regelmatig bereikbaar en wordt bemand door deskundige operatoren die onbevooroordeeld luisteren naar je verhaal en die je indien nodig kunnen doorverwijzen
    • Stad Antwerpen: http://opvoeding.antwerpen.be/


    • Marit Vercouteren

    Bronnen:
    Wouters, Anita. Waarom huilt mijn baby? 1999
    Huilbaby’s… als troosten niet helpt, brochure Kind & Gezin, 1998
    Blokland, Geraldien. Baby’s die huilen, huilen en huilen…, Amersfoort
    Brinkman-Spoelder, Erna. Huilbaby-info, website Ouders Online

    http://www.opvoedingstelefoon.be/themas/huilbabys.php

    29-11-2009 om 22:58 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    20-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2e Themabijeenkomst over: De vroege hechting van baby’s

    LANDELIJKE Themabijeenkomst

     

    Woensdag 25 november 2009

     

    In de Martuskerk aan de Copernicusstraat 18 te Amersfoort.

     

     Drs. R. Verdult zal spreken over:

     

    De vroege hechting van baby’s

     

    Drs. R. Verdult is Psycholoog - Psychotherapeut en Babypsychotherapeut

     

    Inleiding

     

    In de klassieke hechtingstheorie wordt het begin van hechting gesitueerd in het vierde kwartaal van het eerste levensjaar. Er zijn echter steeds meer wetenschappelijke en klinische bevindingen die aantonen dat hechting veel vroeger begint, en wel vóór en tijdens de geboorte. Blauwdrukken voor latere hechtingspatronen worden tijdens het prenatale leven reeds gevormd. Het hechtingsgedrag dat zichtbaar wordt vanaf de bekende eenkennigheidsfase  heeft daarom een intense  voorgeschiedenis.  Onmiddellijk na de geboorte vertoont een baby  hechtingsgedrag;  hij verlangt naar het herstel van lichamelijk affectief contact  en hij is in staat signalen te geven om dit te bewerkstelligen.  De basis voor dit vroege hechtingsgedrag wordt gelegd in de prenatale relatie tot het lichaam en de psyche van de vrouw die hem  negen maanden gedragen heeft en met wie hij negen maanden in symbiose heeft samengeleefd . Het hechtingspatroon van de baby is herkenbaar aan zijn signalen, zoals hyper- of hypo arousal. Deze ‘arousal’-patronen, die samenhangen met de klassieke hechtingspatronen, kunnen in verband gebracht worden met de reacties van de baby op prenatale stress.

     

    In zijn praktijk van babypsychotherapie werkt Drs. R. Verdult met baby’s waarbij deze vroege hechting verstoord is geraakt tijdens de zwangerschap of tijdens de geboorte. Het is een vorm van lichaamsgerichte psychotherapie waarin de baby de kans krijgt om zijn ‘verhaal’ te vertellen. Zijn lichaam is een groot expressief instrument waarmee hij uitdrukking kan geven aan zijn emotionele belastingen. De behandeling bestaat uit het herbeleven van de zwangerschap en van de geboorte.

     

    In deze voordracht komen aan bod: de geschiedenis van vroege hechting, de hechtingssignalen van baby’s, verstoringen van hechting tijdens de zwangerschap door prenatale stress en tijdens de geboorte door medische interventies, babypsychotherapie als vorm van traumatherapie.

     

    Drs. R. Verdult  (°1953) studeerde ontwikkelingspsychologie aan de universiteit van Groningen. Hij volgde een opleiding cliëntgerichte psychotherapie. In begin negentiger jaren raakte hij geïnteresseerd in prenatale psychologie en met name de vroege hechtingsrelaties van foetussen en baby’s. In Zwitserland  volgde hij  een opleiding tot prenatale psychotherapeut voor volwassenen en baby’s bij William Emerson en Karlton Terry. Hij werkt samen met zijn partner Gaby Stroecken in zijn eigen psychotherapiepraktijk met volwassenen en baby’s van 1- 18 maanden. Hij is lid van de adviesraad van de ISPPM (International Society of Prenatal en perinatal Psychology and Medicine).

     

    PROGRAMMA

     

    18.30-19.15 uur                         Ontvangst met koffie/thee

     

    19.15 uur                    Welkomstwoord

    door de heer G. van der Weide, voorzitter van De Knoop

     

    19.30 uur                      Inleiding door Drs. R. Verdult  

    ‘De vroege hechting van baby’s’

     

    20.30 uur                      Pauze

    Gelegenheid tot het opstellen van vragen en bezoek aan de informatiestand van ‘De Knoop’

     

    21.00 uur                      Beantwoorden van de vragen en mondelinge gedachtenwisseling

     

    ca. 22.00 uur                 Afsluiting

    door de heer G. van der Weide.

     

     

    Aanmelden

     

    U kunt zich tot vrijdag 20 november 2009 aanmelden door middel van het (bijgevoegde) inschrijfformulier.

     

    De toewijzing van aanmeldingen vindt plaats op volgorde van binnenkomst. Na ontvangst van zowel de betaling als het inschrijfformulier voor vrijdag 20 november 2009 ontvangt u uiterlijk maandag 23 november 2009 per email een bevestiging van inschrijving en tevens uw toegangskaart(en).

     

    Toegangsprijs

     

    De entree bedraagt € 12,50, inclusief koffie of thee.   

    Voor de leden van De Knoop is de toegang gratis.

     

    Locatieadres

     

    De landelijke thema-avond wordt gehouden in de: Martuskerk aan de Copernicusstraat 18 te Amersfoort. 

     

    Informatiestand

     

    De informatiestand van De Knoop waar brochures, lezingen en boeken te koop zijn tijdens de bijeenkomst.

     

    Routebeschrijving en parkeren

     

    Voor een route beschrijving kunt u ook terecht op: http://www.routenet.nl/

    Op de Leusderweg kunt u vrij parkeren bij de winkels. Ook is er parkeerruimte op het Juliana van Stolbergterrein,

     

    Openbaar vervoer

     

    Voor informatie over vertrek en aankomsttijden van het openbaar vervoer kunt u terecht op: http://www.9292ov.nl

     

    Wij hopen u op 25 november 2009 te mogen begroeten.

     

    Houdt U er wel rekening mee dat wij stipt op tijd beginnen.

     

    Wilt u zo vriendelijk zijn deze uitnodiging en het inschrijfformulier te verspreiden binnen uw organisatie.

     

    De uitnodiging en het inschrijfformulier kunt u ook vinden op de website: http//www.deknoop.org

    20-10-2009 om 15:35 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    01-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'De vroege hechting van baby's'

    PERSBERICHT

     

     

    Betreft: Landelijke themabijeenkomst over de vroege hechting van baby’s op woensdagavond 28 oktober 2009

     

    Drs. R. Verdult zal spreken over: ‘ De vroege hechting van baby’s’

     

    De Knoop, op woensdag  28 oktober 2009  in de Martuskerk aan de Copernicusstraat 18  te Amersfoort

     

    De bijeenkomst is bedoeld voor een ieder die zich wil informeren en/of betrokken is bij hechtingsstoornis /problemen.

     

     

    Drs. R. Verdult is: Psycholoog – Psychotherapeut en Babypsychotherapeut

     

    Inleiding

     

    In de klassieke hechtingstheorie wordt het begin van hechting gesitueerd in het vierde kwartaal van het eerste levensjaar. Er zijn echter steeds meer wetenschappelijke en klinische bevindingen die aantonen dat hechting veel vroeger begint, en wel vóór en tijdens de geboorte. Blauwdrukken voor latere hechtingspatronen worden tijdens het prenatale leven reeds gevormd. Het hechtingsgedrag dat zichtbaar wordt vanaf de bekende eenkennigheidsfase  heeft daarom een intense  voorgeschiedenis.  Onmiddellijk na de geboorte vertoont een baby  hechtingsgedrag;  hij verlangt naar het herstel van lichamelijk affectief contact  en hij is in staat signalen te geven om dit te bewerkstelligen.  De basis voor dit vroege hechtingsgedrag wordt gelegd in de prenatale relatie tot het lichaam en de psyche van de vrouw die hem  negen maanden gedragen heeft en met wie hij negen maanden in symbiose heeft samengeleefd . Het hechtingspatroon van de baby is herkenbaar aan zijn signalen, zoals hyper- of hypo arousal. Deze ‘arousal’-patronen, die samenhangen met de klassieke hechtingspatronen, kunnen in verband gebracht worden met de reacties van de baby op prenatale stress.

     

    In zijn praktijk van babypsychotherapie werkt Drs. R. Verdult met baby’s waarbij deze vroege hechting verstoord is geraakt tijdens de zwangerschap of tijdens de geboorte. Het is een vorm van lichaamsgerichte psychotherapie waarin de baby de kans krijgt om zijn ‘verhaal’ te vertellen. Zijn lichaam is een groot expressief instrument waarmee hij uitdrukking kan geven aan zijn emotionele belastingen. De behandeling bestaat uit het herbeleven van de zwangerschap en van de geboorte.

     

    In deze voordracht komen aan bod: de geschiedenis van vroege hechting, de hechtingssignalen van baby’s, verstoringen van hechting tijdens de zwangerschap door prenatale stress en tijdens de geboorte door medische interventies, babypsychotherapie als vorm van traumatherapie.

     

     

    Over De Knoop:
    De Knoop is een algemene landelijke vereniging voor hechtingsstoornissen/Geen-Bodem-Syndroom(GBS).
    Kenmerkend voor de Knoop is dat ze zich inzet voor ondersteuning, preventie, herkenning en erkenning door middel van informatie, onderling contact en themabijeenkomsten. Doel is naast de ondersteuning van de leden om de problematiek van de hechtingsstoornis onder de aandacht te brengen en te houden bij de hulpverlening, de politiek en de media. Erkenning te krijgen voor hechtingsstoornissen bij specialisten en in wetenschappelijke kringen is bitter nodig om de theorie en de praktijk van de hulpverlening op een hoger peil te krijgen.


    De bijeenkomst wordt gehouden op woensdag 28 oktober 2009 aanstaande in de Martuskerk aan de Copernicusstraat 18, 3817 VJ te Amersfoort. De avond begint om 19.15 uur en zal duren tot +/- 22.00 uur, de zaal is open vanaf 18.30 uur.

    Tot vrijdag 21 oktober kunt u zich aanmelden, de toegang bedraagt € 12,50, voor de leden van de Knoop gratis. 

    Zie voor de uitnodiging, het inschrijfformulier en routebeschrijving op de website van De Knoop, www.deknoop.org of neem contact op met De Knoop, tel: 0527-614504

     

     

    Noot voor redactie:
    Wilt u een interview en/of een uitnodiging voor de landelijke themabijeenkomst ontvangen dan kunt u contact opnemen met: Secretariaat De Knoop, Rita Hendriks telefoon: 0527 – 614504 /  06-22475835 /email: info@deknoop.org

    Uitgebreide informatie is ook  te vinden op de website van de vereniging: http://www.deknoop.org / forum:
    www.hechtingsstoornis.nl

    01-07-2009 om 00:20 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    30-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vroegsignalering in kraamzorg nog onder de maat
    2009
    Kraamzorgaanbieders moeten meer werk maken van vroegsignalering van psychosociale problemen in kraamgezinnen. Ook de communicatie met ketenpartners als jeugdzorg, huisarts, verloskundige en de jeugdgezondheidszorg moet verbeteren. Dat schrijft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in het rapport 'Kraamzorg in ontwikkeling', dat op 17 april is verschenen. De IGZ onderzocht achttien kraamzorgaanbieders. In vergelijking met 2001 is de kraamzorg sterk verbeterd, maar de vroegsignalering en communicatie met ketenpartners is daarin achtergebleven. Vaak blijken protocollen over vroegsignalering te ontbreken. Soms hoort een kraamverzorgende pas van de kraamvrouw dat er problemen zijn en dat bijvoorbeeld de huisarts of jeugdzorg al betrokken zijn bij het kraamgezin.
    Meer informatie: Rapport: 'Kraamzorg in ontwikkeling'
    Bron: Inspectie voor de Gezondheidszorg

    Kraamzorgaanbieders moeten meer werk maken van vroegsignalering van psychosociale problemen in kraamgezinnen. Ook de communicatie met ketenpartners als jeugdzorg, huisarts, verloskundige en de jeugdgezondheidszorg moet verbeteren. Dat schrijft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in het rapport 'Kraamzorg in ontwikkeling', dat op 17 april is verschenen. De IGZ onderzocht achttien kraamzorgaanbieders. In vergelijking met 2001 is de kraamzorg sterk verbeterd, maar de vroegsignalering en communicatie met ketenpartners is daarin achtergebleven. Vaak blijken protocollen over vroegsignalering te ontbreken. Soms hoort een kraamverzorgende pas van de kraamvrouw dat er problemen zijn en dat bijvoorbeeld de huisarts of jeugdzorg al betrokken zijn bij het kraamgezin.
    Meer informatie: Rapport: 'Kraamzorg in ontwikkeling'
    Bron: Inspectie voor de Gezondheidszorg

    30-04-2009 om 21:31 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    28-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwakkere band tussen baby en moeder die alcohol dronk

    Zwakkere band tussen baby en moeder die alcohol dronk

    Drinken tijdens de zwangerschap wordt om allerlei redenen van de hand gewezen: omdat het de groei en ontwikkeling van de foetus beïnvloedt of omdat het vroeggeboorte in de hand kan werken.

    Een nieuwe Britse studie wijst op nog een reden: de emotionele band van de moeder met het ongeboren kind is zwakker als de aanstaande moeder drinkt. Zelfs een occasioneel glas wijn kan dit effect al veroorzaken.

    Moeilijk herstel
    De verklaring ligt deels in het feit dat deze vrouwen langer nodig hebben om te herstellen van de bevalling. Ook krijgen ze (door de alcohol?) moeilijkere kinderen, wat het moeilijk maakt onmiddellijk dol te zijn op je kleintje.

    Gevolgen voor moeder
    Dat bleek uit een onderzoek van de universiteit van Aberdeen, die zich eerder focuste op de gezondheidsgevolgen van alcoholgebruik tijdens de zwangerschap voor de moeder in plaats van voor de baby. Daartoe volgden ze 130 vrouwen van het midden van hun zwangerschap tot drie maanden na de geboorte.

    Matig drankgebruik
    Een derde dronk alcohol tijdens de zwangerschap, de helft van deze groep slechts een of twee eenheden (een halve pint of een glas wijn) per maand. Een groot deel van de andere helft dronk een tot twee eenheden per week, een minderheid dronk twee tot drie eenheden alcohol per week.

    Moeilijke band
    In vergelijking met vrouwen die helemaal niets dronken tijdens de zwangerschap, was het voor deze vrouwen moeilijker om een band te vormen met hun pasgeborenen. Dit effect bleef bestaan toen depressie, angst en stress was uitgefilterd.

    Moeilijke kinderen
    Volgens onderzoeker Eilidh Duncan kan de verklaring zijn dat de vrouwen moeilijker een bandkregen met hun baby's omdat die zich slechter gedroegen. "Dat toonde eerder onderzoek al aan: kinderen die prenataal blootgesteld worden aan alcohol hebben vaker gedragsproblemen."

    Langer in hospitaal
    De vrouwen die dronken bleven gemiddeld ook een dag langer in het ziekenhuis na de geboorte, ook al was de bevalling niet meer gecompliceerd dan bij de andere vrouwen en waren hun baby's niet vaker te vroeg geboren of met ondergewicht. "Zelfs vrouwen die zéér matig drinken, duurde de hospitalisatie langer."

    Duncan noemde het nog 'verrassend' dat de onderzoeken tot nog toe enkel focusten op de gevolgen voor de baby en niet voor de moeder. (edp)
    26/04/09 13u06

    28-04-2009 om 00:27 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    21-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hechting, hoe doe je dat, en waarom?
    Hechting, hoe doe je dat, en waarom?

    Zita van der Heyden

    VOC - Nederland

    Iedereen zegt het, iedereen weet het: de hechting tussen een kind en zijn ouders is belangrijk, de basis voor een gezonde emotionele, sociale, verstandelijke en zelfs motorische ontwikkeling. Maar wat is hechting? Hoe breng je een gezonde hechting tot stand? Gebeurt het niet gewoon vanzelf?

    Met hechting wordt bedoeld de wederzijdse band tussen een kind en zijn ouders, eventueel verzorgers. Soms hoor je een moeder wel eens zeggen: ik zit met duizend touwtjes aan mijn kind vast. Die touwtjes, dat is hechting. De eerste twee jaren in het leven van een mens is de meest gevoelige periode om een veilige hechting op te bouwen.

    In feite begint de hechting tussen moeder en kind natuurlijk niet bij de geboorte, maar al eerder. Wanneer? Bij de uitslag van de zwangerschapstest? Bij de eerste echo? De eerste keer horen van de hartslag? De eerste borrelingen in de baarmoeder?

    Toch is de baby bij de geboorte een allemansvriend. Hij herkent weliswaar de stem en geur van zijn ouders, maar iedereen kan troosten en kalmeren, hij geniet van ieders aandacht. Maar in de loop van de tijd zal de baby de gewoontes van zijn vaste verzorgers (meestal de moeder/ouders) herkennen. Hij herkent geluiden, geuren, maar ook vormen en de manier van aanraken, en hij reageert daar positief op. Bij een heel klein kind zijn de reacties heel klein en moet je goed opletten , als het kind groter wordt zal het glimlachen, maar ook huilen kan een (re-)actie zijn. Als de ouder zich goed kan inleven in wat het kind nodig heeft en daarop (snel) reageert, krijgt het kind vertrouwen, het basisgevoel van veiligheid. Lichaamscontact is belangrijk, daarom zullen de verpleegkundigen in het ziekenhuis lichaamscontact stimuleren. Het is dus belangrijk dat er continuïteit is in de verzorging, dat er tenminste één vaste verzorger is van het kind, want voor hechting zijn er twee partijen nodig: de vaste verzorger (meestal de ouder) én het kind.

    Een veilig gehecht kind is meestal niet dwars, gaat makkelijk om met vreemden maar zonder een allemansvriend te zijn. Als het kind en de ouder tijdelijk gescheiden zijn, kan het kind dat aan, omdat hij weet dat de ouder weer terugkomt. Veilig gehechte kinderen houden meestal van lichamelijk contact.

    Fysieke hechting, hechting door aanraking en aangeraakt worden, ligt aan de basis van en is voorwaarde voor een gezonde ontwikkeling van de daaropvolgende fasen: emotionele hechting en de ontwikkeling van beheersingspatronen. Maar om fysiek te kunnen hechten, moet je wel overleven! Er kan - letterlijk of figuurlijk - nog geen 'ruimte' voor zijn: doordat het kind in de couveuse moet, of omdat het ziek is en bijvoorbeeld geopereerd moet worden. Als deze periode langer is dan ongeveer vijf dagen is het vertrouwen van het kind om op de aangeboden fysieke hechting in te gaan niet meer vanzelfsprekend.

    Als er niet of onvoldoende wordt voldaan aan de behoeften van het kind, kan een onveilige hechting ontstaan. Een aantal kinderen bouwt geen veilige hechting op. Vaak wordt er dan gedacht aan bijvoorbeeld adoptie- of pleegkinderen, maar in de meeste gevallen gaat het om een eigen kind en was het zeer gewenst. Vaak is het wel zo dat het kind door omstandigheden een tijd gescheiden is van (een van) de ouders, bijv. door ziekenhuisopname.
    Je kunt uitgaan van twee verschillende vormen van onveilige hechting.

    In de ene vorm zie je dat een kind onzeker is en zich vastklampt aan zijn ouder(s). Het kind huilt veel en is angstig. Je ziet dat het kind weinig vertrouwen heeft in de opvoeder, en twijfelt aan de betrouwbaarheid. Zo'n kind is angstig en geblokkeerd als het in een situatie komt die hij niet kent en hij is vaak maar moeilijk te troosten. Soms accepteert zo'n kind wel lichamelijk contact, maar niet altijd. Je ziet ook dat er niet veel direct oogcontact is.

    Aan de andere kant zie je dat de betreffende ouder voor het kind onvoorspelbaar reageert, en de reacties zijn voor het kind niet duidelijk, ze reageren op het verkeerde moment, of op de verkeerde manier (bijvoorbeeld een glimlach of een boos geluid van de ouder) of de ouder stopt met reageren, of reageert helemaal niet terwijl het kind dat wel verwacht had. De ouder is onhandig en onduidelijk naar het kind toe.

    Bij de andere vorm vraag je je soms af of er wel sprake is van hechting. Je ziet dan dat het kind ieder aanhankelijkheid afweert en geen contact maakt. Het lijkt of het kind een negatieve reactie wil voorkomen. Hij vraagt niet (meer) om zorg en bescherming, hij wil niet worden getroost. Zo'n kind gedraagt zich als een allemansvriend: gaat op schoot zitten bij vreemden en heeft geen moeite met kusjes geven aan iedereen. Het kind lijkt onverschillig en vlak, is ongedurig, snel geïrriteerd en agressief, ongeduldig en trekt zich weinig van anderen aan. Echte vriendjes zijn er meestal niet.

    Van de kant van de ouder zie je dat het kind wordt afgewezen. Ouders die zich niet in hun kind kunnen of willen inleven en dus niet reageren op zijn behoeftes. De ouder past zich niet aan, aan het ritme van het kind, accepteert soms niet dat het krijgen van een kind zijn leven veranderd. Vaak zie je ook dat de ouder een afkeer heeft van lichamelijk contact - soms omdat zij/hij zelf ook onveilig gehecht is.

    Er kunnen door de situatie ook spanningen optreden in de relatie tussen ouders die weer hun weerslag hebben op het kind.

    Ontstaan

    Hechtingsstoornissen kunnen ontstaan bijvoorbeeld door te veel wisseling van de vaste verzorgers van een kind, zoals bijvoorbeeld bij langdurige ziekenhuisopname, maar ook bij adoptie. Het kind heeft geen kans zijn verzorger goed te leren kennen zodat hij weet dat de reacties van de verzorger betrouwbaar zijn. Ook andere zaken, zoals bijvoorbeeld traumatische ervaringen kunnen een veilige hechting in de weg staan. Kinderen die onveilig gehecht zijn kunnen later sociale en emotionele problemen krijgen, die zelfs op volwassen leeftijd nog merkbaar zijn. Veiligheid en geborgenheid blijken fundamenteel te zijn voor groei en ontwikkeling.

    Een hechtingsachterstand, opgelopen in de gevoelige eerste twee jaar, kan gedeeltelijk of geheel worden ingehaald. Het is daarbij vooral nodig dat de opvoeders het basisvertrouwen aan het kind kunnen geven. Daardoor kan het kind de veiligheid en geborgenheid die het in de beginperiode heeft gemist, alsnog ervaren. Vanuit deze ervaring kan het kind zich dan verder ontwikkelen. Soms kun je dat als ouder niet zonder hulp. Dan is begeleiding door een deskundige nodig - bijv een orthopedagoog. Ouders leren daarbij goed te kijken naar het kind en adequaat te reageren op het gedrag van het kind. Hierbij wordt tegenwoordig vaak gebruik gemaakt van video-opnamen om zelf met hulp van een therapeut te analyseren wat het kind in zijn gedrag aangeeft, hoe jij als ouder reageert en wat de reactie van het kind daarop dan weer is.

    De laatste jaren is er meer aandacht voor de gevolgen van onveilige hechting, en daarom is er ook vraag naar onderzoek en voorlichting. Specialisten en ervaringsdeskundigen (ouders) verzamelen gegevens hierover. Zo worden verhalen geregistreerd van ouders van kinderen tussen de 2 en 24 jaar. Vaak zijn het treurige verhalen over ernstig verstoorde relaties binnen en buiten het gezin waar niemand raad mee weet. Hulpverleners pikken de signalen van ouders vaak niet goed op, misleidt door het vaak voorbeeldig gedrag van het kind (schijnaanpassing). De meeste ouders zijn niet op het spoor van een hechtingsstoornis gebracht, ondanks vaak veelvuldige hulpverleningscontacten.

    Bij gericht doorvragen bij ouders hoor je vaak verhalen van allerlei traumatische ervaringen rond de geboorte, zoals complicaties rond de geboorte, het kind is direct na de geboorte bij de moeder (bijvoorbeeld voor adoptie) weggehaald, er vonden medische ingrepen plaats, de baby had erg veel energie nodig om te overleven enz.

    Wij zijn uiteraard blij dat hulpverleners die met pasgeborenen en hun ouders werken zich steeds bewuster worden van het belang van een goede hechting tussen ouders en kind, en dus ook hun best doen om dat te stimuleren. De ontwikkelingsgerichte zorg, zoals die in opkomst is in een aantal ziekenhuizen speelt een belangrijke rol om te komen tot een goede interactie tussen de ouders en het kind in de stressvolle en moeilijke couveuseperiode.

    Symptomen van hechtingsstoornissen (De Lange) Babyleeftijd:

    - veel huilen, onrust, niet geknuffeld willen worden, niet willen aankijken, niet aan moeders borst willen drinken, verstijven als het wordt opgepakt

    Peuterleeftijd:

    - De actieve peuter: zich niets aantrekken van de ouders, gevoel- en emotieloze indruk, niet bereikbaar voor de ouders (geen gevoel van wederkerigheid), chaotisch

    - De passieve peuter: nooit aandacht vragen, niet huilen, zich laten verzorgen en meespelen, zonder plezier te hebben.

    Basisschoolleeftijd: a. het driftenkind laat zich leiden door eigen wensen, doet wat er in hem opkomt

    b. het schijnbaar aangepaste kind:
    o ontkent eigen wensen en past zich in schijn aan
    o wil sterke controle hebben over omgeving.
    o maakt met 'alles en iedereen' contact (allemansvriend). c. Het kind met twee gezichten: is thuis onhandelbaar en buitenshuis zeer aangepast (of omgekeerd) .
    d. Het agressieve kind daagt uit, scheldt, schopt, pest, vernielt enz.
    e. Het kind dat het laat afweten, trekt zich terug in zichzelf en zou het liefste dood willen zijn.
    f. Het kind dat nergens raad mee weet en een chaotische indruk maakt.
    g. Het kind dat zich richt op leren en presteren en zijn gevoelens van onveiligheid en ongeborgenheid onderdrukt.

    Bronnen:

    G. Baan, 'Niet alle banden binden even vast' Tijdschrift voor Kinderverpleegkunde 4 - 99

    B. Wester, 'Hechtingsstoornissen' Tijdschrift voor Kinderverpleegkunde, 1 - 2001

    * Dr. G. De Lange 1991, Hechtingsstoornissen, - orthopedische behandelstrategieën, Van Gorcum.

    * Boek: Bodemloos bestaan, Greetje van Egmond (1987)

    Met dank aan Zita van der Heyden, Vereniging van Ouders van Couveusekinderen - Nederland

    http://www.vvoc.be/hechting.htm

    21-01-2009 om 23:39 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (5)
    20-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Inbakeren huilbaby helpt niet

    'Inbakeren huilbaby helpt niet'

    27 mei 2008  
    Het inbakeren van baby's helpt niet tegen huilen. Dat concludeert bioloog Bregje van Sleuwen in een onderzoek waarop ze woensdag promoveert aan de Universiteit Utrecht. Inbakeren is het van top tot teen stevig omwikkelen van baby's. Vroeger werd de methode veel gebruikt. De laatste tijd zijn er weer deskundigen die het inbakeren propageren. Het zou vooral huilbaby's rustig maken.

    Regelmaat

    Volgens de promovenda helpt het veel beter om baby's veel regelmaat en voorspelbaarheid te bieden. Dus het kind een dagpatroon te bieden met een vaste volgorde. Het is volgens haar ook belangrijk om de baby bij de eerste signalen van vermoeidheid wakker in het eigen bed te leggen.

    Bron: ANP

    Auteur: Redactie KraamSupport  http://www.kraamsupportonline.nl/nieuws/id313-Inbakeren_huilbaby_helpt_niet.html

    20-01-2009 om 16:23 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (5)
    20-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe lang mag je een baby laten huilen?
    Hoe lang mag je een baby laten huilen?

    Wat moet je doen als je baby huilt? Laten huilen of direct naast zijn wiegje staan? Het is een dilemma dat ouders en deskundigen dag en nacht bezighoudt.

    Binnenkort verschijnt de nieuwe richtlijn voor huilbaby’s, maat nu al vliegen psychologen, lactatiekundigen en moeders elkaar in de haren. Want volgens de nieuwe richtlijn, die consultatiebureaus zullen uitdragen, mag je een huilbaby rustig een kwartier of een half uur laten huilen.

    Rust, regelmaat en inbakeren gelden in de richtlijn als belangrijkste maatregelen om een huilbaby rustig te krijgen. En niet meteen naar de wieg rennen zodra je baby begint te huilen, maar het kind rustig een kwartier tot half uur huilend in bed laten liggen. Desnoods met de kookwekker erbij om je aan de tijd te houden.

    Moeders, verenigd via de website ikbenbeebie staan op hun achterste benen. Want als moeder wil je toch naar je kind toe, het oppakken en het troosten?
    Natuurlijk kun je als moeder of deskundige boos zijn over de nieuwe richtlijn en misschien is dat ook wel terecht. Maar wie bepaalt wat het beste is voor jouw kind, waar het het beste op reageert? Dan ben je toch zeker zelf?

    Ik ben van mening dat het soms geen kwaad kan om je kindje even te laten huilen. Maar als jij vindt dat je je kindje moet troosten, dan moet je dat doen. En je vooral niet laten leiden door een op andere universele richtlijn!

    Bron: Dagblad De Pers

    http://gezondheid.blog.nl/kinderen/2008/12/16/hoe-lang-mag-je-een-baby-laten-huilen

    20-12-2008 om 14:32 geschreven door Webmaster

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)


    Archief per week
  • 27/06-03/07 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 22/11-28/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 07/12-13/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 27/10-02/11 2008


    We zijn de 19de week van 2024
    Willekeurig SeniorenNet.nl Blogs
    hechtingsproblemen
    blog.seniorennet.nl/hechtin

    Blog als favoriet !

    forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum


    Mailinglijst

    Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.




    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.nl - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jou eigen blog!