'Weet u wat zwaar is? We hebben acht weken lang meer dan vijfhonderd getuigenissen gelezen van mensen die ernstig misbruikt zijn. Niemand van ons is ontsnapt aan een groggy gevoel, door de confrontatie met dat verdriet. Toen dat werk werd afgepakt, met de inbeslagname door het gerecht, zaten we zelf ook met een open wonde. Maar je schaamt je om dat toe te geven. Wat moet ik klagen in vergelijking met de slachtoffers?'
'Sommige van deze mensen hebben dertig of veertig jaar gezwegen voor ze aan ons hun verhaal deden. Ze spraken voor het eerst en toch hebben ze het recht niet gekregen om zelf te beslissen wat er met hun verhaal gebeurt. Het snijdt me nog altijd de adem af.'

Adriaenssens is toch nog verrast door de mate waarin misbruik een stempel blijft drukken op het verdere leven van een slachtoffer. 'Ik heb ook het voorrecht gehad om voor het eerst honderden mannen die seksueel misbruikt zijn, te horen praten. In de vertrouwenscentra hebben we elk jaar honderden aanmeldingen van meisjes, en maar enkele jongetjes. Waar zitten die allemaal?'

'Ik heb mannen uit de gevangenis ontmoet die gemoord hadden, maar die nooit het verhaal van misbruik door een priester in hun jeugd hadden verteld. Mannen aan wie niemand vroeger ooit gevraagd heeft waarom ze het zo slecht deden op school. Jongens en mannen die psychiaters ook hebben moeten zien passeren. Door nu de ervaringen te lezen van deze mannen, hebben we meer kennis en expertise over seksueel misbruik van jongens.'

Hoe gaan ouders het best om met vragen van hun kinderen over misbruik in de Kerk?
'Het valt op dat het kinderen niet bezighoudt. Priesters zijn geen opvoeders meer, internaten zijn al lang niet meer op die manier georganiseerd. Toch moeten ouders ook nu aan hun kind blijven zeggen dat ze er altijd voor hem zijn, hoe erg het nieuws ook is dat het te vertellen heeft. Wij dragen eigenlijk collectief schuld voor de zwijgzaamheid van veel slachtoffers. We hebben het allemaal geweten en we hebben het allemaal niet willen weten.'

Waarom zijn we daar zo schizofreen in?
'Je moet toch nog vertrouwen kunnen hebben in de leraar op school? In de begeleider op kamp? Anders kunnen we niet leven. Dus sluiten we ons daarvoor af.'

U maakt zich ondertussen flink boos in uw nieuwe boek over opvoeding, 'Laat ze niet schieten'.
'Ik zie zo veel kinderen met ernstige problemen, die opgroeien in puinhopen, in complexe gezinssituaties, in gezinnen waar kinderen te veel aan hun lot worden overgelaten of te veel hun zin mogen doen. In de discussie daarover gaat het vaak alleen over wachtlijsten en wat de overheid moet doen. Maar die puinhopen zijn veroorzaakt door volwassenen die te weinig voor eigen deur vegen. Daarnaast is er een groeiende groep lastpakken, jongeren die niet luisteren en wier ouders houvast zoeken. Kinderen voeden zichzelf niet op. Ik wil dus een appel doen aan ouders.'

Waarom geven sommige ouders dat uit handen?
'Kijk, er wordt van hen een atlasjob gevraagd. Werk, relatie, huis, gezin: we krijgen het niet meer in die 24 uur en 7 dagen gepropt als we ook nog willen slapen. De huidige generatie ouders van tieners heeft bovendien een aversie van het woord autoriteit, van regels stellen en leiding geven. Vroeger geloofde men dat volwassenen wisten wat goed voor je was, dus je deed wat ze zeiden. Vandaag willen we een jongere die ervoor kiest om te luisteren omdat hij begrepen heeft dat het goed is voor hem. Maar zoiets moet je leren. Er zijn nog altijd grenzen nodig. Maar sommige ouders laten die achterwege.'

Wat gebeurt er dan met die jongeren?
'Kinderen die nooit geleerd hebben om te luisteren, geraken gemakkelijk gefrustreerd. Ze vinden dat alles moet kunnen en dat ze alles moeten hebben wat ze willen. En als het er niet is, pakken ze het. Kinderpsychiaters maken zich zorgen over die jongeren die niet hebben geleerd om met frustratie om te gaan. Over de grote ikken, de narcisten over wie altijd de lof gezongen wordt thuis. Over te veel kinderen wier ouders een test van hoogbegaafdheid vragen. Bij iedere familiebijeenkomst wordt het kind de hemel in geprezen, elk gedichtje is als Shakespeare. Mensen dromen zo hard van een ideaal kind.'

Ouders willen toch vooral hun kind aanmoedigen, ze hebben gehoord dat dit net goed is.
'Absoluut. Maar je moet je kind realistisch opvoeden. Positief zijn over wat echt positief is, maar niet zomaar alles heilig verklaren. Want dan krijg je incidenten zoals we ze de afgelopen jaren wel vaker zien: ouders die op school de leerkracht verrot slaan omdat die hun kind berispt heeft. Kinderen zien trouwens steeds meer volwassenen die lak hebben aan respect voor de regels van het samenleven.'

U klinkt pessimistisch.
'Kijk, zeventig procent van de jongvolwassenen doet het goed, ook die jongeren over wie ik het net had. Die redden het meestal wel. Onze grote zorg ligt bij de verliezers: kinderen met ernstige schoolproblemen, kinderen die tot etnisch-culturele groepen behoren die hun plek niet krijgen in de samenleving, kinderen die naast het systeem vallen en voelen dat er voor hen geen eervolle plek in zit. Zwakke leerlingen die elk jaar met de hakken over de sloot slagen, maar die weten dat niemand op hen zit te wachten. We beseffen nog altijd niet hoe dramatisch het is om een puber te zijn zonder perspectief op een degelijke toekomst. Uit de kinderpsychiatrie weten we bovendien dat twee dingen een risico zijn voor de gezonde ontwikkeling van een puber: armoede en sociale uitsluiting. Het armoedecijfer staat op een beschamende zestien procent in Vlaanderen. Het boek is vooral een pamflet om die dertig procent aan boord te houden.'

Kan de lezer van Het Nieuwsblad Magazine denken: 'Die puinhopen hebben niks met mij te maken'?
'Jongeren die uit hun dak gaan, houden ons allemaal bezig. De angst van elke ouder is: zou mijn lieve achtjarige op zijn vijftiende ook grof kunnen worden en gortig doen tegen de mensen aan de bushalte of uithalen met een mes kopen omdat hij zich onveilig voelt? Niemand kan dat voorzien. Kinderen maken ook veel mee wat ouders ontgaat, maar wat zo'n kind zwaar kan tekenen. Pesterijen op school. Een klasgenoot die zichzelf van kant wil maken maar vraagt om niets te zeggen. Weten ouders dat wel? Ze willen de politie laten meerijden met elke bus. Maar wat doen ze zelf?'

Welk advies heeft u voor alle ouders?
'Houd jullie kinderen alsjeblieft vast. Wees jullie bewust van waar ze mee bezig zijn. Maak spaghetti als je tienerzoon onverwacht komt binnenvallen met zijn vrienden. (monkelt) Vlaamse ouders moeten afleren om alleen te eten op uitnodiging nadat ze eerst de halve supermarkt hebben leeggekocht en de woonkamer onder handen hebben genomen. Zorg ervoor dat je de vrienden van je kinderen ontmoet en weet wat hen bezighoudt. En met die betrokkenheid begin je vanaf de babytijd. Met jonge kinderen mag niet te veel gesold worden.'

Hoe bedoelt u?
'Ze gemakkelijk uitbesteden, ze overal mee naartoe slepen in het weekend voor onregelmatige activiteiten. Het is jammer genoeg de leeftijd waarop dat gemakkelijk gaat, maar als kinderpsychiaters zijn we niet zo gerust over al die baby's die om zes uur 's ochtends moeten worden gewekt voor de opvang. We gaan te slordig om met die verschrikkelijk belangrijke ontwikkelingsjaren. Als jonge kinderen niet doorslapen, heeft dat een impact op hun weerbaarheid. Het is geen toeval dat veel ouders voortdurend opvangproblemen hebben voor zieke kinderen.'

Wat ziet u dan bij die baby's?
'Meer baby's met eetstoornissen. Meer huilbaby's. Baby's die zich moeilijk ontspannen. Meer kleuters die minder openstaan voor de kleuterjuf, minder snel leren. Hangt het samen met ons hectische leven? We merken dat in de noordelijke landen, waar een van beide ouders kan thuisblijven tot het kind klaar is voor de kleuterschool, er minder zieke kindjes zijn en een vlottere start in het kleuteronderwijs.'

Daarmee bezorgt u werkende ouders meteen een joekel van een schuldgevoel.
'Het gaat me om het beleid. Veel ouders hebben niet te kiezen en mogen al blij zijn dat ze opvang hebben. De echte vraag is: is het logisch dat we baby's en opvang moeten aanpassen aan wat bedrijven eisen? In de arbeidsorganisatie moet nog meer rekening gehouden worden met ouders van jonge kinderen.'

Maar ook ouders zullen hun weekend misschien meer moeten afstemmen op de draagkracht van hun jonge kinderen?
'Ja. En ouders die het druk hebben, moeten hun tijd met hun kinderen inplannen. Kinderen van carrièreouders doen het helemaal niet zo slecht, maar ze hebben wel nood aan de aanwezigheid van hun ouders.'

En het goede nieuws?
'Deze generatie ouders práát met haar kinderen. We zien ook voorzichtige aanwijzingen dat jonge ouders van nu, twintigers, weer opvallend strenger willen zijn. Ze vinden dat zij wat te veel konden profiteren van het gebrek aan leiding van hun ouders. Ze vinden opnieuw dat evenwicht tussen affectie geven en grenzen stellen.'

Panikeren ze minder snel over opvoeding?
'Ze durven vooral een beroep te doen op hun ouders als het niet goed gaat. Daar dienen ouders voor. Ze horen hun ouders ook graag vertellen over hun eigen twijfels vroeger.'

Hebben ze dan meer aan verhalen over het falen van anderen, dan aan het zoveelste advies over de ideale opvoeding?
'Natuurlijk. Het ergste wat je een kind kunt aandoen, is het ideaal opvoeden want dan is het kwetsbaar. Stommiteiten maken nu eenmaal deel uit van het leven. Ouders moeten heerlijk onpedagogisch kunnen zijn, daar kunnen kinderen van genieten. Een keertje naar McDonald's gaan, ook al is het ongezond en ecologisch onverantwoord. Het mag niet de regel zijn, het moet het spel zijn.'

Uit de brieven aan de redactie blijkt dat veel ouders zich toch snel zorgen maken dat ze het verknallen.
'Ouders hebben helaas geen garantie dat net hun kind niet uit de bocht zal gaan bij zijn experimenten. En we weten uit onderzoek dat het temperament sommige jongeren tot verzetsstrijders maakt, alsof ze niet willen opgevoed worden. Maar 90 procent van de tijd doen ouders het goed. Alleen zetten ze hun vergrootglas op die 10 procent, die hun 100 procent maagzuur geeft. Jammer voor hen, maar het is vaak dankzij hun maagzuur dat het uiteindelijk goed gaat.'

Zo was er die brief van een moeder die bang was dat haar dochter seksuologe zou worden.
'De mooiste van het jaar! Die moeder moest blij zijn; niets zo erg als een kind dat niet droomt. Het is het verschil tussen jong en oud ten top gedreven: de moeder die veel te ver vooruitziet, de jongere die een levensbeslissing kan nemen vanuit een bevlieging. Nog een ontroerende brief was van een zestienjarige die aan de sint wilde vragen of hij haar ouders niet duidelijk kon maken dat het niet erg zou zijn als ze met haar lief zou slapen. Ze had het al proberen aan te brengen en ze wilde het niet achter hun rug doen. Als je kind zoiets schrijft, dan weet je dat je opvoeding gelukt is.'

Denkt u nooit: 'Dat zouden ouders toch moeten weten, dat is toch gezond verstand'?
'Nee. Wel: hoe komt het dat ze daarmee niet terechtkunnen bij hun omgeving? En toch gebeurt dat vaak niet; omdat het te kwetsbaar is of omdat ze vrezen meteen verwijten te krijgen.'
sociale contacten onder jongeren vervangen? Zijn we nu daar al beland?'

Het nieuwe boek 'Laat ze niet schieten' van Peter Adriaenssens verschijnt midden september bij Lannoo.