Jeugdpsychiatrie Sophia 'over hele linie uitstekend'
Jeugdpsychiatrie Sophia 'over hele linie uitstekend'
De afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie van het Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis levert 'over de hele linie uitstekende en goed georganiseerde zorg' en is een voorbeeld voor andere instellingen. Dat stelt de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
Beste twee De meeste kinder- en jeugdpsychiatrische klinieken in Nederland leveren zorg van voldoende kwaliteit, stelt de IGZ. Twee instellingen springen eruit: Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam en de Reinier van Arkelgroep, locatie Vught. Deze zijn goede praktijkvoorbeelden voor andere klinieken.
Meest kwetsbaar De inspecteurs onderzochten de zorg voor de meest kwetsbare kinderen met ernstige psychische problematiek of psychiatrische stoornissen. Deze kinderen zijn voor hun behandeling meestal aangewezen op klinieken van kinder- en jeugdpsychiatrie.
Gezondheidsschade Gezondheidsschade tijdens de behandeling kan worden veroorzaakt door een onzorgvuldig insluitingsbeleid (separeren, afzonderen of op een andere wijze opsluiten) en slecht medicatiebeleid. Ook het ontbreken van een eenduidige visie op de bejegening, opvoeding en behandelingsmogelijkheden kan zulke schade veroorzaken. Daarom richtte het onderzoek van de inspectie zich op deze drie thema's.
Voortvarende aanpak Sinds 2001 is er veel verbeterd, constateren de inspecteurs. Medewerkers en bestuurders zetten zich voortvarend in om het aantal insluitingen en de duur ervan terug te dringen. Ook hebben ze oog voor het verantwoord verstrekken van geneesmiddelen. Doorgaans worden opgenomen kinderen en jongeren vanuit een eenduidige pedagogische visie bejegend en behandeld, blijkt uit het onderzoek.
Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis krijgt van de inspectie de hoogste beoordeling van zestien instellingen: 100%-goed. Ook de Reinier van Arkelgroep haalt deze maximale score.
Landelijk symposium: 'Moeilijke' jeugdigen met een licht verstandelijke beperking (JLVG)
Landelijk symposium: 'Moeilijke' jeugdigen met een licht verstandelijke beperking (JLVG)
30 september 2010 - Eindhoven
Nederland telt circa 440.000 jongeren tussen de 5 en 20 jaar die tot de groep licht verstandelijk beperkten (of Licht Verstandelijk Gehandicapten, LVG) gerekend worden. Deze zogenaamde LVG-ers vormen een kwetsbare groep doordat er naast de verstandelijke beperking vaak bijkomende gedragsproblematiek optreedt. Door hun beïnvloedbaarheid lopen zij extra risico waar het gaat om betrokkenheid bij criminaliteit, agressie en middelengebruik. Ook zaken als het gewoon deel uitmaken van een gezin, relatievorming en perspectief op de arbeidsmarkt zijn vaak moeilijk. Daarnaast zijn er soms bijkomende psychiatrische ziektebeelden, zoals depressies.
Vanwege deze meervoudige problematiek is het behandelen en begeleiden van deze doelgroep niet eenvoudig. In toenemende mate worden ze dan ook gezien en veroordeeld als daders van delicten en vinden ze hun opvang in o.a. justitiële inrichtingen.
Hulpverleners en docenten staan voor de moeilijke opgave om een effectief zorgaanbod te realiseren voor deze jeugdigen: een aanbod dat tot op heden beperkt en fragmentarisch van aard blijkt. Anders gesteld wordt deze grote groep jongeren ernstig in zijn ontwikkeling bedreigd, zonder dat de hulpverlening daar altijd even adequaat op inspeelt. Op dit landelijk symposium zullen experts uit wetenschap en praktijk spreken over diagnostiek, behandeling en begeleiding van jeugdigen met een licht verstandelijke beperking.
'Aanpak drugs- en alcoholgebruik in jeugdinrichting vergt inzet verslavingszorg'
Minister Hirsch Ballin is geschrokken van de mate waarin jongeren in justitiële jeugdinrichtingen alcohol en drugs gebruiken. Hij wil harde maatregelen, maar ook preventie en behandeling. Clary van der Veen (Trimbos-instituut): 'Alleen sanctioneren levert in ieder geval geen verbetering op.'
In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum deed de Universiteit Utrecht onderzoek naar middelengebruik in justitiële jeugdinrichtingen (JJI's). Het betreft een zelfrapportageonderzoek onder 155 jongens in tien JJIs. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen gebruik binnen de JJI en tijdens verlof: buitenhuis en thuis.
Onderrapportage Ruim een derde van de jongens uit de onderzoeksgroep gebruikt alcohol; zo'n 26 procent ook in de JJI. Van de jongens zegt 65 procent cannabis te gebruiken, zowel in als buiten de inrichting. Hirsch Ballin vindt dat ernstig en wil stevige maatregelen. 'De uitkomsten verbazen mij eerlijk gezegd niet', zegt Clary van der Veen, wetenschappelijk medewerker programma Psychische gezondheid Jeugd bij het Trimbos-instituut. 'Waarschijnlijk is er zelfs sprake van onderrapportage. Omdat jongeren weten dat ze in een JJI niet mogen gebruiken, zullen ze er niet erg openhartig over zijn.'
Cannabis Zelf deed Van der Veen in 2007 en 2008 onderzoek op de locatie Overberg van JJI De Heuvelrug. Aanvankelijk vulden 23 jongens een vragenlijst in. Daarvan zei 26 procent alcohol, 39 procent cannabis en 13 procent harddrugs te gebruiken. 'We zijn toen gestart met de methodiek Open en Alert. Die is erop gericht om probleemgebruik in een JJI te voorkomen, signaleren en begeleiden. Het middelengebruik is open met de jongens besproken. Omdat daar ruimte voor kwam, werden ze er ook eerlijker over. Toen we er opnieuw naar vroegen, waren de cijfers zodoende hoger: 40 procent gebruikte alcohol, 56 procent cannabis en 20 procent harddrugs.'
Drugshonden Hirsch Ballin noemt in een brief aan de Tweede Kamer maatregelen als speekselanalyses, blaas- en urinetests en de inzet van drugshonden. 'Die middelen gebruiken JJIs al', weet Van der Veen. 'Uiteraard moet een JJI ervoor zorgen dat alcohol en drugs op het terrein niet verkrijgbaar zijn. Maar als we het alleen van controles moeten hebben, dan hadden we de effecten allang moeten zien. Die maatregelen worden immers al jarenlang toegepast. Kijk je naar de cijfers, dan is heel duidelijk dat alleen straffen geen verbetering oplevert. Het gebruik is hoog en vermindert niet.'
Dag en nacht Van der Veen is blij dat de minister nu ook preventie en behandeling noemt als maatregelen. 'Ik zou graag wat meer nadruk zien op motivering en beloning van gewenst gedrag', zegt ze. 'In veel JJIs bestaat alleen sanctiebeleid en geen hulp. Gevolg is dat het voor de jongens dag en nacht een sport is om te zorgen dat ze niet worden gesnapt. En de groepsleiding is alsmaar bezig om ze te betrappen.' Verlof Alleen sanctiebeleid betekent ook dat er niets aan het problematische middelengebruik zelf gebeurt, benadrukt Van der Veen. 'Je kunt wel tegen zo'n jongen zeggen: "je hebt gebruikt, dus ik trek je verlof in", maar als alle urinetests positief zijn, dan los je daar ook niets meer mee op. Je kunt niet verwachten dat een jongen die langdurig veel alcohol of middelen gebruikt daar zomaar mee kan stoppen. Het is dus maar de vraag of je alleen met sanctioneren veel oplost.'
Verslavingszorg De methodiek Open en Alert is gericht op preventie, begeleiding en behandeling. 'Het is zaak dat jongeren met problematisch gebruik professionele hulp krijgen. Op JJI-locatie Overberg waren uiteindelijk 11 van de 30 jongens in behandeling. Van der Veen: 'Een JJI moet dus samenwerken met de verslavingszorg.'
Motiverend De rode draad van de methodiek is openheid. 'Je moet met jongeren in gesprek. Vragen waarom ze veel gebruiken, hen bewegen om er iets aan te doen en samen kijken hoe', zegt van der Veen. 'Het is superbelangrijk dat professionals training krijgen in motiverende gespreksvoering. Ze moeten ook weten hoe drugs eruit zien en welk gedrag het gevolg ervan is. En naast sancties is er echt ook ruimte nodig voor het belonen van goed gedrag.'
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Toekomst Jeugdzorg: "Doe alsof het je eigen kind is"
Toekomst Jeugdzorg: "Doe alsof het je eigen kind is"
Als we werken vanuit de stelling: doe alsof het je eigen kind is hebben we een belangrijke stap gezet. Dit is een van de opmerkingen van de Werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg, een politiek overstijgende parlementaire werkgroep die de taak had de brede problematiek van de Jeugdzorg te verkennen door middel van literatuur studie, gesprekken met het veld en eigen discussie.
De uitkomst van deze verkenning is de vaststelling dat de Jeugdzorg gebaat is bij meer preventie, vroegtijdige signalering en een samenleving die meer zelfhulp inzet. Ook moet de Jeugdzorg dichterbij gezinnen gebracht worden.
De werkgroep is van mening dat de hele Jeugdzorg, inclusief de Jeugd GGz, met een financieringsstelsel ondergebracht moet worden bij de gemeenten. Balans denkt dat dit geen goede zaak is. Vooral de passage:
veel kinderen krijgen, vergeleken met vroeger, een ADHD-diagnose en de daarbij behorende therapie, terwijl het de vraag is of de problematiek werkelijk zo ernstig is
baart Balans zorgen, omdat hierbij de vraag gesteld kan worden of de werkgroep wel voldoende kennis heeft van de Jeugd GGz.
Door te suggereren dat bepaalde problematiek minder erg is dan ouders en deskundigen aangeven, los je niets op. Dan zijn we weer terug bij het zoethoudertje dat alle kinderen op zn tijd wel eens lastig zijn, waarbij over het hoofd wordt gezien dat er verschil is tussen wel eens en een gedragsprobleem, dat constant aanwezig is en de ontwikkeling belemmerd.
Volwassenen met ADHD en hun ouders weten nog goed hoe het was om onder deze condities op te groeien. Dat schept geen voorwaarden voor de ontwikkeling van 'effectief burgerschap'.
Wij vragen ons af wat de werkgroepleden zouden doen als ze zelf een kind met ADHD zouden hebben. In het genoemde verslag staan mooie gedachten over oplossingen van de problemen in de Jeugdzorg, maar over de plaats van de Jeugd GGz moet nog wel beter worden nagedacht. Een medisch specialisme is niet hetzelfde als sociale hulpverlening.
Het rapport 'Jeugdzorg dichterbij' van de Werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg (18 mei 2010) is te vinden op www.tweedekamer.nl
Alcohol- en drugsgebruik in JJI's aangepakt 15 juni 2010 Demissionair minister Ernst Hirsch Ballin van Justitie gaat het alcohol- en drugsgebruik in justitiële jeugdinrichtingen (JJI's) aanpakken. Aanleiding is een onderzoek van de Universiteit Utrecht, waaruit blijkt dat een aanzienlijk percentage jongeren tijdens het verblijf in een JJI alcohol en drugs gebruikt. Bijna 90 procent van de jongeren zegt dat het gemakkelijk is om in een JJI aan cannabis te komen. 65 procent gaf aan zelf cannabis te hebben gebruikt tijdens het verblijf in de JJI. Volgens driekwart van de jongeren zijn harddrugs gemakkelijk te krijgen. Ballin schrijft aan de Tweede Kamer dat hij nieuwe controlemogelijkheden wil voorbereiden, zoals speekselanalyses en blaastests. Ook wil hij dat er grootschalig op alcohol en drugs gecontroleerd wordt en wil hij laten uitzoeken of daarbij drugshonden kunnen worden ingezet. Meer informatie: Samenvatting onderzoek; Onderzoek middelenmisbruik in JJI's Bron: Ministerie van Justitie
PsyQ start in samenwerking met Preventie Parnassia Bavo Groep in Den Haag een groot onderzoek bij ouders met psychische problemen. Kinderen van ouders met psychische problemen hebben vergeleken met andere kinderen twee tot drie keer hoger risico op psychische en sociaal-emotionele problemen (zoals pesten of schoolproblemen).
Hulp vragen ligt vaak gevoelig, omdat ouders bang zijn dat hun kinderen uit huis worden gehaald. Terwijl tijdig steun krijgen juist problemen kan voorkomen! Preventie en PsyQ gaan daarom alle patiënten ondersteuning aanbieden bij de opvoeding om eventuele problemen vroegtijdig te voorkomen en een gezonde ontwikkeling bij kinderen te bevorderen.
Ontoereikend behandelaanbod
De ouders kampen naast psychische problemen vaak ook met andere problemen, zoals conflicten met de andere ouder of schulden. Meestal staan ze er alleen voor. Zij maken zich dikwijls zorgen over de mogelijke effecten hiervan op hun kinderen. Tot nu toe is aandacht voor ouderschap géén instellingsbeleid in de GGZ. Het bespreken ervan is een kwestie van persoonlijke affiniteit van behandelaars. Ook tijdsdruk, onwennigheid en het gegeven dat patiënten zich heel kwetsbaar voelen in hun rol als ouder, maken dat het er vaak niet van komt.
Een aanpak voor het hele gezin
PsyQ gaat samen Preventie, naast voorlichting, een vorm van ondersteuning onderzoeken die speciaal ontwikkeld is voor gezinnen die kampen met meerdere problemen: basiszorgcoördinatie'. De basiszorgcoördinator werkt samen met ouders en instanties aan een gezamenlijke aanpak ter verbetering van de gezinssituatie en de totstandkoming van een pakket van ondersteunende diensten. Coördinatie van de samenwerking tussen behandelaar en diverse instanties (zoals school, consultatiebureau en thuiszorg) is hierbij belangrijk. Doel is één aanpak voor het hele gezin. Deze zomer start een groot wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van deze ondersteuning. Indien de effectiviteit van basiszorgcoördinatie' bewezen is, wordt dit programma landelijk uitgerold.
Studiemiddag
Op donderdag 27 mei 2010 was er een studiemiddag die in het teken stond van ondersteuning voor ouders met psychiatrische problemen. Hierbij werd het eerste exemplaar van de methodiekbeschrijving basiszorgcoördinatie' feestelijk overhandigd.