Het trieste fluitenkruidje.
Een fier jong helder wit
fluitenkruidje
keek met haar hoofd eens
in het rond
haar blik viel plots op
een klein hondje
zon beestje met een
zwart wit wollen truitje
hondje besnuffelde en
besproeide haar tere huidje
met onwelriekend bijtend
vocht
ze kromp ineen na de
onwelkome douche
en verschrompelde al snel
tot een afzichtelijk pruikje
nu staat ze daar tussen
al haar zusters zielig te kijk
geen bijtje voelt zich
tot haar aangetrokken
verbrand als ze is door
het scherpe honden zeik
maar opeens rijst fluitenkruitje
weer op uit de dood
want regen doet wonderen
geschieden
ze blijft wel in leven al
wordt haar stengel
waarschijnlijk niet meer zo
erg groot
|