2009 was een topjaar voor bedrijfsobligaties. Wegens de grote onzekerheid steeg de risicopremie voor bedrijfsobligaties tot 5,5%. Deze premie is het surplus dat betaald wordt bovenop de rente van een niet-risicodragende investering. Daar bedrijven vers kapitaal nodig hadden om te overleven en deze moeilijker bij de in problemen geraakte banken konden vinden, gingen ze rechtstreeks naar de markt via obligaties.
Het waren niet van de minste bedrijven die om kapitaal verlegen zaten: ArcelorMittal, AB InBev en bv. Akzo Nobel. Rentes van 7 à 9% waren geen uitzonderingen (AB Inbev 9,75%). Gaandeweg daalde echter de onzekerheid en hierdoor zakte ook de risicopremie weg tot 2%. De trend gaat verder richting 1%. Deze daling van de risicopremie bezorgde de kopers van deze obligaties een tweede voordeel. Door de dalende opbrengsten van nieuwe obligaties, stegen de 7% gevende obligaties in waarde. Bij verkoop ervan kan je een return halen van 15% mogelijks zelfs 20%.
Wie nu obligaties koopt heeft de goede trein gemist. De opbrengsten zijn nog iets beter dan staatsobligaties, maar de kans dat de rente op termijn (2 jaar) terug zal stijgen, is groter dan een verdere daling.
Zijn er dan nog interessante obligaties op de markt. Jazeker, indien u van een beetje risico houdt, kunt u misschien de Griekse staatsobligaties kopen. Die zijn op het ogenblik spotgoedkoop wegens hun grote begrotingsdeficit. De vrees voor een staatsfaillissement zit er goed in. De vraag is echter of het zover zal komen. De ECB heeft al laten weten dat Griekenland hun plan zal moeten trekken, maar je hebt nog altijd het IMF als ruggensteun. Het zou een unicum zijn dat een euroland failliet gaat, maar ik zou er mijn hand niet voor in het vuur willen steken.
Betalen we niet teveel als we meer dan 1000 dollar
neertellen voor een ounce goud? Is dit geen gekkenwerk? Nog nooit in
de geschiedenis van de euro of dollar is zoveel betaald voor iets
redelijk waardeloos als goud! Ik wil hier een kleine berekening maken
wat eigenlijk de juiste waardeverhouding zou moeten zijn.
Vooraf een aantal afspraken. Het heeft
geen zin om hier de perfect juiste cijfers te hebben, op het eind zal
duidelijk worden waarom. U moet ook weten wat de definitie van geld is, namelijk een handig tussenruilmiddel
om 2 verschillende goederen te ruilen. Hoeveel levende schapen u moet
ruilen tegen een auto is nogal moeilijk. Daarom gaan we eerst de waarde bepalen van de auto en daarna van een levend schaap. Daarvoor hebben we een rekeneenheid
nodig. Dit kan een tel-eenheid zijn (muntstukken, briefjes met een
cijfer erop), gewichtseenheden (goudgrammen) of zelfs volume-eenheden,
als het maar berekenbaar is.
Zo stellen we vast dat een auto bvb. 100 eenheden waard is en een
schaap 8. Hier duikt al onmiddellijk een nieuw probleem op. Ofwel
moeten we 12, ofwel 13 levende schapen geven voor 1 auto. Een half
levend schaap ruilen, is nogal moeilijk. Daarom gaan we de schapen
eerst ruilen tegen een tussenruilmiddel van GELIJKE waarde. Dit ruilmiddel kan dan weer tegen GELIJKE waarde
worden geruild tegen een auto. Een tussenruilmiddel moet dus dezelfde
waarde kunnen aannemen als de te ruilen goederen. Lange tijd is dit
goud en zilver geweest, omdat hun gewicht een perfecte rekeneenheid was
en deze metalen relatief gemakkelijk te verdelen zijn. Slimmeriken
hebben uiteindelijk goud en zilver vervangen door geldpapier met
cijfertjes erop. Papier zelf heeft natuurlijk nauwelijks waarde, het
krijgt slechts zijn waarde als het gedekt wordt door een tegenwaarde.
Deze tegenwaarde kan van alles zijn. Zo hebben aandelen als
tegenwaarde een stukje van een onderneming, obligaties zijn dan
schuldbewijzen van een leningen en zo was 1 dollar
niets anders dan een wissel die recht gaf op 1/20,67 ste ounce goud.
Dit laatste is redelijk belangrijk: de waarde van de dollar hing dus
volledig af van goud of anders gezegd iedere dollar werd/wordt gedekt
door goud. In verschillende stappen heeft men de vaste verhouding van
dollar en goud losgelaten en kon de dollar aan zijn onophoudelijke
inflatie-rit beginnen.
Waar staan we vandaag?
Men kan eenvoudig de M2 van de dollar afzetten tegen de dekking in goud.
(M2= al het chartaal en giraal geld + korte termijn depositos in een bepaalde munt). Waarom M2? Omdat het de enige cijfers zijn die nog gepubliceerd worden door de Federal Reserve).
Een korte berekening leert ons het volgende:
M2: 8391 miljard dollar, goud in bezit: 8133 ton
8,4.10 (macht 12) dollar : 8,1.10 (macht 9) gram goud is ongeveer 1030 dollar voor 1 gram goud of 32.000 dollar/ounce goud.
We kunnen iets gelijkaardigs doen voor de euro:
M2: 8213 miljard euro, goud in bezit: 10484 ton
8,21.10 (macht 12) euro : 10,48.10 (macht 9) gram goud is ongeveer 780 euro voor 1 gram goud of 24.000 euro/ounce goud.
(1 ounce= 31,103 g)
Hierbij een aantal belangrijke opmerkingen:
Bovenop de M2 is er nog veel meer aan papieren rommel
uitgegeven, zodat deze uitkomst slechts een minimum is, maar de echte
verhouding ligt wellicht nog een factor hoger (2 maal?, 5 maal?????)
Dit betekent dat de dollar en de euro minstens 30x overgewaardeerd zijn.
Een eigenaardigheid is dat de verhouding euro/dollar in deze
berekening nauwelijks verschilt met de huidige verhouding van de
overgewaardeerde waarde. Een bewust spelletje van de centrale banken om
gelijklopend te inflateren? Met andere woorden: door gelijke tred te
houden, ondersteunen ze eigenlijk elkaar, waardoor er een soort labiel
evenwicht is.
De veranderende hoeveelheid goud in de wereld heeft slechts een
beperkte invloed op deze cijfers, alsook de waarde van goud ten
opzichte van andere goederen. Het grootste verschil zit hem in de
stijgende geldhoeveelheid zonder dekking.
Conclusie: Ik geloof dus helemaal niet dat de dollar in zijn eentje
zal crashen (geleidelijke en tijdelijke waardedalingen of stijgingen
tussen de munten onderling kan natuurlijk wel). De enige mogelijkheid
is een crash van het volledige geld fiatsysteem. Tot dan wordt de dollar-euro-yenfiatgeld wellicht de grootste zeepbel aller
tijden.
Volgens mijn kennis wordt goud minder waard bij een deflatie-scenario en meer waard bij een inflatie-scenario. Deflatie betekent immer letterlijk dat geld meer waard wordt t.o.v. goederen (zoals goud) en inflatie het omgekeerde.
Nu hebben er in een goede week tijd 2
belangrijke gebeurtenissen plaatsgevonden. Eerst was er het Dubai
debacle en laatst de goede werkloosheidscijfers in Amerika. Na het
bekend maken van beide berichten kreeg de goudprijs een klap van jewelste.
Eerst Dubai. Daar is eigenlijk hetzelfde gebeurd
als in Amerika de laatste 2 jaar. Je ziet dan een kredietcontractie
ontstaan, waardoor we in een deflatoire periode terechtkomen. Volkomen
terecht dat de goudprijs hierdoor van zijn pluimen moet laten. Twee
dagen later was men dit wel al vergeten en koerste goud op recordhoogte.
Dan de werkloosheidscijfers. Die wijzen op een
economisch herstel. Wie zegt economisch herstel, zegt meer inflatie.
(en later hogere rentevoeten want lager kan niet meer). Hebben we
daarnet niet gezien dat inflatie de goudprijs doet stijgen? En toch
kreeg de goudprijs een klap.
Waar is de logica dan? Nergens. Een zoveelste
bewijs dat beleggers maar wat doen en dat beleggen van dag tot dag
waanzin is. Wie een te korte termijn visie heeft, raakt constant in de
knoop. Je kan heus wel andere redenen vinden om te verklaren waarom
iets wel of niet gebeurt. Zoals de goudprijs daalt omdat de dollar
stijgt. Logisch, maar waarom daalt de goudprijs dan ten opzichte van
alle ander munten?
Ik heb een goeie 10% in fysiek goud en zilver zitten, strategisch gekocht als BUY and HOLD.
Het is natuurlijk leuk als je dagelijks de waarde daarvan ziet stijgen.
Alhoewel. Misschien betekent het wel dat de waarde van de rest (90%)
daalt. Dan zit ik verkeerd door slechts 10% in fysiek edelmetaal aan te
houden.
De beste methode om in goud te beleggen is periodiek aankopen. Jaarlijks, per kwartaal of één keer in de maand, hoe regelmatiger hoe beter. Je koopt wel telkens voor hetzelfde bedrag op hetzelfde tijdstip (bv. de 16de). Je koopt dus onafhankelijk
van de prijs. Hieruit volgt automatisch dat u weinig ounces zult hebben
als het goud duur staat en veel (of meer) als het lager staat. Hierdoor
zal u goed zitten met uw gemiddelde. Weeral een reden minder om bezorgd
te zijn over de dagelijkse zottigheden op de beurs.
Wanneer verkopen? Nooit! Hopelijk nooit!
Tenzij het financiële systeem instort: morgen, volgend jaar of over twintig jaar.
Tenzij de overheid niet meer in staat is om later een degelijk pensioen te betalen.(In België staat dit zo goed als vast)
Beide scenarios vind ik zeer waarschijnlijk en mocht ik het toch
verkeerd hebben: Mijn drie kinderen zullen deze buit met dank
aanvaarden.
Goud is niet zoals een andere grondstof. Het kost
enorm veel om het uit de grond te halen. Het kost nog meer om het puur
te maken, om het te bewaren en dit alles om het weer onder de grond te
steken waar het al vandaan kwam, maar nu in kluizen. Het enige ander
nut is het om rond uw nek of aan uw oren te hangen. Kortom nuttelozer
kan niet meer. Dit is niet mijn mening maar die van Willem Buiter,
professor van Europese politieke economie en vooral adviseur van
internationale organisaties, centrale banken, overheden en private
financiële instellingen.
Deze zeepbel kan gerust
nog 6000 jaar meegaan, goud kan zelfs stijgen tot 5000$ per ounce,
daarom heeft het geen zin om ertegen in te gaan, maar het blijft een
zeepbel die ooit gaat uiteenspatten, sluit Buiter zijn betoog af.
Ja, nu is het begrijpelijk waarom het financieel systeem op springen
staat. Als dit soort mensen de adviseurs van het systeem zijn of zijn
ze eerder de uithangborden van het systeem? Met zon redenering is
alles een zeepbel. Ook de mensheid en zelfs de aarde is een zeepbel,
want ooit komt ook daaraan een einde. Deze mens begrijpt blijkbaar (of
doet alleszins een poging) zelfs de basis niet van economie.
Economie ontstaat vanaf het moment dat 2 mensen door middel van ruilhandel
hun beider situatie kunnen verbeteren. Zo zal een visser zijn overschot
aan vissen die hij zelf niet kan consumeren, ruilen voor kleren met een
kleermaker, voor hout met een houthakker, enz. . De sleutel tot succes
is dat de visser meer waarde hecht aan de kleren dan zijn teveel aan
vissen en dat de kleermaker meer waarde hecht aan vissen dan aan zijn
teveel aan kledingstoffen. Dit is de enige voorwaarde voor de ruil.
Gaandeweg heeft men ondervonden dat rechtstreekse ruil
niet altijd interessant is of zelfs onmogelijk. Diezelfde visser kan
moeilijk zijn te bouwen huis volledig betalen met vissen. De aannemer,
de architect, de metser zullen dit immers geen goede ruil vinden.
Ziedaar de geboorte van een tussenruilmiddel. De visser verkoopt zijn
vissen voor dit tussenruilmiddel, waarmee hij de aannemer, architect en metser zal betalen. Het is duidelijk: Alleen een tussenruilmiddel die door IEDEREEN interessant en aanvaardbaar is, zal een kans op slagen maken.
Het heeft duizenden jaren geduurd tot men eindelijk het perfecte tussenruilmiddel had gevonden: GOUD en ZILVER.
Ontelbare andere ruilmiddelen zijn hen vooraf gegaan, maar allen hebben
ze het onderspit moeten delven. De voordelen die beide hadden waren te
uitgesproken.
Het ruilmiddel moet éénduidig en homogeen zijn.
Zowel goud als zilver voldoen aan die voorwaarde, dit in tegenstelling
tot bvb. een krentenbrood. De waarde daarvan zal afhangen of er 200
krenten in zitten of slechts 1.
Een tweede zeer belangrijke eigenschap voor een perfect ruilmiddel is schaarste.
Zand zal nooit werken, maar ook het gratis ongebreideld scheppen van
papiergeld door een beperkte groep, zal ervoor zorgen dat dit een
slecht ruilmiddel wordt. Ongedekt papiergeld is immers niet schaars.
Een derde eigenschap is stabiliteit van het
ruilmiddel. Chocolade of ijs die smelten in de zomer, ons krentenbrood
die oudbakken wordt, of schelpen die verbrijzeld kunnen worden, zullen
nooit een perfect ruilmiddel zijn. Goud en zilver zijn relatief zeer
inerte metalen en zijn dus uitstekend geschikt voor hun functie om
zelfs duizenden jaren opgeslagen te kunnen worden.
Het ruilmiddel moet ook te meten zijn (rekeneenheid). Een gewicht
is uiterst geschikt. Zijn het nu munten van 1 ounce, staafjes van 100
gram of blokken van 1 of 14 kg, het maakt niet uit. Men kan ermee
rekenen en zo waardeverhoudingen bepalen ten opzichte van andere
goederen of diensten.
Ten slotte is compactheid ook een voordeel.
Piepschuim of pluimen zijn nogal onhandig om zaken mee te doen. Het
ruilmiddel moet voor zo weinig mogelijk last zorgen voor de ruilhandel.
Al voldoet goud en zilver relatief goed aan deze voorwaarde, het heeft
hier zijn meerdere moeten erkennen in papieren substituten.
Aanvankelijk was dit geen probleem, de wissels of het papieren geld
waren alleen de vertegenwoordigers van het onderliggend goud of zilver.
Jammer genoeg liep het hier telkens mis. Iedere keer opnieuw vergat men geleidelijk aan dat dit papier een dekking
nodig had. Steeds opnieuw in de geschiedenis begon het papieren geld
zijn eigen leven te leiden en vergat men hoe het ontstaan was. Telkens
opnieuw liep het verkeerd af. Ook deze keer zal het opnieuw verkeerd
aflopen. Toen Milton Friedman, Nobelprijswinnaar en de architect van het huidige vlottende fiatgeld systeem,
de oplossing aanbood om het toenmalig geldsysteem weer uit het moeras
te trekken, had hij 1 grote waarschuwing: creëer nooit meer geld dan
nodig voor de economische transacties (m.a.w. de geldhoeveelheid
mag niet sneller groeien dan de economische productie groeit). Wellicht
had hij toen al een vermoeden dat de centrale banken en overheden zich
daar niet zouden aan houden en hiermee het financiële systeem van het
fiatgeld op de helling zetten.
Zoals Greenspan de problemen heeft opgelost met nog meer krediet, zo
heeft ook Bernanke het gedaan met nog veel meer geld. De grenzen lijken
bereikt en we zitten in het end-game. Hopelijk komt het nieuwe boek van
Middelkoop niet te laat . In ieder geval lijkt het mij meer
waarschijnlijk dat goud niet enkel nog 6000 jaar meegaat, het zal zelfs
de bubble overleven die mensheid heet.
Dat goud het echte geld is, daar durf ik echt niet meer aan te
twijfelen. Duizenden jaren van geschiedenis hebben het bewijs al meer
dan eens geleverd. Interessant is dan om de aandelenindex uit te
drukken in goud i.p.v. het nep papieren geld. Vooral de laatste weken
zien we een gelijkopgaande beweging: goud en aandelenindices bewegen in
dezelfde richting. Maar is dit altijd zo geweest? Laten we eens meer
dan honderd jaar terugkijken.
Zoals op de figuur aangeduid zien we een trendkanaal die stijgend
is. Was de gemiddelde verhouding begin vorige eeuw ver beneden de 10,
dan is deze verhouding in de huidige eeuw daar reeds fors bovenuit
gekomen. Je zou een eerste besluit kunnen trekken dat aandelen kopen en
aanhouden voor de lange termijn zeer interessant is. Waar begin vorige
eeuw de dow ongeveer 5 keer een ounce goud waard was, steeg dit tot een
record van 43,7 keer 100 jaar later. Aandelen performden op dat moment
dus tot 8X ten opzichte van het goud.
Wie telkens zijn aandelen inruilde voor goud (1929 voor de
crash,1970 en 2000) op de toppen en vice versa zijn goud inruilde voor
aandelen (1932,1975 en vooral 1980) op de bodems, tja die kan zich
naast de Rotschilds zetten (of is er misschien 1). Vooral 1980 was zeer
bizar: Zowel de dow als het goud hadden dezelfde waarde (800 dollar)!
20 jaar later was het verschil gigantisch groot: De dow stond toen aan
11 000 (x13-14), het goud met moeite aan 250 dollar (x0,3).
Op dit ogenblik zou de voorkeur moeten uitgaan naar aandelen daar de
verhouding tussen beiden onder het gemiddelde zit. Maar wat ben je
daarmee als we terugkeren naar de situatie van 1980? Dat zou betekenen
dat beiden elkaar vinden bij . 2000? 3000? vul zelf maar in.
Je kan eigenlijk niet anders concluderen dat beiden zeer volatiel
(vooral sedert 1960) zijn ten opzichte van elkaar. De evolutie vandaag
dat ze in dezelfde richting gaan, mag beschouwd worden als een zeer
tijdelijk karakter.
Oplossing van de crisis: Rijke Duitsers hebben een plan
Een veel gehoorde oplossing voor crisissen is het zwaarder belasten
van de sterkste schouders. Geen vakbondsman die het zal ontkennen. Als
echter de rijken het zelf zeggen, dan fronst men toch op zijn minst de
wenkbrauwen en toch
A group of rich Germans has launched a petition calling for the government to make wealthy people pay higher taxes.
The group say they have more money than they need, and the extra
revenue could fund economic and social programmes to aid Germanys
economic recovery.
Germany could raise 100bn euros (£91bn) if the richest people paid a 5% wealth tax for two years, they say.
The petition has 44 signatories so far, and will be presented to newly re-elected Chancellor Angela Merkel.
The group say the financial crisis is leading to an increase in unemployment, poverty and social inequality.
Simply donating money to deal with the problems is not enough, they want a change in the whole approach.
The path out of the crisis must be paved with massive investment in
ecology, education and social justice, they say in the petition.
Those who had made a fortune through inheritance, hard work,
hard-working, successful entrepreneurship, or investment should
contribute by paying more to alleviate the crisis.
The man behind the petition, Dieter Lehmkuhl, told Berlins
Tagesspiegel that there were 2.2 million people in Germany with a
fortune of more than 500,000 euros.
If they all paid the tax for two years, Germany could raise 100bn
euros to fund ecological programmes, education and social projects,
said the retired doctor and heir to a brewery.
Signatory Peter Vollmer told AFP news agency he was supporting the
proposal because he had inherited a lot of money I do not need.
He said the tax would be a viable and socially acceptable way out of the flagrant budget crisis.
The group held a demonstration in Berlin on Wednesday to draw attention to their plans, throwing fake banknotes into the air.
Mr Vollmer said it was really strange that so few people came.
Er
zijn een aantal redenen waarom goud een "gouden" toekomst heeft. U moet
weten dat goud al 5000 jaar als betaalmiddel bestaat. Het heeft altijd
zijn waarde bewezen en zal ze altijd bewijzen. Als u daarentegen kijkt
naar papiergeld, da overleeft dit meestal slechts een 70-tal jaar.
Ook
het huidig papiergeld heeft deze ouderdom bereikt. Tot de jaren dertig
werd geld gedekt door goud. Met andere woorden iedere dollar papiergeld
vertegenwoordigde een vaste waarde ten opzichte van het goud. 1 dollar
was ongeveer 1/20ste van een ounce goud. Sindsdien werd het
losgekoppeld en werd de dekking hoe langer hoe kleiner. Vandaag moet je
al meer dan 1000 dollar betalen voor diezelfde ounce goud. Wat een
verschil met die 20 dollar. Het papieren geld inflateert dus ten
opzichte van waardegoederen zoals goud en zal dit blijven doen.
Omgekeerd betekent dit dus dat goud in waarde zal blijven stijgen.
Hieronder geef ik enkele voorbeelden die dit ondersteunen:
1. De
goudprijs is omgekeerd evenredig met de dollarprijs. In Europa betalen
we natuurlijk met euro's. Het verleden heeft echter aangetoond hoe
zwakker de dollar tegenover andere munten, hoe meer de goudprijs
stijgt. Uit alle gegevens blijkt dat de dollar aan een val bezig is. De
dollar als wereldmunt is tanende. Er worden meer en meer afspraken
gemaakt tussen landen om de dollar buitenspel te zetten in onderlinge
betalingen. Een dollar die minder gegeerd is, is een dollar die minder
waard is.
2.
Door de financiële en economische crisis zijn mensen bang geworden.
Aandelen kunnen fel dalen, frauderende bankiers, politiekers die er
niets van terecht brengen. kortom de toekomst ziet er onzekerder uit.
Vorig jaar en begin dit jaar zien we dan dat goud en goudbeleggingen
mooi stand houden tegenover dalende aandelen of mogelijk failliet
gaande bedrijven. Goud is dus een veilige vluchthaven in rumoerige
tijden.
3.
Centrale banken van diverse landen geven het voorbeeld: ze kopen goud.
Vooral China heeft in het geheim al een behoorlijke goudvoorraad
aangelegd.
4. Goud zit in een stijgende trend. Wat stijgt trekt nieuwe kopers aan waardoor de trend nog versterkt zal worden.
5. In
technische termen is er een doorbraak gekomen. Wie een beetje thuis is
in de technische analyse weet dat dit een forse stijging kan
teweegbrengen.
6.
Goud is de ideale bescherming tegen de komende inflatie. Deze inflatie
is niet te vermijden om er enorm veel geld wordt bijgedrukt om de
crisis te bestrijden. Meer geld betekent minder waarde ten opzichte van
goederen en dus inflatie.
7.
Goud staat nu op een goeie 1000$. Dit is hoger dan de top in 1980. Als
we echter de inflatie meerekenen dat moet goud tot 2271$ stijgen om
diezelfde waarde te hebben. Velen menen dat goud nog veel verder kan
doorstijgen. De stijging van goud is dus pas begonnen.
Sedert de financiële crisis zitten we met een prangende vraag. Wat
zal het gevolg zijn van al deze schulden met enerzijds geldpersen die
op volle toeren draaien en anderzijds een krimpende economie met
overschotten.
Een aantal vooraanstaande kenners hebben
daar al frequent hun licht laten op schijnen, maar hun uitkomsten staan
pal tegenover elkaar. De tweede vraag die zich stelt: hoe zal goud zich
gedragen in deze wel zeer explosieve tijden. Een overzicht:
Bob Prechter,
een amerikaans schrijver (vele bestsellers zoals: Verover de Crash) en
oprichter van Elliot Wave International is overtuigd van deflatie
in de USA. Door werkloosheid en bankroeten vermindert de
geldhoeveelheid in USA dollar, hierdoor zou de dollar (geld) schaarser
en dus meer waard worden.
Peter Schiff,
voorzitter van Euro Pacific Capital en voorspeller van de huizenbubble,
kredietcrisis en de financiële meltdown, is het helemaal eens over de
argumenten van Prechter. Maar het gevolg daarvan is geen deflatie maar inflatie.
Omdat de dollar (fiat geld) nu geen deel meer uitmaakt van de
goudstandaard. In vergelijking met goud is er inderdaad deflatie
(goederen en diensten worden goedkoper ten opzichte van goud). In
vergelijking met de usa dollar (fiat geld) is er inflatie (goederen en
diensten worden duurder ten opzichte van fiat geld). Schiff bestrijd
ook het argument dat de geldpers de krimpende geldhoeveelheid niet kan
bij houden. Dollars zijn dan wel schaars in biljetten, maar niet
giraal.
Een Nederlandse Warren Buffett fan beweert dan
weer dat beleggen in goud (de staafjes opslaan achter uw boeken in de
kast) een slechte investering is. Goud volgt hoogstens de inflatie en
brengt geen dividend op. In vergelijking met aandelen (gemiddelde
jaarlijkse return 8%) is goudbelegging maar povertjes, aldus deze
Warren Buffett adept.
Een kennis van mij, Tom Lassing van TrendSpecialist
ziet een heel andere rol weggelegd voor goud. Je moet goud niet enkel zien
als een belegging, maar vooral als bescherming van uw vermogen. Papieren geld
kan uit het niets gecreëerd worden en heeft al lang geen tegenwaarde
meer. Op het moment dat iedereen dat door heeft, kan het wantrouwen in
papieren geld snel groter worden. Het papieren geld verliest dan zeer
snel waarde en dan kan je maar beter goud hebben dan cash.
Een prachtig artikel in de Wall Street Journal vertelt het verhaal
omtrent de ondergang van investeringsbank Lehman Brothers en hoe die
wellicht voorkomen had kunnen worden wanneer Warren Buffett
(multi-miljardair van beroep ) had geweten hoe hij zijn voicemail moest gebruiken. Briljant!
Bloomberg news
In het bewuste weekend, zon jaar geleden, toen de financiele crisis
uitbarstte en grote investerings maatschappijen en banken als AIG en
Lehman Brothers wanhopig op zoek waren naar miljarden dollars om het
hoofd boven water te houden kreeg Buffett vlak voordat hij naar een
feestje moest een telefoontje van Bob Diamond van Barclays Capital.
Die was bezig met een plan om het noodleidende Lehman Brothers over
te nemen en wilde daarvoor de hulp van Warren Buffett inroepen. Buffett
had echter geen tijd om het verhaal van Diamond aan te horen en vroeg
of hij e.e.a. op de fax kon zetten. Toen Warren Buffett later die avond
weer thuis kwam zag dat Bob Diamond hem niets gefaxed had en nam hij
dus aan dat zijn hulp niet meer nodig was. Enfin, Lehman Brothers ging
failliet en de financiële crisis was een voldongen feit.
Ruim tien maanden later vroeg Warren Buffett aan zijn dochter wat
dat kleine indicator icoontje toch was wat al maanden in het display
van zijn mobieltje stond. Buffett geeft overigens toe dat hij niet veel
meer kan en snapt van zijn mobieltje dan de belfunctie
Welnu, dat icoontje was de melding dat er een Voicemail op hem stond te
wachten. Je voelt het natuurlijk al aankomen. De betreffende Voicemal
was de informatie die Bob Diamond tien maanden daarvoor met Buffet
wilde doorspreken om te peilen of de multi-miljardair het reddingsplan
voor Lehman Brothers zag zitten en er in wilde participeren. Het is
natuurlijk bizar dat Warren Buffett niet eens weet hoe hij zijn
voicemail moet afluisteren, maar van de andere kant had hij Bob Diamond
ook gevraagd om de informatie per fax aan te leveren.
Natuurlijk zullen, en kunnen, we nooit zeker weten of Lehman
Brothers gered zou zijn als Warren Buffett alle info over het
reddingsplan wel gekregen had, maar het is wel een bizar verhaal.
Zeer goed. Dank u. De aandelen van GM verkopen nog altijd als zoete broodjes (sommige dagen meer dan 10 miljoen stuks!). De gemiddelde prijs schommelt al een paar maanden rond de 75 cent per aandeel. Goedkoop? Zeer zeker, want wat heb je de dag van vandaag nog voor minder dan 1 dollar. Waanzin? Ik denk van wel.
Tijdens
mijn vergelijkende studie tussen de aandelen GM en Renault (zowat een
jaar geleden gestart), kon ik maar niet begrijpen dat er mensen
aandelen GM kochten. Het faillissement was reeds vorig jaar zonneklaar,
maar dit weerhield niet dat er nog voor miljarden dollars GM aandelen
werden gekocht tot aan de faling.
Toen de faling
een feit werd, verwachtte ik dat het aandeel snel naar nul zou dalen.
Niet dus. Het noteert nog steeds aan 75 cent.
Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat er nog steeds verwarring is tussen het nieuwe GM en het oude. Nochtans is dit duidelijk. Het nieuwe GM is niet beursgenoteerd (in handen van de Amerikaanse overheid), terwijl het oude GM met ticker MTLQQ (Motors Liquidations) failliet is. Wie failliet zegt, weet dan dat er voor de aandeelhouders meestal geen waarde meer overschiet.
Dit wordt bevestigd op hun eigen website : http://www.motorsliquidation.com
Investor Alerts
None of
the publicly owned stocks or bonds issued by the former General Motors
Corporation, including its common stock formerly traded as GM, are or
will become securities in the General Motors Company (new GM), which
is an independent company. All of these securities relate to Motors
Liquidation Company and will be treated in accordance with the
provisions of the U.S. Bankruptcy Code and the rulings of the
Bankruptcy Court.
Management continues to remind investors of its strong belief that there will be no value for the common stockholders in the bankruptcy liquidation process, even under the most optimistic
of scenarios. Stockholders of a company in chapter 11 generally receive
value only if all claims of the companys secured and unsecured
creditors are fully satisfied. In this case, management strongly
believes all such claims will not be fully satisfied, leading to its
conclusion that the common stock will have no value.
Hoe
optimistisch moet men zijn om toch nog te geloven in waarde van dit
aandeel. Ook de sec en Finra sturen dezelfde waarschuwing uit: http:
//www.sec.gov /investor/alerts/bankruptcygmalert.htm
The
SEC and FINRA are issuing this Alert because we believe there may be
widespread misunderstanding by investors that stock in the old
General Motors Corporation (now known as Motors Liquidation Company) is
related to the new General Motors Company (new GM). FINRA halted
trading in old GM (which had been using the GMGMQ trading symbol) on
July 10, 2009, and has since issued a new ticker symbol for the old GM
stockMTLQQto avoid having it confused with the new GM, which
currently has no publicly traded securities.
This Alert
also reminds investors that holding shares of any company involved in
bankruptcy, or buying shares in a bankrupt company in the hope that
those shares will surge in value down the road, are highly risky
courses of action.
Ik wil hier geen waardeoordeel vellen over andere aandelen, maar pennystocks, het blijft een aparte, onbegrijpelijke wereld.
Hoe het nieuwe GM uit het oude is ontstaan, is even onbegrijpelijk. Chantage, fraude en manipulatie met de Amerikaanse overheid in een glansrol. Wordt vervolgd.
Voor de zoveelste maal de laatste 2 jaar staat goud aan de deur van de 1000$/ounce aan te kloppen. Zal het deze keer lukken?
Op de grafieken
hieronder ziet u hoe de goudprijs de laatste 2 jaar een viertal keer
geprobeerd heeft de muur van 1000$/ounce te slopen. Eénmaal is het
gelukt: in maart 2008. Het werd echter redelijk vlug naar af gestuurd.
Indien het lukt,
zou dit een verviervoudiging betekenen sinds het begin van deze eeuw.
Een knalprestatie als je het vergelijkt met de AEX of Bel20 index.
Het valt wel op,
dat als er een nieuwe stijging komt, deze van een relatief hoog niveau
(950) kan beginnen. Dit betekent dat sedert de 2 jaar dat deze
doorbraak aangekondigd wordt, de kans nog nooit zo dichtbij was. Er
staat dan ook heel wat op het spel. Een stijgende goudprijs is immers
evenredig met een inflaterende dollar/euro.
Velen menen dat
de goudprijs manipulatief laag wordt gehouden door (centrale) banken
met instemming van de overheden. De vraag is nu echter: Hebben de VS en
de Europese landen een probleem met een (langzaam) stijgende
goudprijs? Is dit niet de oplossing om de niet meer te overziene
staatsschulden via inflatie weg te werken?
Wat is jullie mening? Gaat er in 2009 een nieuw goudrecord neergezet worden?
Geen enkel goed heeft meer aantrekkingskracht op de mens uitgeoefend
als GOUD. Reeds in de Oudheid hadden de Egyptenaren en Babyloniers de
koorts goed te pakken. Menig Farao maakte indruk op de andere heersers
door te pronken met zijn gouden paleizen. De talrijke goudmijnen in
Nubië (zuidelijk Egypte) legden de Farao geen windeieren. De naam van
de streek betekent letterlijk goudgebied (nub= goud in het arabisch).
Dit Egyptisch goud was zo gegeerd door de naburige landen dat die
letterlijk bereid waren hun mooiste koningsdochters te reserveren voor
de Farao in ruil voor goud.
Toen het goud zon 4 à 5 duizend jaar
geleden algemeen aanvaard werd als betaalmiddel kon de Farao zijn pret
niet meer op. Hij hoefde het slechts door zijn slaven te mijnen en
verzekerde zich daardoor van een voortdurende bron van inkomsten. De
overvloed aan goud was zodanig dat ze er grote hoeveelheden van
meenamen in hun graf. Het verhaal van Toetanchamon is overbekend. In de
duizenden jaren die erop volgden, werd het plunderen van de graven een
nationale sport waar zelfs de doodstraf niet tegen bestand was. Wie
erin slaagde een koningsgraf te vinden, was op slag steenrijk.
Maar ook de Faraos zelf waren niet altijd zuiver op de graat.
Tussen de Farao en de Babylonische Majesteit bestond er een levendige
correspondentie. Egyptenaren waren niet zon vechtersbazen en kochten
de vrede meestal af met goud. De Babyloniers waren zich daar terdege
van bewust. Ze schreven de Farao aan om hem hun koningsdochter aan te
bieden. Ze zouden haar schenken voor ZOVEEL GOUD als dat de Farao
missen kon. Hoe meer goud, hoe groter de achting van de Babyloniers
voor de Farao zou zijn. Tussen de lijnen door ging het natuurlijk om
veel meer dan de koningsdochter. De volledige relatie tussen beide
landen stond op het spel. Menig keer waren de Babyloniers niet tevreden
omdat het goud te laat kwam of er te weinig van gestuurd werd. Dit was
een grove belediging voor hen en er kon geen sprake zijn om op die
manier hun koningsdochter aan de Farao te schenken. Uiteindelijk kwam
er meestal een deal waarbij beide partijen tevreden waren.
Toch was het soms kantje boord. Vooral als de zending goud van de
Farao DE PROEF IN DE SMELTOVEN niet had doorstaan. Het goud bleek soms
maar 1/4de van de aangegeven waarde te hebben. De zwaar verontwaardigde
Babyloniers schreven terug dat ze maar niet konden geloven dat hun
broeder hun vriendschap zo minachtte.
Deze feiten die zich duizenden jaren geleden afspeelden, zouden zich
nog ontelbare keren herhalen. Toen in West-Europa gouden munten werden
geslagen, bevatten deze munten steeds minder goud en steeds meer
minderwaardige metalen. Zo had de dinar (uitgegeven door de Saracenen
in Spanje) oorspronkelijk 4,2 gram goud. Enkele eeuwen later was dat
voor dezelfde dinar nog slechts 0,9 gram. Wie dacht dat vervalsen en
inflatie een recent verschijnsel is
Ook de dollar heeft (had) een gouden randje. De naam dollar was de
oorspronkelijke naam voor een ounce zilver. Deze munten werden
uitgegeven door graaf Schlick uit het Joachimsthal. Deze waren van een
uitzondelijke goede kwaliteit en waren gekend onder de naam Joachims
thalers (uiteindelijk vervormd tot dollar). Later werd de Amerikaanse
dollar gelijkgesteld aan een gewichtseenheid: 1/20,67ste van een ounce
goud, net zoals een pound 1/4de was van een ounce goud. Daarom is het
verkeerdelijk te stellen dat een ounce goud 20,67 dollar waard was,
enkel het omgekeerde is juist. Deze verhouding bleef officieel geldig
tot de Gold Reserve Act van 1934. Toen het papieren dollargeld
losgekoppeld werd van het goud, weten we allemaal wat er gebeurd is. 75
jaar later is de papieren dollar nog slechts 1/900ste van een ounce
goud waard, een inflatie van maar liefst 4500%.
De Babyloniers zouden zich hier niet laten aan vangen hebben. Zij wilden niets minder dan goud, PUUR GOUD.
Jean-Paul Getty was een Amerikaanse industrieel (1892-1976) die
Getty Oil oprichtte. Getty was ooit de rijkste mens op aarde (1957) en
slaagde erin als één van de eerste dollar-miljardair te worden.
Hij kon zichzelf best relativeren door te stellen dat hij eigenlijk
een gelukzak was. In zijn autobiografisch boek schrijft hij zijn
succes toe aan het feit dat hij rijk geboren werd. In het begin van
zijn carriere was zijn vader een groot sponsor van hem en er zou nooit
sprake van een getty empire zijn, mocht hij niet de succesvolle
olie-onderneming van zijn vader kunnen overnemen hebben, aldus Getty
zelf.
Hij maakte echter ook minder geslaagde citaten:
Een blijvende relatie met een vrouw is alleen mogelijk als je een zakelijke mislukkeling bent.
Hij trouwde vijf keer, vandaar zon uitspraak.
Er bestaat nog steeds een Getty museum waar zijn indrukwekkende kunstcollectie te zien is: http://www.getty.edu
Indien u de keuze moet maken bij het beleggen in edelmetalen, welke zou uw voorkeur genieten? Ik spreek enkel over de metalen zelf, niet over ETFs of andere papieren rommel. Welke redenen heeft u daarvoor? Ik kies voor zilver en geef daar meteen drie redenen voor:
1.Zilver is een veel groter industrieel goed dan goud. De noodzakelijkheid in de toekomst is groter, terwijl er tevens veel meer van verloren gaat. Hierdoor zou de prijsverhouding in de tijd tussen goud en zilver kleiner moeten worden.
2.De waarde van zilveren munten en baren is handiger als betaalmiddel. In de superette betalen met een ons goud lijkt mij nogal omslachtig. De deelbaarheid van zilver benadert veel dichter ons huidig papieren geld. (indien het vertrouwen in dit laatste op de helling zou komen te staan)
3.De hoeveelheid goud in de wereld is relatief beperkt ten opzichte van zilver. Dit maakt dat de goudmarkt veel gemakkelijker te manipuleren is, zelfs zo gemakkelijk dat de Amerikaanse regering in de jaren dertig al het goud kon confiskeren. Men was verplicht om al het in bezit zijnde goud in te leveren tegen een (veel te lage) vastgestelde prijs. Doordat zilver een gebruiksmetaal is en door de grotere aanwezige volumes, zie ik dat veel moeilijker realiseerbaar.
Welke Pro of Contras zijn er nog voor beide metalen ten opzichte van elkaar?
Dit lijkt wel een sprookje en wie wil deze aandelen niet? Toch
bestaan ze volgens de banken en ze hebben ze al heel lang in hun
fondsen met kapitaalbescherming zitten. Met andere woorden ze bieden
een portefeuille aan met aandelen die niet kunnen dalen. Als
particulier kan je net hetzelfde doen, maar dan veel goedkoper en je
hebt er niet eens aandelen voor nodig.
Banken zijn gespecialiseerd in onwetende mensen een rad voor de ogen
te draaien. Ze gaan daarbij soms zo ver dat ze zelfs een rad voor hun
eigen ogen hebben gedraaid . Hier in dit geval is de uitleg echter simpel. Wie zo een beleggingsfonds heeft, bezit contradictorisch geen enkel aandeel. Mocht dit zo zijn, dan zou je die kapitaalsgarantie nooit krijgen, zo gek zijn die banken niet. Wat zit er dan wel in: obligaties en callopties.
Het systeem is zo eenvoudig dat je dat als particulier beter zelf
doet. Je koopt obligaties van een kwaliteitsbedrijf (geen banken dus
). Met de rente die je krijgt of gaat krijgen, koop je callopties at
the money van hetzelfde bedrijf met dezelfde looptijd (of resterende
looptijd) als de obligaties.
Het eenvoudigste systeem is een nulcouponobligatie. Je hebt bvb.
10000 te beleggen. Neem nu zon nulcouponobligaties die een waarde
zullen hebben van 10000 na de looptijd van 3 jaar. Bij aankoop hoef je
dan bvb. slechts 8400 (6% rente) te betalen. Hierdoor ben je verzekerd dat je na drie jaar uw 10000 terug hebt=kapitaalbescherming.
Hoe hoger de rente op dat ogenblik, hoe minder je zal moeten betalen om
de obligaties te kopen. Met de rest van je belegging, 1600 in dit
geval, koop je callopties.
Indien het aandeel daalt, ben je beter af met dit
systeem daar je nog altijd kunt beschikken over je beginkapitaal,
zonder enig verlies. De callopties lopen dan waardeloos af.
Indien het aandeel gelijk blijft, is de constructie neutraal. In beide gevallen heb je winst noch verlies.
Indien het aandeel stijgt, profiteert u tenvolle van het hefboomeffect
van de callopties. Die waren namelijk at the money, dus leveren ze
winst op. De hoogte van de winst ten opzichte van het aandeel, zal
vooral afhangen van de premie (lucht in dit geval)
van de opties bij aankoop. De callopties worden best voor expiratie
verkocht, op het moment dat je denkt dat je winst maximaal zal zijn.
Voor veel mensen is dit laatste echter van minder belang. Niet de maximalisatie van de winst is belangrijk, maar de zekerheid dat men geen geld verliest. Op dit psychologisch feit spelen de banken gretig in.
Er zijn diverse constructies mogelijk om tot dit resultaat te komen.
Zo kan je ook langlopende obligaties kopen en telkens met de jaarlijks
ontvangen rente callopties van 1 jaar kopen. Je kan nog extra winst
genereren door obligaties onder pari te kopen op de secundaire markt.
Er zijn 2 nadelen aan deze synthetische convertible: Uw kapitaal is niet beschermd tegen inflatie en tegen een faillissement van de onderneming. Daarom is het van belang om enkel obligaties van goede ondernemingen te kopen.
Sommige bedrijven geven ook zelf convertibles uit
(echte dan!) i.p.v. gewone obligaties. Het systeem is hetzelfde: Je
krijgt samen met de obligatie een calloptie, wat ten koste gaat van de
rente op de obligatie. Het voordeel is dat je hier, in tegenstelling
tot de dure verpakte producten van de banken, weet wat je koopt.
In de advertenties spreken de banken uitsluitend van onderliggende
waarde van de fondsen, hierdoor omzeilen ze de woorden aandelen,
obligaties en callopties. Tja, herverpakte producten, remember!
Bij het oprichten van het Europees Systeem (zie deel 2) werden er een aantal richtlijnen opgesteld in het Verdrag van Maastricht. De belangrijkste taak van de ECB is de prijsstabiliteit. De ECB heeft zichzelf opgelegd om de inflatie onder de 2% te houden. Hiertoe hielden ze 2 belangrijke parameters in het oog: de consumenteninflatie en de geldhoeveelheid (M3-inflatieindicator
op langere termijn). Dit hadden ze geleerd van de Duitse bundesbank.
Verder hadden ze uitgerekend dat een maximale geldgroei van 4,5% goed is om de inflatie onder de 2% te houden.
Je
mag je al de vraag stellen of dit klopt? Kan het niet zijn dat er een
evenredig verband is tussen de geldgroei en de inflatie? Laten we eerst
de cijfers van de laatste jaren bekijken:
De geldhoeveelheid op 31/12/2008: (de drie opeenvolgende cijfers zijn de veranderingen in 2006,2007 en 2008)
chartaal geld= 711 miljard euro (+11%,+8,1%,+13,4%): oktober 2008 alleen was goed voor een stijging van 5%.
M3=9372 miljard euro (+10%,+11,5%,+7,3%)
Conclusies van deze cijfers:
Chartaal geld (munten en biljetten) maakt minder dan 10% uit van de totale liquiditeitenmassa (M3).
De stijging van de M3 is veel forser dan de gepubliceerde inflatie (zijn deze juist?)
Je
mag meteen concluderen dat de ECB zich niet aan de afspraak van
maximale groei van 4,5% gehouden heeft (de eerste jaren zaten ze
gemiddeld aan 7%). Terwijl dit voor de Duitse bundesbank pijler nr.1
was, heeft de ECB blijkbaar (en zeker de laatste jaren) de andere kant
opgekeken. De ECB heeft zich vooral gefocust op de consumenteninflatie,
die laag is door vooral de goedkope import uit Azië. Je mag er echter
vanuit gaan dat de hoge groei van de geldhoeveelheid zich ooit zal
vertalen in inflatie. Het is nu éénmaal bewezen dat geldgroei leidt tot
kredietgroei en inflatie.
De dollar:
Bovenstaande
grafiek toont de groei van de geldhoeveelheid gepubliceerd van dollars.
U ziet dat het blauw gebied eindigt in 2006. Dit betekent enkel dat de Fed gestopt is met het publiceren van de M3,
wegens niet meer relevant. Zo los je natuurlijk ook een probleem op
(geleerd van de struisvogels). Het is duidelijk dat het probleem in
Amerika vele malen groter is dan in Europa. Het is juist de M3 die
aantoont hoeveel krediet er verleend is en is dat nu niet het grote
probleem in Amerika? Van zodra ook de ECB stopt met publicatie weet je
hoe laat het is. (grafiek van de euro vindt u terug in deel 1)
In deel 1 werden 2 groepen voorgesteld: het publiek en de groep van de scheppers,
deze laatste zijn best eens nader te onderzoeken. Zij bepalen immers
hoeveel geld er in omloop is. Vooral omdat ze geld uit het niets kunnen
scheppen, maakt hen verantwoordelijk voor de m3 (totale liquiditeitenmassa) of de hoeveelheid geld.
ECB Tower in Frankfurt
In het eerste deel kon u lezen dat men spreekt over primaire en secundaire banken.
De secundaire banken (veel spaar- en hypotheekbanken) kunnen nooit meer geld uitlenen dan dat zij zelf hebben gekregen van ander publiek via ingelegd spaargeld (spaarbanken) of via verkochte pandbrieven* (hypotheekbanken). Deze banken doen enkel aan kredietbemiddeling.
De primaire banken (b.v. KBC, DEXIA, ABN/AMRO, RABO, ING, SNS) zijn de geldscheppende banken, dat wil zeggen dat zij met een zekere kas een grotere girale geldhoeveelheid dan deze kas kunnen maken, via girale kredietverlening. Zij weten namelijk uit ervaring dat de rekeninghouders slechts een klein deel van hun geld in chartale
(biljetten of munten) vorm komen opeisen en hebben dus geld over,
waarmee ze een girale zeepbel kunnen opblazen, die echter ook niet te
groot mag worden in verband met de vereiste liquiditeit ( een bank kan failliet gaan omdat zij niet aan de opvragingen van het publiek kan voldoen).
De primaire banken willen natuurlijk zoveel mogelijk giraal krediet verlenen om zoveel mogelijk rentewinst
te maken. De Centrale Banken houden hen wel in de gaten (blijkbaar
zitten er wel veel gaten in die gaten) dat ze niet teveel geld
scheppen, in verband met inflatiegevaar. Dit systeem
leidt tot fractioneel bankieren: door keer op keer verder uit te lenen
op nieuw gecreëerd geld, kan men tot 9X meer geld scheppen dan er
oorspronkelijk bestond. Dit geeft te denken hoe de m3 kan aangroeien en
hoe onstabiel dit systeem is.
Een tweede schepper zijn de overheden. In de euro landen is overeengekomen dat elk land zelf zijn munten
mag slaan (niet de centrale banken!). De hoeveelheid hangt af van de
grootte van het land. Men mag dan ook verwachten dat in België en
Nederland na verloop van tijd meer franse en duitse munten te vinden
zullen zijn, gewoonweg omdat er van die laatste landen veel meer munten
zijn. De totale waarde van deze munten schommelt rond de 20 miljard euro (2008). Munten maken slechts een heel klein gedeelte uit van de M3 en zijn te verwaarlozen.
De derde schepper zijn dan de centrale banken.
De centrale banken drukken de bankbiljetten. De centrale banken
beschikken ook over een strategische voorraad van biljetten die nog
niet in omloop zijn, maar gebruikt kunnen worden in tijden van nood.
Eind 2008 is er ongeveer 763 miljard euro aan biljetten in omloop. Dit lijkt veel maar is slechts een fractie van de M3.
Eigenlijk moeten we hier spreken over het Euro systeem. Die bestaat uit de ECB en alle centrale banken van de landen die de euro voeren.
Die nationale centrale banken zijn niet onbelangrijk. Het zijn deze
banken (en niet de ECB) die de bankbiljetten drukken, het geld
transporteren, de voorraden beheren en de banken van hun land
controleren. Zo is de de NBB (nationale bank van België)
verantwoordelijk voor de belgische banken Dexia en Fortis. De NBB heeft
Fortis van het faillissement gered door meer dan 100 miljard aan Fortis
te lenen, toen in oktober 2008 alle andere banken hun geld uit Fortis
terugtrokken. De DNB (de Nederlandse Bank) heeft
dezelfde functie voor alle Nederlandse banken. De ECB geeft wel de
richtlijnen voor de centrale banken en neemt de eindbeslissing bij de
uitgifte van de biljetten. De voornaamste taak van het Euro Systeem is
prijsstabiliteit.
Om u al een idee te geven van de hoeveelheid geld (M3) in de eurozone: het benadert de 10.000 miljard euro. Dat deze stijgend is, is een open deur intrappen. Wat dat voor gevolgen heeft ziet u in deel 3.
*Een pandbrief
is een obligatie die door een hypotheekbank is uitgegeven. De door de
hypotheekbank verstrekte hypotheken vormen het on derpandvan de
obligatie. En die hypotheken zijn weer gedekt door hypothecair
onderpand; vandaar de naam pandbrief.
Dit is niet zo eenvoudig te beschrijven. Eerst en vooral moeten we
onderscheid maken in de soorten geld die er bestaan. Tevens komen er
een aantal begrippen bij kijken om alles te verklaren. Voor de euro
worden drie termen gebruikt:M1,M2 en M3.
Vooraf moeten we een verschil maken tussen de groep die enkel geld kan verhandelen (gebruikers) en de groep die geld kan scheppen.
De tweede groep bestaat uit: centrale bankiers: deze kunnen
bankbiljetten drukken (de beruchte geldpersen van de Fed en de ECB), de
overheden (deze kunnen munten maken) en de primaire banken (deze kunnen
giraal geld bijmaken).
De eerste groep bestaat uit al de rest: u en ik, bedrijven en zelfs
secundaire banken zoals pure spaarbanken. Laten we de eerste groep het publiek (public) noemen (slachtoffers [ ] kan ook) en de tweede groep de scheppers (fraudeurs [ ] zou ook gaan ).
M1 van de euro is dan al het giraal en chartaal euro geld die bij het publiek zit.
chartaal geld= alle euro bankbiljetten en euro munten.
giraal geld= het direct opeisbaar geld die op rekeningen bij banken staat en eigendom van het publiekis (dit zijn de lopende rekeningen waarover je beschikt=overnight deposits).
Als je de M1 van de EU wilt kennen moet je daar ook de vreemde
valuta bijrekenen zoals dollar, CH frank, .... die bij banken
gedeponeerd zijn en eigendom zijn van het publiek (cash vreemde valuta
hoort daar niet bij, omdat dit niet gekend is).
Een tweede soort noemen we secundaire liquiditeiten, ook wel bijna-geld of schiergeld
genoemd. Bijna-geld omdat je het zonder al te veel verlies kunt
omzetten in geld zonder dat banken dit kunnen voorkomen. Hiertoe
behoren:
deposito's met een opzegtermijn tot 3 maanden en korte termijn
deposito's met vaste looptijd tot en met 2 jaar in het bezit van het
publiek. M2 is deze laatste samengeteld bij M1.
M3 bestaat dan uit M2 met inbegrip van de overige secundaire
liquiditeiten (MMF(Money market Fund) aandelen; schuldtitels tot 2
jaar; retrocessie-overeenkomsten). Deze M3 vormt dan de totale liquiditeitenmassa van het publiek.
Even belangrijk is: wat behoort er niet tot de euro M3?
Cash vreemde valuta bij het publiek
aandelen
obligaties en andere pandbrieven
vreemde valuta eigendom van de banken (scheppers)
lange termijn spaargeld (meer dan 2 jaar)
kasgeld bij een primaire bank (scheppers)
Bijkomende opmerkingen:
Sommige valuta kennen ook nog andere begrippen. Zo bestaat er ook
M0 (dollar)=Het totaal van alle fysieke munt, plus rekeningen bij de
centrale bank die kan worden uitgewisseld voor fysieke munt. M4
(India)=M3+Alle deposito's bij postkantoor spaarbanken (met
uitzondering van Nationaal Spaarfonds Certificaten).
M1,M2 en M3 worden niet bij alle valuta hetzelfde gedefinieerd.
Dit maakt vergelijking tussen verschillende valuta niet gemakkelijk.
Toch is dit minder belangrijk: het is vooral de verandering van de
hoeveelheid binnen 1 valuta die van belang is (inflatie).
retrocessieovereenkomst(ook bekend als een repo): een kredietnemer
kan gebruik maken van een financiële zekerheid als onderpand voor een
lening in contanten tegen een vaste rentevoet.
MMF: Dit is een type beleggingsfonds dat wettelijk verplicht is om
te investeren in laag-risico effecten. In vergelijking met andere
beleggingsfondsen is het risico dus laag en is het dividend dat betaald
wordt min of meer gelijk aan de korte termijn rente.
In een tweede deel bekijken we wat de gevolgen zijn van veranderingen in de M3 (totale liquiditeitenmassa).