AMSTERDAM - Jeugdzorg stuurt jaarlijks honderden kinderen naar het buitenland. Het is vreemd dat hier maar mee wordt doorgegaan.
De Amsterdamse Bas (12) verbleef afgelopen najaar in Frankrijk op een camping bij Nederlandse gastouders. Dat ging ongeveer zo: om zeven uur op, anderhalf uur les via de webcam en daarna aan het werk met schuurpapier en een houten deur. Om twaalf uur lunch, weer anderhalf uur onderwijs op zijn computer en daarna opnieuw de handen uit de mouwen: appels plukken, dieren verzorgen en schuren aan de houten vakantiehuisjes die zijn gastgezin wil gaan verhuren.
Bas is door de rechter uit huis geplaatst. Zijn moeder heeft een verstandelijke beperking en woont elders; zijn vader kan de opvoeding niet alleen aan. Bas is soms agressief, speelt thuis de baas en wordt snel boos.
Bureau Jeugdzorg stuurde hem naar een project in de buurt van Limoges. Dat werd volgens zijn tante Gerda Topman, die het regelwerk voor haar neefje op zich neemt, een drama. Hij had heimwee en verveelde zich s avonds kapot, want er was niks te doen. Ja, deuren schuren. Lekker makkelijk, zon goedkope werkkracht. En hij kreeg nauwelijks onderwijs. Het verblijf werd na tweeënhalve maand voortijdig beëindigd nu zit Bas in Nederland in een gesloten jeugdzorginstelling.
Jaarlijks worden enkele honderden kinderen door jeugdzorg naar Frankrijk, Denemarken of Engeland gestuurd om te survivallen of te werken bij de boer of op een camping. Vorige week verscheen een kritisch rapport van de Inspectie Jeugdzorg: er zijn jongeren die werkdagen maken van 14 uur, gastouders zijn soms niet capabel en schreeuwen en schelden. Soms krijgen kinderen die niet willen werken zelfs geen eten. De afstand maakt goed toezicht bijna onmogelijk.
Kunnen de kinderen niet net zo goed bij een Nederlandse boer aan de slag? Nee, zegt manager Theo Ruikes van Tender Jeugdzorg in West-Brabant. Hij werkt aan een promotieonderzoek naar de effectiviteit van de buitenlandprojecten. Als het alleen gaat om activiteiten die jongeren hun dagritme teruggeven, kan dat ook in Nederland. Maar de jongeren die wij naar Frankrijk sturen, staan onder zeer negatieve invloed van hun omgeving. Denk aan vrienden die hen meeslepen in drugs of criminaliteit.
Een geïsoleerd verblijf op een afgelegen plek over de grens werkt het best om die negatieve banden af te snijden, meent Ruikes. Tender stuurt per jaar zon twintig jongeren voor vijf maanden naar Frankrijk. Dat zijn geen pretreisjes. Ruikes: Om zes uur s ochtends met je laarzen in de stront koeien melken is geen lolletje. Daarom daalt de motivatie van jongeren vaak de eerste weken. Maar daarna krijgen ze door de klusjes ook zelfvertrouwen: ik kán iets.
Dat een tijdje geïsoleerd leven louterend kan zijn voor probleemjongeren, daarover is iedereen het wel eens. Maar daarna? Dan begint het pas, want bij terugkeer zijn er weer de problemen met school, ouders en verkeerde vrienden, zegt bijzonder hoogleraar jeugdrechtspleging en hoofddocent pedagogiek Ido Weijers. De jongere is dan misschien wel veranderd, maar zijn omgeving niet.
Weijers haalt internationaal onderzoek aan, waaruit blijkt dat buitenlandprojecten geen positief effect hebben op de recidive. Dat weten we al heel lang. Het is daarom vreemd dat er toch maar mee door wordt gegaan.
In Nederland is Ruikes de eerste die de effectiviteit meet. Mijn ervaring is dat jongeren na een tijd minder probleemgedrag vertonen. En ze hebben meer zelfvertrouwen. Maar ik kan dat nog niet wetenschappelijk onderbouwen.
Hij wijst er op dat de nazorg minstens zo belangrijk is als het verblijf zelf. De jongeren die via Tender naar Frankrijk gaan, werken daar aan een gedetailleerd plan voor hun leven bij terugkeer. Weer in Nederland krijgen ze nog minstens een half jaar hulp. Ruikes: Je moet het hele traject strak begeleiden. Anders stranden de goede bedoelingen in hobbyisme.
http://www.volkskrant.nl/binnenland/article1345749.ece/Les_via_de_webcam_en_dan_deuren_schuren