Het strand.
als zeehonden naast
elkaar
gelegen op ˈt zand
een massa vlees dat in
de voorjaarszon ligt te
garen
kan dat menselijk gedrag
niet goed verklaren
met zˈn allen naar
dat
drukke, smalle strand
een moeder met een
huilend
kindje aan de hand
de plastic bal die
stuitert op fiere
vrouwenbillen
een kleuter gooit zand
over met olie ingesmeerde
ruggen
stel kleuters staat aan
de branding hard te
gillen
bij oostenwind ook nog
last
van kwallen en
steekmuggen
het strand, het zand, de
gigantische mensenmassa
aan zee
voor mij oogt het steeds meer als
een afstotend hysterisch
tafereel
al die half blote mensen
bij elkaar
worden mij tegenwoordig al
snel teveel
|